Na de val en de coma zit Kris Boeckmans opnieuw in het zadel: 'Ik geloof in mirakels, ik heb geen keuze'
‘Komt het wel goed met mij?’ Kris Boeckmans heeft het zich duizenden keren afgevraagd. Maar zes maanden na zijn bijna dodelijke val in de Vuelta ligt een terugkeer in het verschiet.
'Iedereen wil altijd weten hoe het met mij gaat, maar ze zouden het beter eens aan mijn vriendin en mijn ouders vragen'
Op 29 augustus 2015 rijdt het Vuelta-peloton richting Murcia. Al meer dan een week trotseren de renners de verzengende hitte van Andalusië, maar Kris Boeckmans (29) voelt zich elke dag beter worden en dat heeft hij een dag eerder nog aan zijn vriendin Laura laten weten. Hij is in de vorm van zijn leven en wil in deze Ronde van Spanje de laatste stap richting de absolute top zetten. Zeker vandaag maakt hij als sprinter kans op de zege. Maar bij het binnenrijden van Murcia, op zo’n 50 kilometer van de finish, loopt het plots mis. Rechts, aan de met palmbomen afgezoomde weg, komt het tot een zware valpartij. Enkele renners grijpen naar hun schouder of proberen al vloekend recht te krabbelen. Alleen de renner in het rode Lotto-Soudal-shirt blijft roerloos op het asfalt liggen. ‘Ik denk dat ik na twee minuten al ter plaatse was,’ vertelt Mikel Martínez, een ervaren spoedarts uit Bilbao die altijd achter het peloton rijdt. ‘Kris ademde niet meer, lag in een plas bloed en had zijn tong ingeslikt. Zijn lichaam voelde slap aan, ik vreesde voor zijn leven. Ik heb hem meteen geïntubeerd, waardoor hij weer zuurstof kreeg.’ Terwijl Martínez de eerste zorgen toedient, gebaart Thomas De Gendt hulpeloos in het rond. Hij weigert terug op de fiets te stappen zolang Boeckmans geen teken van leven geeft. Al van bij de jeugd rijden de goede vrienden in dezelfde teams en zijn ze kamergenoten. Na een tiental minuten krijgt De Gendt eindelijk goed nieuws, als Boeckmans in de ambulance het bloed uit zijn longen begint op te hoesten en teken doet dat hij pijn heeft. Maar het verdict is zwaar: Kris heeft ernstige breuken in zijn aangezicht, een paar gebroken ribben en een zware hersenschudding. Er is ook schade aan zijn longen, met een geperforeerde long en een klaplong. Meteen wordt hij in een kunstmatig coma gebracht, waaruit hij pas na twaalf dagen zal ontwaken.
Skelet met bouten
Goed vijf maanden later zitten we tegenover Kris Boeckmans in zijn ouderlijke huis in Schilde, waar de houtkachel voor gezellige warmte zorgt. De renner blaakt van gezondheid: hij is net terug van een stage in Mallorca en de Spaanse zon heeft een blos op zijn wangen gekleurd. ‘Ik voel me ook goed. Er moet nog veel gebeuren, maar ik zit in een positieve vibe,’ zegt hij.
Kris Boeckmans «De voorbije maanden waren loodzwaar. Als ik eraan terugdenk, vraag ik me af: hoe heb ik het in godsnaam klaargespeeld? Vooral de dode momenten waren moeilijk, omdat ik mezelf dan vragen begon te stellen: ‘Zal ik ooit nog iets kunnen doen met dat lichaam van mij?’ Als ik in de spiegel keek, zag ik alleen maar vel en beenderen. Ik was een skelet geworden, heel akelig. Tijdens mijn coma was ik meer dan 15 kilo vermagerd, en ook daarna kon ik niet meer bijten en normaal eten: er zaten acht bouten in mijn boven- en onderkaak, die aan elkaar vasthingen met een elastiekje om mijn mond op zijn plaats te houden. Die bouten hebben ze overigens zonder verdoving en met een gewone schroevendraaier verwijderd. Ik dronk shakes met een hoge voedingswaarde, soep met gemixte kipfilet en astronautenvoeding. Ik kon niks meer, alles werd voor mij gedaan. Door Laura, mijn ouders en mijn familie. De eerste maanden bleef er voortdurend iemand bij mij: zonder hulp zou ik verhongeren en uitdrogen. Ik sliep heel veel, pas op 7 december kon ik voor het eerst overdag wakker blijven. Dat is snel, normaal blijf je tot zes maanden na een coma extreem vermoeid.»
HUMO Iedereen verbaast zich over het voorspoedige verloop van de revalidatie.
Boeckmans «Ik heb altijd op het schema voorgelegen, al sla ik geen stappen over. Of zoals een dokter zei: ‘Een cake moet altijd 40 minuten in de oven staan. Je krijgt hem niet sneller klaar door de temperatuur hoger te zetten.’ Maar het klopt: van bij het begin heb ik iedereen voortdurend verrast, mezelf inclusief. Mijn bloed- en hormoonwaarden waren verontrustend slecht, maar binnen de kortste keren had ik die weer op peil. En ook mijn ribben en vooral mijn longen genazen snel. Ik herinner me de verbijsterde blik van de dokter: ‘Hoe is dit mogelijk?’ Bij een klaplong zie je normaal nog witte strepen op de foto, en zijn er longblaasjes die nooit meer opengaan. Bij mij was alles op een wonderbaarlijke manier hersteld. En dan is er mijn gezicht, vol met plaatjes en schroefjes. Ik had tal van interne breuken, waaronder mijn bovenkaak, neus en oogkas. Kijk, hier zie je hoe het er vanbinnen uitziet. (Toont röntgenfoto) Niet min, hè.»
undefined
undefined
'Boeckmans' valpartij in Murcia: 'Was urgentiearts Mikel Martínez één minuut later ter plaatse geweest, dan had dat fataal kunnen zijn.'
HUMO De chirurg heeft fantastisch werk geleverd: je ziet er niks van.
Boeckmans «Toch voel ik soms een randje zitten. In het begin voelde mijn gezicht ook stijf aan, maar dat gaat ondertussen beter. Net als het spreken. Het is nog niet zoals vroeger: door alles terug op zijn plaats te zetten, ligt mijn tong op een andere manier tegen mijn gehemelte. Dat voelt raar aan, en met sommige klanken heb ik het nog moeilijk.»
HUMO De Antwerpse tongval is gebleven. Zit je nog met twijfels?
Boeckmans «Mijn twijfels hebben vooral met ijdelheid te maken (lacht). Ik heb enkele kale plekken, vandaar dat lange haar. Nee, alles komt goed, die zekerheid heb ik. Het is echt waanzin wat een lichaam aankan en hoe het zich telkens weer aanpast. Ik wist ook niet dat er zoveel onvermoede kracht in mij schuilde. Ik laat zelfs al waarden optekenen die aan mijn supervorm van vorig jaar doen denken – terwijl ik pas sinds begin januari aan het trainen ben. Als je bezig bent, voel je gauw vooruitgang. Behalve in het begin van mijn revalidatie, toen gingen zelfs eenvoudige oefeningen moeizaam: tien keer gaan staan en ik was volledig uitgeput. Dat vond ik niet normaal, het baarde me veel zorgen. Bij een te grote inspanning kreeg ik ook te veel druk op mijn hersenen: dat was gevaarlijk omdat er nog veel vocht zat. Eigenlijk hebben ze me te vroeg naar België overgevlogen. Niet dat ik dat bewust heb meegemaakt: het duurt drie dagen om uit een kunstmatig coma te ontwaken en door de medicatie kun je allesbehalve helder nadenken. Laten we zeggen dat ik pas in België volledig ‘wakker’ was.»
HUMO Terug thuis kroop je meteen op je fiets.
Boeckmans «Ik heb mijn koerskleren aangedaan en even op de rollen gereden. Ik wilde weten hoe het voelde, al was het maar voor enkele minuten en kreeg ik de pedalen amper rond. Ik heb er een foto van op Twitter gepost. Iedereen zei me dat ik er goed uitzag, dat mijn ogen levenskracht uitstraalden. Ook al lag ik de hele dag in de zetel en had ik geen fut meer. Maar ik heb nooit verslagen in een hoekje willen zitten. Integendeel, ik wilde meteen vooruit: de wereld staat toch ook niet stil? In het ziekenhuis in Genk, waar ik aan mijn gezicht werd geopereerd, zag ik Jens Debusschere de ene koers na de andere winnen. ‘Verdorie, straks ben ik mijn titel van zegekoning kwijt. Ik zal nog in Putte-Kapellen moeten koersen,’ zei ik. Maar niemand die met die opmerking kon lachen. Toch heb ik er toen mijn agenda bij genomen: ik vond dat de revalidatie korter kon. Ik stelde doelen, zoals begin december mee met de ploeg op teambuilding gaan. Zulke dingen deden deugd, ook al moest ik er twee dagen van bekomen.»
Geluksbrenger
HUMO Heb je de beelden van de val ooit teruggezien?
Boeckmans «Ik hoefde ze niet te zien. Maar ondertussen is dat wel gebeurd, in het wielerjaaroverzicht op Canvas. Een heel vreemd gevoel was dat. Mijn vriendin en ik hebben samen in de zetel zitten wenen – de tranen kwamen vanzelf. Ik herinner me niks meer van wat er gebeurd is, maar ook de eerste Vuelta-week is helemaal wég. Toen ik in België bij mijn positieven kwam, zei ik: ‘Waarom lig ik in het ziekenhuis? Ik wil naar huis.’ Pas toen ze zeiden dat dat niet ging, besefte ik dat er iets niet klopte: ‘Goed, vertel me dan exact wat er gebeurd is.’ Toen ik de verhalen hoorde en ook nog de verslagen en de foto’s zag, ben ik terug gaan liggen.»
undefined
'Mensen vragen me weleens of mijn val me veranderd heeft, maar dat is tien jaar geleden al gebeurd, toen mijn broer verongelukte'
HUMO Kwam het nieuws zo hard aan?
Boeckmans «Het was niet gemakkelijk, maar ergens gaf het me ook rust. Wat vreemd was: ik had een heel ander verhaal in mijn hoofd zitten. Tijdens mijn coma had ik gedroomd dat ik gevallen was en dat ze me hadden geopereerd. Alleen was dat in een afdaling gebeurd en had ik mijn nek gebroken, terwijl die net níét geraakt was. Heel bizar.
»Alleen over de oorzaak van de val blijf ik in het ongewisse. Ik was aan het drinken, reed met één hand. Mijn ploegmaat Tosh Van der Sande zag mijn stuur plots dubbel plooien. Maar er was nadien geen put of oneffenheid in de weg te vinden. Waarschijnlijk lag er een takje of zo.»
HUMO ‘Ik had wel tien keer dood kunnen zijn,’ heb je gezegd.
Boeckmans (knikt) «Het begon eigenlijk al met de helm die mijn leven heeft gered: die was in stukken vaneen. Dan had ik het geluk dat de eerste persoon die bij mij was – een motard van de organisatie die ook brandweerman was – me meteen in de juiste positie heeft gelegd. Hij zorgde ervoor dat mijn longen niet volliepen met bloed. Vervolgens was er Mikel Martínez, met zijn jarenlange ervaring als urgentiearts. Hij was héél snel ter plaatse, één minuut later had fataal kunnen zijn. Mikel beval de ambulanciers ook om naar het Universitair Ziekenhuis van Murcia te rijden, en niet naar één van de nabijgelegen hospitalen. De zorgen waren er beter, en vooral: ze hadden er een specifiek beademingstoestel, waarvan er maar negen in Spanje zijn. Ik kon niet meer zelfstandig ademen, mijn longen waren ontstoken en zaten vol bloedingen. Die machine, een soort externe long, voorzag mijn bloed van zuurstof. Niet zonder risico: je loopt een groot gevaar op bloedklonters, veel mensen sterven erdoor. En door mijn wonden mochten ze geen bloedverdunners geven. Maar de artsen hadden geen keuze: zonder die machine was het sowieso afgelopen. En zo kan ik nog even doorgaan. Het was een aaneenschakeling van kleine dingen, maar telkens met grote gevolgen.»
HUMO Trek je daar besluiten uit? Denk je: ‘Het is mijn tijd nog niet’?
Boeckmans (knikt) «Toen ik uit mijn coma ontwaakte, heb ik – volgens mijn moeder en Laura, zélf weet ik het niet meer – gezegd: ‘Onze Hans heeft me teruggestuurd.’ Mijn broer Hans is tien jaar geleden omgekomen in een auto-ongeluk. Hij was 22 jaar, we hadden een sterke band. Ik heb nog twee oudere broers, maar wij sliepen samen op de kamer en dat is toch nog iets anders. Hans was iemand op wie je altijd kon rekenen. Hij genoot met volle teugen van het leven.»
HUMO Heeft hij nog geweten dat je zoveel talent had voor fietsen?
Boeckmans «Gelukkig wel. Ik was 18 toen het gebeurde en had als renner nog niet veel bewezen. Een week voor het ongeluk hebben we samen nog deelgenomen aan een mountainbiketocht. Achteraf was hij stikkapot, hij had – zoals altijd – alles gegeven. Ik heb hem de hele weg naar huis moeten duwen. Toen keek hij om en wierp hij me een bewonderende blik toe: ‘Hoe kan het dat mijn broerke mij moet duwen en zelf nog helemaal fris zit?’ Dat moment koester ik enorm, het roept een warm gevoel bij me op.
»Zijn overlijden was een harde levensles. Het heeft me veranderd: sindsdien besef ik dat elk moment waardevol is. Het kan zomaar afgelopen zijn. Mensen vragen me weleens of mijn val me veranderd heeft, maar dat is tien jaar geleden dus al gebeurd.
»Toen Hans stierf, heb ik ook maanden niet gefietst. Ik twijfelde of ik ermee moest doorgaan en bevond me op een kantelmoment. In het begin deed ik zelfs helemaal niks meer. Na een tijdje ging ik wat voetballen en basketballen met vrienden, en uiteindelijk begon ik ook weer te koersen. Alleen: mijn toenmalige ploeg lag me niet. Ze begrepen niet dat ik enorm van de dood van mijn broer afzag. Ook op school waren er leerkrachten die zo reageerden, en na twee maanden zeiden: ‘Kris, het wordt tijd dat je weer oplet’. Ik hoop dat ze nooit hetzelfde moeten meemaken om te beseffen wat ze gezegd hebben. Je schrikt ervan hoe hard mensen kunnen zijn. Ik herinner me dat mijn moeder eens huilend thuiskwam van de winkel. ‘En? Ben je er al overheen?’ had iemand haar gevraagd.»
HUMO Werd het wielrennen een reddingsboei tijdens die donkere periode?
Boeckmans «De fiets heeft al twee keer mijn leven gered. Na het overlijden van mijn broer heeft het wielrennen me terug de maatschappij ingetrokken. En nu, net omdát ik nog kan fietsen, redt het opnieuw mijn leven. Al klinkt dat raar, aangezien het wielrennen me ook bijna het leven gekost heeft.
»Mijn wielercarrière doet ook mijn familie opleven. Mijn moeder kan als geen ander de koers volgen en ziet het peloton soms acht keer passeren. Ze was ook in de Vuelta toen het gebeurde. Laura was thuis, ze is de volgende morgen meteen naar Murcia gevlogen.»
HUMO Hoe hebben zij alles beleefd?
Boeckmans «Heel heftig. Terwijl mijn moeder in het ziekenhuis aan het wachten was, zag ze mij een paar keer – op een brancard en onder een doek – passeren. En al die tijd mocht ze niet bij mij. Om tien uur ’s avonds is ze naar haar hotel gereden, 100 kilometer verderop. Ik weet niet waar ze de kracht vandaan haalde.»
HUMO Vreesde ze dat de geschiedenis zich zou herhalen?
Boeckmans «Ik kon nog voor mijn leven vechten – daar trok ze zich aan op. Onze Hans was op slag dood en heeft die kans niet gekregen (zwijgt).
»Laura is sinds mijn val eigenlijk niet meer van mijn zijde geweken. Haar vader dacht dat het nooit meer zou goedkomen. Als ik hem zeg dat ik er een trainingsrit van vijf uur heb opzitten, zie ik hem vol ongeloof denken: ‘Dit is een mirakel.’ En als ik de foto’s zie van in het ziekenhuis, begrijp ik hem.»
undefined
'Over zijn geluksbrenger: 'Laura en mijn moeder zijn het hangertje op straat gaan zoeken. Ze mochten het naast mijn bed leggen. En het vreemde is: vanaf dat moment ging het plots beter met mij.'
HUMO Geloof je in mirakels?
Boeckmans «Ik heb geen keuze (lacht).
»Weet je, in Murcia ging het alsmaar slechter met mijn gezondheid: ik maakte hoge koorts. Tijdens de val was ik mijn kettinkje kwijtgeraakt, met een hanger in de vorm van een bliksemschicht. Een cadeautje van Laura. Het was een beetje mijn geluksbrenger, ik vond het wel passen bij een spurter. Telkens als ik iemand een bericht stuurde, kregen ze die bliksem op hun scherm. ’s Morgens heb ik er Laura nog een foto van gestuurd: ‘Ik ga koersen en ik heb hem aan, hè.’ Toen die complicaties optraden en het er echt beroerd begon uit te zien, zijn Laura en mijn moeder het hangertje gaan zoeken. De contouren van de plas bloed waren nog zichtbaar, ze konden zien waar ik gevallen was. En ze hebben het gevonden: platgeduwd en geschaafd door de auto’s die eroverheen waren gereden. Ze mochten het van de verpleging in een verzegeld zakje naast mijn bed leggen. En het vreemde is: vanaf dat moment ging het plots beter met mij. Is dat toeval? Ik denk het niet, daar geloof ik al lang niet meer in.»
HUMO Waarom niet?
Boeckmans «Mijn allereerste profkoers heb ik gewonnen op 30 augustus, de verjaardag van mijn broer. En in de Vuelta ben ik op 29 augustus gevallen, één dag ervóór. En zo zijn er nog dingen.»
HUMO Rijdt Hans mee als een engelbewaarder?
Boeckmans «Ik vermoed het. Ik wil in elk geval altijd iets van Hans bij me hebben in de koers. Vroeger hing ik één van zijn bandjes van Pukkelpop of Werchter aan mijn stuur. Hij had ze altijd rond zijn pols, na het ongeluk heb ik die losgeknipt. Maar een mechanieker is ooit zo’n bandje kwijtgeraakt en ik wil het risico niet lopen de andere te verliezen. Daarom zocht ik naar een symbool dat die bandjes kon vervangen. Ik heb zelf een ster ontworpen en laten maken. Ze staat vast op mijn stuur en is mijn gids, zoals Hans mijn gids in het leven is..»
Koude rillingen
HUMO Volgens teammanager Marc Sergeant ben je sinds de val veel opener geworden.
Boeckmans (denkt na) «Ik begrijp wat hij bedoelt. Ik laat niks meer sudderen: heb ik een vraag, dan stel ik ze meteen. Er is meer contact met de ploeg, nu. Ze geven me veel steun, er staat een heel team van kinesisten, dokters, trainers en voedingsspecialisten achter mij. Alleen op die manier was zo’n snelle progressie mogelijk. Tijdens mijn revalidatie werd ook mijn nieuwe contract in orde gebracht. Meer dan 60 pagina’s – het lukte maar nét om te tekenen (lacht).»
HUMO Krijg je ook mentale steun?
Boeckmans «Ik werk al jaren met een mental coach en er is ook iemand van de ploeg die psychologische ondersteuning biedt. Begin maart ga ik met de ploeg naar de Driedaagse van West-Vlaanderen. Niet om te koersen, wel om te wennen aan de sfeer. We zullen er ookw ‘preventieve tests’ doen. Dat zit zo: als je een ongeval meemaakt zoals dat van mij, sla je de geluiden die ermee gepaard gaan, op in je hersenen. Kom je opnieuw in zo’n situatie terecht, dan loop je daardoor het risico volledig te verstijven. Ik zou dus kunnen blokkeren als er in de koers achter mij renners vallen, alleen al door dat typische lawaai. Soms schrik ik zelfs thuis van bepaalde geluiden, en dat heeft ongetwijfeld te maken met wat er gebeurd is.»
''Nu ga je toch nooit meer koersen,' zeiden sommige mensen. Maar wat moet ik dán doen?'
HUMO Je hebt nooit getwijfeld om opnieuw renner te worden.
Boeckmans «Mijn eerste objectief was: zo snel mogelijk opnieuw mens worden. Maar het was meteen ook de bedoeling om weer te koersen, ja. Waarom? Ik ben daarvoor geboren, het is wie ik ben. Sommige mensen keken daar raar van op. ‘Nu ga je toch nooit meer koersen?’ zei mijn schoonzus. Vooral uit bezorgdheid, natuurlijk. ‘Zeg dan wat ik moet doen,’ heb ik geantwoord: ‘Ik weet niet of ik wel een andere toekomst heb.’»
HUMO Volgens je coach Erwin Borgonjon zou je zelfs voor niks koersen, omdat je het zo graag doet.
Boeckmans «Zeker met hoe ik me de voorbije maanden heb gevoeld... Ik heb altijd heel graag gekoerst, en het is een levensstijl waar ik elk jaar meer van hou. Dit hoofdstuk is gewoon nog niet afgesloten. Ik was ook in de vorm van mijn leven. Toen ik vorig jaar Nokere Koerse won, ben ik nog enkele uren extra gaan trainen. Ik reed met 70 kilometer per uur achter de wagen en dacht: ‘Kan dat niet wat sneller?’ In die flow zat ik: ik voelde aan alles dat ik in de Vuelta een stap vooruit ging zetten. Ik denk ook dat ik de absolute top aankan: in de koers zijn ze bang voor me, en dat is altijd een goed teken.»
HUMO Maak je je geen zorgen na wat er is gebeurd?
Boeckmans «Ik zit er ergens wel mee dat ik opnieuw zwaar kan vallen – dat lijkt me niet meer dan normaal. Maar statistisch gezien kan zoiets ergs me niet meer overkomen (lacht).»
HUMO Vrees je het duwen en trekken in de sprint niet? En de gevaarlijke duels tegen kamikazes als Nacer Bouhanni?
Boeckmans (lacht) «Misschien pak ik Bouhanni nu wel harder aan dan vroeger. Pas op, ik sprint altijd op een correcte manier. Eerlijk: ik ben meer beducht voor het geluid van een valpartij. En vallen hoort bij het wielrennen, het overkomt een renner één tot vijf keer per jaar. Vroeger dacht ik, als iemand heel zwaar ten val kwam: shit, dit zou mij ook kunnen overkomen. Maar die gedachte verdween vrij snel, dat is bij elke renner zo. Toen de Italiaan Adriano Malori onlangs in de Tour de San Luis viel en in coma raakte, ging er een koude rilling door mijn lijf. Bij de onderzoeken hebben ze een hersentumor gevonden, een geluk bij een ongeluk dus. Ik hoop dat het goed komt.
»Tijdens de eerste ploegstage in Mallorca zat ik wel nog met angst: zou ik nog een bocht durven te nemen met een hoge snelheid? Tot ik aankwam op een col en een halve minuut achterlag op de groep. Met een klein hartje zette ik de afdaling in, en na een paar bochten had ik ze al bijgehaald. ‘Knap gereden,’ vond ik van mezelf (lacht).»
undefined
'Tijdens mijn revalidatie kreeg ik een nieuw contract – het lukte maar nét om te tekenen'
HUMO Jouw vriendin Laura had het moeilijk om je naar die stage te zien vertrekken.
Boeckmans «Normaal zien we elkaar weinig, de helft van het jaar ben ik onderweg. Nu heeft ze maanden aan een stuk voor mij gezorgd. Zeg maar gepamperd, ik kon mezelf niet eens wassen. Als je dan opnieuw vertrekt, komt dat hard aan. Ook zij maakt zich zorgen. Onze relatie is de laatste maanden nog sterker geworden, dat merk ik aan hoe ik haar mis op stage. Terwijl iedereen altijd wil weten hoe het met mij gaat, zouden ze het beter eens aan Laura en mijn ouders vragen. Zij hebben het óók zwaar gehad.»
HUMO Hadden zij er geen probleem mee dat je opnieuw renner wilde worden?
Boeckmans «Nee, ze hebben mijn beslissing nooit in vraag gesteld. Het was eerder omgekeerd: ík heb serieus wat afgezaagd, me afgevraagd of het wel goed zou komen.»
Op zijne zak
HUMO Nog voor de zomer ben je terug aan het koersen, bevestigt iedereen. Misschien in de Ronde van Picardië, waar je vorig jaar de tegenstand overvleugelde?
Boeckmans «Dat zou mooi zijn, maar wannéér het gebeurt, maakt niet uit. Als ik een datum vooropstel en die niet haal, zou ik dat als een mislukking zien en dat wil ik niet. Binnenkort doe ik een inspanningstest en als die goed is, mag ik weer koersen.»
HUMO Droom je nog van Milaan – Sanremo?
Boeckmans «Natuurlijk! Milaan-Sanremo is helemaal mijn koers! Het is de eerste klassieker die ik ooit gereden heb en meteen kwam ik als vijfde boven op de Poggio. Alleen viel ik in de afdaling: mijn materiaal liet me die dag in de steek en vooraan waren ze gaan vliegen. Ik hoor het een teleurgestelde Tom Boonen nadien nog zeggen: ‘Boeckmans ging op zijne zak en toen was het over.’
»Soms vragen mensen weleens: ‘Er gebeurt niks tot aan de Poggio. Is dat geen saaie koers om te rijden?’ Ik denk er anders over. Je moet de hele tijd nadenken: eten, geleidelijk aan opschuiven, mooi uit de wind blijven en vooral: geen trap te veel geven. Rondom je zie je renners voortdurend fouten maken, en na 300 kilometer betaal je dat altijd cash. Maar ik voel me er als een vis in het water, ik ben ook de enige die met 70 kilometer per uur nog een bevoorradingszakje durft aan te nemen – de verzorgers spreken er nog van. Ooit komt mijn dag. Ik doe er in elk geval alles voor.»
HUMO Hoe zal het voelen om de voorjaarskoersen zonder jou te zien vertrekken?
Boeckmans «Vorige week ben ik in Mallorca naar de start van de koers gaan kijken. Ik voelde hoe mijn hart sneller begon te slaan van opwinding. Ik wilde zo op mijn fiets springen en mee vertrekken (lacht).»