Overlegcomité
Minister Vandenbroucke: ‘Meer verstrengingen zijn niet uitgesloten, van versoepelingen is absoluut geen sprake’
Met de nieuwe opstoot van het coronavirus hebben we geen andere keuze dan op de tanden te bijten, zegt federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit). Dus moet de boosterprik sneller komen. Voor de zorgsector voorziet hij een loonsverhoging.
Nu omikron oprukt maken de ziekenhuizen zich weer op voor een nieuwe golf aan covidopnames. Ook de vaccinatiecentra moeten een versnelling hoger schakelen om de boosterprikken versneld toe te dienen. Voor de zoveelste keer in deze crisis rekenen we op de zorgsector om ons uit het moeras te trekken. Terwijl die sector zelf steeds dieper lijkt weg te zinken met burn-outs, uitgestelde behandelingen en hoog oplopende frustraties.
De vakbonden waren niet mals toen ze hier vorige week tijdens een manifestatie op de gevel van uw kabinet stonden te kloppen. Begrijpt u de woede?
Frank Vandenbroucke: ‘Natuurlijk. We kunnen niet genoeg beseffen hoe onwaarschijnlijk triestig en frustrerend het is om vandaag in de zorg te werken. Onze ziekenhuizen zijn compleet ontwricht. Verpleegkundigen en artsen moeten aan patiënten vertellen dat hun behandeling wordt uitgesteld. Dat is erg destabiliserend. Bovendien is de werklast enorm. Het is geen geheim dat velen hun limiet al een hele tijd overschreden hebben.’
Beseft u dat de verplichte prik in de zorg nog meer personeel kan wegjagen?
‘Uiteraard moeten we daar rekening mee houden. Maar ik wil graag het voorbeeld van Frankrijk aanhalen. Daar was een groot deel van het zorgpersoneel niet gevaccineerd, tot er een verplichting kwam. Vandaag is nog maar 0,1 à 0,3 procent ongevaccineerd. Met andere woorden: uiteindelijk valt iedereen te overtuigen. Alleen vraagt het politiek leiderschap en overtuigingskracht.’
‘Stel dat bij ons 0,1 procent van het zorgpersoneel niet overtuigd geraakt, dan gaat het om vijfhonderd mensen op een totaal van een half miljoen. Intussen zijn patiënten wel veel beter beschermd en is er meer stabiliteit op de werkvloer omdat er minder uitval is door covid. Netto levert dat een forse winst op. Hoewel de frustraties begrijpelijk zijn is zich verzetten tegen de verplichte prik geen oplossing.’
U hebt nu een plan klaar voor betere lonen in de zorg. Is dat uw manier om het goed te maken?
‘Het is vooral een manier om iedereen te blijven motiveren, wat op dit moment cruciaal is. Het federale sociaal akkoord had al 5 procent toegevoegd aan de loonmassa, waardoor veel mensen in de sector erop vooruitgaan. Maar voor gespecialiseerde verpleegkundigen was dit minder interessant. Ik heb daarom 43 miljoen euro extra klaar om hun lonen te verhogen. Mijn voorstel is dat ze vanaf 1 januari een extra forfaitair bedrag krijgen van 2.500 euro bruto per jaar als zij een bijzondere beroepstitel hebben. Denk maar aan verpleegkundigen die op spoed of op intensieve zorg staan. Voor anderen, zoals in de palliatieve zorg, gaat het om een derde van dat bedrag: 833 euro.’
2.500 euro bruto, daarvoor gaat een jonge student toch niet kiezen voor een zware en ondergewaardeerde job als spoedverpleegkundige?
‘Starters hebben al een loonsverhoging gekregen. Daarnaast moeten we de uurroosters, de opleidingen en de werkomstandigheden aantrekkelijker maken. Ik heb de sociale partners gevraagd om voorstellen op tafel te leggen. Intussen zit de regering niet stil. We investeren 4,9 miljard euro meer in de zorg dan in 2019. De ziekenhuizen hebben vorig jaar 4.500 extra aanwervingen kunnen doen. Dat is een forse vooruitgang, al ben ik niet euforisch. Ik weet dat het werk op het terrein moeilijk blijft.’
Het zal er niet op beteren nu de omikronvariant oprukt. Hoe schat u de situatie in?
‘Vandaag weten we nog altijd niet met zekerheid wat er op ons afkomt. De wetenschap evolueert snel. Het komt erop aan om voortdurend bij te sturen en om het zekere voor het onzekere te nemen. Dat wil zeggen: absoluut geen versoepelingen doorvoeren. Geen enkele. Dat is misschien een vervelende maar ook de eerlijkste boodschap. We gaan dit nog zeker tot na de kerstvakantie moeten volhouden. Intussen moeten we, zoals werd beslist, de boostercampagne versnellen.’
Waarom valt die beslissing nu pas? Landen als Duitsland, Frankrijk en Nederland hebben al langer versneld.
‘Dat heeft te maken met de wetenschappelijke afweging over het optimale interval tussen de tweede en derde prik. Als je de booster te snel inzet, is de impact op middellange termijn kleiner. Wacht je te lang, dan wapen je jezelf niet tijdig tegen omikron. Die afweging heeft de Hoge Gezondheidsraad deze week gemaakt. Die stelt voor om het interval voor Pfizer en Moderna in te korten van zes tot vier maanden, wat we dus ook gaan doen. Dat laat een forse versnelling toe.’
Zijn we niet te laat in gang geschoten? Het Europese geneesmiddelenagentschap EMA zei vorige week al dat het interval naar drie maanden kon.
‘Ik denk van niet. Vergeet niet dat we hier al sinds augustus mee bezig zijn. Eerst hebben we beslist om de mensen met een verlaagde immuniteit een booster te geven, daarna de mensen in de woon-zorgcentra, de 65-plussers en de rest van de bevolking. We lopen voor op veel landen. Dat Nederland nu beslist om naar een interval van drie maanden te gaan heeft bijvoorbeeld te maken met het feit dat ze vertraging hebben opgelopen bij de start van de campagne. Ze willen die nu inhalen. Of dat een optimale aanpak is laat ik over aan de experts.’
Onze vaccinatiecentra kraken onder de werkdruk. Toch moeten ze nu sneller boosterprikken gaan uitdelen. Is dat wel mogelijk?
‘Ja, maar we moeten opnieuw mensen mobiliseren. Ik ben eergisteren zelf mijn booster gaan halen in het vaccinatiecentrum van Tervuren. Daar hing een ongelooflijk fijne sfeer, al waren de vrijwilligers ook moe. Dit duurt te lang. We moeten steun zoeken voor hen, zodat ze het volhouden.’
Aan wie denkt u zoal?
‘Dankzij de noodwet is het nu mogelijk om naast artsen en verpleegkundigen ook een hoop andere mensen in te schakelen. Studenten uit de zorg, onder anderen. De regels voor studentenarbeid werden zelfs speciaal voor hen versoepeld. Ik hoop echt een grote mobilisatie te zien. Voor de rest mogen bijvoorbeeld ook ambulanciers, logopedisten en apothekers mee vaccineren en testen.
‘De bedrijfsartsen kunnen ook hun steentje bijdragen. Dirk Ramaekers, het hoofd van de taskforce vaccinaties, heeft dat voorgelegd aan de sociale partners en zij reageerden positief. Binnenkort start dus een proefproject in een aantal grote bedrijven, met meer dan duizend werknemers, waar de booster gezet zal worden door de bedrijfsgeneeskundige dienst. In de eerste plaats mikken we op bedrijven uit de maakindustrie, omdat daar minder telewerkers zijn. Het voordeel is dat dit de vaccinatiecentra ontlast, maar ook dat het een groepsdynamiek creëert waarbij collega’s elkaar kunnen overtuigen.’
Hoe zit het met de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB)?
‘Ik ben daar persoonlijk heel hard voorstander van. Eigenlijk zou het logisch zijn, vind ik, zodra de beslissing over de vaccinatie bij vijf- tot elfjarigen genomen is. Maar blijkbaar ligt het voor de sector heel moeilijk. Ik heb het daar vanochtend over gehad met Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V).’
Schakel desnoods het leger in, zoals in het Verenigd Koninkrijk.
‘Ik ben daar niet tegen, maar ook dat systeem heeft zijn limieten. Het belangrijkste is om machine van de vaccinatiecentra draaiend te houden en te versterken. We zullen hen nog een hele poos nodig hebben.’
Over een week is er alweer een Overlegcomité, vlak voor Kerstmis. Mogen we extra coronamaatregelen verwachten?
‘Ik kan extra verstrengingen niet uitsluiten. We moeten zien hoe de zaken evolueren. Maar het is nu eerst en vooral de prioriteit om de boostercampagne te versnellen en om mensen te motiveren om de bestaande maatregelen te blijven volgen.’
Is een uitzondering voor kerst, zoals de nachtklok voor de horeca, bespreekbaar?
‘Nee. Ik denk niet dat we mensen gaan motiveren door te zeggen dat we nog eens lekker veel besmettingen gaan veroorzaken. Ik zou zeggen: volg uw gezond verstand, beperk uw contacten, gebruik zelftesten en ventileer. Zelf gaan mijn echtgenote en ik in zeer beperkt comité vieren.’
(DM)