Linda Boström, vrouw van Karl Ove Knausgård, over haar debuutroman
Karl Ove Knausgård deed de literaire wereld op haar grondvesten daveren met zijn autobiografische romancyclus ‘Mijn strijd’. Nu is het de beurt aan zijn echtgenoot Linda om te bewijzen dat ze het schrijven eveneens in de vingers heeft met ‘De val van de Helios’. Een gesprek over fictie, de realiteit en een huwelijk op de grens tussen die twee.
Toch heeft Boström Knausgårds roman alvast één ding gemeen met het werk van haar echtgenoot: het verhaal over een meisje dat in een depressie verglijdt en in een psychiatrische instelling wordt opgenomen, is onmiskenbaar op persoonlijke ervaringen gebaseerd. Het is een publiek geheim dat de schrijfster met een bipolaire stoornis kampt en na het verschijnen van ‘Mijn strijd’ een tijdlang in een instelling verbleef. De vrouw met wie we vandaag praten, heeft niettemin een gezonde blos op de wangen en vertelt enthousiast – zolang we het over haar eigen roman hebben, tenminste.
HUMO ‘De val van de Helios’ wordt gepromoot als uw literaire debuut, maar dat klopt niet helemaal, toch?
Linda Boström Knausgård «Nee. Ik heb al een poëzie- en een kortverhalenbundel geschreven, maar die zijn alleen naar het Noors en het Deens vertaald. Het is ook niet gezegd dat ik vanaf nu alleen nog maar romans ga schrijven. Als ik aan iets nieuws begin, weet ik zelf vaak nog niet welke vorm het uiteindelijk zal krijgen. Soms wordt het een filmscenario, dan weer een radiodocumentaire of een reeks gedichten. Het is dus zeker niet zo dat ik op een dag wakker werd en dacht (slaat op tafel): ‘Nu ga ik eens een roman schrijven.’ Ik ben gewoon achter mijn bureau gaan zitten en beginnen te schrijven. Aan wat een roman bleek te worden.»
HUMO Uw boek is realistisch en sober geschreven, maar bevat ook enkele mythische, schijnbaar onverklaarbare elementen. Omdat u het de lezer ook niet te makkelijk wou maken?
Boström Knausgård (lacht) «Nee, die mythische elementen kwamen vanzelf tijdens het schrijven. De Griekse mythologie heeft me altijd al gefascineerd. Als 9-jarig meisje kreeg ik van mijn moeder een boek met verhalen over de Griekse goden. Vooral het verhaal van Athena, die uit het hoofd van haar vader Zeus werd geboren, vond ik prachtig. Daarom heb ik dat in ‘De val van de Helios’ verwerkt. Die mythische elementen staan het ruimere begrip van het verhaal niet in de weg, omdat de taal zo helder is. Is Anna echt de reïncarnatie van een Griekse godin of denkt ze dat alleen maar? Dat zijn vragen die de lezer maar zelf moet beantwoorden, daar wil ik geen te eenduidig antwoord op geven.»
HUMO Het pleeggezin waarin Anna wordt geplaatst, heeft het oprecht goed met haar voor. Dat durft in films en boeken weleens anders te zijn.
Boström Knausgård «Ja, in veel romans zou Anna bij een familie geplaatst worden die haar niet apprecieert of zelfs mishandelt. Zo’n boek wou ik nadrukkelijk níét schrijven. Goed, haar nieuwe familie heeft ook gebreken, maar in wezen zijn het lieve mensen. De moeder en de twee zoons van dat gezin zijn trouwens gebaseerd op mijn eigen tante en neven. Ik ben als kind opgegroeid in Stockholm, maar in de vakantie ging ik vaak bij hen skiën, in het noorden. Voor mijn roman uitkwam, heb ik ’m door hen laten nalezen. Ze herkenden zichzelf vaagweg in dat gezin, maar gelukkig hadden ze er geen probleem mee.»
HUMO En de psychische problemen van Anna, zijn die gebaseerd op wat u zelf hebt meegemaakt?
Boström Knausgård (denkt na) «Hoe zal ik die vraag beantwoorden? (Denkt nog langer na en begint in het Zweeds) Jeetje, ik begin er zowaar terug in het Zweeds van te praten!
»Kijk, ik ken de plaats waar Anna naartoe wordt gebracht natuurlijk goed, als bezoeker en als patiënt. Daar heb ik dus niet veel research voor moeten doen. Maar inspiratie hoeft niet zo rechtstreeks te werken. Je maakt van alles mee in het leven, je ontmoet mensen, gaat van hen houden... En als je begint te schrijven, kan een fragmentje uit dat aanbod genoeg zijn om je te inspireren. Tegelijk resoneert het boek als geheel met alles wat je in je leven hebt meegemaakt. Je hoeft ‘De val van de Helios’ ook niet per se als een tragedie te lezen. Het einde kan toch net hoopvol zijn voor Anna, niet?»
Schrijfster naast Karl
Komt dan nu het precaire deel: de dame van de uitgeverij liet ons op voorhand weten dat Linda Boström Knausgård niet staat te springen om het over haar wereldberoemde man te hebben. Alle begrip, maar wij zijn toch zeer benieuwd hoe dat voelt: tegelijk schrijfster en romanpersonage zijn. En of ze ooit stilstaat bij het feit dat de miljoenen lezers van haar echtgenoot haar nu menen te kennen. Dus wagen we het er langs onze neus weg toch op.
HUMO Een roman schrijven kan je leven behoorlijk op zijn kop zetten – de boeken van uw man zijn daar het beste voorbeeld van. Hield u daar rekening mee toen u met ‘De val van de Helios’ naar de uitgeverij stapte?
Boström Knausgård «Nee. Over het feit dat hij meteen internationaal werd uitgebracht, heb ik wel nagedacht. Daar kan ik natuurlijk alleen maar zeer blij om zijn, maar over de verdere impact... Nee, daar heb ik niet bij stilgestaan.»
HUMO Is de storm die de publicatie van ‘Mijn strijd’ in uw persoonlijke leven veroorzaakte, ondertussen wat gaan liggen?
Boström Knausgård «Tja, zijn boeken worden nog voortdurend vertaald, dus dat zal niet meteen overwaaien. In het ene land zitten ze aan nummer twee, in het volgende aan nummer zes... Nu is de reeks bijvoorbeeld net in China gelanceerd. Karl is dus weer veel de baan op. Wat kan ik daar verder nog over zeggen? Dat hele circus is al jaren aan de gang.»
HUMO Went het?
Boström Knausgård «Ja, een beetje toch... Maar eigenlijk moet je dat aan hem vragen.»
HUMO Het heeft toch ook een impact op uw leven?
Boström Knausgård «Ja, vast wel. Maar ik probeer... (Zwijgt even) Momenteel schrijf ik niet zoveel, omdat ik met een pasgeboren baby zit (de schrijfster beviel begin dit jaar van haar vierde kind met Knausgård, red.). Maar anders probeer ik me zo veel mogelijk op het schrijven te focussen. Karl is trouwens een heel goede lezer. (Aarzelt) Al praat ik niet zo graag over hem. Het kan interviews zo makkelijk gaan beheersen, begrijp je?»
HUMO Is dat iets waar u bang voor bent, dat mensen u altijd als ‘de vrouw van’ zullen zien?
Boström Knausgård «Ja. Daar betrap ik mezelf voortdurend op. Het ís ook vreemd dat Karls lezers nu zoveel over mij weten. Dat moet helemaal anders aanvoelen als je zo intiem over jezelf schrijft, want dan is het tenminste nog je eigen keuze. Ik denk ook weinig na over hoe de rest van de wereld naar mijn man kijkt. Misschien omdat ik het zelf nog niet met mijn eigen ogen heb gezien. Onlangs in New York moet het er echt hysterisch aan toe zijn gegaan. Hij werd daar geïnterviewd door Zadie Smith (de Britse schrijfster, red.) en de zaal zat afgeladen vol. Compleet over the top, als ik Karl mag geloven.
»Zulke gebeurtenissen hebben geen directe invloed op mijn leven in Zweden. (Twijfelt) Al zal het vast wel op de één of andere manier zijn weerslag hebben. Maar ons huis ligt erg afgelegen, in een dorpje waar bijna niemand komt. Bij ons thuis gaat alles er heel gewoontjes aan toe – het is wel druk met vier kinderen. Daar is Karl voor mij gewoon mijn allertrouwste lezer. En ik de zijne, denk ik.»
HUMO Hebt u ‘De val van de Helios’ ook eerst door hem laten lezen?
Boström Knausgård «Natuurlijk! En voor je het vraagt: hij vond het erg goed.»