'Little Girl blue': documentaire over Janis Joplin
Janis Joplin – zij van die Mercedes-Benz – was het soort artiest dat volledig samenviel met haar professie: buiten de muziek wás er simpelweg geen echte Janis. Zoveel blijkt uit de documentaire ‘Little Girl Blue’, waarin regisseuse Amy Berg (‘Deliver Us from Evil’) het leven van de iconische zangeres tot in het kleinste hoekje verkent.
'Janis Joplin: naast het podium een klein meisje dat niet erg opgewassen was tegen het bestaan.'
Janis was een zangeres die leefde voor het podium, daarnaast was ze een frêle figuur, een klein meisje dat niet erg opgewassen was tegen het bestaan. Dat ze op 27-jarige leeftijd stierf aan de gevolgen van zeer excessief drank- en drugsgebruik, lijkt voor Berg onvermijdelijk te zijn geweest. Joplin beleefde de muziek zo intens, en vond het ‘zwarte gat’ daarbuiten zo lastig te verwerken, dat ze vroeg of laat wel zou opbranden.
Bekijk de documentaire op canvas.be
Daar is wat van aan. Joplin werd geboren in Texas, temidden van rednecks en devote christenen. Janis groeide op tot een rechttoe rechtaan jongensmeisje dat vreselijk gepest werd door haar klasgenoten, die haar niet in het schoonheidsideaal van de jaren 50 vonden passen. Ook haar liefde voor blueszangeres Bessie Smith kwam haar duur te staan. De jonge Janis werd uitgemaakt voor nigger lover, ze werd bespot en weggehoond.
Dat plantte – je ziet het wel vaker – een zaadje in haar hoofd. Ze wilde, met de muziek als bondgenoot, niets liever dan uitbreken. Haar eerste halte was Austin: ook nu nog altijd de vrijplaats van Texas, een gemoedelijke college town waar niet iedereen een Republikein is. Van Austin belandde Joplin in San Francisco – de meest vrije stad van Amerika. De stad paste haar als een maatpak, zien we in de film van Berg.
Ze sloot zich op 22-jarige leeftijd aan bij Big Brother & The Holding Company, een groep uit dezelfde scene als The Grateful Dead. Daar ontvouwde zich voor het eerst een patroon dat ze tot de dag van haar dood zou hanteren: Janis startte een verhouding met meerdere bandleden, dronk elke dag liters Southern Comfort en was totaal verslingerd aan heroïne. In de film proberen tijdgenoten haar gedrag te verklaren aan de hand van haar grote wens om constant op het podium te staan. Ze zou de verdoving nodig hebben gehad om de periodes te overbruggen dat ze niet kon zingen. Minder toeschietelijk is Pete Townsend, een man die wel wat weet over verslaving. Hij is vrij hard over haar passage op Woodstock: ‘Janis had tijdens het wachten louter gezopen en gespoten. Haar optreden was niet best. Maar, en dat tekent haar talent: zelfs een slechte Janis was nog steeds something.’
‘Little Girl Blue’ (u moet Janis beslist eens de gelijknamige song horen zingen) is een film die vooral de mens achter de muzikant wil laten zien. Dat is best verhelderend, al is het ook wel jammer dat de muziek er wat bekaaid afkomt. Wie Janis in de film haar tophit ‘Me and Bobby McGee’ ziet zingen, die weet eigenlijk wel genoeg. ‘Freedom is just another word for nothing left to lose’, zo gaat de tekst van Kris Kristofferson, en dat is het verhaal van Janis Joplin in een notendop.
Iemand voor wie het leven nooit hevig genoeg was, altijd op zoek naar een nieuw exces. In die zin laat Joplin zich wel wat vergelijken met Amy Winehouse. Ook van haar werd gezegd dat haar excessen vooral dienden om hartzeer en algehele vervreemding van de rest van de wereld te bezweren. Hoe het ook zij: in beide gevallen verloor de wereld veel te vroeg een topzangeres.