Metallica - Death Magnetic
'Vergeet dat jullie Metallica zijn. Vergeet de hits. Vergeet hoeveel geld er op de bank staat. Beginnelingen, dát zijn jullie. Ga die studio in, geef er een lap op en bel me pas als jullie me kunnen overtuigen.' Muziekmogol Rick Rubin waggelt de controlekamer uit, en op de bank blijft de grootste metalband aller tijden achter, dazed and confused. We schrijven 2006.
In de eighties hadden James Hetfield en Lars Ulrich hun genre zowat uitgevonden, maar toen schoven ze het Grote Metalboek opeens terzijde. Begin jaren negentig haalden ze producer Bob Rock aan boord, peddelden richting mainstream, schreven compacte nummers met pophooks en scoorden met hun titelloze vijfde een bestseller. Daarna gingen ze naar de kapper (fuck!), namen een duet op met Marianne Faithfull (yuck!), coverden Bob Seger (fuck!), concerteerden met een symfonisch orkest (fuck!), maakten van hun naam een lucratieve franchise (fúck!) en toonden afhakende puristen schaamteloos de middelvinger. Rond de eeuwwende kwam de buiklanding: bassist Jason Newsted - de verguisde opvolger van legende Cliff Burton - vertrok, Hetfield verzoop in de alcohol, en de toekomst van Metallica hing aan een iel draadje. De tragikomische rockumentary 'Some Kind of Monster' legt vast hoe ze er, geholpen door een performance coach, toch opnieuw een schijf uitpersten. Brute pech: 'St. Anger', uit 2003, was primal scream voor prima donna's, weinig meer. Exit Rock, enter Rubin! De baardige dikkerd, bekend als carrièrebooster van dwalende helden, stak de groep met de hulp van nieuwbakken basman Robert Trujillo een fikse peper in het gat, en jongens wat is dát te horen aan 'Death Magnetic', een razende aanval op de zinnen.
'Death Magnetic' is Metallica's memento mori. Wat begon als een eerbetoon aan gevallen helden als Alice in Chains-zanger Layne Staley, eindigde met het besef dat - met de woorden van Cliff Burton - to live is to die. Het spoort de four horsemen aan om niet langer weg te rennen van het verleden en lekker hun instinct te volgen. Resultaat: tien zorgvuldig gecomponeerde, kristallijn klinkende riffathons die de slagen-en-verwondingen-modus van de pioniersjaren combineren met de savvy die de band sindsdien heeft vergaard. Hetfield zingt en speelt de ziel uit zijn lijf, Ulrich zet een prima Animal-van-de-Muppets neer, Trujillo bewijst dat hij zijn maats als gegoten zit, en oef, oef, oef: Kirk Hammett soleert weer op het scherp van de snee (hou die onderkaak al maar vast!).
Tuurlijk levert dat ook déjà entendu's op - eerste single 'The Day That Never Comes' kanaliseert oude krakers 'Fade to Black' en 'One'. Maar kent u veel artiesten die na hun zilveren jubileum níét uit duizenden te herkennen zijn? En had ú nog iets te mekkeren nadat tweede single 'My Apocalypse' uw kanis had vertimmerd? Aha! Wat telt is dat Metallica anno 2008 geen betere plaat had kunnen maken. Wat telt is dat die niet uit de toon valt bij hun hoogdagen ('That Was Just Your Life', 'Broken, Beat & Scarred' en 'The Judas Kiss' staan hóóg op de Moordlijst van uw dienaar). Wat telt is dat 'Death Magnetic' als de beste rock de brug slaat naar tienerharten van alle leeftijden, en ze wapent tegen de wereld.
Als u écht slaande argumenten wilt, klop dan eens aan bij één van de miljoenen angry young men die deze songs zullen downloaden voor de populaire game 'Guitar Hero', en die ze vóór de release al wijdbeens stonden na te spelen op YouTube. Eindelijk heeft hun generatie háár straffe incarnatie van Metallica. Misschien wint zo'n Hetfield in de dop ooit wel Humo's Rock Rally. Dis 'Death Magnetic' en hij zal u weten te vinden.
Toptracks: 'That Was Just Your Life', 'Broken, Beat & Scarred', 'The Judas Kiss' en 'My Apocalypse'