'Moby Dick': boekenliefhebber Matthijs van Nieuwkerk houdt meer van dun dan van dik
‘Iemand die een deel van zijn leven in eenzaamheid heeft doorgebracht om iets aan de wereld te laten zien of te laten weten, is sowieso een goede gast.’
'Van Hermans heb ik alles gelezen, denk ik, en van Mulisch nog niet een kwart. Maar van Reve heb ik nog een teennagel'
– Wat schenkt u: rode wijn, witte wijn of water?
Matthijs van Nieuwkerk «Voor mezelf een glas spätburgunder, lichtjes gekoeld.»
– Leest u vooral fictie of non-fictie?
Van Nieuwkerk «Het zal in mijn boekenkast fiftyfifty zijn. De vraag is elke keer weer: waar ben je aan toe? De verbeelding of de werkelijkheid? Het oeuvre van Gabriel García Márquez of dat van Barbara Tuchman? De grenzeloze fantasie van Roald Dahl of de Steve Jobs-biografie van Walter Isaacson? Formidabel boek trouwens. Daarin treffen verbeelding en werkelijkheid elkaar als Steve Jobs en zijn vriend Steve Wozniak in hun kleine garage zitten te knutselen en het grote moment daar is: Wozniak drukt op een toetsenbord de letter p in en ziet op het scherm dat hij gebouwd heeft de letter p digitaal verschijnen. De rest is geschiedenis. Dankzij Isaacson kies ik vandaag voor non-fictie.»
– Boekenkatern maken of boekenkatern lezen?
Van Nieuwkerk «Maken. Ik heb er in mijn jaren als chef kunst van Het Parool heel wat gemaakt. Die pagina’s hielden me ’s nachts vaak wakker: de foto’s, tekeningen, koppen, interviews, het bleef maar spoken. Mijn ouders hebben ze allemaal bewaard. Ze liggen in grote dozen op zolder te wachten tot de dag dat ik voorzichtig een wandelingetje langs memory lane wil maken. Trotser op mijn werk ben ik daarna bijna nooit meer geweest. Als ik zag dat iemand ’m op een Amsterdams terras aan het lezen was, klingelde ik altijd even vrolijk met mijn fietsbel als ik langsfietste. Wisten zij veel.»
– Waarom ‘Moby Dick’?
Van Nieuwkerk «Ik wilde die talkshow graag maken, omdat ik ’m zelf zo graag wilde zien. En nu hoop ik natuurlijk dat ik niet de enige ben. Het idee is eenvoudig en snel verteld: twee gasten hebben het over de boeken die er in hun leven toe deden en doen.
»Het maken van ‘Moby Dick’, samen met een klein team, was in ieder geval een groot plezier. En omdat de zon maar bleef schijnen, kreeg ik ondertussen ook een ‘Moby Dick’-idee voor het weekend, een grote zaterdagavondshow: ‘Dancing with the Books’. Wie weet.»
– Willem Frederik Hermans of Harry Mulisch?
Van Nieuwkerk «Ik heb van Hermans alles gelezen, denk ik, en van Mulisch nog niet een kwart van zijn oeuvre, dus Hermans heeft gewonnen. Maar ik heb een groot zwak voor Mulisch omdat hij een trotse pijproker was, en dat is mijn vader ook. Dat leven is niet per se makkelijk. Het heeft voor de buitenstaander ook iets al te parmantigs, zo’n pijp kaarsrecht uit de mond met een wolkje rook erboven. En ondertussen maar gewoon doen. Er waren ook geen andere vaders die pijprookten.
»Ik oefende in mijn jonge jongenshoofd elke avond in bed op de verdediging van mijn lieve vader. En toen was daar ineens Mulisch op tv, lopend door de Leidsestraat, met een kaarsrechte pijp. ‘Een schrijver,’ zei mijn moeder, ‘heel bekend.’ Ik was direct van alle zorgen af, mijn vader was gered.»
– Harry Mulisch of Gerard Reve?
Van Nieuwkerk «Reve. Er slingeren altijd wel één of twee brievenboeken van hem rond mijn bed. Hij was er trouwens ook bij toen ik mijn tv-debuut maakte. Ik mocht hem interviewen voor het nieuwe kunstprogramma ‘Prima vista’, ik was achter in de 20 en werkte bij Het Parool. Daar zat ik dan, op Reves zolder in Schiedam. Hij had me even daarvoor laten zien dat je vanuit het zolderraam precies het schoolplein verderop kon zien en daarbij vertelde hij dat hij zich tijdens het speelkwartier soms wel vier keer afrukte.
»Daarna gingen we zitten. Hij zat met zijn stoel in een soort branding aan afgeknipte hoornen teennagels. Dat moest inderdaad nodig eens worden schoongemaakt, zei hij. Vragen heb ik nauwelijks gesteld, laat staan goeie, het programma kapseisde na een paar afleveringen in de vergetelheid. Het interview is wel uitgezonden en ik heb nog steeds een teennagel van Reve, in een medicijnkokertje.»
– Gerard Reve of Willem Frederik Hermans?
Van Nieuwkerk «Reve. Hij schrijft in één van zijn brieven dat hij tot zijn eigen verrassing ineens de zin ‘Oud en verzopen, blij als iemand je nog groet’ schreef. Hij wist niet waar die zin ineens vandaan kwam, maar hij wilde die regel niet meer kwijtraken. Ik ben die zin nooit kwijtgeraakt. Zoals ik veel regels van Reve nooit meer ben kwijtgeraakt, hij maakt me nog vaak aan het lachen. Hermans is een zeer bewonderde schrijver, maar Reve reist met mij mee.»
– Critici of boekverkopers?
Van Nieuwkerk «Het boekenpanel van ‘De wereld draait door’! Ik heb met stijgende verbazing gezien hoe het eraan toegaat in ons kleine boekenland. Het idee is zo simpel: vier boekverkopers komen elke maand in ‘DWDD’ vertellen wat zij de beste boeken van de maand vinden. De uitgeverswereld en het boekenvak waren bij de start bijzonder blij. Dat was nog eens een sympathiek idee! En ook goed voor het kreunende boekenvak, bravo!
»Toen al snel bleek dat de invloed van het boekenpanel op de boekenverkoop reusachtig was, begon het gemor: ze vonden verdomme de verkeerde boeken goed! En ze zeiden soms dat ze een boek mooi vonden, was dat niet wat al te eenvoudig? Jeetjemina, zeg. Ontspan, cheer up en laat duizend bloemen bloeien.»
– Dun of dik boek?
Van Nieuwkerk «In de vakantietas toch liever vier dunne dan twee dikke. Wegens het inpakken. Een e-reader is niks voor mij. Ik begrijp alle gemakken, maar om vanuit een leren etuitje het meesterwerk ‘De heilige Rita’ van Tommy Wieringa te lezen? Ik ben nog niet zover. Dus leg ik in de voetbaltas een bodempje van allemaal even dunne boeken. Daarbovenop twee zwembroeken, en zo stapel ik omhoog. Ik heb me ooit voorgenomen dat ik op vliegvelden nooit meer bagage incheck, dus de precisie van mijn inpakken heeft inmiddels een Japanse graad van perfectie bereikt.»
– Goede talkshowgast met slecht boek of slechte talkshowgast met goed boek?
Van Nieuwkerk «Iemand die een deel van zijn leven in eenzaamheid heeft doorgebracht om iets aan de wereld te laten zien of te laten weten, is sowieso een goede gast voor een talkshow. En anders maken we van hem of haar een goede gast. Dan is er iets meer werk aan de winkel. En of het boek nu uiteindelijk een meesterwerk is of niet, is niet de eerste vraag die een redactie zich stelt. Het interessantste feit is dat de schrijver het zelf een meesterwerk vindt, anders had hij zichzelf wel alle moeite bespaard en ons niet lastiggevallen. Toch? Als in dat idee geen goudmijn voor een talkshow schuilt...»
– ‘Stromboli’ van Saskia Noort of ‘Sexdagboek’ van Heleen van Royen?
Van Nieuwkerk «Seks, graag.»
– Bob Dylan: groot zanger of groot schrijver?
Van Nieuwkerk «Groot schrijver. Dylan is de beste schrijver, Charles Aznavour de beste zanger. Aznavour schrijft trouwens zelf ook niet heel beroerd als hij echt zijn best doet, maar 70 procent van zijn catalogus komt bij de banketbakker vandaan en Dylan zingt al een kleine twintig jaar als een train wreck. Er zijn ergere dingen. De vraag is nu natuurlijk: wie heeft dan de ideale combinatie in huis? Ik zeg: Adele.»