Marc Didden: 'Natali Broods als burgemeester!'
Als Natali Broods ooit burgemeester van Antwerpen wordt, dan ga ik daar toch gewoon wonen, zeker. Maar Natali zál geen burgemeester van Antwerpen worden, vrees ik, en dus zal ik ook maar blijven plakken aan de klei van mijn gehucht in dat moeras.
Toch heb ik weleens gefantaseerd over een move naar de Koekenstad. Ik zou de kunstenaarskolonie rondom het Draakplein en de Dageraadplaats dan wel wegens sluipende armoede links moeten laten liggen, en ook in het schilderachtige stadscentrum bevinden zich talrijke woonpanden in de categorie die mijn zogenaamde bruine niet kan trekken. Om nog te zwijgen over het luxueuze loftwezen aan het Eilandje, met weliswaar zicht op de Linkeroever, en op een klare dag zelfs Scandinavië, naar ik hoor.
Nee, ik zou me vestigen op of rond het Sint-Jansplein, waar Antwerpen een beetje op Molenbeek lijkt. Waar ik mijn dag zou beginnen met een sterke koffie bij een gammele Portugees, met nog een koffie en lunch met vrienden bij De Rode 7, het mooiste en het sympathiekste eetcafé aller eetcafés. Om ons dan ’s avonds, als er wat te vieren valt, naar het Bistrot du Nord om de hoek te begeven, en daar dan van de lekkerste spijzen en dranken te genieten die een mensenkind zich maar kan toewensen.
Ook altijd vaste prik op het Tjing-Tjangsplein : goed gewined en gedined een stille hulde brengen aan de beeltenis van Pepto Bismo, die Icarus van de Aldi, die door de pas in de ruimte verdwenen kunstenaar Panamarenko geschonken werd aan de buurt die de zijne was voor driekwart van zijn leven. En die ook de mijne zou zijn, als Natali Broods ooit die sjerp rond haar heupen zou sjorren. Marc Didden