kijktip'Meneer Vanneste'
Lisse, de vrouw van Tijs Vanneste: ‘ Als hij op Graspop aan de toog staat, zegt hij soms tegen mensen: ‘Ge moogt naast me komen staan als ge uw bakkes houdt’’
Nog één keer staat Tijs Vanneste vanavond op Eén voor de klas in ‘Meneer Vanneste’. Naast leraar ad interim was/is hij ook al tattoo-artiest, muzikant en Kemping-baas. Het contrast met zijn vrouw is groot. Lisse blijft waar ze het liefst is: thuis, tussen haar spuitbussen en schilderdoeken, met Cis en Cas. Herlees hieronder ons interview van mei 2020. ‘We hebben keihard moeten vechten om kinderen te krijgen.’
(Verschenen in mei 2020 in Humo)
Terwijl haar man de twee bengels mee naar buiten neemt ‘veur een plezant parcourske’, in de hoop dat ze nadien moe genoeg zijn voor een collectieve siësta, nestelt Lisse zich met een bang hartje op een schilderkruk in de veranda. Ze staat erop dat Humo in de comfortabele zetel met hoge armleuningen plaatsneemt. Als houvast verkiest zij een kunstig uitgeschonken Maredsous Tripel. Dat praat makkelijker. Ze heeft de voorbije dagen meermaals op het punt gestaan om dit interview af te blazen.
LISSE HABRAKEN «Ik praat niet zo graag over mezelf. Niet dat ik een verlegen dezeke ben - eerder een flapuit - maar ik kan me niet voorstellen dat mensen geïnteresseerd zijn in mijn verhaal, en ik wil mezelf beschermen tegen oordelen van anderen. Tijs is daar totaal anders in. Elke avond sprak hij me moed in. ‘Allez, durf nu toch eens te springen, misschien putten anderen moed uit wat je hebt meegemaakt.’ Vooruit dan maar, zeker? (lacht)»
HUMO Heb je met je vriendinnen het varken uitgehangen, toen Tijs zich door Wim Lybaert liet soigneren in 'De Columbus'?
HABRAKEN «Ik heb een feestje op mezelf gehouden. Ik zit graag thuis, in mijn cocon. Als ik een schilderij heb gemaakt voel ik me nuttiger dan na een avond op café. Daarom vind ik de lockdownperiode ook zalig. Je kunt wekenlang in je kot blijven zonder je daarvoor te moeten verantwoorden.
»Ik zie mijn vriendinnen graag, maar sociale verplichtingen ervaar ik soms als vermoeiend en stresserend. Na een avond op café verstuur ik garanti vijf, zes berichtjes om mijn excuses aan te bieden. Meestal snappen de anderen totaal niet waarom, maar in mijn hoofd heb ik dan allerlei ongepaste dingen gezegd. Ik ben een heel strenge arbiter voor mezelf. In een groep vrouwen voel ik me onwennig door het vele geroddel. Je weet: als ik mijn rug draai, gaat het over mij. Ik vond het nooit makkelijk om goede vriendinnen te vinden. Degene die ik nu heb, zijn wat bruter. Geen meisje-meisjes. Bij hen voel ik me veilig.
»Had ik kunnen kiezen, dan was ik liever een man geweest. Mannen zijn directer en hebben geen hormonaal systeem dat hen constant heen en weer slingert. Ik leef op emoties, en dat is niet altijd gezond. Als ik in een negatieve spiraal zit, heb ik de nuchterheid van een man nodig om me daar uit te halen. Dan zet Tijs de zaken even rustig op een rijtje.»
HUMO Hoe was je als kind?
HABRAKEN «Jongensachtig. Ik ben opgegroeid in Balen, in een gelukkig gezin met twee broers met wie ik kampen bouwde. Ik was een energiek en onbezorgd kind. Maar op mijn 15de veranderde alles, door een relatie met een foute man. Die heeft me zo beschadigd dat ik daar een half leven later nog altijd mee worstel. Hij had een heftige jeugd gehad en was een paar keer opgenomen in de psychiatrie. Ik wou hem uit de put helpen, maar hij reageerde alles op mij af: liegen, bedriegen, fysiek geweld, seksueel geweld... Ik pikte dat, omdat hij zoveel had meegemaakt en het achteraf ook altijd goedmaakte. Toen ik inzag dat ik er zelf onderdoor zou gaan, chanteerde hij me: 'Als je me in de steek laat, pleeg ik zelfmoord.' Het kostte me jaren om uit zijn greep te geraken. Hij stalkte me en de politie deed niets. Pas sinds ik met Tijs ben, ben ik echt van hem verlost.»
HUMO Hoe gingen je ouders om met die ongezonde relatie?
HABRAKEN «Ze zagen er keihard van af. Ook mijn vrienden zeiden ontelbare keren dat ik bij die kerel moest weggaan. Maar ik móést en zou hem gelukkig maken. Iedereen keek machteloos toe hoe ik in mijn ongeluk liep. Als tiener had ik altijd fanatiek gesport, maar plots stopte ik met tennissen en begon ik te roken, te drinken en gewicht te verliezen. Ik at niet meer. Dat was een manier om de emotionele pijn weg te nemen. Als je lang niks eet, beland je in een waas, zoals wanneer je dronken bent.
»Op een dag - ik was 18 - keek ik in de spiegel en schrok ik van mezelf. Er bleef bijna niks over! Ook mijn ouders vreesden stilaan voor mijn leven. Op hun vraag liet ik me opnemen in Tienen, in een leefgroep van jonge meisjes met eetproblemen. Allemaal vel over been. Sommigen mochten zich enkel verplaatsen in een rolstoel, omdat ze anders te veel calorieën verbruikten. Die meisjes leerden me allerlei trucs om niet aan te komen, maar bij mij ging het helemaal niet om de kilo's. Ik had andere problemen. Toen mijn moeder op bezoek kwam, stortte ik in: ‘Mama, dit is veel te eng, haal me hier weg.’ Ze nam me onmiddellijk mee.»
HUMO Heb je andere hulp gezocht?
HABRAKEN «Niet meteen. Ik wou de draad weer opnemen en ging orthopedagogie studeren in Antwerpen, maar het ging snel weer bergaf. In de zomer vluchtte ik naar Turkije, waar ik als animatrice aan de slag kon in een hotel in Belek. Een slimme manier om aan mijn vriend te ontsnappen, dacht ik, maar het was een barslecht idee. Ik moest de vakantiegangers entertainen, terwijl ik compleet in de put zat. Na twee maanden smeekte ik om terug naar huis te mogen en liet ik me een jaar opnemen in een instelling in Mortsel. Daar vond ik eindelijk wat rust. Binnen die muren was ik veilig. Maar de therapie werkte niet. De begeleiders wisten dat ik een heel meegaand type was en wilden me uit mijn kot lokken, zodat ik eens goed zou ontploffen en het uitschreeuwen. Maar ik bleef kalm en aanvaardde alle regels. Na een jaar waarin ik vooral veel had geschilderd en gepraat met psychologen, was ik uitgebabbeld.
»Ik weet dat de psychiatrie voor veel mensen een redding betekent, maar voor mij waren die opnames onnodig geweest als ik sneller de juiste man was tegengekomen: iemand die ik kon vertrouwen en die me weer deed geloven in de mensheid.»
HUMO Na dat jaar in Antwerpen ging je schilderkunst studeren.
HABRAKEN «Ja, maar ook die studie maakte ik niet af. Daar schaam ik me voor. Mijn ouders gaven me zoveel kansen, maar ik stelde hen telkens teleur.»
HUMO Wat liep er dan mis?
HABRAKEN «Ik leerde mijn tweede vriend kennen: weer een manipulatieve narcist. Aan hem heb ik nóg eens twee jaar van mijn leven vergooid. Zonder mijn eerste vriend was ik nooit voor hem gevallen, maar ik was zo zwak en breekbaar dat het toch gebeurde. Die foute keuzes verwijt ik mezelf nog altijd. Die mannen hadden het nodig om iemand anders klein te krijgen, maar ik ben mijn eigen ergste vijand. Toch gaat het al tien jaar heel goed met mij. Ik ben gelukkig, omdat alles rondom mij perfect is. Dat ik uit een warm gezin kom dat me nooit heeft laten vallen, heeft zeker geholpen.»
AGRESSIE EN WANHOOP
HUMO Hoe heb je Tijs leren kennen?
HABRAKEN «In 't kort: Tijs kocht een schilderij van me, ik bracht dat naar hem en ben nooit meer weggegaan (lacht).»
HUMO Vertel het toch maar in 't lang.
HABRAKEN «Na mijn derde opname nam een bevriende kunstenaar me onder zijn vleugels: Joris Taeymans. Hij is vorig jaar overleden aan kanker. Ik mis hem enorm, want hij gaf me het zelfvertrouwen om met mijn schilderijen naar buiten te komen. Van alle therapie die ik ooit heb gekregen, was dat de allerbeste. Hij zeurde me de oren van het hoofd om samen een tentoonstelling te houden. Voor mij was dat een enorme stap: ik kon niet geloven dat iemand daarin geïnteresseerd zou zijn. Mijn schilderijen waren toen nog heel donker, met veel pijn, wanhoop en huilende vrouwen.
»Op de Facebookpagina van Joris las Tijs over die tentoonstelling. Hij was geïnteresseerd in een schilderij dat ik had gemaakt met dikke lakverf, een techniek die ik gebruikte om mijn woede kwijt te raken. Dat werk verbeeldt twee lichamen die verdwaald zijn en rondzwemmen in het niets: pure agressie en wanhoop. Waarschijnlijk sprak dat hem zo aan omdat hij zelf in een kutperiode zat, na de scheiding van zijn eerste vrouw. Het is verre van mijn beste werk, maar het heeft ons samengebracht. Daarom hangt het in onze inkomhal.»
HUMO De tristesse heeft jullie samengebracht?
HABRAKEN «Eigenlijk wel. Tijs durfde niet naar de opening van mijn tentoonstelling te komen, tussen al dat volk. Hij vroeg me per mail of hij op een ander moment mocht komen kijken. Het was de eerste en laatste keer dat ik hem zenuwachtig heb gezien. En ik praatte honderduit: óók niet normaal (lacht). Achteraf zei hij tegen zijn vrienden dat hij ‘iets raars’ had meegemaakt. En ik zei exact hetzelfde tegen ons mama (lacht).
»Een week later bracht ik hem dat schilderij. We gingen samen op café, en na een tijd vroeg hij of hij me mocht kussen. Schoon, hè? Wie vraagt dat in deze tijd nog? Zo beleefd, dat had ik nog nooit meegemaakt.»
HUMO Zeker in de Kempen was hij toen al vijftien jaar wereldberoemd als zanger van Oceans of Sadness. Wist jij wie hij was?
HABRAKEN «Nee, want die groep was al gestopt. Tijs zat in een tussenperiode: hij was gescheiden, gaf nog tekenles in het buitengewoon onderwijs en tatoeëerde halftijds bij hem thuis. Nadien is hij definitief voor zijn droom gegaan: een eigen tattooshop. Dat werd hem altijd afgeraden: ‘Wie geeft er nu een vaste benoeming in het onderwijs op?’ Een paar jaar later was zijn shop zo'n succes dat hij een wachtlijst van drie jaar moest aanleggen.»
HUMO Waren jullie meteen a match made in heaven?
HABRAKEN «Neenee, we hadden allebei nog te veel te verwerken. Ik was mijn geloof in de liefde nooit kwijtgeraakt, maar Tijs had er zijn buik van vol. Hij zwoer dat hij nooit van z'n leven nog zou trouwen. (Glimlacht) We zijn drie jaar geleden getrouwd.
»Op communicatief vlak hebben we een rotsig parcours afgelegd. We zagen elkaar graag vanaf de eerste seconde, maar het was zoeken naar een gedeelde radiofrequentie. Tijs is een pittig karakter en schoot soms ferm uit zijn krammen als we ruzie hadden. Voor hem was dat doodnormaal, maar ik klapte daarvan dicht. ‘Praat nu eens rustig’, zei ik dan. ‘Maar ik bén toch rustig?!’ Nu doet hij dat allang niet meer, hij weet dat het onnodig is. En ik was er wellicht extreem gevoelig voor, omdat ik niet opnieuw in een relatie wou belanden waarin ik me klein voelde.»
HUMO Zeg je het hem als je een dipje hebt?
HABRAKEN «Ik ben een binnenvetter. Als ik gekwetst ben, komt er niet veel uit, behalve: ‘Laat me duun, jom.’ Meestal zeg ik pas na drie dagen wat er op mijn lever ligt. Die tijd heb ik nodig om af te koelen en de juiste woorden te zoeken. Dat vind ik beter dan het er als een vulkaan uit te spuwen. Ik haat conflicten. Vroeger probeerde Tijs het eruit te sleuren, maar hij heeft geleerd om geduld te hebben. Je moet elkaars tempo respecteren, vind ik.»
HUMO Is hij een romanticus?
HABRAKEN (verslikt zich) «Nee! Maar wel heel respectvol. Mensen zijn soms geïntimideerd door hem, omdat hij er nogal ruig uitziet. Ik hoor soms dat hij als jonge gast iets te veel branie had. Maar de Tijs die ik heb leren kennen, is een lieve jongen met een klein hartje. Hij vindt het heel belangrijk om goed te doen en zal nooit iemand opzettelijk kwetsen. Zeker mij niet.»
HUMO ‘Lisse wordt soms zot van mijn positivisme,’ zei hij ooit in een interview.
HABRAKEN «Jááá! Soms zegt hij drie keer per dag: ‘Goh, wij hebben het toch goed, hè?’ Of: ‘Wij wonen toch schoon, hè?’ Ook nu hij door de coronacrisis een pak geld verliest, blijft hij positief. Zijn shop was twee maanden dicht en de cultuursector zit op zijn gat, maar hij klaagt niet. ‘Zo'n pauze doet eens deugd, nu heb ik meer tijd voor jullie,’ zegt hij dan. Het gezaag van de mensen ergert hem soms. ‘Natuurlijk is het niet leuk dat je een paar maanden bijna niks verdient, maar de overheid zorgt toch goed voor ons?’»
HUMO Op zijn borstkas staat een hart met het woord 'content' erin. In Vlaanderen is dat bijna een statement.
HABRAKEN «Die tattoo liet hij zetten na de geboortes van Cis en Cas. Wij hebben keihard moeten vechten om kinderen te krijgen. De gynaecoloog zei het zo: ‘Tijs, uw visjes zijn met te weinig, zwemmen in de verkeerde richting en bijten nog in hun eigen staart ook. Geen enkel zal er geraken.’ Dat was een mokerslag. Kinderen krijgen was het enige doel in mijn leven, en ook Tijs wilde dat dolgraag. We kozen onmiddellijk voor een zware ICSI-behandeling, waarbij een zaadcel met een fijne naald in een eicel wordt gebracht. Als vrouw moet je daarbij veel shit ondergaan: operaties, hormonenkuren, elke dag spuiten in je buik... Maar ik had het er voor over. Ik was nog maar 23, we hadden een goede kans op slagen. Spijtig genoeg liep er in het eerste ziekenhuis van alles mis: na twee jaar stonden we nog nergens.
»In die periode hebben we even op breken gestaan. Wij gaan nooit op vakantie in het buitenland, maar toen zijn we een weekje naar Spanje gevlucht. We voelden ons allebei rot. Tijs had last van schuldgevoelens, omdat ik al die behandelingen had moeten ondergaan. ‘Zoek toch een vruchtbare vent,’ zei hij. Daar werd ik kwaad van, want ik verweet hem helemaal niets. ‘Ik wil met jóú kinderen, niet met Jan en alleman.’ We waren er samen aan begonnen en het enige wat ik wou, was dat hij me steunde. Aan zelfmedelijden had ik niks. Dat waren heftige gesprekken, maar daarna lukte het ons om er beter mee om te gaan. We begonnen opnieuw, in een ander ziekenhuis. Een jaar later was Cis er.»
HUMO De gelukkigste dag van jullie leven?
HABRAKEN «Hoho! Er is niets dat in de búúrt komt, behalve de geboorte van Cas, twee jaar later. Veel mensen beschouwen kinderen als een evidentie, maar voor ons zijn ze echt een magisch cadeau. Voor Tijs was de puzzel af met twee zonen, maar ik droomde van een derde kind. Er zaten nog vier embryo's in de diepvries en ik kon het niet over mijn hart krijgen om die daar te laten zitten. Tijs was het beu, maar ik wilde me niet gewonnen geven. Omdat we geen voorbehoedsmiddelen gebruiken, bleef ik hopen op een biologisch mirakel. Elke keer ik mijn maandstonden kreeg, begon ik te huilen: wéér niks. Na een tijd schreef ik hem een brief waarin ik alle redenen opsomde waarom we voor een derde kind moesten gaan. Als hij dat écht niet wilde, stelde ik voor dat hij zich zou laten steriliseren. Dan zou ik dat hoofdstuk tenminste kunnen afsluiten.»
HUMO Hoe reageerde hij?
HABRAKEN «Ik had schrik dat hij boos zou worden. Hij had al vaak gezegd dat ik het moest loslaten, dat we onze pollekes mochten kussen dat we twee gezonde kinderen hadden. Maar na die brief zei hij: ‘Als het zo zit, gaan we voor een derde.’ Keilief! Dat was vorige zomer. Kort nadat we die behandeling in gang hadden gezet, vertrok hij voor ‘De Columbus’. Helaas haalden die vier embryo's het niet. In totaal heb ik negen miskramen gehad. De dokters noemen het geen miskramen - na drie weken is het al voorbij - maar emotioneel voelde het wel zo aan. Daarom heb ik in februari negen vogeltjes rond mijn pols laten tatoeëren. Ik dacht: als ik die vereeuwig op mijn lijf kan ik er vrede mee nemen. Toch heb ik het er soms nog moeilijk mee. Als het aan mij lag, startte ik een nieuwe behandeling op. Maar Tijs is helemaal uitgevochten.»
HUMO Wat als het jullie niet was gelukt om kinderen te krijgen?
HABRAKEN «Ik zou Tijs nooit verlaten hebben. Dan hadden we wel een andere oplossing gevonden. We bekijken nu ook of we ooit misschien pleegkindjes kunnen opvangen. Mijn instinct zegt dat ik wil zorgen voor anderen. Daarom wou ik mijn kinderen zelf opvoeden in plaats van hen naar de crèche te sturen. Ik besef dat wij het geluk hebben dat ik niet hoef te werken: Tijs verdient genoeg geld. Veel gezinnen móéten met twee gaan werken om rond te komen. Al doen sommigen het zichzelf ook wel een beetje aan door een zware hypotheek af te sluiten, omdat ze een groot huis willen, en twee auto's, en drie vakanties per jaar. Ik wil ook een nieuwe keuken, hoor, maar ik word gelukkiger van mijn kinderen elke dag te kunnen zien.»
HUMO Heb je nooit de ambitie gehad om van je kunst te leven?
HABRAKEN «Ik ben geen vrouw van ambities. Alles wat stress met zich meebrengt, houd ik af. Ik heb het geprobeerd, buitenshuis werken, maar het is niks voor mij. Niets geeft me meer voldoening dan te zorgen voor mijn geliefden.»
HUMO ‘Ontmoet hier de wereld van Savoir Vivre. Een aanraking met de kleurrijke imperfectie,’ staat er op je website. Heb je de kunst van het leven onder de knie gekregen?
HABRAKEN «Je kunt mijn schilderijen interpreteren als een tocht daarheen. Als je ze allemaal naast elkaar zet, zie je een enorme evolutie: een levensloop van duisternis naar kleuren en vrolijkheid.
»Sinds mijn leven in de juiste plooi ligt, werk ik vooral in opdracht. Mensen vertellen me hun verhaal en ik verwerk dat in een mooi schilderij. Tijs doet exact hetzelfde met zijn tattoos, alleen verdient hij er wél echt geld mee (lacht). Ik moet op een kalme, ongedwongen manier kunnen werken. Als je mij verplicht om over enkele maanden een tentoonstelling te organiseren, blokkeer ik. Dan valt al het mooie van het schilderen weg. Ik wil me geen productiemachine voelen.»
HUMO Wat is dat, het mooie van het schilderen?
HABRAKEN «De rust. Enkele uren zorgeloos in je eigen wereld kunnen wegzinken. Met de kinderen is dat moeilijker geworden. Vroeger waren we constant bezig met kunst: Tijs maakte muziek tot een kot in de nacht, ik zat in mijn kamer te schilderen. Nu kan ik alleen werken als de jongens een dutje doen, maar onze jongste heeft daar meestal geen zin in.»
VOL ZELFVERTROUWEN
HUMO Heeft Tijs nooit stress als hij een plaat moet maken of een tattoo moet ontwerpen?
HABRAKEN «Nooit. Hij ontwerpt zijn tekening voor de volgende klant vaak de avond voordien. Ik zou daar gek van worden, maar hij heeft heel veel zelfvertrouwen en deinst voor niets terug. Sinds kort is hij een tv-programma aan het maken met De chinezen. Hij duikt daar gewoon in, zonder zich af te vragen of hij dat wel kan. Kei-eng. ‘Het leven is één grote speeltuin en ik wil op alle schommels zitten,’ zegt hij soms.»
HUMO Zolang die schommels geen vrouwen zijn...
HABRAKEN «Hij moest eens durven!»
HUMO Ben je een jaloers type?
HABRAKEN «Gezond jaloers. Tijs heeft dat totaal niet. Als hij een knappe madam op straat ziet, zégt hij dat. Ik vertrouw hem volledig, maar toch vind ik dat vervelend. Soms pak ik hem terug door te zeggen dat ik een geweldig schone vent heb gezien, maar dat maakt dus totaal geen indruk op hem. Hij ziet het meteen als ik aan het zwanzen ben.»
HUMO Hoeveel Jef Van Echelpoel zit er in hem? ‘De koning van de nacht’, ‘de gladden aap mee zenne geilen blik’...
HABRAKEN «Weinig. Hij is geen ladykiller. Daarvoor heeft hij te veel schrik van vrouwen. Zijn vrijgezellenperiode vond hij een hel. Te veel gedoe. Hij is blij dat hij gesetteld is.»
HUMO En als hij te veel gedronken heeft?
HABRAKEN «Dan wordt hij stil en moet je hem gerust laten. Als hij op Graspop aan de toog staat, zegt hij soms tegen mensen: ‘Ge moogt naast me komen staan als ge uw bakkes houdt‘ (lacht). Hij wordt niet graag herkend, selfies vindt hij onnozel. Ik maak graag deel uit van zijn leven, maar zou nooit met hem willen ruilen.»
HUMO Bewonder je hem?
HABRAKEN (giechelt) «Ik kan dingen mooi vinden, maar ben niet snel onder de indruk. Dat vind ik een storend kantje van mezelf. Gelukkig kan Tijs daar mee om. Onlangs had hij een vergadering met Michel Vanhove van De chinezen, en die vroeg wat ík eigenlijk vond van zijn werk. ‘Lisse vindt alles wat ik doe oké, maar ze is nooit enthousiast,’ zei Tijs. ‘Dát moet je hebben,' zei Michel. ‘Daarmee staat zij voor minstens 50 procent van de bevolking.’»
HUMO Bewondert hij jou?
HABRAKEN «Hij is heel gul met complimenten, tegenover iedereen. Als ik een schilderij heb afgewerkt, kan hij soms zo trots zijn dat hij reclame begint te maken op de sociale media: ‘Kijk eens wat een prachtig werk mijn lieve vrouw heeft gemaakt...’ Ik voel me daar altijd wat ongemakkelijk bij.»
HUMO Volgens Rika Ponnet is elke relatie een machtsstrijd. Hoe zit dat bij jullie?
HABRAKEN «Leven en laten leven. Ik heb niet graag dat iemand mij commandeert. Als Tijs ‘s morgens zou zeggen dat ik het gras moet afrijden, doe ik dat zeker níét. Ik doe zulke dingen wel spontaan. Toen ik hier een week woonde, was ik al onkruid aan het uittrekken. Bij tweeverdieners zorgt die taakverdeling soms voor conflicten, maar bij ons is het duidelijk: het huishouden is vooral mijn terrein.
»Ik denk dat het nefast is om te proberen mekaar te veranderen. Als ik het moeilijk heb met een karaktertrek van hem, is dat míjn probleem. Hij mag daar rekening mee houden, maar het is vooral aan mij om daarmee te leren leven. Als je elkaar probeert bij te vijzen, ben je gedoemd om uiteen te gaan.»
HUMO Mag je iets zeggen over het programma dat hij aan het maken is met De chinezen?
HABRAKEN «Alleen dat het iets is met mensen die een maatschappelijke stempel hebben gekregen. Daar heeft Tijs het voor, mensen met een hoek af. Hij beseft dat geluk aan een zijden draadje hangt. De maatschappij is vaak heel hard voor mensen die pech hebben: ‘Al die alcoholiekers en profiteurs moeten maar eens gaan werken.’ Ze beseffen niet dat ze overmorgen, na één tegenslag, zelf alcoholieker of OCMW-klant kunnen zijn. Daar vestigt Tijs graag de aandacht op. Hij kan niet tegen onrecht.»
HUMO In zijn jeugd kreeg hij ook vaak te horen dat hij ‘een speciale’ was. Eén leraar voorspelde zelfs dat hij in de gevangenis zou eindigen.
HABRAKEN «Dat heeft hem gestimuleerd om zijn eigen weg te kiezen: muziek maken, tatoeëren, tekenles geven in de gevangenis en het buitengewoon onderwijs... Hij is niet de mens om elke dag een hemdje aan te doen en naar kantoor te rijden. Wij respecteren de mensen die dat kunnen, maar ik hoop dat ze óns dan ook niet veroordelen. Ik trek geen uitkering en profiteer van niemand. Ik zorg voor een warm nest, zodat Tijs zich kan toeleggen op zijn werk. Daar bedankt hij me regelmatig voor. Ik ben thuis het gelukkigst, terwijl hij graag achter alle wilde ideeën aan fladdert die in zijn kop opduiken. Ik weet dat hem dat gelukkig maakt. Elkaar beperken is niks voor ons.»
HUMO Is hij als vader ook tolerant voor eigenzinnig gedrag?
HABRAKEN «O ja! Als de jongens iets onnozels doen, vindt hij dat geweldig. Hij daagt hen zelfs uit om streken uit te halen.»
PIJNLIJKE GRAP
HUMO Eind vorig jaar haalde VTM een pijnlijke grap met hem uit in het verborgen-cameraprogramma ‘Hoe zal ik het zeggen?’ Omdat hij ‘eet zoals een kind’ lokte Jens Dendoncker hem naar een restaurant, voor een afspraak met Davy Parmentier, de programmadirecteur van VTM. Daar kreeg hij het kindermenu, waarna hij als een kleuter werd behandeld, inclusief kindertekeningen, plastic bestek en een cadeautje van Pipo de clown. Jij zat mee in het complot: heb je achteraf billenkoek gekregen?
HABRAKEN (slaat de handen voor het gezicht) «Ik heb me daar achteraf zó slecht over gevoeld! Hij had me meermaals gewaarschuwd: ‘Als ze voor zoiets bellen, doe het dan níét, want ik haat dat!’ De enige reden waarom ik toch ja zei, was omdat we Tim Van Aelst (de bedenker van het programma, red.) een beetje kennen.
»Op een dag werd Tijs gebeld door VTM om die afspraak vast te leggen. Hij kreeg wel vaker tv-voorstellen, maar vond het toch raar. ‘Ach schat, ga eens luisteren, maar verwacht er niet te veel van,’ zei ik. Vréselijk, dat ik zo moest liegen tegen hem! Ik wou dat hele spel afblazen, maar durfde niet meer omdat het scenario al op punt stond. Op de dag van de opnames was ik zo ongemakkelijk dat ik ‘s morgens al naar Antwerpen vertrok om mezelf ‘moed in te drinken’ (lacht). Gelukkig reageerde Tijs in beeld nog goed, maar inwendig zat hij te sterven. Zoiets doe ik hem nooit meer aan.»
HUMO Heeft die grap hem aangezet om zijn eetgewoonten te veranderen?
HABRAKEN «Niejet! Als ik wil dat hij groenten of spaghettisaus eet, moet ik ze mixen. Ik heb hem wel geleerd om de dag te beginnen met een shake, anders eet hij ook geen fruit.»
TIJS VANNESTE (na een vruchtbare siësta) «Och, een stuk appel eet ik ook met plezier. Maar ik ben altijd een slechte eter geweest. Ik wil weten wat ik in mijn mond steek. Wok- en ratatouilletoestanden, waarbij je een hoop brokjes door elkaar ziet liggen zonder te weten wat er allemaal in zit, dat gaat niet. Geef mij maar gamba's met citroen. Dat is tenminste duidelijk.»
HUMO Ik geloof dat ik het snap.
HABRAKEN «Vergeet het! Er komen altijd nieuwe regels bij. Gelukkig is zijn eetgedrag mijn enige ergernis. Dus dan valt het wel mee, zeker?»
VANNESTE «Astemblift!»