'Life' van James Dean door de lens van Anton Corbijn
Acht jaar na zijn debuutfilm ‘Control’ – over Joy Division-zanger Ian Curtis – keert Anton Corbijn voor zijn vierde prent terug naar de biografie. ‘Life’ gaat over de professionele relatie en weifelende vriendschap tussen de fotograaf Dennis Stock (rol van Robert Pattinson) en James Dean (vertolkt door Dane DeHaan).
Anton Corbijn «Een film over James Dean maken interesseerde me niet, tot ik vernam dat het verhaal geschreven was vanuit het perspectief van iemand die publieke figuren fotografeert. Dat is wat ik zelf al mijn hele leven doe, dus leverde het voor mij de ideale insteek. Het leek me bovendien fijn dat de film zich afspeelt in 1954, mijn geboortejaar. Visueel een erg coole periode, trouwens. De auto’s zagen er zo veel mooier uit dan vandaag. Het was ook de tijd dat de jonge generatie haar eigen cultuur ging bepalen, in plaats van die van haar ouders te kopiëren. Al die elementen zitten in deze film, en James Dean brengt het geheel mooi samen.»
undefined
'James Dean maakte drie fantastische films en stierf jong. Zo word je een icoon'
- Je moest enkele iconische situaties recreëren, zoals de beroemde foto van James Dean in de gietende regen op Times Square. Hoe ging dat?
Corbijn «Niet gemakkelijk, want die foto is intussen al een hele poos geleden gemaakt en op Times Square kun je natuurlijk niet meer filmen. Ik wilde vooral scènes creëren die tonen hoe Dennis Stock te werk ging voor zijn foto’s, of hij ze nu nam in een bar of op de boerderij.
»Mijn eerste idee was om deze film in zwart-wit te maken, net zoals ‘Control’ destijds. Om financiële redenen werd dat me afgeraden. Eerst sputterde ik nog tegen, maar toen begon ik er het voordeel van in te zien. Door in kleur te tonen hoe Dennis Stock z’n zwart-witfoto’s maakte, zie je ook zijn kracht. Anders waren we in zijn wereldje blijven hangen.»
- Wat was het volgens jou dat James Dean deed uitgroeien tot zo’n icoon?
Corbijn «Hij maakte drie fantastische films en stierf jong. Zo werkt het. Achteraf bekeken zag je het al op die foto van hem op Times Square. Ik heb het zelf helaas ook al een paar keer meegemaakt, dat ik foto’s maakte van iemand die daarna is overleden. Plots gaan mensen andere dingen in je foto zien. Zo werkt het brein nu eenmaal.»
Blanke Luther King
-Naar verluidt was Dane DeHaan bang om in de huid van Dean te kruipen.
Corbijn «Omdat hij hem zo graag mocht, denk ik. Een gemeenschappelijke vriend van ons overtuigde hem me toch te ontmoeten, en daar ben ik blij om. Als Dane de kamer binnenstapt, lijkt hij misschien niet erg op James Dean – we hebben hem fysiek wat moeten transformeren. Maar een groot acteur doet je na een paar minuten al geloven dat hij z’n personage ís. Dat doet Dane ook.»
- Waarom was die fysieke transformatie dan nodig?
Corbijn «Om dezelfde reden dat je Martin Luther King ook niet door een blanke laat spelen. Er moet fysiek toch een gelijkenis zijn.
»Wat ik dan weer fijn vond aan Robert Pattinson, is dat hij bezig is zichzelf te bewijzen, net zoals het Dennis Stock-personage. Bij Rob is de roem zo snel en abrupt gekomen, dat hij nu heel graag wil bewijzen wat hij waard is als acteur. Vandaar ook zijn keuze voor films van Cronenberg en Herzog en zo. Dennis Stock leverde een soortgelijke strijd: hij wilde als fotograaf serieus genomen worden. Tegelijk bezorgde het me een pervers plezier te zien hoe Rob, in de rol van de fotograaf, altijd en overal achternagezeten werd door een horde paparazzi, zelfs als we in the middle of nowhere filmden.»
undefined
- Veel dramatische scènes hoeft de kijker niet te verwachten in ‘Life’.
Corbijn «Alleen naar het einde toe krijg je wat meer drama. In het begin sluiten de twee schoorvoetend vriendschap en krijg je inzicht in hoe ze werken. In zekere zin kunnen ze niet zonder elkaar, de fotograaf en z’n onderwerp. Ze hebben elkaar nodig. Het is een delicaat evenwicht. In de film denkt James Dean dat hij Dennis Stock een dienst bewijst, maar Stock denkt krek hetzelfde over Dean. Allebei hun perceptie is juist én fout.»
- Heb je als fotograaf ooit iets gelijkaardigs meegemaakt?
Corbijn «Begin jaren 70, ja, toen ik nog erg naïef was en niet doorhad hoe dat evenwicht precies werkte. Van bij het prille begin nam ik foto’s van Herman Brood. Hij was een zeer kleurrijk figuur. We namen vaak samen de trein, omdat geen van ons beiden een rijbewijs had. Hij vond mijn werk goed en ik ben hem blijven fotograferen. Opeens werd hij de grootste rockster die we in Nederland ooit gekend hebben. Toen begon iederéén foto’s van hem te maken. Ik dacht: ‘Wat is er met ons gebeurd? Wij hadden toch een soort relatie?’ Ik was zo naïef dat ik dat proces niet begreep. We zijn wel vrienden gebleven tot aan z’n dood.»
De betere Bob Dylan
- Je hebt intussen ervaring in allerlei industrieën: muziek, kunst, film. Waar gaat je voorkeur naar uit?
Corbijn «Eigenlijk zou ik wel schilder willen zijn. Alleen ben ik geen crack in schilderen. Het leven van een schilder lijkt me wel interessant, omdat het een zekere routine biedt. Plus: het is allemaal je eigen werk. Als fotograaf ben ik trots op veel van mijn werk, maar je zou kunnen zeggen dat dat succes misschien te maken heeft met wie je voor je camera krijgt. Mijn argument is dan: ‘Ja, maar het is ook wat ik ermee dóé. Dat bepaalt de foto.’ Maar het klopt wel: het halve werk zit ’m in iemand voor je camera krijgen. Als schilder heb je niets of niemand nodig. Dat vind ik het leukst. Maar vandaag gaat al mijn energie naar film. Ik vind het ongelofelijk spannend.»
undefined
'Door mijn videoclips waren sommige mensen gaan geloven dat ik ook films kon maken. Zelf geloofde ik nooit dat ik daartoe in staat was.'
- Beïnvloedt je achtergrond als fotograaf je werk als regisseur?
Corbijn «Het is een grote stap van fotografie naar film, en bovendien geen logische. Als fotograaf werk je één op één – bij een film gaat dat niet. Over mijn eerste twee films zou je nog kunnen zeggen dat ze veel weg hebben van fotografie (‘Control’ en ‘The American’, red.). Bij de derde film (‘A Most Wanted Man’, red.) wilde ik dat vermijden, omdat het me een te groot en veilig vangnet leek. Ik wil een filmmaker zijn en dat kan niet met een vangnet. Ik zal altijd als een fotograaf blijven kijken, maar daarin mag niet de focus van mijn films liggen.»
- Stond het van bij het begin vast dat je na ‘Control’ zou blijven regisseren? Of was ‘Control’ het experiment dat voor jou het antwoord moest bieden op die vraag?
Corbijn «Ik zou willen zeggen dat ik erin gepusht ben, maar dan kom ik over als een passief persoon. Door mijn videoclips waren sommige mensen gaan geloven dat ik ook films kon maken. Zelf geloofde ik nooit dat ik daartoe in staat was. Mensen stuurden me scripts, die ik keer op keer afwees, omdat ik mezelf het niet beter zag doen dan een echte regisseur. Maar toen het Ian Curtis-verhaal opdook, dacht ik: ‘Dit is misschien mijn kans om een film te maken.’ Omdat ik me emotioneel zo verbonden voelde met het onderwerp, had ik het gevoel dat ik misschien iets in de film kon stoppen dat andere regisseurs niet konden. Ik maakte de film zonder agent en verloor er een hoop geld aan – ik stopte er mijn eigen centen in. Ik moest mijn huis in Engeland verkopen en naar Nederland verhuizen. De film had grote gevolgen voor mijn leven. Eerst dacht ik dat het mijn enige zou zijn. Maar omdat de reacties zo positief waren en ik nog meer films kreeg aangeboden, dacht ik: ‘Laat ik maar eens kijken wat ik op dat gebied nog kan ontwikkelen.’ Ik had geen carrièreplan. Het klinkt nu een beetje triest, maar dat was het niet: het was prachtig.»
- Jij lijkt het fijn te vinden om projecten af te wijzen.
Corbijn «Veel van de lange relaties die ik overhield aan mijn werk, of het nu met Herbert Grönemeyer, met U2 of met Depeche Mode was, ontstonden niet vanuit de gedachte: ‘Great! Met hen wil ik echt samenwerken!’ Het begon altijd met: ‘Ik ben niet geïnteresseerd.’ Maar uiteindelijk werden het geweldige relaties. Het is een traag proces. Je denkt: ‘Die kerels maken geweldige muziek.’ Dan blijkt het te klikken en ga je interessante foto’s maken. Zo ontstaat dat. Er is geen groot masterplan. Als fotograaf is het gewoon leuk om met mensen te werken met wie je denkt iets te kunnen bereiken, en die dan ook nog eens fijn gezelschap zijn.»
- Wie zou je ooit nog eens doodgraag willen fotograferen?
Corbijn «Ik denk altijd dat ik een betere foto zou kunnen maken van Bob Dylan dan de foto’s die ik in de kranten zie.»
© IFA / Ernst Reinhart
Vertaling en bewerking: Hanne Van Tendeloo
Bekijk de trailer:
undefined