WetenschapsjournalistSonia Shah
‘Migratie is niet het probleem, maar net de oplossing’
Zoveel mogelijk mensen in hun eigen land houden: dat zal min of meer de inzet zijn van het nieuwe Europese migratiebeleid dat vandaag wordt gepresenteerd. Nochtans heeft dat geen enkele zin, stelt de Amerikaanse wetenschapsjournalist Sonia Shah in haar nieuwe boek ‘The Next Great Migration’. Migreren is een natuurkracht.
Midden in de migratiecrisis in 2015 werden haar ogen geopend, vertelt Sonia Shah via Skype vanuit Baltimore. Als wetenschapsjournalist deed ze destijds vanuit Griekenland verslag. ‘Ik wilde de risico’s voor de volksgezondheid van al die vluchtende mensen onderzoeken, maar die bleken er helemaal niet te zijn! Als de volksgezondheid al werd bedreigd, werd dat niet door de vluchtelingen zelf veroorzaakt maar door de slechte omstandigheden waarin ze werden opgevangen.’
Dat ze instinctief had gedacht dat grote groepen mensen in beweging wél problemen zouden geven – een pandemische catastrofe wellicht – zette Shah aan het denken. ‘Ik ben geen xenofoob, mijn ouders zijn immigranten uit India. Waar kwam die reflex dan vandaan? Dat wilde ik uitzoeken. Dit boek is daarom een heel persoonlijke reis geweest.’
De ideeën van Carl Linnaeus
Een reis die Shah terugbracht naar de 18de eeuw. Daar liggen volgens haar de wortels van de huidige ideeën over migratie. Het was de tijd waarin de Zweedse natuuronderzoeker Carl Linnaeus zijn stempel drukte op het denken over de natuur. Hij zag de natuur als iets statisch dat netjes geordend kon worden. Planten en dieren horen allemaal op een eigen plek: de kameel in het Midden-Oosten, de kangoeroe in Australië.
Sonia Shah (New York, 1969) is wetenschapsjournalist. Haar stukken verschijnen onder andere in The New York Times en Wall Street Journal. Shah schreef verschillende boeken over wetenschap, mensenrechten en internationale politiek. Haar boek ‘Pandemic: tracking contagions from cholera to ebola and beyond’ dat ze in 2017 schreef, viel diverse keren in de prijzen. Shah studeerde journalistiek, filosofie en neurowetenschappen aan het Oberlin college in Ohio.
‘Ik wist dat Linnaeus bekend was geworden vanwege het categoriseren van planten en dieren, maar ik wist niet dat hij zijn ideeën ook toepaste op mensen. Afrikanen horen in Afrika, vond hij, en ze zijn zwart.’
Linnaeus beschouwde mensen als verschillende soorten die hij per kleur en continent categoriseerde: gele mensen in Azië, witte mensen in Europa en rode mensen in de Amerika’s. ‘Ik vond het schokkend om erachter te komen dat zijn ideeën, die zo geïncorporeerd zijn, gebaseerd waren op mythes, roddels en anekdotes. Linnaeus heeft zijn vaderland zelden verlaten, hij is nooit de oceaan overgestoken en ontmoette geen mensen die niet op hem leken.’
Overzichtelijke wereld
Het had ook anders kunnen lopen, denkt Shah. ‘We gaan er over het algemeen vanuit dat wetenschappelijke waarheid diep geworteld is en een solide basis heeft. Maar op veel cruciale momenten is er sprake van diepe onenigheid tussen wetenschappers. Ook in dit geval. De Franse natuuronderzoeker Georges-Louis Leclerc de Buffon zag de natuur in die periode juist als een veranderlijk en dynamisch geheel. De uiterlijke verschillen tussen mensen waren ontstaan omdat zij zich aan hun omgeving hadden aangepast, stelde Buffon.
Toch werd het classificatiesysteem van de ambitieuze Linnaeus uiteindelijk de officiële theorie, want die kwam de heersende klasse van die tijd volgens Shah beter uit. Het maakte de wereld in een periode van overzeese handel namelijk overzichtelijk. ‘Als ze in Argentinië of Zuid-Afrika waren, konden ze de wereld om zich heen nog begrijpen door alles wat ze zagen – honden, apen, noem maar op – in categorieën onder te verdelen.’
Bijna alle soorten bewegen
Shah dook niet alleen de geschiedenis in, maar dompelde zich ook onder in het dierenrijk. ‘We kunnen veel leren van het gedrag van dieren; in mijn werk probeer ik mensen altijd in de context van de natuur te blijven zien. Bij dit boek over migratie is dat extra belangrijk gebleken omdat het contrast zo duidelijk is. Als vlinders migreren is iedereen blij, maar als Syriërs hetzelfde doen is iedereen boos.’
Zo was de vreugde groot toen halverwege de jaren 90 duidelijk werd dat ‘landkaartjes’ (een vlindersoort) een groot deel van Noord-Amerika hadden weten door te trekken. Gedacht werd dat het kleine kwetsbare vlindertje gedoemd was tot uitsterven door klimaatverandering en het oprukken van de stad.
‘We zaten nog steeds vast in die denkwereld dat alles en iedereen een eigen plekje heeft; we dachten dat vlinders niet in staat waren om te trekken. Dat deze vlinders migreerden werd als goed nieuws ontvangen, want dat betekende dat de soort door zich aan te passen zou kunnen overleven.’
Het vlinderonderzoek inspireerde allerlei wetenschappers om hun verzamelde data over kikkers, vogels en plankton met frisse ogen te bekijken. En wat bleek: bijna alle soorten bewegen, zelfs het koraalrif dat als statisch wordt gezien blijkt in staat te verhuizen als dat nodig is om te overleven. Veranderingen zijn niet nieuw op deze planeet en vergen aanpassingen. Duizenden soorten dieren trekken door woestijnen, langs kusten, door oceanen schrijft Shah. ‘Het leven is in beweging, tegenwoordig net zo goed als in het verleden.’
Met kano’s door de Stille Oceaan
En de mens is daarbij geen uitzondering, zegt Shah. ‘Lange tijd is aangenomen dat mensen in het verre verleden weliswaar hebben getrokken, maar dat ze daarna duizenden jaren voornamelijk op één plek bleven en pas in de moderne tijd weer begonnen te bewegen.’ Maar aan de hand van nieuwe technieken die het mogelijk maken om genetische monsters van heel oude botten te analyseren wordt volgens Shah een ander patroon zichtbaar. ‘Zelfs in de oudheid wisten mensen de moeilijkste plekken te bereiken, niet één keer maar verschillende keren. Ze liepen het Tibetplateau op en peddelden zonder moderne navigatiesystemen met kano’s door de Stille Oceaan, niet wetende waar ze zouden uitkomen. Daarbij maakten mensen gebruik van wat wij nu ‘technologie uit het stenen tijdperk’ zouden noemen.’
We hebben volgens Shah nauwelijks door in welke mate we als mensen over de aarde bewegen. Dat komt onder andere omdat goede cijfers ontbreken, zegt ze. ‘We verzamelen alleen nauwkeurig cijfers over asielzoekers, vluchtelingen en bepaalde klassen van mensen omdat we ze verdacht vinden en denken dat hun migratie verstorend werkt. Veel andere bewegingen zijn uit zicht, terwijl mensen voortdurend verhuizen: bijvoorbeeld van het ene arme land naar het andere arme land, om elders zaken te doen of familie op te zoeken, noem maar op.’
Tijdens de uitbraak van de pandemie in Wuhan werd dat nog eens duidelijk, zegt Shah. ‘Tegen de tijd dat deze Chinese stad zijn grenzen sloot vanwege het virus, hadden al zeven miljoen mensen de stad verlaten. Niet vanwege een overstroming of zo, het ging om heel reguliere bewegingen. De grenzen met China sluiten was dus zinloos, omdat al zo veel mensen vertrokken waren die het virus al naar elders hadden meegenomen.’
De voordelen wegen zwaarder
Niet alleen onderschatten we de massaliteit van migratie, denkt Shah, in het debat wordt ook voortdurend de nadruk op de verstorende effecten ervan gelegd. Dat die er zijn, ontkent Shah niet, maar ze pleit ervoor een stap terug te doen en van een afstandje naar de geschiedenis van migratie te kijken. We kunnen migratie als catastrofe blijven bekijken of onze plek in de geschiedenis en de natuur van migratie opeisen, net zoals de vogels en de vlinders dat doen. ‘Waarom blijven we, ondanks de ontregelende effecten, toch steeds opnieuw migreren? Als je naar het grotere plaatje kijkt, moet je de conclusie trekken dat de voordelen wel zwaarder zullen wegen dan de nadelen.’
De motoren achter verandering (droogte, oorlog, klimaatcrisis) zijn weliswaar negatieve zaken, stelt Shah, maar het antwoord daarop hoeft dat niet te zijn. ‘Migratie is niet het probleem maar de oplossing. We zijn nog steeds niet in staat om die twee zaken van elkaar te scheiden.’
Dat is volgens Shah in tijden van klimaatverandering, die veel migratie op gang zal brengen, extra urgent. ‘En ja, dat zal verstorend werken, maar dat kunnen we managen. Ik vergelijk het weleens met kinderen krijgen. Ook dat is ontregelend, maar toch doe je het, je probeert controle te krijgen over de verstoringen omdat je weet dat het uiteindelijk de investering waard zal zijn.’
Maar het beheren van migratie moet wel doordacht gebeuren, aldus Shah. Dat doe je niet door hekken en muren op te trekken, want dan werkt het als een dam waarbij je op een bepaald moment ‘een explosieve migratie’ kunt verwachten ‘die alle kanten uit schiet’. De richting en het tempo zijn dan niet meer te controleren. ‘Als door een orkaan bijvoorbeeld ergens in de Caraïben in één keer 100.000 mensen een veilige plek nodig hebben, is dat heel ontregelend. Maar als je de storm ziet aankomen, kun je ook alvast wat veilige routes creëren en mensen eventueel aanmoedigen te vertrekken. Zo wordt het beter te controleren, het hoeft allemaal echt niet ingewikkeld te zijn.’ Alles is beter, zegt Shah, dan te pretenderen dat migratie te stoppen valt. ‘Mensen zullen van de ene plek naar de andere plek blijven trekken.’
Net zoals de keus voor een gezin niet altijd eenduidig is uit te leggen, geldt dat ook voor migratie. ‘Het is vaak een combinatie van allerlei overwegingen, dat weet ik als dochter van immigranten maar al te goed.’ Shah stoort zich dan ook aan het categoriseren van mensen die hun land verlaten, aan het onderscheid dat gemaakt wordt tussen economische migranten en vluchtelingen. ‘Migranten moeten altijd maar uitleggen waarom ze bewegen.’ Dat ‘op je plek’ en ‘binnen de grenzen’ blijven de norm is, is volgens Shah nog altijd een erfenis van de vroegere ideeën over de natuur. ‘Maar misschien is het tijd dat we de vraag omkeren. ‘Waarom blijf jij op één plek, waarom heb je niet bewogen?’’
Een heel bevrijdend inzicht, vindt Shah. ‘Ook voor mij persoonlijk. Net zo goed als ik migratie aanvankelijk als een afwijkend verschijnsel zag, keek ik ook op die manier naar mijn eigen identiteit. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik iets uit te leggen had over mijn Aziatische afkomst; ik voelde mij geen reguliere Amerikaan maar een Zuid-Aziatische Amerikaan.’
Het weerhield haar er bijvoorbeeld van om als vrijwilliger vluchtelingen die nieuw in de Verenigde Staten aankomen te helpen integreren; door haar Indiase afkomst had ze het gevoel daar niet de juiste persoon voor te zijn. Tegenwoordig noemt Shah zichzelf ‘een Amerikaanse’ zonder bijvoeglijke naamwoorden of verdere uitleg. Een Amerikaanse bovendien ‘met voldoende kennis van de cultuur’ om in haar stad Baltimore nieuwe vluchtelingen op weg te helpen.
(Trouw)