null Beeld

Marnix (15) stierf door een wurgspel: zijn moeder getuigt

Tieners en wurgspelletjes: 'Hoeveel slachtoffers moeten er vallen voor Onderwijs een webpagina nuttig vindt?'

Annemie Bulté

Annette Boon «De dag begon heel normaal. Het was een bewolkte maandagochtend. Mijn man Marc, die piloot is, stond op het punt om naar Punta Cana te vliegen en zeulde zijn zware valies de trap af. Ik was ook al aangekleed om naar het werk te vertrekken. Mijn man zou vrijdag terug zijn van zijn werk. We namen afscheid, fluisterend, om Marnix niet wakker te maken. Het was vakantie, hij had een goed rapport, hij verdiende het om uit te slapen. We hadden een heel gezellig weekend gehad. Zaterdag was ik met Marnix een computer gaan kopen als beloning voor zijn rapport. ’s Avonds waren we mosselen gaan eten in Mechelen en daarna hadden we nog naar ‘The Killing Fields’ gekeken. Geschiedenis interesseerde hem.

»Het was mijn laatste werkweek voor we op vakantie naar Bretagne zouden vertrekken. ’s Middags kreeg ik telefoon van mijn schoonmoeder. Marnix zou die middag bij haar gaan eten, maar hij was er nog niet. Dat was niet normaal. Hij was altijd heel stipt, zeker als oma kookte. ‘Is hij het vergeten?’ vroeg oma. ‘Hij neemt zijn telefoon niet op.’ Ze stelde voor om even te gaan kijken bij ons thuis. Ik probeerde hem zelf ook nog te bellen, maar ook de huistelefoon nam niemand op. Vreemd. Even later belde mijn schoonmoeder terug, huilend. ‘Het is niet goed, nee. Hij heeft zich opgehangen.’

»Ik begin te brullen, een oerschreeuw die van heel diep komt. Mijn collega’s springen recht: ‘Annette, wat is er?’ – ‘Dat kán niet,’ denk ik, ‘het ging nu juist zo goed! Was hij zo ongelukkig? Heb ik hem dan nooit goed begrepen?’ Mijn collega’s brengen mij naar huis, en de hele weg vertel ik mezelf dat het niet waar is, dat het niet kan, dat het gesprek van daarnet een hallucinatie was. Tot ik die gele ambulance voor onze deur zie staan.

»Je loopt binnen in je eigen huis, er is een heel ziekenhuisteam in de weer in hun blauwgroene uniformen op hun witte ziekenhuisklompen, het is net een operatiezaal. En daar ligt hij in het midden, doodsbleek, krachteloos, dood. De verplegers zijn hard aan het werk, proberen hem te reanimeren. Ik sta ernaar te kijken en denk: ‘Hoe is dat nu toch mogelijk? Hij was zo blij met zijn computer. En we hadden naar ‘The Killing Fields’ gekeken, we waren mosselen gaan eten. Wat heb ik verkeerd gedaan?’

undefined

null Beeld

»Het ziekenhuisleger staakt de pogingen, ruimt alles op en gaat weg. Ik ga naast mijn zoon zitten en streel zijn handen. Zijn vingertoppen zien paarsblauw, zijn knokkels liggen open en er zitten gestolde bloedkorsten op. Hoe komen die daar? Heeft hij op het einde nog naar adem liggen klauwen? Zijn handen opengehaald aan de scherpe korrelvloer? Naast hem ligt een bruine broeksriem. De rode afdruk van de riem staat in zijn hals gegraveerd, de bovenste rand is rauw vlees.

»Intussen is de politie gearriveerd. Een jonge agent stelt vragen, ik antwoord op automatische piloot. Hij onderzoekt de kamer van Marnix en vindt geen afscheidsbriefje. ‘Het is misschien geen zelfmoord,’ zegt hij ten slotte, ‘maar een wurgspel.’ Ik ben verbijsterd en ontdaan. Ik heb er nog nooit van gehoord. De agent vertelt dat er drie weken eerder nog een geval is geweest in Mechelen: Viktor, een jongen van 10 jaar, heeft zich toen gedood door een wurgspel uit te proberen.

»Het klinkt misschien raar, maar voor mij was het ergens wel een opluchting dat het geen zelfmoord was. Dat hij dan toch niet zo doodongelukkig was. Dat ik het als moeder toch niet zo verkeerd had gedaan. Naast hem lag zijn iPod. We denken dat hij die als timer heeft gebruikt, om na 100 seconden de ceintuur weer los te maken. Misschien heeft hij de timer nog gehoord, misschien had hij de kracht niet meer om zich te bevrijden. Misschien heeft hij een hartstilstand gekregen. Er is geen autopsie gebeurd, maar zo gaat het meestal, met een hartstilstand. Hij zou drie weken later 16 geworden zijn.»

undefined

'In 2009 stierven in ons land in één jaar tijd tien kinderen aan het wurgspel. Sindsdien zijn er in Vlaanderen vier dodelijke slachtoffers bekend, van wie Marnix het laatste was'


De blauwe droom

Het wurgspel, ook bekend onder de Franstalige benaming le jeu de foulard, le rêve indien of le rêve bleu, is een populair spelletje dat wereldwijd gespeeld wordt onder jongeren, vooral door jongens tussen 9 en 16 jaar. Met een sjaal, een riem of met de blote handen wordt de bloedtoevoer naar de hersenen afgesnoerd, waardoor daar een zuurstoftekort ontstaat. Dat veroorzaakt een aangename roes, een behaaglijk gevoel van bedwelming en hallucinaties. In Engeland noemen kinderen het take me down, in de VS heet het simpelweg the choking game. Het spel wordt vaak in groep gespeeld, maar sommige kinderen doen het ook alleen op hun kamer, waardoor het risico op ongelukken nog groter wordt. Voor sommige kinderen is het verslavend, omdat de sensaties steeds sterker worden, hoewel ze nooit langer dan 30 seconden duren.

Het eerste bekende wurgspelslachtoffer in ons land stierf op 10 oktober 2002. Het was de 10-jarige Ilias, een jongen uit Anderlecht. In december 2008 werd de 13-jarige Victoria uit Laken gevonden op haar kamer, de sjaal rond de nek. Ze had het wurgspel in haar eentje uitgeprobeerd. Haar vader José Fernandez richtte de vzw Chousinga op, genoemd naar de scoutsnaam van zijn dochter, om ouders en jongeren te waarschuwen voor de gevaren van het spel. Er bestaan geen officiële cijfers over het wurgspel in België, zegt Fernandez, omdat het vaak als een zelfmoord of een ongeluk wordt gecatalogeerd.

José Fernandez «In 2009 was er een soort hype in ons land, waardoor er in één jaar tijd tien kinderen aan het spelletje stierven. Dat waren vooral kinderen en jongeren in Wallonië en Brussel. In Vlaanderen zijn er bij onze vzw sinds 2010 vier gevallen met een dodelijke afloop bekend. Het laatste bekende slachtoffer was Marnix.

»Er gebeuren ook ongelukken die niet dodelijk zijn, waarbij jongeren bewusteloos vallen en in het ziekenhuis belanden. Om de één à twee maanden wordt ons zo’n geval gesignaleerd. Een te lang zuurstoftekort kan blijvende hersenschade veroorzaken. Je kan doof of blind worden, of in coma raken. Er zijn kinderen die compleet versuft door het glas van een tafel vallen en hun gezicht opensnijden. Geregeld krijgen we telefoon van leraars die ontdekken dat leerlingen op hun school het spel in de toiletten spelen, of in een verdoken hoekje van een gang of op de speelplaats. Ze weten helemaal niet hoe ze moeten reageren.»

Annette Boon «Als ik aan mensen vertel waaraan Marnix gestorven is, krijg ik altijd dezelfde reactie. Een paar seconden lang verstenen ze, dan herpakken ze zich. Mensen kunnen zich wel voorstellen dat een jongere sterft door zelfmoord of in een verkeersongeval, maar door een wurgspel?

»Veel volwassenen hebben er, zoals ik toen, nooit van gehoord. Maar jongeren hebben het er onder elkaar wel over. Dat heb ik ook gemerkt toen ik vorig jaar op een school ben gaan praten. Een vriendin van me is lerares moraal. Zij had het spelletje in haar jeugd ook gespeeld en wilde absoluut dat ik er in haar klas over kwam spreken. Het waren jongeren van rond de 16 jaar in een technische school in Boom. De les moraal werd nogal eens gebrost, maar die dag was iedereen aanwezig. En ze waren muisstil. Toen bleek dat er in de klas ook leerlingen zaten die het zelf al gespeeld hadden. Ze kenden het onder andere benamingen: zwevertje of stikkertje, of het tomatenspel. Leuke, onschuldige namen. Maar dat het dodelijk kon zijn, daar hadden ze geen idee van.

undefined

null Beeld

»Jongeren spelen het op verschillende manieren. Soms trekken ze een plastic zak over het hoofd, of ze pompen heel snel en knijpen daarna hun neus dicht. Op YouTube plaatsen jongeren zelfs filmpjes waarin ze het spelletje met vrienden spelen: een arm rond de nek van een ander kind klemmen tot die bijna stikt, en dan loslaten. Die ander is dan een beetje kierewiet, en iedereen maar lachen. Hoe kan een kind nu weten dat zoiets gevaarlijk is als iedereen ligt te lachen? Ik wil jongeren informeren, ouders inlichten. Ik wil dat ze beseffen hoe gevaarlijk het is.»

HUMO In Wallonië bestaat er sinds 2009 een preventiefolder voor scholen en sportclubs. Waarom is dat er niet in Vlaanderen?

Boon «Toen er in ons land zoveel slachtoffers begonnen te vallen, is José Fernandez van de vzw Chousinga met de Vlaamse en de Waalse minister van Onderwijs gaan praten. In Wallonië is het ministerie van Onderwijs meegestapt in een preventiecampagne. Toenmalig Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet heeft even overwogen om iets te ondernemen, maar hij heeft er uiteindelijk van afgezien. Hij zei dat het in Vlaanderen niet zo’n probleem was. Ik vraag me af hoe hij dat weet. Er is nergens een database. Zijn er de jongste vijf jaar dertig kinderen aan gestorven, of twee? Niemand die het weet.

»De enige informatie waar we in Vlaanderen over beschikken, komt van ouders van slachtoffers die er iets aan willen doen. Ik vind het niet kunnen dat zij dat allemaal zelf moeten organiseren. Waarom kan het ministerie van Volksgezondheid geen databank aanleggen over het fenomeen? Hoelang bestaat het al, hoeveel slachtoffers zijn er al gevallen, welke kinderen spelen het, hoe oud zijn ze, in welke milieus wordt het gespeeld, komt het in vlagen? Zodat we tenminste íéts weten. Eén webpagina met informatie voor leraars op de site van het ministerie van Onderwijs, is dat te veel gevraagd? Hoeveel slachtoffers moeten er onder Vlaamse jongeren vallen voor men dat nuttig genoeg vindt?

»Dat wil ik bereiken, daarom heb ik het boek geschreven. En ook om de herinneringen aan Marnix vast te houden. Zodat hij er toch nog een beetje is.»

undefined

'Marnix was hoogbegaafd: hij moet gedacht hebben dat hij slim genoeg was om alles onder controle te houden. En hij heeft zichzelf overschat' Annette Boon, moeder van Marnix


The Big Bang

HUMO Je legt een link met het feit dat Marnix hoogbegaafd was.

Boon «Uit onderzoek in Frankrijk is gebleken dat een kwart van de slachtoffers bovengemiddeld intelligent of hoogbegaafd is. Zulke kinderen lopen meer risico’s omdat ze alles zelf willen onderzoeken en denken dat hen niets kan overkomen. Zo was Marnix ook. Ik vergeleek hem soms met de tornadojagers in de Verenigde Staten, waarover we samen eens een spannende reportage hadden gezien: jonge wetenschappers die zonder angst de natuurkrachten trotseerden om alles van hun onderwerp te kennen. Ook Marnix wilde alles wat op zijn weg kwam onderzoeken, koste wat het kost.

»Ik denk dat hoogbegaafde kinderen ook vatbaarder zijn omdat ze zich op school vaak steendood vervelen. Marnix haatte school. Niks wat er verteld werd kon hem boeien, want hij wist alles toch al. Ook daar schiet ons onderwijs tekort, vind ik. Scholen doen veel voor kinderen die minder begaafd zijn, maar hoe we met hoogbegaafde kinderen moeten omgaan, weten we nog altijd niet. Dan zoeken ze hun kicks in andere dingen, zoals spelletjes die een zeker gevaar inhouden. Marnix was zo zelfverzekerd: hij moet gedacht hebben dat hij slim genoeg was om alles onder controle te houden. En hij heeft zichzelf overschat.»

HUMO Wanneer ontdekte je dat hij hoogbegaafd was?

Boon «Marnix was als baby al speciaal, maar toen hij kleuter was, kon je er niet meer naast kijken. Op zijn 4de keek hij mee naar het televisiejournaal. Eerst dacht ik dat hij op de jingle afkwam, maar als de televisie niet aanstond, zette hij die zelf klokslag zeven uur aan. Hij had zichzelf geleerd de klok te lezen door me elke minuut van de dag te vragen hoe laat het was. Algauw kwamen er allerlei andere nieuwsprogramma’s bij: ‘Terzake’, ‘Panorama’… Hij zoog alles gulzig in zich op. Tijdens verkiezingen kende hij alle namen van de partijvoorzitters. Bij berichten over de klimaatverandering vouwde hij de stafkaart van Mechelen open en toonde hij aan zijn kleine zus de gebieden die het eerst onder water zouden lopen – kan je nagaan hoe zijn zusje panikeerde! Als hij met de blokken speelde, bouwde hij niet alleen een kerncentrale, maar verzon hij er direct een noodplan in geval van een kernramp bij. Op zijn 7de hebben we hem op aanraden van de school laten testen. Uit de testen bleek een IQ van 141.»

undefined

null Beeld

HUMO Ik las in je boek dat hij een grote fan was van de sitcom ‘The Big Bang Theory’, en dan vooral van Sheldon Cooper.

Boon «Ja, Sheldon was zijn held. Wij zagen er eerlijk gezegd ook een beetje Marnix in. Sheldon is natuurlijk een karikatuur, maar die lichtelijke arrogantie? Dat had Marnix ook. Hij lachte met de mensen, hij wist het altijd beter. En hij had trekken van asperger. Hij was erg op zichzelf gericht en had weinig inlevingsvermogen. Wat ik aan gevoeligheid te veel heb, had hij wat te weinig.

»Laatst hebben we nog eens gekeken naar zijn dvd’s van ‘The Big Bang Theory’, die hij van zijn zakgeld had gekocht. Dan komen al die details terug. Marnix had ook een boon voor zijn oma, net als Sheldon. Daar plaagden we hem vaak mee: ‘Ga je naar Meemaw?’ (de roepnaam van Coopers oma in ‘The Big Bang Theory’, red.)

»Ik was enorm trots op Marnix, maar als moeder was het niet gemakkelijk, zo’n hoogbegaafd kind. Hij had dan ook zo’n stevig karakter. ‘Ik wil niet naar school. Ik ga niet. Ik verveel mij daar.’ Als ik me boos moest maken op zijn zusje, ging dat over heel andere dingen, bijvoorbeeld over de vuile was die ze achter haar slaapkamerdeur op een hoop gooide. Zoiets was nooit het geval bij Marnix: zijn kamer was altijd spic en span. Dikwijls zei hij ook: ‘Ik ben de baas.’ Dan moest ik hem streng tot de orde roepen. ‘Nee Marnix, ik ben de baas. Ik ben je moeder! Zo spreek je niet tegen mij.’ Je móést streng tegen hem zijn, anders liep hij je onder de voet. Hij was heel moeilijk in te schatten. Ik kon hem dikwijls niet volgen. Hij was veel slimmer dan ik, daar schaam ik me niet voor. Ik wou gewoon dat hij gelukkig was. We waren strenge ouders, hij moest vechten om zijn zin te krijgen, maar we wisten ook dat hij ons vroeg of laat zou ontgroeien. Hij stelde zich vaak ongenaakbaar op: ‘Jullie begrijpen er niets van. Ik weet het beter.’ Mijn man en ik zeiden dikwijls tegen elkaar: ‘Wat gaan we nog allemaal met hem meemaken? Je kan een boek over die jongen schrijven.’ Het erge is dat ik het nog heb moeten doen ook.»


Spelen op de Lotto

Waar Marnix over het wurgspel hoorde, zal nooit helemaal duidelijk zijn. Maar Annette Boon vermoedt dat hij het oppikte van een radiobericht – een nieuwsflash over de 10-jarige Viktor die drie weken eerder door een wurgspel stierf.

Boon «Het was typisch voor hem dat hij zoiets zelf wilde proberen. Ik vind dat de media niet over een wurgspel mogen berichten alsof het om de stijging van de dieselprijs gaat. Ofwel doe je het grondig en wijs je op de gevaren, ofwel blijf je eraf. Anders spoor je jongeren aan om het te proberen. Natuurlijk, ik weet wel dat het niet de schuld van de radio is. Marnix heeft zelf beslist om het te spelen.»

Uit onderzoek in Frankrijk blijkt dat veel kinderen het gewoon op de speelplaats van klasgenoten leren kennen. Het spel is van alle tijden. Anderhalf miljoen Fransen zouden het volgens een enquête uit 2007 ooit zelf als kind gespeeld hebben.

Fernandez «Het is blijkbaar iets zoals spelen op de lotto. Sommige jongeren hebben het jarenlang gedaan zonder dat er ooit problemen waren, terwijl een ander het één keer speelt en er het leven bij inschiet.»

In Frankrijk houdt de overheid de cijfers bij. Per jaar gebeuren er veertig tot vijftig ongelukken, waarvan vijftien met een dodelijke afloop. In de VS sterven jaarlijks 250 jongeren.

Fernandez «Het is belangrijk dat jongeren begrijpen wat er fysiologisch fout kan lopen. Ze versmachten elkaar niet, zoals de naam wurgspel verkeerdelijk suggereert. Het is de zuurstof naar de hersenen die afgesneden wordt. De eerste spontane fysieke reactie is dat je hart sneller gaat slaan om het tekort aan zuurstof te compenseren. Omdat je hersenen aanvoelen dat het verhoogde hartritme geen verlichting brengt, vragen ze het hart vervolgens om het wat trager te doen, en die tegengestelde signalen kunnen een hartfibrillatie veroorzaken. Bij een jongere is zoiets dikwijls dodelijk. In alle bekende gevallen waar een autopsie is gebeurd, was de doodsoorzaak een hartstilstand. In Amerika, waar het spel bijzonder populair is, worden op de middelbare school cursussen voor jongeren georganiseerd om te leren reanimeren. Bij ons is zoiets niet verplicht, maar het zou veel levens kunnen redden.»


Regenboog van glas

Annette Boon schrijft op een bijzonder gevoelige manier over haar bijzondere zoon. Over de traag voortkruipende uren waarin haar man nog onbezorgd in zijn cockpit boven de Atlantische Oceaan hangt, en het telefoontje om middernacht waarin hij zal vernemen wat er met zijn zoon is gebeurd. Over de smaak van het laatste brood dat haar zoon heeft gekocht. De herinneringen aan haar kleine tornadojager in het kinderstoeltje op de achterbank van de auto, die vraagt of een regenboog van glas is gemaakt.

HUMO Was het moeilijk om dit boek te schrijven?

Annette Boon «Het heeft me overeind gehouden. Ik schrijf al heel lang, altijd fictie. Toen het was gebeurd, ben ik een paar keer naar een psycholoog gegaan, maar ik vroeg me af wat ik daar deed. Ik had meer aan dat schrijven. Het is een hele worsteling geweest. Je krijgt zo’n lawine van emoties te verwerken. In het begin zat er heel veel kwaadheid in. Dat mij zoiets moest overkomen. Ik was kwaad op alles en iedereen. Over opmerkingen die ik vóór Marnix’ dood over zijn opvoeding kreeg. Een collega die me gewoon in het gezicht gooide dat ik een slechte moeder was. Je mag het zelf eens proberen, hoor, zo’n hoogbegaafd kind. Ik werd zo onzeker van al die opmerkingen. Stel je voor dat ze nog eens gelijk hadden ook! Maar ik weet dat dat niet waar is. Ik weet dat ik een goede moeder ben geweest voor hem. Ik was ook kwaad op al die mensen die ongevraagd mijn huis binnenkwamen toen Marnix gevonden werd. Al die familie, verplegers, de wetsdokter… En op slachtofferhulp.

undefined

'Het boek ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden heeft me veel troost geboden. Je voelt er het schuldgevoel in, dat je het beter had kunnen doen met je kind, waar ik ook zo hard mee heb geworsteld' Annette Boon, moeder van Marnix

»Toen Marnix stierf, was zijn zusje Eden op kamp in de Ardennen. Een dame van slachtofferhulp heeft me toen met de auto naar ginder gebracht om het nieuws aan mijn dochter van 12 te gaan vertellen. Tijdens die twee uur durende autorit heeft ze geen minuut gezwegen. Ze was vooral bezig met de gedachte dat Marnix misschien masturbeerde tijdens zijn wurgspel omdat zijn rits openstond. Dat gebeurde trouwens wel meer bij mijn zoon. Ze kon maar niet begrijpen dat het mij niet kon schelen of hij aan het masturberen was of niet. Waar moeide ze zich mee? Mijn zoon was dood! Die autorit was echt de hel. Ik heb het er lang moeilijk mee gehad en ben héél kwaad geweest op dat mens. Verschillende passages heb ik later geschrapt en herschreven. De kwaadheid is eruit gesijpeld tijdens het schrijven.

»Na de dood van Marnix heb ik een bucket list gemaakt: dingen die ik nog wil doen voor ik sterf. Een marathon lopen was daarbij, en dat heb ik inmiddels gedaan. Het lopen heeft me enorm geholpen om sterk te worden en uit die put te klimmen. Net als het lezen van het boek ‘Tonio’ van A.F.Th. van der Heijden. Dat heeft me zoveel troost geboden, omdat het zo herkenbaar was. Omdat hij ook zoveel spijt heeft van al die momenten dat hij geen tijd had voor zijn zoon omdat hij met zijn eigen belangrijke projecten bezig was. Je voelt er het schuldgevoel in, dat je het beter had kunnen doen met je kind, waar ik ook zo hard mee heb geworsteld. Ik heb hem nadien een brief geschreven om hem te zeggen hoe goed zijn boek mij gedaan heeft. Hij heeft me teruggeschreven, een brief getypt op een oude tikmachine. Dat soort dingen helpt je om verder te gaan.

»De komende jaren heb ik mijn leven zo ingericht dat ik ten volle kan genieten van mijn dochter, nu het nog kan. Ze wordt eind van de maand 16, ze heeft nu de leeftijd die Marnix is geworden. Eden heeft mijn boek nog niet gelezen. Ze durft niet, nog niet. Ze mist haar broer heel erg. Ik heb een job als personal assistant waarbij ik thuis kan werken, dus er is altijd iemand als ze thuiskomt van school. Geen fratsen meer met kinderen die alleen thuis zijn en zich steendood vervelen.»

HUMO Heb je nog schuldgevoelens?

Boon «Soms, in vlagen. Nu ik het boek geschreven heb minder. Alles ligt open en bloot. Hij zal niet vergeten worden. En misschien zullen sommige kinderen wel voorzichtiger zijn. Of zullen leraars met hun leerlingen praten over dat niet zo onschuldige stikkertje. Misschien onderneemt het ministerie van Onderwijs iets voor hoogbegaafde kinderen, of komt er een onderzoek naar wurgspelen in ons land. Er zal toch iets gebeuren. Al die keren dat ik geen tijd had voor mijn zoon omdat ik met mijn ‘belangrijke zaken’ bezig was: ik hoop dat ik het op deze manier een beetje goedgemaakt heb.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234