null Beeld

Losers & Lovers: met Intergalactic Lovers en The Sore Losers naar Amsterdam

Onze Man volgde Intergalactic Lovers en The Sore Losers naar Amsterdam, en zag hoe Minnaars en Verliezers samen op het podium stonden.

Jeroen Maris

Intergalactic Lovers (Lara Chedraoui, Maarten Huygens, Raf De Mey, Brendan Corbey) touren al bijna een jaar met ‘Little Heavy Burdens’, hun dot van een tweede plaat. Ook The Sore Losers (Jan Straetemans, Cedric Maes, Kevin Maenen, Alessio Di Turi) zitten aan nummer twee: ‘Roslyn’ heet hun tijger. Ze ontmoeten elkaar straks weer op de MIA’s, trouwens: The Sore Losers hebben twee nominaties beet, Intergalactic Lovers drie.


Witte heroïne

Het is twaalf uur ’s middags, en ergens tussen Aalst en Amsterdam krijgt Lara Chedraoui de slappe lach. De schuldige heet Donald Tusk, de man over wie het radionieuws meldt dat hij net Herman Van Rompuy heeft afgelost als hoofdkaas van Europa.

Lara Chedraoui «Ik had – echt waar – Donald Duck verstaan. En toen moest ik denken aan hoe die nooit een broek draagt, en zag ik vervolgens de nieuwe president eurocrisissen oplossen in z’n slip. Sorry, meneer Tusk, maar ik zal je nooit meer serieus kunnen nemen.»

Een halfuur zal ze blijven nahikken, en meteen is al één beeld bijgesteld: dat van Lara als het eeuwig gekwelde, met melancholie vechtende donderhart.

Onze bestemming is de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord, het aardige broertje van Paradiso. Na aankomst regeert de aseksuele routine die voorafgaat aan een concert. Uitladen, wachten, Heineken drinken. Opstellen, wachten, Heineken drinken. Soundchecken, wachten, Heineken drinken. ‘Het hoort erbij,’ zegt Lara. ‘The long waiting game is voor mij gewoon een deel van het optreden.’

In de kleedkamer van de Lovers gaat het over het tragische verhaal dat Amsterdam al enkele weken beheerst: drie Britse toeristen stierven nadat ze witte heroïne als coke verkocht hadden gekregen, en vervolgens een overdosis hadden genomen. ‘Amsterdam heeft een traditie wat dat betreft,’ merkt Philipp Weies op, die de groep live aanvult op gitaar. ‘Heineken wordt hier soms ook als bier verkocht.’

Plots broeit er blije opwinding, is een zin het afmaken niet waard en lopen groep en crew de kleedkamer uit: The Sore Losers zijn aangekomen. De begroeting is uitgelaten en chaotisch.

Chedraoui «We zijn in dezelfde periode de muziekwereld ingeploft. En van bij het begin was duidelijk dat we ’t heel goed met elkaar kunnen vinden. Vrienden, ja.»

Cedric Maes «We zoeken elkaar ook op buiten de optredens. Het klikt gewoon heel goed: we hebben dezelfde humor, en misschien nog belangrijker: we delen dezelfde ergernissen.»

En dus wordt er geschoven met de letters op de bordjes die aangeven van wie welke kleedkamer is – vanavond spelen hier Intergalactic Losers en The Sore Lovers.

In de kleedkamer van de Lovers speelt zich vervolgens een merkwaardig tafereel af. Iedereen zit gebiologeerd te kijken naar een YouTubedocumentaire die een indrukwekkende inkijk in de condition humaine verleent: mannen laten zich genoeglijk sm’end vernederen door hun via bodybuilding tot gigantische monsters opgepompte vrouwen. Ergens in mijn maag begint de muffin van daarstraks aan een verdomd opwaartse beweging.

Chedraoui «Dennis (Van Poucke, manager van de Lovers, red.) en ik hebben een master in YouTube behaald. Absurde filmpjes en documentaires vinden en die dan in de kleedkamer delen op het moment dat iedereen z’n boeken beu is: daar zijn wij kampioenen in. Het is een nuttig gevolg van slapeloze nachten. Dan begin ik wat op YouTube rond te snuffelen, klik ik at random door, en kom ik bij de meest weirde dingen terecht.»

Fotograaf Anton Coene, een gerenommeerd vrouwenkenner, had me al verteld dat Lara één van de meest komische mensen is die hij kent. Dat zie ik bevestigd: het is Lara die dealt in luchtige grappen en relativerend leuks.

Chedraoui «Van mijn vrienden hoor ik weleens dat het niveau van mijn humor eerder bedenkelijk is. Gelukkig delen de gasten in de band mijn hang naar platvloersheid. En het zal misschien supermelig klinken, maar ik word altijd zo vrólijk als ik ze zie lachen. Ze hebben ook allemaal zo’n aanstekelijke lach. Als die luid door de kleedkamer schalt, dan denk ik: ‘Ja, het zit goed.’ Er is al genoeg sérieux.»

Geen academische filmpjes in de kleedkamer van de Losers, wel muziek: een iPhone – want de batterij van de box die ze altijd mee hebben is leeg – spuwt smerige rock-’n-roll. De gesprekken zijn jongensgesprekken.

Maes «Zet eender waar ter wereld vier venten bij elkaar, en ze zullen hetzelfde vertellen. Het maakt niet uit of ze samen gaan vissen dan wel in een bandje spelen.

»Ik vind het allemaal niet zo erg, dat wachten. Toch niet als ik binnen mag roken (lacht). We gebruiken die tijd ook nuttig: dingen afspreken, shit regelen, een setlist opstellen – vergaderen, eigenlijk. Of heel geeky al ons materiaal nakijken. We hebben het weleens geprobeerd, hoor, ’s middags al beginnen te zuipen, en eerlijk: dat leidde nergens toe. Maar saai zal het bij ons nooit worden. Ik heb alleszins nog nooit de aandrang gevoeld om Monopoly mee te nemen op tournee.»


Kapsalon Lara

Het avondeten moet nog even wachten, want bij de Lovers dient het haar van Philipp nodig geknipt. En dus ben ik getuige van een teder miniatuurtje: Lara die geconcentreerd en met vaardige hand voor kapster speelt.

Chedraoui «Vijftig jaar feminisme in een knip verknoeid (lacht). Ik ben heel zorgzaam voor de jongetjes. Kapster spelen voor Philipp, kleren klaarleggen voor de rest: ik wil er altijd voor zorgen dat ze gelukkig zijn. En ik weet eigenlijk niet of ik wel zo’n moedertje ben, maar onderweg met de band voel ik erg de aandrang om het iedereen naar de zin te maken. Als zij oké zijn, dan ik ook. Daar gaat mijn street cred (lacht).

»We voelen elkaar ook almaar beter aan. Ik ben het directe type: ‘Wat is er? Wat scheelt er? Kom, vertel het me!’ Ondertussen heb ik geleerd dat mensen die zich niet goed voelen, nog nijdiger worden als je maar blijft vragen wat er aan de hand is. Ik heb de moederkloek in mezelf wat moeten temmen. Maar dat compenseer ik dan weer door in elk tankstation waar we stoppen brol te kopen voor wie even in een dipje zit. Kinder Surprises, speelgoed, strips: alles om de blues te bekampen.

»We staan het elkaar ook toe om vervelend te zijn. Ik heb het zelf heel moeilijk gehad tijdens de tour na onze eerste plaat. Ik sliep nauwelijks en twijfelde aan alles: een makkelijke prooi voor melancholie. De gasten gaven me toen de ruimte die ik nodig had. Ik mócht nukkig in een hoekje zitten. Toen heb ik trouwens geleerd dat het helpt, tellen tot tien voor je vuur begint te spuwen.»

Maes «Bij ons is het vooral simpel: wij lachen ons kapot. Er zit zoveel joie de vivre in The Sore Losers, zoveel goesting om overal de boel in de fik te steken. En als er toch iemand iets tekortkomt, zorgen we wel dat dat meteen weer goed zit.»

Het avondeten, dan toch. Zenuwen duwen de lacherigheid nu omver.

Chedraoui «De twilight zone. Mijn hoofd zegt: ‘Hop, dat podium op.’ En mijn lichaam wil me naar bed sturen. Maar dat zou catastrofaal zijn. Er zijn muzikanten die dat echt heel goed kunnen, dutjes doen, maar bij mij kruipt er dan een loomheid in mijn lichaam die niet meer weg wil.

»Hoe zorgeloos de dag ook verlopen is, ’s avonds zijn de zenuwen daar. Een uur voor het optreden krijg ik de djibiedjibies. Dan wordt mijn lichaam wakker en alert. En begin ik te twijfelen: ‘Heb ik niet te veel gegeten? Had ik niet beter ná de show gegeten?’»

Maes «Die gezonde nervositeit is er bij mij ook nog altijd. Moet ook: ze houdt me scherp.

»Bij ons begint het twintig minuten voor de show. Dan hebben we ons ritueel: omkleden – want we spelen nooit in de kleren die we overdag gedragen hebben – en banaantjes eten. Sugar kick, man!»


Smeerpoetsen met proper hart

Leve de banaantjes: The Sore Losers spelen een opwindende, luide set. Ik sta op één van de balkons in de zaal, naast Lara, en zie hoe ze zich devoot verliest in het concert van de Losers. De wereld vernauwt zich tot vier jongens die de rock-’n-roll een eresaluut brengen, en in haar ogen danst verliefdheid een walsje met euforie. ‘Zo’n concert doet me zin krijgen om zélf te spelen.’

Chedraoui «Ik heb een zwak voor de Losers. Er hangt een heel menselijke sfeer rond die gasten – ’t zijn geen dwingende ego’s. Ik hoop dat wij er op het podium ook een beetje uitzien zoals zij. Dat wij datzelfde enthousiasme uitstralen, bedoel ik, dat het even hard binnenkomt.

»Het ontroert me om mensen op een podium te zien die zich amuseren. Ze nemen me even weg van wat er allemaal in en rond mijn hoofd hangt. Naar optredens kijken is de enige manier om m’n hoofd wérkelijk uitgezet te krijgen. Ik kan dan echt beginnen te wenen, of een lachbui krijgen. Ik beleef dat even intens als de gasten op het podium. En blijkbaar ga ik dan heel verliefd uit m’n ogen kijken (lacht).»

Ondertussen bezwijkt een stukje Nederland voor vier Limburgse smeerpoetsen met een proper hart.

Maes «In het diepst van onze gedachten zijn wij MC5, hè. Gáán, verdomme, knállen! Adrenaline! Wij houden zó veel van samen lawaai maken. Geen zin: dat bestaat bij ons niet.»

Of ze ook echt vrienden zijn?

Maes «Gewórden. We zijn niet, zoals de Lovers, vier vrienden die besloten om samen een groepje te beginnen. We kwamen uit andere bands, waren oorspronkelijk kennissen, geen vrienden-vrienden. En vervolgens begon het te groeien. Door samen te spelen werden we maten, en nu is het zelfs dat niet meer: we zijn een kleine familie geworden.»

De Losers, dat is primaire, eierstokken in de knoop werkende rock-’n-roll. Maar uit het paleolithicum komen ze nu ook weer niet.

Maes «Blij dat je dat opmerkt, want dat misverstand mag inderdaad weleens uit de weg geruimd worden: wij hebben óók boeken gelezen, en wij weten óók iets van kunst. De humor in de kleedkamer mag bruut zijn, we zijn soms een baldadig jongenskliekje, maar we zijn ook meer dan alleen onderbroekenlol. Onze teksten zijn het bewijs: Jan schrijft over verlangen, passie en liefde. We hebben zelfs niet één nummer dat over zuipen en feesten gaat.»

Sinds ‘Roslyn’, hun tweede dus, is het leven vurrukkulluk voor de Losers.

Maes «Telkens als we afgelopen zomer in Vlaanderen ‘Tripper’ of ‘Working Overtime’ inzetten, klonk er herkenningsapplaus. De eerste keer dat het gebeurde, stonden we op het podium naar elkaar te gapen: ‘Fuck, de mensen kénnen ons!’ Dat is een fantastisch gevoel, man!

»In het buitenland kent voorlopig niemand ons: als we in Duitsland in voorprogramma’s spelen, is dat wérken. En weet je, dat is even cool. Dan moet je ’t puur hebben van wat er op het podium gebeurt. Als het dan vlot gaat, weet je zeker: we zijn met iets goeds bezig.»

Wat het allemaal oplevert: roem, geluk, vrouwen met een Losers-tattoo in de lies. Wat het allemaal niet oplevert: geld.

Maes «We hebben alle vier een vaste job – ik werk in een gitaarwinkel. Na twee dagen op tour moet ik sowieso één dagje terugkeren om te werken. Daar wil ik niet zielig over doen, maar het is wel fucking moeilijk. Er is heel veel aandacht voor de band, de cd doet het uitstekend, de optredens lopen goed. Dan ben je geneigd te denken: ‘Kom op, we moeten ervoor gaan.’ En dat wil ik natuurlijk wel, alleen: we hebben allemaal kinderen en een huis dat afbetaald moet worden. Hoever kunnen we gaan? Hoeveel durven we op het spel te zetten?

»Ach ja, je kunt ook zeggen: ‘Stop met zagen, verkoop gewoon genoeg platen en dan lost het probleem zichzelf op.’ Maar in die situatie zitten we dus nog niet: het levert iets op, maar niet genoeg om meteen te stoppen met werken.»

Idem voor de Lovers, trouwens: magere hesp in plaats van everzwijnpaté op de boterham, en allemaal een baan naast de muziek. Ook Lara, ja.

Chedraoui «Ik werk via uitzendcontracten. In de horeca, en in Bobbejaanland – echt waar. Daar vraag ik me dan weleens af: ‘Wat doe ik hier?’ Maar hey, het is werk, en de collega’s zijn er fijn. Als je dat moet doen om je droom te kunnen betalen, dan doe je dat gewoon.»

Maes «Ja! Passie blijft de basis. Stel je even voor dat we niet de finale van Humo’s Rock Rally hadden gehaald, en dat we niet succesvol waren – wel, dan hadden The Sore Losers nog altijd bestaan. Dan zouden we nu gewoon cafeetjes zoeken om in te spelen, en nog altijd twee keer per week loos gaan in ons repetitiekot. De liefde is zo groot, man.»


Gracieuze ballerina

En dan is het aan Intergalactic Lovers. Ze spelen hun liedjes, heteluchtballonnen die door koude hemels zwerven, en de zaal – zo’n driehonderd man – juicht om zoveel mooi uitgespelde weemoed.

Chedraoui «Op het podium merk ik natuurlijk wel of het publiek mee is of niet. Dan zie ik iemand staan die de teksten meelipt, of met de ogen dicht aan het dansen is, en dan ben ik blij, echt blij – want jij begrijpt wat ik probeer over te brengen. Maar diepe adoratie, dat blijft toch een gek ding. Ik voel me nog altijd wat ongemakkelijk als we na een show gaan signeren en ik complimenten krijg. Ik kan het zo moeilijk geloven.

»Ik schrijf natuurlijk nummers om mensen te raken. Enfin, in eerste instantie maak ik die nummers voor mezelf. Het is therapie, de noodzakelijke uitlaatklep. Tijdens een optreden weet ik perfect waar en wanneer ik een liedje geschreven heb, voor wie dat was, en waarom het er absoluut uit moest. Het gebeurt zelden dat ik níéts voel terwijl ik een nummer aan het spelen ben. Bij de vorige tour was ik soms zo moe, zo fucked up, dat ik een krop in de keel kreeg en alle moeite van de wereld moest doen om niet te huilen – omdat zo’n nummer te dicht lag bij hoe ik me die dag voelde.»

Vandaag staat ze ontspannen op het podium. Lara, het meisje waar je niet níét van kunt houden, danst als een Assepoester voor epileptici.

Chedraoui «Mijn moeder dacht écht dat ik een epileptische aanval had toen ze mij voor het eerst zo zag (lacht).

»Sinds ik door een werkongeval geen gitaar meer kan spelen, ben ik veel beweeglijker geworden. Ik moest wel: er zijn niet gek veel verschillende manieren om een microfoonstatief vast te pakken, hè. Op een bepaald moment maakte ik de klik en besloot ik om voortaan gewoon mezelf te zijn op het podium. Maar als een gracieuze ballerina dansen, dat zit er toch niet in.»

Twaalf uur. De zaal leeg, het hart vol. Een rancuneuze wind is hier nachtburgemeester: je wenst Amsterdam-Noord een dekentje toe.

Chedraoui «Ik zou dat touren niet meer kunnen missen. Soms belanden we in een boerengat waar je maar niet van kunt geloven dat ze er al elektriciteit hebben, en spelen we voor twintig man. En een week later staan we in Hamburg waar veel volk en veel comfort en veel van alles is. Maar in wezen is er niet zo’n groot verschil. Want overal waar we komen, ontmoet ik mensen. En goed, daar zitten veel caféfilosofen bij, maar caféfilosofie is óók filosofie. De ouwe rotten in het vak die hun verhalen vertellen: ik vind dat vaak meer waard dan een lesje dat je gedoceerd krijgt in een aula.»

Maes «Ja: touren is geweldig. Je ontmoet mensen, ontdekt nieuwe bands. En je komt nog eens ergens. Ik zou mijn vrouw nooit voorstellen om een weekendje Dresden te boeken om daar oorlogsmonumenten te gaan bekijken. Maar met The Sore Losers zijn we daar wel geweest en die shit gaan bezichtigen.»

Chedraoui «Eigenlijk is het absurd, hè, elke nacht in een andere stad slapen. Maar ik hou ervan. Zelfs als het gewoon in België is: dankzij Intergalactic Lovers heb ik mijn land leren kennen. Zo veel mooie plekken! Het gebeurt geregeld dat ik maanden later terugkeer naar een plaats waar we opgetreden hebben. Dan parkeer ik mijn auto en loop ik er wat rond.»

Ik werp op dat touren toch ook heel afstompend kan zijn – dat je kunt vervreemden van het leven waarin je geen opwinding door een versterker mag jagen.

Maes «Neen, hoor. Morgen sta ik weer gitaarpedalen te verkopen in de winkel. En stop ik mijn drie zoontjes in bed. De oudste is 8 jaar, en afgelopen zomer mocht hij een paar keer mee. Ik herinner me Rock Herk: de backstage was één snoepkamer voor hem. Chips! Chocolade! Cola! Die jongen zag rock-’n-roll helemaal zitten. Ik dacht dat er iets aan onze relatie zou veranderen, dat hij zijn papa voortaan anders zou zien. Maar niets daarvan: hij scheen het allemaal heel goed te snappen. Rock-’n-roll ontwricht mijn leven niet, het maakt het net rijker.»

Chedraoui (knikt) «Ik ben een enorme chaoot, en ik twijfel aan alles. Ik werd lang opgejaagd door die honderd andere levens die ik ook zou kunnen leven. Maar door met iets bezig te zijn dat voortdurend in beweging is, ben ik zekerder geworden. Door zo veel mensen te ontmoeten weet ik nu dat iederéén de maatschappelijke druk voelt waar ik zo mee geworsteld heb. En zo kom ik uit bij iets heel prettigs: dat chaotische leven als muzikant maakt me gek genoeg gelukkig.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234