null

Boek van het jaar

Marieke Lucas Rijneveld: ‘Misbruik is zo’n lelijk woord. Mijn boek gaat over verboden liefde’

Beeld Hollandse Hoogte / ANP

‘Mijn lieve gunsteling’ is door Humo verkozen tot het beste boek van 2020. Schrijver is Marieke Lucas Rijneveld, die eerder dit jaar de International Booker Prize won voor haar debuut ‘De avond is ongemak’. Dit weekend gaf ze een zeldzaam interview over haar roman aan de Volkskrant, dat gesprek kunt hieronder lezen.

Onno Blom

Aanvankelijk had Marieke Lucas Rijneveld zich voorgenomen geen enkel interview te geven over haar tweede roman, Mijn lieve gunsteling. Nadat zij en haar vertaler Michele Hutchison in september de International Booker Prize hadden gewonnen met The Discomfort of Evening, de Engelse vertaling van haar debuutroman De avond is ongemak, had ze zo veel interviews gegeven dat ze wel even was uitgepraat.

Er was ook iets anders. Het onderwerp van Mijn lieve gunsteling is beladen: de geheime verhouding tussen een 49-jarige veearts en een 14-jarig meisje op een boerderij in een plattelandsdorp. In eerdere interviews, óók in deze krant, had ze bekend dat zij als meisje zelf was misbruikt door een leraar van haar middelbare school. Dat ze toen een jaar lang niet had gesproken. Maar verder wilde ze er niets over zeggen.

‘Ik zag op tegen interviews’, zegt Rijneveld in haar appartement in de nok van een prachtig pand aan een Utrechts stadspark, ‘maar ik miste ze ook. Het is heerlijk, als je een boek hebt geschreven, dat je er met mensen over kunt praten. De veearts, de gunsteling en ik leefden afgelopen zomer elke dag samen in deze keuken. We gingen helemaal in elkaar op. Nu is hun verhaal van iedereen.’

En de misbruikzaak?

«Als ik nu niets zeg, dan moet ik dat mijn hele leven blijven volhouden. En dat wil ik niet. Luister: Mijn lieve gunsteling is fictie. Misschien is misbruik – zo’n lelijk woord – een manier om te typeren wat mij als meisje is overkomen, maar dat gaat niet op voor mijn roman. Die gaat over verboden liefde. Twee mensen zijn op zoek naar hun ware identiteit en hun ware seksualiteit. Wat ben ik? Wie ben ik? Waar val ik op? Ze voeren een macabere dans uit om dat te onderzoeken.

We schrijven Koningsdag 2020. Rijneveld was op bezoek bij een bevriend echtpaar in Utrecht. Ze ontleedde een oranje tompoes – ‘die ontleed je, die eet je niet’ – toen de man haar vroeg: ‘Hoe zat het eigenlijk met die veearts uit De avond is ongemak?’

»Ik verslikte me haast in mijn tompoes en zei: ‘Met die man moet ik nog wat.

»Achteraf vertelde het echtpaar me dat ze konden zien dat de radertjes in mijn hoofd begonnen te werken. Ik vertrok een beetje beteuterd en ben lang gaan fietsen. Toen kwam de eerste scène van Mijn lieve gunsteling binnen. Ik hoorde meteen de stem van de veearts in mijn hoofd. De stem van de verteller van mijn boek. Thuis schreef ik die scène op. Vanaf dat moment was het obsessief. Ik was zo begeesterd, kon niet meer stoppen.

»Aanvankelijk dacht ik nog: dit moet eruit, ik ga dit verhaal naast mijn tweede roman opschrijven. Voor mezelf. Maar het overvleugelde alles. Ik begon de dag hier aan de keukentafel. Ik schreef. Daarna ging ik zwemmen en deed ik krachttraining.»

Om de hoek in de kamer liggen een matje en een set gewichten. ‘Kijk maar uit, ik leg je zo neer’, zegt ze lachend. ‘Ik luisterde tegelijk naar nummers van Nirvana, Kate Bush, The Rolling Stones. Muziek die me betoverde. De gunsteling hecht magische betekenis aan hun songteksten – die konden zo het boek in. Ze wil singer-songwriter worden. En beroemd.’

Marieke Lucas Rijneveld, pas 29, is zelf aardig op weg.

Ze lacht. ‘De puberale grootheidswaanzin is ook een knipoog naar mijn eigen succes. Wat mij is overkomen vanaf het moment dat ik debuteerde, verbaast me nog altijd. Verwonderlijk. Ik ben ook zo blij dat ik dit boek al klaar had toen ik de International Booker Prize kreeg. Wat daarna komt, moet nóg beter zijn.’

Geruststellend: ‘Euforie gaat ook over. Het idee dat je een prijswinnaar bent, verdwijnt gelukkig. Al snel zat ik gewoon weer in mijn pyjama aan een gedicht te werken. Ik kan eigenlijk ook niks anders. Ik moet schrijven. Dat is wat ik kan, het meest gelukzalige.’

De hele afgelopen, waanachtige zomer sloot Rijneveld zich op. ‘Corona heerste, al mijn optredens waren afgezegd. Maar ik kon ook niet afspreken, zelfs niet met mijn vrienden. Ik wilde, als ik ergens was, meteen terug naar de keukentafel.’

Mijn lieve gunsteling is geschreven in hoofdstukken zonder alinea’s, in lange zinnen bijna zonder punten. Eén lange confessie.

‘Ik werd de veearts. Je vervloeit altijd wel een beetje met al je personages, je moet in hun huid kruipen om het geloofwaardig te laten zijn. Maar daar was ik niet meer mee bezig. Ik wás hem. Overdag dreef ik mee met de duistere stroom, maar in de avonden had ik het moeilijk. Dan viel ik uit die rol en vroeg ik me af: wie ben ik nu eigenlijk zelf?

‘De gunsteling heeft gesprekken met Hitler en Freud. Het klinkt gek, maar die gesprekken had ik zelf ook met ze. Ik denk dat ik me zo aan het uitputten was dat die fantasieën bedrieglijk echt werden. Iedereen voert, denk ik, conversaties met het goede en kwade in zijn hoofd, maar bij mij schoot het door.’

Toen Rijneveld begon te luisteren naar de stem van de veearts, had ze geen idee hoe en waar het verhaal zou eindigen. ‘Ik kon alleen maar volgen. Terwijl ik bij mijn debuut echt aan het creëren was, aan het zoeken naar de juiste vorm, schaafde en polijstte, herschreef ik nu niets. Ik las niet eens terug wat ik de vorige dag op papier had gezet. Ik had het angstige gevoel dat ik het verhaal anders zou verliezen. Dat de betovering zou breken.

‘Anna Enquist wist waar ik mee bezig was en mailde: ‘Ik ben zo benieuwd, want de veearts is de enige in De avond is ongemak die met Jas probeert mee te voelen.’ O nee, dacht ik, die gaat teleurgesteld zijn dat het zo’n man is…’

Was hij eigenlijk ook al ‘zo’n man’, een ‘donswerker’, een ‘kinderlokker’, in je debuut?

«Ik wist wie hij was. Oorspronkelijk speelde hij een belangrijker rol in mijn debuut, maar ik heb veel geschrapt. Hij ging het verhaal overwoekeren. In Mijn lieve gunsteling kwam hij centraal te staan. Je kunt zeggen: dit is een zwaar boek. Er zitten scènes in die heftig zijn. Schuren. Pijn doen. Maar het verhaal is ten diepste een liefdesgeschiedenis. Ik wil dat je sympathie voelt voor de veearts. Weerstand en walging, ze mogen er zijn, maar niet alléén. De veearts is geen banale personificatie van het kwaad. Hij is juist heel menselijk. Je leert zijn wanen en angsten kennen, de seksuele macht die zijn moeder over hem uitoefende, het leed van de MKZ-crisis dat hij niet uit zijn hoofd kan zetten. De boer die zich ophing. Als veearts moest hij constateren dat de dieren ziek waren. Hij was de boodschapper van de dood.»

Ze zwijgt even. ‘Dit zorgt ervoor dat je hem kunt volgen in zijn verlangen naar onschuld en zuiverheid. Het gaat ook over verlies. Hij ziet wat zij mist. Zij mist haar dode broer, de verlorene, de verlatene, en hij geeft haar liefde terug. Hij kruipt langzaam in haar fantasiewereld. Hij gaat houden van de dingen waarvan zij ook houdt. Ze worden één, versmelten. Hij weet heel goed wat hij doet, maar kan het niet stoppen. Die innerlijke strijd, daar gaat het om.’

Tijdens het schrijven lagen twee wrede liefdesromans naast haar laptop op de keukentafel: Turks fruit van Jan Wolkers en Lieve jongens van Gerard Reve.

»Ik wilde die mannen om me heen hebben. Ik heb hun boeken niet opengeslagen. Hoefde ook niet. Ik wist wat erin stond. Jan Wolkers is mijn grote held. Ik voel me zo door hem aangesproken en deel zo veel met hem: het gereformeerde milieu, de liefde voor de natuur, de dode broer, het rauwe… Terug naar Oegstgeest was jarenlang mijn lievelingsboek. Ik heb lang gewacht met Turks fruit, ik was er bang voor. Maar toen ik het eenmaal aandurfde, werd ik erdoor overrompeld. Het was heerlijk. Zijn taal is een glasheldere stroom.»

Voor Wolkers was Turks fruit het boek van de wraak op een verloren geliefde.

«Ik heb er geen moment aan gedacht om een wraakzuchtig boek te schrijven. Je kunt de pen als wapen zien en ook zo gebruiken. Wraak kan inzicht geven, maar is ook beklemmend. Je komt er niet verder mee. Het gaat mij er ook niet om een schuldige te berechten. De gunsteling raakt er op een gegeven moment van overtuigd dat zij de baarlijke duivel is, dat zij kan vliegen en schuldig is aan het neerhalen van de Twin Towers in New York. Ik was 9 toen het gebeurde. Ik weet het nog goed. Ik kwam thuis uit school, en mijn vader zat met zijn hoofd tussen zijn handen voor de televisie. En almaar werden die beelden herhaald, kwamen die vliegtuigen er weer aan en stortten de torens in, wolkte het gruis door de straten.

»Tijdens het schrijven heb ik almaar die filmpjes teruggekeken, tot bangmakens toe. Het idee dat de lieve gunsteling dacht dat zij verantwoordelijk was voor de manifestatie van het kwaad, paste bij haar magische denken. Ze denkt: het is mijn schuld. En de veearts wil haar van die schuld bevrijden.

»De gunsteling wil, net als alle andere jongens, een piemel. Ze raakt geobsedeerd door het mannelijk geslacht. Ik heb gezocht naar het goede woord, en dat vond ik in Lieve jongens: gewei. Reve gebruikt het maar een enkele keer, maar ik raakte er meteen door betoverd. Niet plat, maar mysterieus. Gewei. De veearts gebruikt het om de gunsteling te intrigeren. Met succes.

»Ik had me voorgenomen om mijn tweede boek niet te veel op het eerste te laten lijken: in dit boek komt geen koe voor.»

Rijneveld lacht. ‘Dat is mislukt. Daar heb ik dan twee jaar over gedaan, om in de eerste regel terug te keren bij de blaarkoppen.’

In sommige recensies werd de gunsteling simpelweg ‘Jas’ genoemd, de jonge heldin van De avond is ongemak, die haar jas niet meer uittrekt nadat haar broer is gestorven.

«Dat vind ik jammer. Jas gaat op de laatste bladzijde van De avond is ongemak in de vriezer zitten. Of ze daaruit weet te komen, is de vraag, maar Mijn lieve gunsteling is geen vervolg op mijn debuut. Tegelijk begrijp ik natuurlijk wel dat lezers en critici overeenkomsten zien tussen Jas en de gunsteling. En tussen beide meisjes en mijn eigen leven. Daar speel ik ook mee.»

Het motto in Mijn lieve gunsteling komt uit psalm 139, in de vertaling van Anton Korteweg: ‘Ken me dan maar/ weet wie ik ben/ en doe maar.’

«Ik kan er eerlijk over zijn: ik ken de verboden liefde. Ik dacht altijd: ik ga nooit schrijven over wat mij als jong meisje is overkomen, ik ga er nooit iets mee doen. Het is anders gegaan dan het in de roman is beschreven, maar ik vermoed dat het altijd in mij heeft liggen rijpen. Het was me nooit gelukt erover te schrijven als ik me had voorgenomen: nu ga ik er een roman over schrijven. En ik zou daarbij dan gebeurtenissen uit mijn eigen leven volgen. Dat had ik niet gekund. En dat heb ik ook niet gedaan. Mijn lieve gunsteling is fictie.

»Toch was het soms confronterend. Dan keek ik door de ogen van de veearts naar mezelf. Naar wie ik toen was. En dan vroeg ik me óók af: wat heb ik toen fout gedaan? Ik dacht… ik ben niet… ik ben er nooit boos over geweest. Ik zag natuurlijk hoe de veearts haar voor zich won, wat hij deed om haar in te palmen, de snoepjes die hij gaf. Soms dacht ik: trap er niet in! En toch… je ziet aan alles hoe zij om elkaar heen dansen. Het is een wederzijdse obsessie. Ik heb proberen te begrijpen wat de veearts drijft én wat haar drijft om zich over te geven, om met een oudere man…»

Nadat het misbruik had plaatsgevonden, heb je een jaar gezwegen. Heeft deze roman de stilte gevuld die er toen is gevallen?

«Iets van de verlorenheid en eenzaamheid die ik destijds voelde, kon ik in dit boek kwijt. Maar het schrijven was geen therapie. Voor mij is van belang dat ik kan spelen met de elementen. Dat het moment was aangebroken dat ik er iets mee kon. Ik vind het niet belangrijk wat in mijn roman wel en niet waargebeurd is. In de verbeelding moest het waar zijn.»

De opdracht in Mijn lieve gunsteling luidt: ‘AAN JOU’.

«Moet ik hier nu iets over zeggen?’ Rijneveld aarzelt. ‘Niets staat er voor niets. Het is een boodschap van de veearts aan de gunsteling… maar het is ook een boodschap van mij aan hém. Ik heb er tijdens het schrijven soms wel aan gedacht: hoe zou het zijn als hij dit las? Kijk, ik heb mezelf een tijdje wijsgemaakt: dit gaat niemand anders lezen, dit schrijf ik alleen voor mezelf. Dat was de enige manier waarop ik me kon onderdompelen in het wezen van zowel de veearts als de gunsteling, in hun verlangens en angsten.

»En, niet te vergeten: het was ook heerlijk om dit boek te schrijven, om te voelen dat ik de materie beheerste. Ik wist waarmee ik bezig was. Inmiddels is Mijn lieve gunsteling verschenen en is het met enorm veel lof ontvangen; daar ben ik erg blij mee. En ook dat mijn ontwikkeling als schrijver is opgevallen. Dat is een van mijn ambities: veel leren en mezelf constant verbeteren. Tijdens het schrijven zag ik soms het dorp voor me waar ik vandaan kom. Dat is haast het enige wat ik heb herschreven aan het boek: ik heb het dorp onherkenbaar gemaakt. Heb je dat gezien? De straatnamen in ‘the village’ komen allemaal uit liedjes van Boudewijn de Groot.

»Weet je wat het mooie is van die opdracht? Dat iedereen kan denken: dit boek is voor mij geschreven. En zo is het ook.»

Marieke Lucas Rijneveld: Mijn lieve gunsteling. Atlas Contact; 368 pagina’s; € 24,99.

(VK)

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234