null Beeld

Moord en doodslag in België (slot)De vrouw die haar vader vermoordde

‘Drie keer al ben ik helemaal opnieuw begonnen. Verhuisd, van werk veranderd, gebroken met vrienden. Maar het verleden haalt me telkens in. Altijd is er iemand die ontdekt wat er destijds is gebeurd.’

Annemie Bulté

'Het is 18 jaar geleden, en ik straf mezelf nog elke dag'

Natacha Bollens was 16 toen ze samen met haar 23 jaar oudere zus Rita haar vader vermoordde. Intussen is ze vrij en probeert ze te leven met de last van het verleden. Vallen, opstaan, doorgaan, schuld en schaamte van zich afschuddend: leven na de moord, 18 jaar later.

Natacha Bollens «Soms, als we plezier aan het maken zijn, flitst het door mijn hoofd: dat beeld van mijn vaders hoofd in mijn schoot, met zijn starende ogen. Mijn zus die komt kijken en zegt: ‘Hij is dood.’ Dan overvalt me meteen die zwaarte, het gevoel dat ik het niet verdien om gelukkig te zijn. Dat is mijn straf. Dat ik elke dag met die vreselijke herinnering leef.»

Op vrijdag 5 november 2004 werd Natacha Bollens samen met haar oudere halfzus Rita Bollens veroordeeld voor de moord op Joseph Bollens. Acht jaar eerder brachten de twee zussen hun 60-jarige vader om met chloroform en legden hem in bad om een ongeluk te ensceneren. Anderhalf jaar lang bleef de moord onontdekt door de onoplettendheid van de huisarts en het parket van Turnhout (zie aflevering 3 van deze reeks). Toen startte het Antwerpse parket toch een onderzoek, omdat Rita Bollens het moordverhaal overal rondstrooide om de junkies aan wie ze dealde, te intimideren.

Rita werd als oudste zus door de jury van het Antwerpse assisenhof beschouwd als het duivelse brein en kreeg 25 jaar cel. Voor Natacha was er hoop: zij was een labiel, aan drugs verslaafd tienermeisje dat in de tentakels van haar op geld beluste zus was beland. ‘De jongste zus Natacha is ‘recuperabel’, als ze van de drugs weet af te blijven,’ zei gerechtspsychiater Hans Hellebuyck op het assisenproces. Natacha kreeg 5 jaar, en omdat ze al twee jaar in voorarrest had gezeten en een baby had, kwam ze onmiddellijk vrij.

‘Een tweede kans? Dat bestaat niet,’ zegt de nu 35-jarige Natacha. ‘De maatschappij kan je dat geven, maar volgens mij bestaat het niet. Niet als je zelf vindt dat je schuldig bent. Ik heb al vaak gedacht: misschien was het beter geweest als ik wat meer gevangenisstraf had gekregen. Misschien had dat het voor mij aanvaardbaarder gemaakt.’

We ontmoeten Natacha Bollens in het kantoor van haar advocate Liliane Verjauw. Ze ziet er energiek en stoer uit, met een kort borstelig kapsel en gespierde armen met tatoeages. Maar als ze vertelt, met veel stiltes en ongemakkelijk geschuifel, vallen ook de diepe krassen naast de tattoos op, littekens van snijwonden. ‘Ach, die,’ zegt Natacha. ‘Dat zien de mensen natuurlijk ook. Het is agressie tegen mezelf. Ook mijn benen staan vol. Ik doe het gelukkig al een tijd niet meer.’

Vandaag werkt Natacha als kraanmachiniste en doet ze aan kickboksen. Voordien was ze postbode, taxibestuurder, buschauffeur. Altijd op zoek naar actie en adrenaline, dingen die haar geest bezighouden en haar het piekeren beletten. In het weekend zorgt ze voor haar zoontje van 12. ‘Hij is de reden waarom ik er vandaag nog ben. Ik ben doodsbang voor de dag dat hij me niet meer nodig heeft.’

Natacha wil niet herkenbaar op de foto, maar praten wil ze wel. Om te laten zien dat ze haar best heeft gedaan. Dat ze niet in de goot is beland, zoals haar zo vaak is voorgespiegeld in haar beroerde jeugdjaren. Dat ze, met veel wilskracht, toch ergens is geraakt en ondanks het gebrek aan goede voorbeelden een liefdevolle moeder is voor haar kind. Ook, al zegt ze het niet met zoveel woorden, om te laten zien dat ze geen ‘slecht mens’ is.

undefined

'Elk jaar ga ik de plek opzoeken waar zijn as is uitgestrooid. Het blijft wel mijn vader'

Natacha «Mensen oordelen altijd zo snel. Zodra ze weten wat je gedaan hebt, bekijken ze je met andere ogen. Ik ben al drie keer helemaal opnieuw begonnen. Verhuizen, van werk veranderen, breken met vrienden, een ander telefoonnummer, je niet meer vertonen op de plekken waar je vroeger kwam. Verdwijnen en elders opnieuw beginnen. Tot ook daar iemand je naam googelt en ontdekt wat er is gebeurd. Dan komt alles terug. De vragen, de mijdende blikken. En dan pak ik mijn boeltje weer. Ik heb geen relatie, maar ik heb net iemand leren kennen met wie het misschien iets zou kunnen worden. Die weet van niks. Ik denk soms: ‘Ik moet het vertellen.’ Maar hoe doe je dat? Hoe begin je daaraan? En dan stel ik het altijd maar uit, in de hoop dat die persoon me leert kennen zoals ik nu ben, zoals ik écht ben – en niet zoals ik toen was.

»Niemand van de mensen met wie ik nu omga, kende ik al vóór 2010, het jaar waarin ik de laatste keer opnieuw begonnen ben. De enigen met wie ik niet gebroken heb, zijn mijn broer, mijn moeder en een opvoedster uit mijn jeugd, die nu meter is van mijn zoontje. Voor de rest zijn alle schepen verbrand. Ik zou willen dat er een eind aan komt, dat ik niet meer voortdurend op de loop moet gaan. Het zwaarste moet trouwens nog komen. Volgende maand moet ik het bij de psycholoog aan mijn zoontje vertellen. Hij gaat naar de grote school: het is tijd dat ik hem iets over mezelf vertel, voor iemand anders het doet.

»Elk jaar zoek ik op het kerkhof de plek op waar de as van mijn vader is uitgestrooid. Waarom? Ik weet het niet. Het blijft wel mijn vader. In de uren dat ik daar zit, komen altijd dezelfde vragen terug. Waarom ik het gedaan heb. Of hij me vergeven heeft. Ik praat tegen mijn vader. Raar, hè? Soms denk ik dat ik gek ben. Eén keer heb ik geprobeerd om hem op de verjaardag van de feiten te gaan opzoeken, maar dat doe ik niet meer – het lukt niet. Die dag blijf ik binnen. Ik neem verlof, ik sluit de gordijnen en kruip in bed. Op 28 februari doe ik niets.»


Gewoon voor de valling

Het moordplan zelf was simpel. Vader Joseph Bollens zat die avond in de woonkamer aan tafel en was bezig iets op een blad papier te schrijven. Hij was suf door de hoge dosissen kalmeringsmiddelen die Rita al weken door zijn eten draaide. Zijn hoofd zakte weg. Natacha ging naast hem zitten en pakte het mondmasker met daarin een verfrommelde vod, gedoopt in chloroform. Het was een indringende geur die haar de adem afsneed. Rita had haar nauwkeurige instructies gegeven. ‘Ge moet hard drukken. En als ge ziet dat hij dood is, moet ge de doek direct van zijn mond halen, anders gaan ze zien dat we chloroform gebruikt hebben.’ Natacha trok haar vader zachtjes op haar schoot. Hij reageerde nauwelijks. Ze duwde het masker op zijn gezicht, maar kreeg het moeilijk op de mond en de neus. Rita trok de elastiekjes over het hoofd van vader en zei: ‘Pa, ge moet niet ongerust zijn, het is gewoon voor uw valling.’ Natacha bleef het masker een minuut lang op zijn gezicht drukken. Haar vader zei niets, maar begon plots zwaar te ademen. Zijn adem stokte en zijn borstkas ging niet meer op en neer. Na een tiental seconden begon hij opnieuw te ademen. Toen stopte zijn ademhaling ineens weer en vielen zijn ogen open. Zo bleven ze staan, starend in het niets. Natacha panikeerde en riep Rita. Die kwam kijken en zei dat Natacha het masker moest afdoen. ‘Hij is dood,’ zei Rita.

undefined

null Beeld

undefined

'Je zal minder hard voor jezelf moeten zijn. Je vader terugbrengen kan niet meer, maar jezelf vergeven kan nog wel.' Advocate Liliane Verjauw tegen haar cliënte

Natacha «Ik zie alles nog voor me alsof het gisteren was. Erover praten doe ik nooit, ook niet bij mijn psycholoog. Ik heb het één keer verteld aan de speurders die me destijds ondervroegen, en daarna nooit meer.»

Op het assisenproces van de zusjes Bollens zou de jury acht jaar later met verbijstering naar de onverkwikkelijke familiegeschiedenis luisteren die aan de oudermoord op 28 februari 1997 voorafging. Het slachtoffer Joseph Bollens werd omschreven als een tirannieke geweldenaar. De havenarbeider maakte zes kinderen bij verschillende vrouwen en adopteerde er nog twee andere, om ze vervolgens in instellingen te plaatsen – ‘omdat hij niet van kostgangers hield’. Alleen Natacha had als nakomertje het ongeluk dat ze niet werd weggestuurd. Ze groeide op in een liefdeloos, vuil nest met alle clichés van een ellendige jeugd: alcoholmisbruik, huiselijk geweld, verwaarlozing, incest. Voor haar 15de was ze al een stuk of tien keer verhuisd en had ze een leger aan stiefmoeders, -broers en -zussen zien komen en gaan.

Natacha «De speurders hebben tijdens het onderzoek een organigram gemaakt van de familiebanden, want niemand begreep er nog iets van. Het was bijna hilarisch. Van de kinderen van mijn vader kende ik er zelf maar enkele. De meesten heb ik voor het eerst gezien toen ze op het assisenproces kwamen getuigen. Ook Rita heb ik nooit gezien tot ik een jaar of 12 was. Ze was een halfzus. Ik woonde bij mijn vader in Berchem en daar kwam ze plots binnengewaaid. Ze was toen al getrouwd en had kinderen. We gingen er soms op bezoek, en dan speelde ik met haar kinderen. Daarna is het contact weer verwaterd. De volgende keer dat ik haar terugzag, was ik al bijna 16.»

HUMO Hoe was de relatie met je vader?

Natacha «Mijn vader had twee gezichten. Hij kon heel charmant overkomen, maar thuis was hij een andere persoon. Ik was een ongewenst kind, mijn moeder heeft hem gewoon geflikt. Dat liet hij me voelen. ‘Gij moest hier niet zijn, ik heb u nooit gewild,’ zei hij dikwijls.

»Ik kwam geregeld op school met blauwe plekken of een blauw oog. Ik vertelde dan dat ik met de fiets was gevallen of zo. Op een bepaald moment geloofden ze me niet meer, en hebben ze het CLB ingeschakeld. Mijn vader moest op gesprek komen. Dat was niet zo’n goed idee. Nadien werd het nog erger.»

HUMO Op het proces werd gezegd dat hij zijn dochters misbruikte.

Natacha «Ik kan alleen voor mezelf spreken. Ik heb lang gedacht dat het normaal was. Ik wil er verder niet op ingaan. Ik ben mijn hele jeugd eenzaam geweest. Ik had niemand behalve mijn halfbroer Roberto, die tien jaar ouder was. Maar toen hij het huis uit ging, was ik vaak alleen met mijn vader. Ik bleef na school vaak op straat rondhangen om niet naar huis te moeten vóór mijn stiefmoeder thuiskwam. Er zijn veel dingen die ik op het proces niet verteld heb.»

HUMO Waarom niet?

Natacha «Die mens is er niet meer.»

HUMO Heb je nog foto’s van hem?

Natacha «Ja, één. Die heeft bij mij op de kast gestaan, maar ik heb hem na een tijdje toch maar opgeborgen in een doos.»

HUMO Van wie kreeg je je eerste drugs?

Natacha «Vrienden op school. Ik was een jaar of 13. Ik was direct verkocht. Ik gebruikte speed, coke, smack… alles waar ik aan kon raken.»

undefined

'Natacha is óók een slachtoffer. Ze was nog maar 16, en had tot dan alleen op drijfzand geleefd' Advocate Liliane Verjauw

HUMO De mensen die je toen kenden, omschreven je als een agressieve tiener met gedragsproblemen.

Natacha «Ik denk dat het niet gemakkelijk was om met mij om te gaan. Ik was opstandig en stoer. Ik werd heel snel boos. Wie iets zei dat me niet zinde, moest het voelen. Ik luisterde naar niemand. Het enige wat voor mij telde, waren mijn drugs. Dat was het enige wat ik had, dat mochten ze mij niet afpakken.

»Ik heb het vandaag nog altijd, hoor, dat harnas. Een uitstraling die zegt: kom niet te dichtbij. Het is de enige manier die ik ken om voort te kunnen. Zonder harnas ga ik kapot vanbinnen. Mensen die me wat beter leren kennen, zeggen dat ik niet zo stoer moet doen. Maar het is een levenshouding geworden. Ik wil mijn zwaktes niet laten zien. Mijn zoon is helemaal anders: heel sociaal, lief en opgewekt. Toch één ding dat ik goed gedaan heb, denk ik. Daar ben ik wel trots op.»


Drijfzand

Augustus 1996 was voor ons land de zaak-Dutroux, die de maatschappij ingrijpend veranderde. Voor Natacha was het de zomer dat Rita terugkwam.

Natacha «Ze had gehoord dat mijn stiefmoeder weg was bij mijn vader, en bood ons onderdak. Ze vroeg ook direct geld aan mijn vader voor haar verbouwingen. Hij weigerde. Ik hoor het hem nog zeggen: ‘Als ik Rita’s hoofd zie, is het om geld te vragen.’ In het begin kwam ik goed overeen met Rita. Ik was blij dat ik niet meer alleen met mijn vader moest blijven. Toen hij na een paar maanden alleen in een appartement ging wonen, ben ik bij mijn zus gebleven. Dat was gemakkelijk, want ze dealde en er was altijd dope in huis.»

Liliane Verjauw (advocate) «Rita Bollens werd op het proces beschreven als een meedogenloze psychopate, en dat wás ze volgens mij ook. Ze gebruikte iedereen, zelfs haar eigen kinderen, om er zelf beter van te worden. Ooit stak ze haar huis in brand om de verzekering op te lichten. Ze heeft verschillende junkies gevraagd om haar vader te vermoorden – ze was op de erfenis uit. ‘Ik zal wel zorgen dat hij verdoofd is en klaarligt in bad, ge moet hem alleen onderduwen.’ Omdat die junks niet wilden, heeft ze Natacha ingeschakeld. Die was makkelijk te manipuleren met drugs.»

null Beeld

HUMO Heb je het in een roes gedaan, Natacha?

Natacha (stug) «Ik had net een shot speed gezet, ja. Maar het maakt niet uit of ik het in een roes gedaan heb of niet. Of dat er van alles in mijn jeugd is misgelopen, of dat hij me misbruikt heeft. Hij kan nóg zo slecht geweest zijn: dat praat de feiten niet goed. Er zijn mensen die zeggen: ‘Ik had drugs gebruikt of ik was dronken, ik wist niet meer wat ik deed.’ Dat vind ik de grootste bullshit. Aan de basis ligt je eigen schuld. En ik heb het gedaan, punt.»

Verjauw (tegen Natacha) «Er zijn nooit genoeg redenen om iemand te doden, en het is inderdaad geen excuus, maar de omstandigheden errond…»

Natacha (onderbreekt) «Nee, niks errond. Mijn psycholoog zegt dat ook altijd, maar ik vind dat ik zélf verantwoordelijk ben.»

Verjauw «Je had een zware drugsverslaving en je zat in de greep van je niet te onderschatten zus. Je was nog maar 16, en je had tot dan alleen op drijfzand geleefd – 16 jaar, weet je hoe jong dat is? Dat is vier jaar ouder dan je zoontje. Ik vind dat jij óók een slachtoffer was. Alleen zie je dat zelf niet zo. Kijk eens naar jezelf als kind van 16, Natacha, trek jezelf eens op schoot en troost dat kind. Niemand heeft dat ooit met jou gedaan. Je zal minder hard voor jezelf moeten zijn. Je vader terugbrengen kan niet meer, maar jezelf vergeven kan nog wel.»

Natacha «Ik heb het geprobeerd, maar ik kan het niet.»


Ren voor je leven

Vanaf het moment dat Natacha en haar vader bij Rita intrekken, dringt Rita er bij haar halfzus op aan om haar te helpen vader Bollens van kant te maken. ‘Ik doe het ook niet graag, maar ik heb het geld nodig met die verbouwingen en zo. En uw drugsverslaving kost mij ook handenvol geld.’ Rita dreigt ermee haar geen drugs of geld meer te geven, iedereen van wie Natacha drugs koopt aan te geven bij de politie, en haar in een instelling te plaatsen.

undefined

'Soms, als we plezier aan het maken zijn, flitst het door mijn hoofd: dat beeld van mijn vaders hoofd in mijn schoot, met zijn starende dode ogen'

Natacha «Op den duur begon ik echt te flippen en zei ik dat ik haar zou helpen.»

Negen dagen voor de moord wordt Joseph Bollens opgenomen in het ziekenhuis in Herentals na een val van de trap. Hij heeft al langer last van duizeligheid, zegt zijn dochter Rita tegen de dokters, die geen oorzaak kunnen vinden. Het was de eerste, mislukte poging om vader Bollens om het leven te brengen, zou Natacha bekennen tijdens het moordonderzoek. Rita, die haar vader al maanden kalmeringsmiddelen voerde, had hem van de trap geduwd.

Natacha (in haar bekentenis) «Vader kon zich nog juist vasthouden aan de leuning. Hij wilde naar Rita vliegen en was kwaad. Ik kalmeerde hem en zei dat het per ongeluk was gebeurd. Ik was wel erg geschrokken. Ik zei tegen Rita dat ik haar niet meer wilde helpen. ‘Ge moet, ge hebt het beloofd,’ zei ze.

»Beneden ging vader aan tafel zitten. Rita gaf hem twee borrels jenever. Ze ging achter hem staan met een baseballbat en wilde hem het hoofd inslaan. Ik zei dat ze dat niet mocht doen. Ze is dan gestopt. Door de jenever en de pillen was vader buiten westen geraakt. We droegen hem samen naar de badkamer en legden hem aan de rand van een trede. Rita pakte zijn hoofd vast en sloeg met zijn hoofd tegen de trede. Hij begon te bloeden. Ik kon het niet aanzien en ben buiten in de auto gaan zitten. Enkele minuten later kwam Rita naar buiten. We zijn de hele namiddag weggeweest. Toen we ’s avonds terugkwamen, lag vader daar nog altijd op dezelfde plaats, met veel meer kwetsuren dan alleen de kap in zijn hoofd. Ik zag dat hij nog ademde en ben naar de overburen gelopen. Die hebben een ambulance gebeld. Ze hebben hem gereanimeerd. Rita deed haar uitleg en de dokters geloofden haar.»

Negen dagen later lukt het wel. Wanneer Joseph Bollens dood in zijn bad wordt gevonden, denkt de huisarts aan een onnatuurlijk overlijden, wellicht door verdrinking in bad. Om onbegrijpelijke redenen geeft het parket van Turnhout het lichaam echter vrij zonder verder onderzoek. Joseph Bollens wordt onmiddellijk gecremeerd. Zijn erfenis heeft slechts twee begunstigden: Rita en Natacha Bollens. Rita wordt Natacha’s voogd en beheert haar financiën.

Natacha «Van de periode nadien kan ik me nog weinig herinneren. Ik gebruikte toen acht tot tien shots speed per dag. Het was de tijd dat ik bij Rita woonde, in de vuiligheid in een bungalow op Schildestrand, waar het een komen en gaan was van junkies. Ze was zeker geen klein dealertje. Ik dacht zo weinig mogelijk aan wat we hadden gedaan. Rita kwekte het overal rond. Ze was er gerust in, want het lichaam was gecremeerd. De relatie tussen mij en haar werd na de feiten veel slechter. We hadden heftige ruzies en vechtpartijen. Rita was van niemand bang. Ze heeft ooit met een kruisboog op iemand geschoten.»

Verjauw «Rita wilde Natacha ook kapot, want ze wilde de erfenis voor zich alleen. Zij was de volgende op de lijst.»

Natacha «Ik heb twee keer geluk gehad. Rita mengde al weken rattenvergif in de speed die ze me gaf. Dat verkrampt je spieren – op den duur ook je hartspier. De eerste keer ben ik bijna in mijn boterham gestikt door het opzwellen van mijn halsspieren. Iemand heeft me toen gered met het heimlichmanoeuvre. De tweede keer ben ik bijna verdronken in mijn bad. Toen heeft één van Rita’s klanten mij eruit gehaald. Rita maakte altijd een flesje vloeibare speed voor mij klaar. Ik had nog steeds niet door wat er aan de hand was. Tot één van mijn vrienden zei dat ik dat niet meer moest nemen. Hij vertelde wat erin zat en gaf me iets anders. Toen werd ik echt bang. Net voor ik 18 werd, ben ik bij Rita gaan lopen. Lopen voor mijn leven.»


Het vergif van deze tijd

HUMO Anderhalf jaar na de feiten werd je opgepakt op verdenking van oudermoord. Je hebt vrijwel onmiddellijk bekend.

Natacha «Er viel een enorme last van mij af. Daar, in dat bureau van de speurders, heb ik voor het eerst het verhaal van mijn leven kunnen doen. Na 22 maanden voorarrest ben ik vrijgekomen in afwachting van het proces.»

HUMO Wat herinner je je nog van het assisenproces?

null Beeld

Natacha «Dat was overdonderend. Het waren de zwaarste twee weken uit mijn leven. Je wordt elke dag beetje bij beetje gekraakt. Je moet machteloos toekijken hoe andere mensen je leven binnenstebuiten keren, alle kasten en lades opentrekken en alles besnuffelen. Mensen die je van ver of van dichtbij gekend hebt, mogen allemaal hun zegje over je komen doen. Dan voel je je klein, hoor. Daarna bepalen ze hoe je toekomst er zal uitzien.»

Verjauw «De meeste getuigen spraken wel in het voordeel van Natacha en zeiden dat Rita het kwade brein was.»

Natacha «Dat had Rita niet verwacht. Ze was gewend dat iedereen altijd deed wat ze zei. Als ze haar zin niet kreeg, begon ze te dreigen. Ze heeft ooit eens twee mensen met benzine overgoten en gedreigd om er een brandende lucifer bij te houden. Iedereen was bang van haar, dacht ze. Ze is altijd met heel veel weggekomen, en ze dacht dat het nu ook weer ging lukken.

»Waar ik wel verbaasd over was, was hoe weinig emoties ze toonde. Echte emoties bedoel ik dan, want ze heeft wel zitten snotteren, maar dat was een slecht stukje komedie. Ik schrok van haar kilheid.»

undefined

'Wat heb ik Google al verwenst. Het is het vergif van deze tijd. Ik zou graag van het internet verdwijnen, maar hoe doe je dat?'

HUMO Je krijgt vijf jaar, je mag meteen naar huis, het is achter de rug. En dan?

Natacha «Toen ik die rechtszaal buitenstapte, dacht ik aan niks, behalve aan mijn zoontje van 15 maanden. Mijn moeder stond buiten op de trappen met hem te wachten. Ik heb hem in mijn armen genomen en we zijn samen naar huis gegaan. Er was geen feeststemming, alleen opluchting dat ik niet terug naar de gevangenis moest. Maar na een paar dagen begon ik mij al af te vragen: is het wel genoeg, die straf? Is het wel rechtvaardig?

»Ik werkte toen bij de post. Na het proces keerde ik daar terug. Niemand van mijn collega’s wist er op voorhand van, dus voor de meesten was het een schok. Het had dagenlang in de kranten gestaan, er waren foto’s verschenen, mijn hele leven lag op straat. De meeste collega’s wisten niet goed hoe ze moesten reageren en dus zeiden ze maar niks. Ik kreeg alleen rare blikken. Vreselijk vond ik dat. Ik ben daar nog even blijven werken en toen ben ik van job veranderd.

»Dat was de eerste keer dat ik ‘verdwenen’ ben. Heel radicaal: een nieuwe start, een nieuw leven. Ik kan het niet aan dat mensen mijn verleden kennen, zelfs al veroordelen ze me niet meteen. Ik kan het niet aan dat ze dat van mij weten. Ik voel me dan niet meer veilig. Mijn comfortzone is weg.

»Ik weet dat het niet realistisch is. Wat heb ik Google al verwenst. Het vergif van deze tijd. Ik zou graag verdwijnen van het internet, maar hoe doe je dat?

»Ik ben daarna bij De Lijn gaan werken als buschauffeur. Vier jaar lang ging dat goed, toen ben ik in een depressie geraakt. Ik werkte ook bijna dag en nacht. Overdag reed ik met de bus, ’s nachts met de taxi. Ik sliep twee, drie uur per nacht. Maar er komt een punt waarop je dat fysiek niet meer aankunt. En dan breek je ook mentaal. Mijn lief had me gegoogeld en confronteerde me. Het raakte uit en mijn geheim werd aan de grote klok gehangen. Ook op het werk wisten ze het. Niet leuk. Na een zelfmoordpoging ben ik voor vier maanden in de psychiatrische kliniek van Duffel opgenomen.

»Vandaag gaat het relatief goed. Mijn leven draait nu vooral rond mijn zoon, mijn werk, mijn sport. Ik werk nog altijd hard, ik moet ook wel. Ik ben nog altijd aan het afbetalen: 12.500 euro voor de gerechtskosten, en dan nog eens 37.000 euro voor een lening van Rita waarvoor ik destijds zo stom geweest ben te tekenen. Ik ben al jaren in schuldbemiddeling. Ik moet met 600 euro per maand rondkomen. Over een jaar is alles hopelijk afbetaald.»

HUMO Gebruik je nog drugs?

Natacha «Nee, al heel lang niet meer. Ik blijf er ook ver van weg.»

HUMO Weet je zoontje helemaal niets over je verleden?

Natacha «Hij zegt van niet, maar vorig jaar is hij op school in de computerles wel per ongeluk op een artikel over mij gestoten. Ze zaten met een paar kinderen rond het scherm. Mijn zoon is heel trots op zijn mama die kickbokst en met kraanmachines rijdt. Hij wilde kijken of er misschien een filmpje van mij te vinden was op het internet. En dan verschijnt dat artikel. De meester had het meteen gezien en heeft de computer afgesloten. Mijn zoon beweert dat hij het niet heeft gelezen, maar ik denk van wel. Hij wil het niet zien, denk ik, want ik ben zijn god. Hij is heel gesloten en praat er niet over, dus ben ik met hem naar de psycholoog gegaan, in de hoop dat hij daar wél iets zegt. Gelukkig wordt hij niet gepest op school, want dat was mijn grootste zorg. Volgende maand ga ik met ’m mee om erover te praten. Daar zie ik erg tegen op. Maar het kan niet anders.»

HUMO En Rita?

Natacha «Bij mijn weten zit ze nog altijd in de gevangenis. Op de laatste dag van het assisenproces, toen de straffen waren uitgesproken – 25 jaar voor haar, 5 voor mij – keek ze me aan en zei: ‘De dag dat ik vrijkom, kom ik achter je aan.’ Dat heeft ze nog altijd niet gedaan.»

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234