Marc Didden: 'Met de neus in de bosjes liggen en met je tong in de sloot'
In Amsterdam, toch een beetje de geboorteplaats van het Nederlands, rijzen twijfels omtrent de noodzakelijkheid van onze moerstaal. De hooggewaardeerde universiteit daar overweegt zelfs om de leerstoel neerlandistiek aan de kringloopwinkel te schenken. Onder andere omdat vastgesteld is dat steeds minder jongelui enig heil zien in de doorgevoerde studie van het NL.
undefined
Ik heb medelijden met de Mokumse hoogleraar die een uiteenzetting wil houden over middeleeuwse hoofse lyriek terwijl in het auditorium slechts twee handvollen pummels en porren hebben plaatsgenomen, voor wie het begrip hoofse lyriek wellicht samenvalt met de ondertussen legendarisch geworden woorden van de culthit ‘Hou je bek en bef me’, en wier liefdesleven verder algeheel in het bad English verloopt.
Overigens ontdekte ik, in het kader van de uitgebreide research voor dit stukje, dat men in het al hoger genoemde Amsterdam voor dat werkwoord ‘beffen’ nog een andere elegante uitdrukking in de aanbieding heeft, en wel deze: met de neus in de bosjes liggen en met je tong in de sloot.
Toch is het Nederlands één van de drie mooiste talen die in België gesproken worden, en alleen al daarom stel ik voor dat we er nog een tijdje mee doorgaan. Zonder ons qua ijkpunt evenwel te spiegelen aan de tv-fictieleveranciers van de Vlaamse gouw, waar ik de afgelopen weken één en dezelfde acteur in drie diverse series hoorde beweren: ‘Dees is graaf’, ‘Dees is megagraaf’ en ‘Dees is bangelijk’. Nog zeven keer slapen, voorspel ik, en ik hoor de vermaarde schouwspeler stellig beweren dat ‘dees’ zonder meer ‘megabangelijk’ is. Marc Didden