Mount Kimbie - Love What Survives
Mount Kimbie is een groep zonder businessplan, hun derde langspeler ‘Love What Survives’ is een rommeltje, en dat zijn wel degelijk twee complimenten.
undefined
De tien tracks zijn gegroeid uit wilde jamsessies in Londen en Los Angeles, de respectieve thuishavens van Kai Campos en Dom Maker – ooit de vaandeldragers van de postdubstep, sinds ‘Cold Spring Fault Less Youth’ gewoon twee snaken met een voorliefde voor ongepolitoerde beats en gestroomlijnde popsongs.
Opener ‘Four Years and One Day’ – een niemendal uit het repetitiehok, maar met epische allures – zit heerlijk strak in een krautrockdeken gewikkeld. Als de bas invalt, moeten we telkens aan Joy Division denken, en God, wat denken we graag aan Joy Division. ‘Audition’ herinnert aan het poppyste van Broadcast, en ook ‘T.A.M.E.D.’ – voluit ‘Think About Me Every Day’ – had van de groep rond wijlen Trish Keenan kunnen zijn – met dank aan de Française Andrea Balency, die d’r stembanden ook al aan Mount Kimbie verhuurde voor hun concerten. ‘Delta’ heeft de gejaagdheid van Holy Fuck, en in het Neu!-op-78-toeren-achtige ‘Blue Train Lines’ klinkt Archy ‘King Krule’ Marshall als z’n vertrouwde kwaaie zelve. Voor ‘Marilyn’ – binnenstebuiten gekeerde pop die blijft hangen – kregen Campos en Maker het onvolprezen muziekgenie Micachu over de vloer, en ook hun oude makker mocht twee keer voluit gaan – ’t is trouwens twee keer prijs.
‘Love What Survives’: prachtplaat, en nog waar ook, verdomme.