Loudon Wainwright III - High Wide & Handsome The Charlie Poole Project
Flaporen? Check. Geboren in maart? Check. Sentimentele zot? Check. Lustte ze wel ('If the river was whiskey and I was a duck / I'd dive to the bottom and I'd never come up')? Check. Na een voortvarend leven voortijdig heengegaan? Dat niet, wij leven nog! Toch kan het niet anders of die ándere Charlie Poole (1892-1931) is een verre grootoom, de telg van een Poel-tak die van Meldert, Limburg naar Spray, North Carolina is geëmigreerd.
Althans, dat hebben wij ooit een argeloze Londense platenverkoper wijsgemaakt toen wij in zijn winkeltje op 'You Ain't Talkin' to Me - Charlie Poole and the Roots of Country Music' waren gestoten, een cd-box in de vorm van een sigarenkistje, met het beste van Charlie Poole, de co-peetvader van bluegrass en country.
Met 'High Wide & Handsome. The Charlie Poole Project' brengt Loudon Wainwright III een eresaluut aan de zanger/banjospeler. Wainwright herneemt de bekendste traditionals uit het oeuvre van Poole (die zelf geen muziek schreef: check) en vult ze aan met voor de gelegenheid geschreven songs over het korte maar flamboyante leven van de man.
Poole was sluikstoker, vechtersbaas (hij knikkerde ooit twee flikken door een vensterraam en trapte een derde naar de overkant van de straat; aan de rechter vroeg-ie nadien of die hem in plaats van een goeie advocaat niet een paar goeie getuigen kon bezorgen), fuifnummer en drinkebroer. 'A sonic bio-pic of sorts' omschrijft Wainwright de dubbel-cd (met fraai cd-boekje).
Typische Wainwright-humor: het verhaal van Pooles vrouw ('It was hard bein' married to Charlie': check) laat hij zingen door zijn ex-schoonzus Maggie Roche (in 'Man in the Moon'), en op 'Old and Only in the Way' ('Just remember while you're young / That for you the day may come / When you'll be old and gray, and only in the way') croonen zijn kinderen Rufus en Martha mee.
Wainwright kan alle registers opentrekken omdat Charlie Poole dat bij leven & welzijn ook deed. Nu eens gespierd ('Took My Gal Out Walkin'', 'Ramblin' Blues'), dan weer schaamteloos sentimenteel ('My Mother and My Sweetheart', 'Mother's Last Farewell Kiss'), gekscherend (over de ultieme opschepper in 'The Man Who Rode the Mule Around the World', 'If I Lose'), of als de geboren verteller die hij, Wainwright, toch is (bijvoorbeeld in 'Way up in NYC', over de eerste trip van Poole naar New York). Tussendoor: een pianoballad, een boogie, een gospel, een jazzke, een caféblueske; en de vermelding van Limburger pudding in 'Awful Hungry Hash House', over een luizig pension.
De muziek is old timey (banjo, mandoline, viool, dobro, cello, akoestische gitaar, een keer blazers of een versterkte bas) maar niet ouwerwets. Vernuftig ook: hoe bijvoorbeeld 'Took My Gal Out Walkin'' in een flard originele Charlie Poole overgaat, of elders naar tijdgenoten als The Carter Family of Gid Tanner wordt verwezen. Wainwright houdt zich ver van de pathetische Pete Seeger-sessies van Bruce Springsteen: hier geen kleverige kampvuurnostalgie. Dertig songs telt 'High Wide & Handsome', en geen enkele staat niet op zijn plaats.
Een happy end kreeg het verhaal van Charlie Poole niet: na het succes (Columbia verzette in 1923 ruim honderdduizend stuks van zijn eerste opname, tienduizend was toen de norm) raakte hij toch weer aan lagerwal. In 1931 vierde hij een onverhoopt filmcontract(je) met een drinkgelag van 13 weken (wéken!), wat hij niet overleefde. We gaan dat niet checken.
Straffe plaat, óók als ze pakweg 'The Jos Vermaelen Project' had geheten.