Monty Python: Almost the Truth (docu)
De reünietournee van twee jaar geleden was volgens alle betrokkenen het definitieve slotakkoord: Monty Python is anno 2016 wel degelijk zo dood als die onfortuinlijke papegaai uit hun beroemdste sketch. Always look on the bright side of life, evenwel: op Sundance Channel zenden ze vandaag ‘Monty Python: Almost the Truth’ uit; niet de integrale, zés uur durende documentaire (‘één uur voor ieder van de zes leden’) die de Brit Alan G Parker in 2009 inblikte ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan van het meest invloedrijke comedycollectief aller tijden, wél een forse samenvatting van twee uur. Wij kregen Parker in 2009 te spreken, en kwamen onder meer met het hiernavolgende thuis.
'De oorspronkelijke Monty Python- docu, waarvan Sundance een beknopte versie uitzendt, duurt zes uur: 'Eén uur voor ieder van de zes leden'.'
Alan G Parker «Tot halverwege de jaren 2000 werkte ik als consultant voor de punk- en heavymetalafdeling van EMI. Op zekere dag kreeg ik te horen dat ik de cd-reissues van alle Monty Python-platen mocht begeleiden, en dat ik de vijf nog levende Pythons mocht opzoeken om hun mening te vragen over de vormgeving van de hoesjes, de keuze van de bonustracks en zo meer. Toen alles een paar maanden later in kannen en kruiken was, dacht ik: ‘Hang on, we zijn niet ver meer van de veertigste verjaardag van Monty Python. Als ík geen carrièreomspannende documentaire over de Pythons maak, dan doet iemand anders het wel.’ Ik heb ze dan alle vijf teruggebeld en gevraagd of ze wilden meewerken, en tot mijn verrukking zeiden ze allemaal meteen ja. Ze kenden de documentaires die ik eerder al had gemaakt over The Clash en de Sex Pistols, en die vonden ze uitstekend.
»Overigens: Graham Chapman mag dan al dood zijn sinds 1989, hij zit net zoveel in ‘Almost the Truth’ als de andere vijf. Met dank aan het geweldige BBC-archief.»
HUMO Naar verluidt stonden de Britse komieken in rijen aan te schuiven om u hun medewerking toe te zeggen.
Parker «Toch ongeveer, ja. Simon Pegg nam zelfs drie dagen vrij van de opnames van de ‘Kuifje’-film in Parijs om naar Londen te vliegen en zijn interview te doen. En Steve Coogan schudde zó drie hele Python-sketches uit zijn mouw, inclusief alle silly voices. Zijn imitaties waren zo griezelig perfect dat we hem de sketch ‘The Piranha Brothers’ hebben laten overdoen, in een hotelkamer in Los Angeles dan nog: die beelden hebben we in de montage gecombineerd met beelden van Michael Palin van veertig jaar eerder. En ken je Eddie Izzard? Die heeft speciaal voor ons uit zijn hoofd de volledige ‘Four Yorkshiremen’-sketch gespeeld. In z’n dooie eentje!»
HUMO Ook de enige echte Elvis was een groot Monty Python-fan, leren we uit uw documentaire.
Parker «Klopt, ja. Ik heb Priscilla Presley overigens nog om een interview verzocht, maar daar zei ze helaas geen tijd voor te hebben – uiteindelijk hebben we Elvis’ beste vriend bereid gevonden om mee te werken: Jerry Schilling, die lid was van The Memphis Mafia.
»Priscilla wist me wel te vertellen dat Elvis ‘The Holy Grail’ praktisch woord voor woord vanbuiten kende. Vooral de fameuze Black Knight scheen hij fantastisch te vinden. Als hij tijdens een spelletje voetbal in de achtertuin van Graceland struikelde en z’n knie schaafde, ging dat van (met bekakt accent): ‘Oh, tis but a flesh wound, my friend’ – net als de Black Knight wiens beide benen zojuist zijn afgehakt (lacht).»
HUMO Bent u eigenlijk zélf een grote Python-fanaat?
Parker «Eentje van het obsessieve soort zelfs. Bij mij thuis heb ik een enorme verzameling Python-memorabilia: boeken, tijdschriften, platen, posters... Het vreemdste item is ongetwijfeld mijn kotsende Mister Creosote-pop. Je weet wel, die ontploffende papzak uit ‘The Meaning of Life’. Je drukt op zijn buik, en er komt een gulp groen slijm uit, die meteen weer wordt opgezogen wanneer je zijn buik loslaat (lacht). Silly, but funny.»
undefined