Merijn De Boer - ’t Jagthuys
In tegenstelling tot wat de ouderwets aandoende cover en titel doen vermoeden, gaat ‘’t Jagthuys’, de nieuwe roman van de jonge Nederlander Merijn de Boer, over een modern knelpuntberoep: dat van sekswerker voor fysiek en mentaal gehandicapten. Toch lijkt het geen toeval dat de job van zijn protagoniste teruggaat op het oudste beroep ter wereld. De Boer is in meer dan één opzicht een schrijver van de oude stempel, een opmerkelijk maar welgekomen anachronisme tussen de drukdoenerij die zijn generatie weleens kenmerkt.
De ster van De Boer begon te rijzen in 2011, toen zijn debuutbundel ‘Nestvlieders’ met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs werd bekroond. Sinds zijn eerste roman, ‘De nacht’ (2014), mag hij gewaardeerde collega’s als Joost de Vries en Jeroen Brouwers onder zijn fans rekenen. Voortaan mag De Boer ook ons op zijn mailinglist zetten: ‘’t Jagthuys’ is charmante, intrigerende literatuur, die ons terug naar de stoffige boeken uit onze kindertijd katapulteerde, vol mysterieuze oude huizen en onheilspellende figuren.
Het verhaal van ‘’t Jagthuys’ is een wals voor twee die een danspartner te veel telt. Wie die ongenode gast is, hangt af van het standpunt dat de lezer hanteert. Wel zeker: van de drie figuren die zich samen op de dansvloer wagen, is Vera – de sekswerker die voor de kost ‘mongolen aftrekt’ – de minst zonderlinge. Vera is een kind van haar tijd; in haar jeugdige overmoed reisde ze ooit de wereld af, maar nu bivakkeert ze al even in één van de vele anonieme flats die Amsterdam rijk is. Tot op een dag werk en liefde plots samenvallen in Binnert, een dertiger ‘met het hoofd van een filosoof en het lichaam van een atleet’ die veilig onder moeders rokken leeft in een afgelegen landhuis. Binnert lijdt aan een mysterieuze zenuwziekte (toch volgens zijn moeder) en leeft zo afgezonderd dat hij het aantal mensen dat ooit zijn pad kruiste, bijhoudt. Vera wordt daarbij ‘nummer 15’. Opmerkelijk: het is moederlief zelf die op een dag besluit dat het tijd wordt dat haar zoon de lichamelijke liefde leert kennen en Vera optrommelt. Toch is het vanaf het begin zonneklaar dat de twee vrouwen strijd met elkaar zullen voeren, en niet van de gezonde soort. ‘Bij wijze van misleidende prelude op het jeugdige lichaam van Vera, had ze zich uitgekleed en met een passer haar binnenste aan hem getoond en uitgelegd waar het kietelde – maar daar lag wat haar betreft de grens. Een moeder kon ook té dichtbij komen.’ Ook Vera raakt helemaal in de ban van Binnert, die door zijn jarenlange isolement zijn morele en geestelijke onschuld wonderwel heeft bewaard.
Het pad dat de schrijver Binnert uiteindelijk opjaagt – weg van moeders rokken, de boze, moderne wereld in – is al vaker betreden in film, tv en literatuur. De Nederlander verkent het echter met zoveel stilistische elegantie en achteloze spot dat dat déjà-vugevoel niet in de weg zit. De Boer doet binnenkort ons land aan tijdens de ‘Saint Amour’-tournee van Behoud de Begeerte – wij zijn alvast benieuwd naar het jonge lijf dat bij die oude schrijversziel hoort.