Midsommar
Horror onder de middernachtszon.
undefined
Dankzij het succes van ‘Hereditary’ mag regisseur Ari Aster zich één van de vaandeldragers van de Amerikaanse horrorrevival noemen. Het grappige is dat Aster helemaal niet van plan was om te debuteren met een horrorfilm. ‘Ik wilde eigenlijk een puur familiedrama maken,’ zo vertelde hij ons tijdens een interview. ‘Maar omdat Hollywoodstudio’s nu eenmaal niet geneigd zijn om budgetten te spenderen aan intimistische drama’s, besloot ik om het over een andere boeg te gooien.’ En voilà, Aster maakte zijn debuut met een verontrustende horrorfilm die men evengoed kan bekijken als een grotesk kammerspiel over een vrouw (Toni Collette) met een aanleg voor schizofrenie.
Dat Aster een obsessie heeft met mentale aandoeningen, blijkt ook uit zijn nieuwe, alweer meesterlijke film. ‘Midsommar’ begint immers als een claustrofobisch drama over een studente (Florence Pugh) die van haar aan een bipolaire stoornis lijdende zus een verontrustende email ontvangt: ‘Ik kan niet meer. Alles is zwart. Vaarwel.’ Wij kunnen daar alleen maar aan toevoegen dat wij na de eerste vijftien briljante maar aardedonkere minuten van ‘Midsommar’ als bevroren in ons bioscoopstoeltje zaten – en dat zeggen wij heus niet alleen omdat de proloog zich afspeelt in een winters landschap. In een poging om haar demonen uit te drijven, trekt Dani samen met haar lief en enkele andere studenten naar het Hoge Noorden, waar het gezelschap op uitnodiging van een Zweedse vriend een eeuwenoud negendaags midzomerfestival in de volle natuur bijwoont. Dat de daaropvolgende ceremonies en rituelen zich allemaal voltrekken in het onverbroken licht van de middernachtszon, maakt de ogenschijnlijk bucolische setting er overigens niet minder dreigend op. Als wij u nu vertellen dat ‘Midsommar’ inhoudelijk een grote verwantschap vertoont met de cultclassic ‘The Wicker Man’, dan is dat géén spoiler. Integendeel: zodra ze in die heidense commune arriveren, is het zonneklaar dat Aster wil dat u wéét dat die studenten met open ogen in een val lopen. Van in het begin bevroeden dat de personages gedoemd zijn en vervolgens uw voorgevoelens scène na scène met een griezelige onafwendbaarheid zien uitkomen: dát is het folterwerktuig waarmee Aster u bijna tweeënhalf uur lang met een diabolisch genoegen zit te pijnigen.
Wie kickt op snelle ‘Boe!’-effecten zal wellicht enige moeite hebben met het trage ritme, maar Aster is nu eenmaal een cineast die graag zijn tijd neemt om de spanning in crescendo te laten gaan – en reken maar dat die knoop in uw buik met de minuut pijnlijker zal worden. De échte horrorfanaten onder u hoeven overigens niet te wanhopen: ‘Get Out’-regisseur Jordan Peele had verdorie gelijk toen hij verklaarde dat sommige beelden uit het magnifiek gefotografeerde ‘Midsommar’ tot de schokkendste behoren die hij ooit heeft aanschouwd. Achteraf verlieten wij de bioscoopzaal met één van de heerlijkste gevoelens die een mens kan hebben, het onovertroffen ‘Wat the fuck heb ik zonet gezien?!’-gevoel. In de gauwte graait Aster ook nog de trofee mee voor de meest hilarische seksscène, maar genoeg geluld nu. Hoort u dat hypnotiserende tromgeroffel? De ceremonie begint. De mannen en de vrouwen in de witte gewaden verwachten u. Vrolijke midzomer!