null Beeld BELGAIMAGE / Jeroen Jumelet
Beeld BELGAIMAGE / Jeroen Jumelet

BOEK★★★★½

Marieke Lucas Rijneveld wint eerste Boon met ‘Mijn lieve gunsteling’: grootse, gróótse literatuur

Gisteren zijn de allereerste winnaars van de Boon - de nieuwe Vlaamse literatuurprijzen - bekendgemaakt in Oostende. De Nederlandse schrijver Marieke Lucas Rijneveld sleepte de prijs in zowel de categorie fictie als non-fictie in de wacht, met de roman ‘Mijn lieve gunsteling’. De bestseller werd geprezen als een ‘unieke, rijke stem die boven de anderen uitsteekt’. Ook Onze Man was danig onder de indruk van het boek, zo blijkt uit zijn recensie.

Jeroen Maris

Waar zal ik beginnen? Bij de onverschrokkenheid van Marieke Lucas Rijneveld, de haast heldhaftige manier waarop hij in zijn literatuur het festival der menselijke wreedheid cureert? Bij de ambitie, het koppig uitgevoerde plan om de pagina’s niet te vullen met zeurderig opgeschreven wissewasjes, maar wel met hardnekkig hengelen naar de diepste ontroostbaarheid van de mens? Bij de stijl, een wild bewijs van de esthetica van het Nederlands? Bij de vaststelling dat in Utrecht een schrijver woont die nog geen 30 is, maar wel al een onthutsend sterk romandebuut heeft geschreven, met de vertaling daarvan de Booker International Prize won, en nu met een tweede roman komt die je nóg moeilijker uit je lijf geschopt krijgt?

Bij de feiten, misschien: net als ‘De avond is ­ongemak’ speelt ‘Mijn lieve gunsteling’ in een mi­­lieu van vee en boeren die onder Gods oog een ruw omrand leven leiden. Terwijl hij tussen ‘kreu­pele koeien, koeien met ringschurft of met calciumtekort’ dribbelt, wordt een veearts genadeloos verliefd. Hij beleeft een zomer van schuimbekkend graag zien, het soort relatie dat alles eronder en erboven en ertussen degradeert, banaal en werelds maakt. Klein detail: het object van zijn liefde, de dochter van een veehouder, is een kind van een jaar of 13, en zelf is hij 49. De viespeuksirene loeit, het pedofiliealarm gaat af, maar Rijneveld doet veel meer dan een verhaaltje schrijven over een losgeslagen man die in de armen van ‘de magistraten’ eindigt. Hij ging op kamers in zijn hoofd, en spelde er de waanzin uit, de obsessie, de ontsnappingspoging uit de eenzaamheid van ‘een gewonde zandhaas’.

De veearts spreekt, en is dus mogelijk een onbetrouwbare verteller. Maar dat deert niet, want door zijn ogen komt ook het meisje tot leven – meer dan wie ook is zij het hoofdpersonage. Ze voelt het roekeloze verlangen om geen kind meer te zijn, om haar lichaam te injecteren met seks en liefde, ‘je wilde vereeuwigd worden tussen iemands handen en had daar alles voor over’. Maar er is meer dan alleen een meisje dat te snel uit haar lijf wil groeien. Ze is ‘de vogel van het kwaad’ die gelooft dat ze kan vliegen en eigenhandig de Twin Towers heeft neergemaaid. In haar hoofd redeneren Sigmund Freud en Adolf Hitler tegen elkaar op, en ondertussen vat ze een niet te relativeren interesse voor piemels op – waarom mag ze geen jongen zijn? En de veearts, met het rood voor zijn ogen en het wit in zijn mondhoeken, met zijn ‘moordenaarsgewei’ in zijn broek, verslindt haar. Net als in ‘De avond is ongemak’ bespaart Rijneveld daarbij niet op afgrijselijkheid. Sommige scènes doen pijn, echt pijn, en zonder iets weg te geven: ik hoef nooit meer wat te horen over het penisbotje van een otter.

null Beeld

Rijneveld laat het allemaal zo tragisch contrasteren: de ruwheid van het boerenbedrijf en de hooggestemde verliefdheid, de pus en pis en het heroïsche liefhebben, het geweld en de schoonheid. En hoewel de veearts zich de hele tijd tot háár richt, tot het meisje, kun je als lezer niet wegrennen. Rijneveld heeft ervoor gezorgd dat je in een klamme omhelzing zit, dat je reist naar ergens waar je niet wilt zijn. En er is de taal, verdomme, de taal! Haast alle zinnen volgen hetzelfde patroon: ze zijn lang, precies en kinetisch, poëtisch en bezwerend, ze lispelen: ik ben de ziekte waar je niet aan ontkomt. Daarnaast speelt Rijneveld ook met een hoop culturele referenties, en telkens laat hij die naadloos de tekst in glijden. De lezer kan alleen gulzig knikken: je snapt waarom Stevie Nicks meedoet, je begrijpt waarom Marcel Proust meepraat.

Na twee romans weten we: in het hoofd van Marieke Lucas Rijneveld woedt een nooit ophoudend macaber feest. Er schuiven ruwe mensen door de balzaal, die geen gedistingeerde colbertjes en fijnzinnige japonnen dragen, maar schorten en kielen en lieslaarzen. Door met elkaar te dansen, verwoesten ze elkaar. Het is geen fijn feestje, neen. Maar je wilt op de guestlist staan, want anders mis je grootse, gróótse literatuur.

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234