Mura Masa is klaar voor de kassa: 'Ik organiseer liever feestjes dan me erin onder te dompelen'
‘Firefly’ vingerknipt al twee jaar door de ether, ‘Love$ick’ schudt al negen maanden zijn gat op een steeldrumriedel. Mura Masa – thuis ook maar een doorsnee-Alex Crossan – heeft tijd nodig gehad om zijn gelijknamige debuut te maken, maar het moest dan ook goed zijn. Pas nu, met bijdragen van Charli XCX, Jamie Lidell en Damon Albarn, mocht zijn cd de studio verlaten. ‘En toch maak ik ooit die conceptplaat.’
‘Mura Masa’ is precies geworden wat de vooruitgeschoven singles beloofden. Ook als er al eens een versnelling hoger wordt geschakeld, zoals in ‘Nuggets’ of het funky ‘Nothing Else’, met Jamie Lidell, blijft het gezellig. Met handclapritmes en een synthetisch refreintje klinkt Tom Tripp in ‘Helpline’ alsof-ie recht uit de jaren 80 is weggelopen. Dat geeft niet op een zomerse dansplaat vol ietwat gemoedelijke elektronica, waarop het aardig al dan niet vegetarische worsten bakken is. Geen beter moment dus dan het festivalseizoen om dit debuut te lossen, zelfs al was dat niet eens de bedoeling.
Alex Crossan (zucht) «Ik had dat debuut al eeuwen geleden moeten inleveren, ja. Ik had vorig jaar, ruim op tijd voor de release in het najaar, een plaat af, maar bij nader inzien viel die me dik tegen. De songs moesten véél sterker zijn dan wat ik had gemaakt, en dus ben ik opnieuw begonnen. Enkel ‘What If I Go?’, ‘Firefly’ en ‘Love$ick’ heb ik gehouden, de rest ging de prullenbak in.
»Ik had het plan opgevat om een soort conceptplaat te schrijven, iets met een verhaal. Daar had ik me helemaal mee klemgereden. Ik was niet klaar om zoiets te maken, en had daarmee ook mijn eigen sterkte uit het oog verloren: goeie, gevarieerde songs schrijven die de tijdgeest vatten. Daar heb ik me dan maar op toegelegd bij mijn nieuwe start. Een verdomd goeie beslissing, want met een schone lei beginnen, zorgde meteen voor tonnen inspiratie.»
HUMO Zijn platen voor een producer als jij dan nog noodzakelijk?
Crossan «Toch wel. Daarmee kun je meer zeggen dan met één los nummer. Ik vind het bijvoorbeeld erg belangrijk dat de samenwerkingen op mijn debuut alle richtingen uit gaan: van Desiigner tot Christine van Christine & The Queens. Een gekke mix, maar dat moest: het is pas een statement omdat ze samen op één plaat staan. Als ik die songs enkel als single had uitgebracht, zou dat veel minder zo zijn. Ik werk dus niet zomaar met iedereen samen. Ik moet een fan van hun werk zijn, en zij van het mijne. De beste collabs komen op die manier vanzelf.»
HUMO Is er iets dat al die verschillende songs op ‘Mura Masa’ bindt?
Crossan «De plaat reflecteert voor mij hoe ik Londen ervaar: heel multicultureel en jachtig. Twee mensen uit de verste uithoeken van de wereld kunnen er buren zijn, en zo moest de plaat klinken: als een weerspiegeling van die meltingpot. Daarom klinkt elke song anders, als één aspect van het culturele leven in de stad. Zo is ‘Nothing Else’, met Jamie Lidell, een funksong, heeft ‘All Around the World’, dat ik met Desiigner schreef, dan weer trapbeats, en zo gaat het maar verder.»
HUMO De titel zou eerst ‘To Fall Out of Love’ worden. Beetje zwaarmoedig na je ook al niet vrolijk getitelde mixtape ‘Soundtrack to a Death’.
Crossan «Ik weet het. Misschien ben ik een trieste plant (lachje). Nee, ik hou gewoon van eenzame, weemoedige sfeertjes. Dat zal wel met mijn jeugd op het kanaaleiland Guernsey te maken hebben: erg gelukkig maar ook erg geïsoleerd. Maar goed, die titel heb ik samen met het artwork en de rest van die plaat ook maar geschrapt. Gewoon ‘Mura Masa’ leek me een betere manier om mezelf voor te stellen: ‘Dit ben ik, zo klink ik op dit moment.’»
HUMO Het klinkt alsof je er te veel over hebt gepiekerd.
Crossan «Over dat eerste concept wel, ja, en dus besloot ik om daarna vooral niet te veel meer na te denken. Misschien ga ik nog weleens terug naar die conceptuele aanpak, want ik hou van platen die één lang verhaal zijn. Maar alles op zijn tijd. Op dit moment ben ik vooral blij dat het zo is gegaan. Sommige gastzangers zou ik een jaar geleden nog niet te pakken gekregen hebben, nu wel.»
HUMO Damon Albarn, om er maar één te noemen. Eigenlijk zou je iets doen op de laatste Gorillazplaat, niet?
Crossan «Iemand had hem mijn muziek laten horen, en die beviel hem, dus nodigde hij me uit in zijn studio. Dat betekent op zich niet zoveel, denk ik. Hij test voortdurend mensen. Ik ben hem daarna echter ideetjes blijven sturen, waaronder wat nu ‘Blue’ is geworden, het laatste nummer op mijn plaat. Hij schreef strofes bij het refrein dat ik al had, en zo werd het een soort duet. Pretty good result (zenuwachtig maar trots lachje). Ik kan er nog altijd niet goed bij dat ik met hem heb gewerkt. Een paar dagen geleden hebben we een soort akoestische versie van het nummer opgenomen voor tv. Ik deed het bijna in mijn broek dat ik daar naast hem zat. Ik vrees dat ik mijn bewondering nooit echt zal kunnen loslaten.»
HUMO Gek dat Damon Albarn voor jou vooral de man van Gorillaz is.
Crossan «Natuurlijk is hij eerst en vooral die gast van Blur, maar als kind heeft Gorillaz erg veel indruk op me gemaakt. Het universum dat uit hun videoclips sprak, trok me erg aan, en is belangrijk voor me geweest in de ontdekking van hiphop en dance.»
HUMO Klopt het verhaal dat je eerste band een christelijke rockband was?
Crossan «Als je een gospelband in de kerk zo kunt noemen. Tegelijk speelde ik ook in hardcore en punkgroepjes. Tussen God en de duivel? Bwa, religie was mijn ding niet, maar dat kerkbandje is een goeie start geweest. Je moet er discipline voor hebben, en je moet de rest van de groep aanvoelen. Het is daar dat ik geleerd heb hoe muziek op emotioneel vlak werkt. Voor de rest heb ik net als iedereen The Beatles en Joni Mitchell thuis leren kennen, zij hebben mijn muzikaal opgroeien het meest beïnvloed.»
HUMO Hoe ben je dan bij elektronische muziek uitgekomen?
Crossan «Ik maak geen onderscheid tussen genres. Voor mij is een hiphopnummer hetzelfde als een deathmetalnummer. Ik zou je uren kunnen onderhouden over hoe die eigenlijk zelfs op elkaar lijken. Net zo stond ik open voor dancemuziek, waarvan het ritmische me aansprak. Skrillex was op dat vlak een openbaring – dat was verdorie zwaarder dan metal! – en kort daarna waren er de debuten van James Blake en Hudson Mohawke. Die leerden me hoe elektronische muziek verdomd straf kon zijn, en méér was dan housemuziek.»
HUMO Op Guernsey, een onooglijk eiland, valt niet bepaald zwaar te dansen. Gek dat je dan clubmuziek bent gaan maken, niet?
Crossan «Alles wat ik over clubcultuur weet, heb ik via het internet leren kennen. Dat gaf me er een wat vreemde, vervormde visie op. Clubbing was iets mythisch, leek het, iets groots en geheimzinnigs. Het heeft best lang geduurd, tot ik in Brighton ging studeren en de eerste keer in clubs belandde, voor ik begreep wat voor leven het écht is. De hele drank- en drugssfeer eromheen lag me niet. Ik merkte dat ik meer geïnteresseerd was in de platen die de dj oplegde, of de kleding van de dansers. Het cultuurtje boeit me als toeschouwer wel, maar ik kon mezelf er niet in verliezen. Ik organiseer liever feestjes dan me erin onder te dompelen.»
HUMO Je moeder was in de jaren 80 de manager van de vergeten Amerikaanse rockgroep Cousins From Venus. Ze kent de muziekwereld dus. Is er toch advies van haar dat je níét hebt aangenomen?
Crossan «‘Stop niet met je studies’ (lacht). Daar was ze niet gelukkig mee, maar ondertussen begrijpt ze het. Ik heb ook bewezen dat ik van mijn muziek kan leven. Toen ik een platencontract tekende, was ze blij. ‘Nu kun je toch iets huren, en je eigen eten kopen.’ Ze steunt me, hoor. Haar enige zorg is of ik mijn zaakjes goed voor elkaar heb. Mijn vader zat vroeger ook in allerhande rockbandjes en is geregeld opgelicht. Hij is helaas gestorven voor ik echt doorbrak, dus ik heb er met hem nooit over kunnen praten.»
Mura Masa speelt op 17 augustus op Pukkelpop. info & tickets: pukkelpop.be. ‘Mura Masa’ is uit bij Universal.