Lights in the Dusk
Terwijl Denzel Washington naar het verleden flitst, blijft in het universum van Aki Kaurismäki alles bij het oude. Zoals immer dwalen zijn personages - verworpelingen en eenzame zielen - als slaapwandelaars door de grijze straten van Helsinki, terwijl men in het café zwijgend luistert naar smartlappen op platenspelertjes uit de jaren vijftig.
In 'Lights in the Dusk' vertelt de cineast het verhaal van een eenzame nachtwaker die moedeloze rondes loopt in een luxueuze winkelgalerij. Hij leert een meisje kennen, neemt haar dapper mee naar de bioscoop, maar wordt er uiteindelijk door haar ingeluisd (hij had het kunnen weten: ze is blond). Mensen die de oude films van Aki kennen en samen met hem al eerder naar de bodem van het glas zijn gezonken, kennen de wereldvisie van de Fin intussen wel: de kosmos is te hard voor broze, breekbare, goedgelovige mensen. Er valt dus niets nieuws meer te rapen in het universum van Kaurismäki, maar toch hebben we weer iets geleerd: een gelukkig man drinkt whisky uit champagneglazen, een ongelukkig man uit de fles, en dronken word je sowieso.