Dit is het verhaal van Youssef, een Syrisch jongetje van 10 dat helemaal alleen een tankstation langs de A67 bij Helenaveen binnenloopt. Met niets meer dan een kapotte jas en een tasje vol kleren. Maar dit is ook het verhaal van zijn tienduizenden leeftijdsgenoten die zich ieder jaar alleen in Europa melden.
Als er iets is wat wijkagent Frans Wagemakers (32) nooit meer vergeet, dan is het de blik in de ogen van de 10-jarige Youssef. Niet eens de gescheurde jas. Niet zijn vuile huid. Die blik. Alsof er een leven lang ellende in weerspiegeld wordt.
Het is 26 oktober 2020, 20.30 uur. Frans Wagemakers - eigenlijk wijkagent van Helmond centrum - heeft samen met collega Alex oproepdienst en gaat af op een uitzonderlijke melding. Een jongen van 10 is zonder ouders verschenen in een tankstation-shop langs de A67. Hij zegt te zijn gevlucht uit Syrië.
Ongeloofwaardig
Het blijkt een piepklein tankstation bij Helenaveen met uitzicht over open velden met blauwe bessen. Een opvallend kleine jongen zit in kleermakerszit ongeveer een meter voor de kassa. De Arabisch sprekende medewerkster van de Spar Express bij de Esso-pomp heeft de jongen een broodje en een flesje Spa blauw gegeven. ‘We zien direct dat het kind een flinke reis achter de rug heeft’, zegt Wagemakers. ‘Hij ziet er doodvermoeid uit. Zijn jaszak is uitgescheurd en de voering puilt eruit.’
Hoe het kind daar zit: mager, vuil en doodop. Het grijpt de jonge agent aan. Wagemakers, net zelf opnieuw vader geworden, wil vooral duidelijk maken dat ze er zijn voor zijn veiligheid en dat ze niets kwaads in de zin hebben. De medewerkster kan de Syrische jongen deels verstaan. ‘Het is alsof een Limburger en een Fries proberen elkaar te begrijpen’, zegt ze tegen Frans. De jongen zegt telkens: ‘Weten jullie waar mijn vader is?’
Er wordt een tolk opgeroepen. Dan vertelt hij over zijn vlucht uit een tentenkamp in Salqin vlakbij de Turkse grens. Zijn ouders en jongere broers en zussen zijn daar nog. Hij is daar naar een vrachtwagen gelopen en heeft om hulp gevraagd. Het volgende moment is hij hier. ‘Het verhaal is ongeloofwaardig. Die grenzen zitten potdicht en er komt vrijwel altijd een mensensmokkelaar aan te pas’, zegt Wagemakers.
Maar de kans dat je de waarheid boven tafel krijgt, is klein. ‘Kinderen zijn vaak zo geprogrammeerd door een smokkelaar dat ze geen woord te veel zullen zeggen. Of ze wantrouwen instanties en zwijgen daarom.’
De ongelofelijke reis roept een hoop vragen op: hoe komt zo’n jong kind in Nederland terecht? En hoe uitzonderlijk is het verhaal van Youssef? Wie op zoek gaat naar meer informatie, belandt al snel in een mist. Betrokken instanties beschermen de privacy van kinderen. En ook zij worstelen met de waarheid, want kinderen die nog in procedure zitten, laten zelden het achterste van hun tong zien.
Maar het verhaal van Youssef is ook het verhaal van zijn tienduizenden lotgenoten. Kinderen die alleen door Europa zwerven. En dat verhaal moet verteld worden, vindt Frans Wagemakers. ‘Dit verhaal heeft mij aangegrepen en daarom heb ik het gedeeld op sociale media’, zegt hij. ‘Ik wil aandacht vragen voor al die Youssefs die alleen rondzwerven.’’
Ongezien
In Nederland verschijnen er elke week drie kinderen zoals Youssef. De meesten komen uit Syrië. Op de vlucht voor een complexe oorlog die al negen jaar duurt. 6 miljoen Syriërs hebben huis en haard verlaten. Onder de vele families op de vlucht zit een stijgend aantal jonge kinderen.
Het gaat in 2019 om 180 alleenreizende minderjarige vreemdelingen (amv’s) jonger dan 14. Meer dan de helft (95) komt uit Syrië, ruim een verdubbeling ten opzichte van 2018 (50). Daarnaast komen de kinderen uit Afghanistan en Eritrea. Ze zijn gevlucht voor oorlog, armoede of onderdrukking of zijn in handen gevallen van een mensensmokkelaar.
In de praktijk merken migratie-experts en hulpverleners bovendien dat de kinderen steeds jonger zijn. Die bevindingen staven met concrete cijfers is lastig. Want de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek(CBS) gaan alleen over de kinderen die op de radar verschijnen. Veel van hen blijven vaak ongezien, verdwijnen zonder te worden geregistreerd of worden in verschillende landen dubbel geteld.
Wie de stijging met eigen ogen ziet, is Catherine Woollard, secretaris-generaal van de European Council on Refugees and Exiles (ECRE), een verzameling ngo’s die opkomt voor de rechten van (minderjarige) vluchtelingen. Als ze het verhaal van de 10-jarige Youssef hoort, verschijnt een droevige blik op haar gezicht.
CATHERINE WOOLLARD «Er zijn op dit moment helaas tienduizenden jonge kinderen zoals Youssef in Europa. De migratieregels in Europa worden strenger. Het is moeilijker dan ooit om te vluchten. Het beleid is gericht op ontmoedigen, er worden overal aan de grenzen barrières opgeworpen. Syrische vluchtelingen worden aan de Turkse grens teruggestuurd of van zee geplukt. Daardoor is het voor mensen in een noodsituatie bijna onmogelijk om op een veilige manier en zonder mensensmokkelaar naar Europa te komen.»
De grote vraag blijft waarom jonge kinderen alleen op pad worden gestuurd. Volgens migratie-experts zijn de motieven verschillend: soms is er simpelweg slechts geld om één familielid in veiligheid te brengen en wordt voor het oudste kind gekozen. Sommige kinderen gaan bewust vooruit, omdat ze denken dat zij misschien eerder geholpen worden en daarna de familie over kunnen laten komen. Weer anderen verliezen hun ouders onderweg, omdat ze zijn overleden, opgepakt of zoekgeraakt.
Bilal Abdallah
Wie een begin wil maken met snappen hoe een jong kind alleen op de vlucht raakt, doet er goed aan om met ervaringsdeskundigen te spreken. Zoals de minderjarige Sudanese jongen, Bilal Abdallah (op zijn verzoek niet zijn echte naam). Hij was 11 toen hij alleen uit Sudan vluchtte. ‘Het doet veel pijn om dit verhaal te vertellen’, zegt hij.
Hij wil zijn verhaal delen omdat het kan leiden tot meer begrip voor de situatie van minderjarige vluchtelingen. Bilal woont na vele omzwervingen inmiddels 1,5 jaar in een pleeggezin in Nederland.
Hij is 3 jaar oud als zijn vader wordt vermoord in een strijd tussen stammen in een dorp in Sudan. De familie besluit hem in veiligheid te brengen. Hij verblijft lange tijd in Tsjaad, maar reist met een groep door naar Libië. ‘De moeilijkste tijd. Er leken daar alleen mensen te zijn die ons kwaad wilden doen.’ Hij ziet geweld en misbruik van vrouwen. Hij mist zijn moeder.
Via een mensensmokkelaar belandt hij met tientallen anderen op een kleine boot. Aan de andere kant van de zee liggen Italië en Griekenland, maar daar heeft Bilal nog nooit van gehoord. ‘Die bootreis is doodeng. Mensen schreeuwen en bidden.’ Ze worden uiteindelijk door een groter schip naar Italië gebracht.
Daar wordt hij verhoord in het bijzijn van politie en moet hij zijn vingerafdruk geven. Maar vanuit zijn thuisland heeft Bilal een groot wantrouwen richting instanties en politie. Hij weigert. Kort daarna begint zijn maandenlange omzwerving door Europa. Te voet of illegaal per trein.
Als Bilal terugdenkt aan die tijd, herinnert hij zich vooral de honger. En het gemis van zijn moeder. Elke dag moet hij op zoek naar een veilige slaapplek. Hij slaapt in opvanghuizen voor minderjarigen of op straat. In Parijs valt hem op hoeveel leeftijdsgenoten er op straat slapen. Uiteindelijk strandt hij in Rotterdam en wordt hij overgebracht naar een pleeggezin.
Een reis zoals die van Youssef of Bilal heeft grote impact op kinderen, weet pedagoge Ilse Derluyn van Universiteit Gent. Zij doet onderzoek naar de effecten van dergelijke zware tochten. In dat onderzoek worden alleenstaande minderjarige asielzoekers twee jaar gevolgd in Libië, Italië, Griekenland en België.
ILSE DERLUYN «We zien dat kinderen zoals Youssef en Bilal erg lang onderweg zijn en zeer complexe trajecten afleggen. Ze worden bovendien vaak weggestuurd of teruggestuurd aan de grenzen, ook binnen Europa. Ze krijgen te maken met racisme, agressie en geweld door mensen in uniform. De situatie waarbij minderjarigen worden opgesloten is zorgelijk. »
Ook Catherine Woollard van ECRE ziet dat kinderen in sommige landen worden opgevangen in gevangenissen. WOOLLARD «In het kinderrechtenverdrag is afgesproken dat minderjarigen allereerst als kind worden behandeld en niet als migrant. De basale kinderrechten, zoals het recht op onderdak of op veiligheid, worden met voeten getreden.»
Voogdij
Terug naar het tankstation, waar wijkagent Wagemakers ziet dat het steeds drukker wordt. Ze gaan in de politiebus zitten. Youssef begint te huilen. Via de telefoon horen ze waar ze Youssef naartoe mogen brengen.
Direct vanuit het tankstation gaat hij naar een (Arabisch sprekend) pleeggezin. In Nederland wordt voor kinderen zoals Youssef een spoedplaatsing geregeld door Stichting Nidos. Een stichting die de voogdij regelt voor minderjarige vluchtelingen.
‘We komen aan in een klein appartementje. Hij krijgt er een warm welkom’, zegt Wagemakers. In de dagen na zijn komst beginnen Nidos en immigratiedienst IND een onderzoek naar zijn identiteit en afkomst. Over het resultaat doet de stichting geen uitspraken.
ESTHER FABER (Nidos) «De eerste stap is dat we kijken of we familieleden kunnen vinden. Vaak lukt dat. We proberen met ouders in contact te komen en informatie te vinden die kan helpen bij de ondersteuning. Nidos moet voor kinderen jonger dan 12 een verblijfsvergunning aanvragen. Pas als die is toegekend, kan gezinshereniging worden aangevraagd. In 2019 lukte dat bij een op de tien kinderen.»
Dat getal is zo laag omdat het vaak even duurt voordat gezinshereniging aangevraagd kan worden en omdat lang niet alle kinderen dat doen.
FABER «Voor Eritrese vluchtelingen is het bijvoorbeeld moeilijk om de biologische band met ouders aan te tonen doordat ze geen documenten hebben. In andere gevallen willen ouders niet komen omdat ze voor familie moeten zorgen. Bij Syriërs lukt gezinshereniging vaak wel.»
Soms lopen kinderen bij een pleeggezin weg om zich bij familie te voegen die al in Nederland verblijft. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat Syrische vluchtelingen vaak een groot familienetwerk hebben, verspreid over Europa. Of dit ook geldt voor Youssef is onbekend. Zorgwekkend is volgens experts het stijgende aantal minderjarigen dat met onbekende bestemming vertrekt. Dat zijn voornamelijk jongeren uit Marokko, Algerije en Albanië die ouder zijn dan 16.
Begrip
Wagemakers zou graag meer willen weten over Youssef. Maar hij weet ook dat instanties het kwetsbare kind moeten beschermen. Toch knaagt het: hoe zou het met hem zijn? Na veel aandringen komt er uiteindelijk een reactie: ‘Youssef verblijft in een gezin met leeftijdsgenootjes, en het gaat naar omstandigheden goed met hem.’
WAGEMAKERS «Soms is het beter om het over te laten aan mensen die er verstand van hebben. Maar het is belangrijk dat zo veel mogelijk mensen weten over de stille ramp. Al is het maar voor meer begrip. Voor alle Youssefs in Europa.»
(AD)