GESPREK VAN DE DAG
Michael Wolff: auteur van schandaalboek ‘Fire and Fury’ en nagel aan Trumps doodskist
Luidt ‘Fire and Fury’ het einde van de Amerikaanse president in of is het – zoals Donald Trump zelf zegt – ‘een boek vol leugens’? Michael Wolff, auteur, journalist en maandenlang vlieg op de muur in het Witte Huis, blikt terug op de vreemdste weken uit zijn leven. ‘Het personeel in het Witte Huis is de laatste barrière om het land te beschermen tegen Trump. Zonder hen wordt het gevaarlijk.’
Hij gedraagt zich als een kind, hij leest niets van wat onder zijn neus wordt geschoven en toen één van zijn adviseurs de Amerikaanse grondwet probeerde uit te leggen, raakte hij niet verder dan artikel 4 ‘voor de president met zijn ogen begon te rollen’. Neen, het beeld dat in het boek ‘Fire and Fury’ van Donald Trump wordt geschetst, is niet bepaald lovend. In de eerste maanden van Trumps presidentschap kreeg Michael Wolff (64), journalist voor onder meer Vanity Fair en Hollywood Reporter, toegang tot het Witte Huis om alles wat hij hoorde en zag te noteren. Dat resulteerde in een boek waarvoor Amerikanen midden in de nacht gingen aanschuiven om de eerste exemplaren op de kop te tikken, maar het kon ook rekenen op de toorn van de president. Trump probeerde eerst vruchteloos om de publicatie van ‘Fire and Fury’ tegen te houden, trok daarna op Twitter van leer tegen Wolff en verbrak alle banden met Steve Bannon, zijn ex-adviseur en Wolffs belangrijkste bron. Nochtans legde Trump de auteur bij hun eerste ontmoeting geen strobreed in de weg.
Michael Wolff «Na de verkiezingen heb ik Donald Trump gevraagd of ik een boek mocht schrijven over zijn eerste honderd dagen als president. Eerst dacht hij dat ik een job in zijn administratie wilde, maar toen ik uitlegde dat het om een boek ging, zei hij ‘A book?’ Hij zat meteen met zijn gedachten elders, want iemand die boeken schrijft, bestaat niet voor hem (lacht). Ik drong aan, waarop hij ongeïnteresseerd zei: ‘Jaja, doe maar.’ Er was dus niets heroïsch aan, hè. Ik daagde elke dag op in het Witte Huis, en aangezien er niemand zei dat ik moest weggaan, deed ik voort.»
- Je gesprekspartners zouden toch beter moeten weten dan openhartig te praten met een journalist die in het Witte Huis rondhangt. Waar kwam dat vertrouwen vandaan?
Wolff «Ik weet niet zeker of je het vertrouwen mag noemen. In dit Witte Huis spreekt iedereen voortdurend met journalisten – met iedereen die wil luisteren, eigenlijk. Ze hebben daar nood aan, ze willen zélf begrijpen wat ze daar aan het doen zijn. (Denkt na) Weet je, het vreemde is dat ik niet de enige ben die weet hoe het er daar aan toe gaat. Iederéén die er wat tijd doorbrengt, weet dat. Alleen schrijven ze er niet over. Er is natuurlijk een verschil tussen een journalist die voor de krant verslag uitbrengt vanuit het Witte Huis en iemand die een boek schrijft. Ik zat in een luxepositie. Ik wist dat ik na de publicatie van mijn boek niet terug moest, in tegenstelling tot al die journalisten, die wél opnieuw toegelaten moeten worden nadat hun stukken zijn verschenen. Bovendien moest ik het nieuws niet achternajagen, maar kon ik achteroverleunen en rondkijken. Ik kon Trumpland in volle glorie aanschouwen.»
- Dan stelt zich de vraag of je dit soort reportages ooit nog zal kunnen maken. Wie zal je ooit nog vrije toegang willen geven?
Wolff «Wel, toen in 2010 mijn biografie over Rupert Murdoch uitkwam (‘The Man Who Owns the News’, red.), reageerde die daar ook woest op. Hij háátte dat boek. En ik kreeg nadien net dezelfde vragen. Waarom heeft hij jou in godsnaam toegelaten? En wie zal dat ooit nog doen?»
- Het grappige is dat Murdoch en Trump elkaar goed kennen en vaak met elkaar bellen.
Wolff «Klopt, maar blijkbaar heeft Murdoch hem nooit gewaarschuwd. Eerlijk gezegd was dat mijn grootste angst: dat Murdoch op een dag zou binnenwandelen in het Witte Huis en meteen het bevel zou geven om mij buiten te gooien (lacht).»
- Nog even over het verschil tussen werken als journalist en als schrijver. Een jaar geleden heb je je kritisch uitgelaten over de journalisten in het Witte Huis, omdat ze volgens jou niet objectief waren. Was dat strategisch, om toegang te krijgen tot Trump, of was het een oprechte ergernis?
Wolff «Het tweede. Ik had bij de start van Trumps presidentschap het gevoel dat de pers al had uitgemaakt hoe ze over hem zou schrijven. Ik zag dat mensen uit de media moeite hadden om alles onbevooroordeeld te bekijken. Ik niet: ik ben hieraan begonnen zonder te weten wat ik zou vinden. Ik stond open voor alles, ik wou gewoon rondkijken in het Witte Huis en luisteren. Ik had even graag een positief boek over Trump geschreven, over hoe interessant en spannend zijn eerste maanden waren, hoe vernieuwend hij was als president. Maar toen kwam ik daar binnen en dacht ik: oh my God. En dag na dag werd het erger, leek het alsof hij steeds slechter begon te functioneren. Niet dat ik dat zelf zag, maar omdat ik luisterde naar de mensen rond hem.»
- Je zat, zoals je zei, in een luxepositie. Wat is het verschil tussen jouw aanpak en die van een krantenjournalist?
Wolff «De dagelijkse verslaggeving is goed, maar dat blijft ze ook: dagelijks. En één van de aspecten van Trumps gedrag is dat wat hij de ene dag doet, onmiddellijk weer overschaduwd wordt de dag nadien. Je krijgt de ene ontploffing na de andere, en daardoor zie je de hele veldslag niet meer. Dat totaalbeeld heb ik proberen te geven.
»In de berichtgeving merk je vaak een ondertoon: ‘Hoe vreemd is Donald Trump?’ Maar ik weet niet hoe de journalisten écht over hem denken. Ze brengen dagelijks verslag uit, maar geloven ze dat de president in staat is om zijn job uit te oefenen? Ik heb die journalisten en commentatoren verplicht om die vraag te beantwoorden. Ik heb het gordijn weggetrokken en gezegd: ‘Kijk, hij heeft geen kleren aan.’»
- Er staan veel verhalen in het boek die wijzen op mentale problemen bij de president, bijvoorbeeld over hoe hij vrienden van vroeger niet meer herkent wanneer hij gaat golfen. Is hij dement aan het worden?
Wolff «Dat kan ik niet zeggen, ik ben geen arts. Maar als je hoort hoe hij zichzelf in gesprekken keer op keer herhaalt, dan vind ik dat alarmerend.»
- Hoe was hij toen jij met hem sprak?
Wolff «Heel open en joviaal, maar zodra hij begon te spreken, ging het alleen maar over hemzelf. Over hoe geweldig hij is, over zijn verwezenlijkingen, enzovoort. Het was surreëel. Maar veel meer kan ik daar niet over zeggen, omdat die gesprekken niet on the record waren.»
- Hoe vaak…
Wolff «Weet je, dit is precies wat Trump en zijn omgeving proberen. Het Witte Huis heeft naar buiten gebracht dat ik hem nooit gesproken heb, en nu stel jij daar vragen over.»
- Dat is toch een logische vraag? Ik doe het niet omdat het Witte Huis me dat opdraagt.
Wolff «Het toont wel hoe alles wat het Witte Huis zegt, overal doorsijpelt. Ik heb van het begin af gezegd dat ik in totaal ongeveer drie uur met Trump heb doorgebracht, vanaf juni 2016 tot nu. Als het gaat over hoe goed ik hem ken, sta ik recht in mijn schoenen. Maar het punt is: dit boek heeft niets te maken met míjn mening over de president. Het gaat over de ervaringen van de mensen rond hem. Die het dichtst bij hem staan, die voor hem werken, die het land besturen.»
- En die in jouw boek vaak naar voren komen als een bende incapabele nietsnutten.
Wolff «Dat wil ik nuanceren. Enerzijds heb je de administratie in het Witte Huis, die het land probeert te besturen, en dat verloopt het ene moment succesvoller dan het andere. Anderzijds heb je Donald Trump: hij is het ongeleide projectiel. Toen hij probeerde om de verschijning van ‘Fire and Fury’ op het nippertje tegen te houden, vond niemand uit zijn entourage dat een goed idee, maar toch is het gebeurd.»
- Steve Bannon, Trumps ex-adviseur en jouw belangrijkste bron, heeft zich intussen verontschuldigd voor zijn uitspraken in het boek. Wat dacht je toen je dat hoorde?
Wolff «Dat heeft me verrast. Ik heb Steve graag. Ik ben het niet eens met veel van zijn toekomstplannen voor het land, maar ik kan hem wel appreciëren als persoon. Hij heeft me ook erg geholpen en veel interessante inzichten geboden. Maar Bannon was de chief strategist in het Witte Huis: hij is altijd met strategie bezig. Dus ga ik ervan uit dat dat nu ook zo is.»
- Sommigen denken dat het voor Bannon allemaal één groot spel is en dat hij zich wel weer in Trumps gratie zal werken. Eventueel met een pakkende reünie tussen de twee, zoals in een realityshow.
Wolff «Donald Trump blijft in ieder geval niet lang kwaad. Hij is een verkoper: als hij je niets kan verkopen, dan ben je nutteloos voor hem, maar als je plotseling opnieuw in zijn showroom staat en met je portefeuille zwaait, dan zal hij je wel iets aansmeren. En andersom: als je hem iets te bieden hebt, dan zal hij dat aannemen.»
- Heb je Bannon nog gehoord sinds het boek uitkwam?
Wolff «Daar antwoord ik liever niet op.»
- Trump heeft het beeld dat je van hem neerzet in het boek proberen te weerleggen, onder meer door zichzelf op Twitter a very stable genius te noemen. Misschien een quote voor de cover bij de volgende herdruk?
Wolff «Ik heb er gemengde gevoelens bij. Aan de ene kant is het goed voor de verkoop van het boek, dat zal ik niet ontkennen. Aan de andere kant is het allemaal zo lachwekkend. En een beetje beangstigend. Net zoals die brief van de advocaat van de president om de publicatie tegen te houden: die was tegelijk belachelijk én angstaanjagend.»
- Ben je bang geweest dat het hen zou lukken?
Wolff «Neen, de president kan zo’n publicatie niet verbieden. Mijn uitgever was daar ook niet bang voor (toen Trump het boek wilde tegenhouden, heeft uitgeverij Henry Holt ‘Fire and Fury’ een paar dagen sneller laten verschijnen, red.).»
- Heb je nagedacht over eventuele professionele of persoonlijke gevolgen?
Wolff «Hij blijft de president van de Verenigde Staten, hè. Dat is de realiteit. De machtigste man van het land, van de wereld, heeft me nu in het vizier. Hoe absurd dat ook is, het speelt wel in je hoofd. Maar goed, het ergste wat me tot nu toe is overkomen, is dat er paparazzi in mijn straat opduiken. Vanochtend zag ik er één staan. Ik keek eerst rond om te zien van welke beroemdheid hij foto’s aan het maken was, en toen begon het langzaam te dagen (lacht).»
- De feitelijke correctheid van ‘Fire and Fury’ kwam al meermaals ter sprake, en eventuele fouten zijn een krachtig wapen om jou en het boek te bekritiseren.
Wolff «De research voor dit boek is erg grondig gedaan en er is ook een uitgebreid bronnenonderzoek gebeurd. Staan er fouten in? Wel, blijkbaar heb ik Mark Berman en Mike Berman met elkaar verward, dus: ja. Maar de waarheid is dat het Witte Huis en de president alles zullen doen om het hele boek in diskrediet te brengen. Dat is the Trump way. Zal hij daarin slagen? Misschien. De president is succesvol in wat hij doet, hij is tenslotte op één of andere manier in het Witte Huis geraakt. Maar ik sta absoluut achter alles wat ik geschreven heb.»
- Er is een harde kern van Trump-fans, die zogenaamde 35 procent van de kiezers die hem blijven steunen, wat er ook gebeurt. Denk je dat zij jouw boek opzij zullen schuiven als het zoveelste geval van fake news?
Wolff «Trump heeft tijdens de verkiezingscampagne zelf gezegd: ‘Ik zou iemand kunnen neerschieten op Fifth Avenue en mensen zouden nog steeds voor mij stemmen.’ Ik denk dat er veel Amerikanen zijn voor wie dat inderdaad klopt. Maar Steve Bannon spreekt in het boek ook over hoe die betovering verbroken kan worden, en ik denk dat er een punt komt waarop dat zal gebeuren. Zal dit boek daarbij helpen? Misschien. Ik denk ook dat die fanbasis minder groot is dan de 35 procent die je aanhaalt, en dat de groep gematigden veel groter is. Die wordt altijd vergeten, en dat zijn net de mensen die bereid zijn om hun mening te herzien.»
- Voor linkse lezers zal je boek elke veronderstelling over Trump bevestigen. Hij blijft op een bepaalde manier altijd trouw aan zichzelf.
Wolff «Voor de mensen in het Witte Huis die het dichtst bij hem staan, is dat ook iets waarop ze kunnen terugvallen. Soms, als ze niets konden zeggen – en ik bedoel: als wat er gaande was niet uit te leggen viel – dan zeiden ze: ‘He’s Donald Trump.’ En ze haalden hun schouders op.»
- We zien in het boek inderdaad een aantal personen die zich inspannen om er het beste van te maken, ondanks de bizarre en tumultueuze omstandigheden.
Wolff «Op een bepaalde manier ben ik veel mensen in het Witte Huis gaan bewonderen. Dat is grappig, omdat ik tegelijk denk dat ze daar niet zouden mogen zijn. Eigenlijk zouden ze gezien de situatie moeten zeggen: ‘Dit is slecht, ik wil hier geen deel van uitmaken, ik ben weg.’ Maar ik zag ook dat veel mensen beseffen dat ze nu belangrijk zijn. Zij zijn de laatste barrière. Ze beschermen hun land tegen de man voor wie ze werken.»
- En als zij wegvallen…
Wolff «Dan wordt het alleen maar gevaarlijker. Momenteel is de belangrijkste adviseur van de president zijn stafchef John Kelly, een ervaren generaal. Net een trapje lager staat communicatieadviseur Stephen Miller, die onlangs nog ten onder ging in een talkshow op CNN (presentator Jake Tapper brak het interview af met de woorden: ‘U hebt genoeg tijd van onze kijkers verspild’, red.). En dan is er ook nog communicatiedirecteur Hope Hicks, een vriendelijke 28-jarige vrouw die van toeten noch blazen weet.»
- Behoudens uitzonderlijke omstandigheden blijft Trump nog drie jaar president. Hoe moet een bezorgde lezer daarop reageren?
Wolff «Dat weet ik niet. Dat is mijn job niet. Ik ben gewoon een kerel die naar binnen gaat, rondkijkt, luistert en alles neerschrijft. En op zo’n manier dat de lezer het gevoel heeft dat hij in een zetel in het Witte Huis zit. Dat is alles.»
© Time Magazine. Vertaling en bewerking: Stefaan Werbrouck.