Met veel humor vertelt verloskundige Beatrijs Smulders over het gezin waarin ze opgroeide en de ontdekking van haar eigen lichaam

Ze is bekend van de bestsellers ‘Veilig zwanger’ en ‘Veilig bevallen’, maar maakte vooral naam (en riep ook weerstand op) als pleitbezorger van een bevalling met zo weinig mogelijk ingrepen, en als het enigszins kan thuis. Inmiddels is verloskundige Beatrijs Smulders 68 en vindt ze het tijd voor een terugblik. Ze heeft er een trilogie voor uitgetrokken.

‘Bloed’ is de titel van het eerste deel. Daarin vertelt Smulders met veel humor over het gezin waarin ze is opgegroeid: met zeven kinderen netjes katholiek, maar wel ‘vroom met een knipoog’. Van haar vader, een huisarts, kreeg ze te horen dat ze ‘haar onderbroek zo lang mogelijk moet aanhouden’. Zonder terughoudendheid, soms vrij plastisch, schrijft ze over de ontdekking van haar eigen lichaam: de leuke (‘Ik blader spontaan door mijn schaamlipjes’) en de minder leuke kanten, zoals een ongewenste zwangerschap.

Het is de fascinatie met seks en vrouwen die haar bij de verloskunde brengt – ze is nochtans afgestudeerd als ergotherapeut, maar blijkt volstrekt ongeschikt voor dat vak. Ze vertelt enthousiast over haar eerste jaren als verloskundige. Zelf kinderen krijgen doet ze pas veel later: daarover vertelt ze in ‘Moeder’, dat volgend jaar verschijnt.