Moses Sumney - Aromanticism
Who the fuck is Moses Sumney? Al een tijdje geldt hij in bepaalde kringen als the next best thing, waardoor heel wat gevestigde muzikanten zich de voorbije jaren mecenasgewijs over hem wilden ontfermen. Hij mocht meezingen op de Solange-track ‘Mad’. James Blake en Sufjan Stevens namen hem mee op tournee. Hij maakte even deel uit van de Atomic Bomb! Band, de taskforce die David Byrne bij elkaar ronselde om William Onyeabor te eren. En Dave Sitek van TV On The Radio schonk hem een viersporenrecorder, waarmee Sumney zijn eerste EP opnam. Hij bedankt al die vriendendiensten nu met een flinke middelvinger. ‘Ik wil niet dat ‘Aromanticism’ geassocieerd wordt met Solange, Stevens of Sitek. Dit is míjn kind. Het heeft slechts één vader.’
undefined
We horen funk, fifties-musical, King Krule-achtige soul, holle keelklanken, diepe bassen. Af en toe een kronkel die aan Thom Yorke doet denken. Voor de rest veel postmoderne kampvuurmuziek. Folk met blieps in plaats van banjo’s. Zelf zegt hij: ‘Ik experimenteer. Ik maak muziek die niemand anders maakt. Maar er zit een richting in. Nú klinkt dit nog vreemd, maar tegen 2030 zal de wereld dit als popmuziek beschouwen. Of misschien 2029, we zullen zien.’
De songs die daarbij horen, zijn ook al geen platte vijgen. Rustige, maar bedrieglijk intense ballads als ‘Lonely World’ en ‘Indulge Me’ zijn pure klasse. En als de koster een weelderige, statige gospel als ‘Doomed’ zou spelen, liepen de kerken weer vol. Het potentste wapen uit Sumneys arsenaal is zijn ijle, voortdurend met de falsetgrens flirtende stem, die afwisselend doet denken aan die van Prince en die van Jeff Buckley. (Terzijde: wat een combinatie! We moeten al terug naar de eerste plaat van Antony and The Johnsons voor een meer bijzondere blaasbalg.) Maar het interessantste aan Sumney is dat hij geen slicke popster-in-wording is, maar één van de meest miserabilistische flurken aan de rechterzijde van Trent Reznor.
Op zijn tiende verhuisde hij met zijn ouders redelijk abrupt van LA naar Ghana, waar hij werd gepest om zijn Amerikaanse roots. Ondertussen is hij terug in Californië, maar die bruuske ontworteling moet hij nooit helemaal te boven zijn gekomen. De titel ‘Aromanticism’ betekent – vrij vertaald – ‘liefde stinkt’. Songs als ‘Don’t Bother Calling’, ‘Lonely World’, ‘Quarrel’ en ‘Doomed’ dragen dezelfde, redelijk excentrieke wijsheden uit: ‘We zijn alleen geboren. Geen reden om niet alleen te blijven.’ En ook: ‘Relaties zijn valstrikken.’ Of: ‘Romantiek as we know it is een politiek en kapitalistisch vehikel.
Al het geld dat u spendeert aan trouwfeesten en Valentijnscadeautjes: voelt u zich niet belachelijk?’ Moses Sumney is ook iemands kind, maar ik zou z’n moeder niet willen zijn. Gelukkig zijn z’n songs veel te mooi om als preken te klinken. ‘Aromanticism’ is één van de opmerkelijkste en origineelste debuutplaten van het jaar. En – zij die het minst met anderen willen delen, hebben het meeste in huis – nog met de mooiste hoes ook!