InterviewRemco Evenepoel
‘Na een moeilijk jaar besef ik meer dan ooit wat stress is’
Remco Evenepoel behaalde vandaag een bronzen medaille op het EK tijdrijden, zondag volgt de wegrit. Hoe gaat het met de benen, maar vooral: hoe is het in het hoofd na de zware val van vorig jaar en een comeback die niet over rozen liep? ‘Ik mag mezelf niet opjutten.’
21 lentes, in de Verenigde Staten is Remco oud genoeg om eindelijk alcohol te mogen drinken, maar in wezen is de poulain van Patrick Lefevere nog een broekventje. Overigens drinkt Remco geen alcohol, zelfs een nipje aan een glas champagne kan hem niet bekoren.
Soit, genoeg over drank, laten we terugkeren naar dé beelden van begin vorige week, de eerste rit in de Benelux Tour. Remco staat aan de kant, enkele spaken zijn uit z’n voorwiel gefietst door Gianni Vermeersch in een waaieretappe waar hij alert was meegeschoven in de eerste groep.
‘Loser,’ klinkt het tegen de mecanicien van de neutrale wagen wanneer die aan zijn achterwiel begint te sleutelen. ‘Het is het voorwiel,’ foetert Remco, waarna de mecanicien er langer over doet dan de gemiddelde wielertoerist om dat wiel te vervangen. Evenepoel slaat bijna alle kleuren uit en terecht, hoe zou je zelf zijn? Een klassement mag hij op z’n buik schrijven. Het valt hem zo zwaar dat het ’s nachts op zijn maag slaat. Daags nadien krijgt hij geen eten binnen bij het ontbijt en verloopt de tijdrit niet zoals gewenst.
Maar goed, zover zijn we nog niet. Terug naar vorige week maandag. Na de wedstrijd is onze Vlaams-Brabander nog altijd niet gekalmeerd en gaat hij verhaal halen bij Gianni Vermeersch. Hij verwijt hem de aanrijding. In het zicht van de camera’s toont Evenepoel zich niet van zijn beste kant, voor de tweede keer die dag.
Man van uitersten
Het is koers, het is emotie, het is Remco Evenepoel ten voeten uit. Je kunt je de bedenking maken of het wel nodig is dat hij zoveel misbaar maakt, maar je kunt dat ook niet doen. Remco is altijd een man van emoties, van uitersten geweest. Zo toonde hij zich van zijn beste kant op het WK in Yorkshire (2019) toen hij Philippe Gilbert na een val weer in het peloton probeerde te brengen en zo toonde hij zich die maandag van zijn slechte kant.
Eindelijk zien we Remco opnieuw zoals hij is, zoals voor dé val in de Ronde van Lombardije (2020). Een man met emotie, een kampioen die ervoor gaat. Een baas, zoals hij dat altijd al was. Maak u geen illusies, Remco Evenepoel was altijd al een mannetje. En dat bedoelen we op een goede manier. Hij weet wat hij wil, en dat móét voor een kampioen. Hij is direct: what you see is what you get.
Twee jaar geleden kroont hij zich in Alkmaar tot Europees kampioen bij de profs. Hij is dan 19. Ook daar is hij een vat vol emoties. Hij barst in tranen uit en draagt de zege op aan de net overleden Bjorg Lambrecht en een vroegere ploegmaat. Minder dan een uur later staat z’n blik alweer op de toekomst. Er is niet veel pers in het mediatentje: drie cameraploegen, vier journalisten. Het gaat vooruit. Evenepoel staat de tv-journalisten te woord. Daarna is het nog zo’n 450 meter stappen naar de perszaal voor het moment met de schrijvende pers. Evenepoel stelt dat hij gehaast is en naar huis wil, want het is ‘nog bijna drie uur rijden’ en hij denkt al aan nieuwe doelen.
Zo zit hij op dat moment in elkaar, steeds rechtdoor, niet talmen. ‘Geen handtekeningen met de fans, gewoon snel naar de perszaal,’ zegt hij tegen iemand van de organisatie. Onderweg geeft hij nog wat directieven mee. Evenepoel kwam met zijn wagen naar het EK en zou normaal zelf naar huis terugrijden. Maar na zijn zware inspanning tegen de klok ziet hij dat, logischergewijs, niet meer zitten. Of iemand zijn wagen aan het teamhotel kan ophalen en hem naar huis brengen, vraagt hij aan een paar insiders. ‘Geen probleem,’ antwoordt iemand. ‘Dat komt wel in orde.’
Wanneer de man vraagt waar dat hotel precies ligt, verschaft Evenepoel de nodige uitleg. Het is niet ver, amper enkele honderden meters. De man begrijpt het niet helemaal, Evenepoel legt het opnieuw uit, deze keer geïrriteerd en zegt er nog bij: ‘Het is geen rocket science.’ De verzamelde pers schrikt een beetje van zijn stijl. Maar door de jaren heen leren we Evenepoel beter kennen.
Hij weet wat hij wil, hij communiceert op een directe manier, hij zegt wat hij denkt. Hij staat ook niet lang stil bij overwinningen, het gaat allemaal snel, het zijn er zo veel in korte tijd, hij wil vooruit.
Mindfulness
Na zijn succesjaren in 2017, 2018, 2019 en begin 2020 (zie onderaan) volgt dé val in de Ronde van Lombardije. Evenepoel blijft maandenlang van de fiets en moet door een moeizame revalidatie. Sindsdien is hij een andere mens. Hij leest boeken over mindfulness, weet dat hij aan de dood is ontsnapt en beseft dat er meer in het leven is dan koers. Ook staat hij minder egoïstisch in het leven. Hij apprecieert voortaan meer wat mensen voor hem doen. Zijn blessure maakt hem volwassen.
Maar vergis u niet, Remco is misschien wel een nieuwe mens, een kampioen blijft een kampioen. ‘Als je ooit een winnaar bent geweest, wil je dat zo snel mogelijk opnieuw zijn,’ vertelde hij vorige week na zijn zege in de Druivenkoers. Alleen wilde hij alles misschien gewoon te snel. Het is een proces waar hij door moet.
In tegenstelling tot zijn beginjaren bij de profs, waar alles lukt, betaalt hij nu wel leergeld. Flashback naar de Giro van dit jaar. Zelf tempert Evenepoel naar de buitenwereld de verwachtingen en start hij zogezegd zonder ambitie. Heimelijk heeft hij die wel. Ja, hij let op wat hij zegt tijdens persmomenten, maar aan kleine dingen, kleine lapsussen in zijn betoog, een sprintje tegen Egan Bernal om een bonusseconde, een verbale uitval tegen een ploegmaat na een rit, zie je gewoon dat hij meer wil in die Giro dan ‘meerijden en ervaring opdoen’.
Na een knappe eerste week wordt duidelijk dat in de Italiaanse rittenkoers de wetten van de wielerlogica worden gerespecteerd. Voor het eerst ooit verbaast Remco Evenepoel ons niet. Is dat erg? Neen, hoegenaamd niet, het is de logica zelve. Evenepoel verscheen aan de start met amper een basisconditie in de benen na zijn revalidatie. Dan kun je een paar dagen teren op je goede vorm, tegen toppers die al maanden toewerken naar die wedstrijd kom je na verloop van tijd tekort.
Voorts leerde de Giro ons dat er nog wat werk op de plank lag voor Evenepoel om de komende jaren een rol te spelen in een grote ronde. Aan z’n stuurvaardigheden, daalkunsten en explosiviteit bergop moet geschaafd worden. Evenepoel weet dat zelf ook.
Lukaku-syndroom
Tijdens die Giro is er voor het eerst kritiek en ook daar zal onze landgenoot mee moeten leren leven. Het Nieuwsblad schreef een tijdje terug dat Evenepoel soms aan het Romelu Lukaku-syndroom lijdt. En dat klopt. Hij kan moeilijk om met kritiek en wanneer het hem in een koers tegenzit, mijdt hij de pers. Zijn team gaat daar nog te veel in mee. Ook als het niet draait, moet Remco durven spreken. Zijn authenticiteit en zijn spontaniteit zijn juist zijn kracht. Voor sommigen komen zijn uitspraken misschien arrogant over, maar er is niets mis met het uitspreken van ambitie, net zoals er niets mis is om af en toe met je kop tegen de muur te lopen als je jong bent.
Kritiek is er ook na de Spelen, waar hij met ambitie start, maar onder de verwachtingen presteert. Er rijzen twijfels, ook bij hemzelf, gaf hij vorige week na de Druivenkoers toe. ‘Op training ging het goed, maar in competitie kwam het er niet uit. Dat zette me aan het denken.’ Onder het motto ‘niets moet, alles mag’, verandert Remco Evenepoel daarom na de Spelen het geweer van schouder. Niets moet nog, pas vanaf 2022 stelt hij zich opnieuw grote doelen. Die nieuwe filosofie levert hem geen windeieren op: hij boekt vijf zeges in drie weken tijd.
‘Die nieuwe mindset heeft me geholpen,’ zegt hij in een interview vorige week met enkele Belgische media. ‘Het was wellicht de juiste keuze. Ik legde me niet meer die druk op om resultaat te halen, want als je niet kunt presteren wat je voor ogen hebt, weegt dat zwaar. Ik trok zonder doelstellingen naar de koers in Denemarken, ik reed opnieuw op mijn gevoel. Dat heeft me geholpen. Als je ooit een winnaar bent geweest, wil je dat zo snel mogelijk opnieuw worden. Het is niet altijd even gemakkelijk en slim om dat ook effectief zo snel mogelijk te willen. Ik denk dat we nu de goede manier hebben gevonden om de winnaar weer in mij naar boven te halen, zonder druk.’
De demonen zijn weg, het vertrouwen groeit en fysiek kan hij sinds kort opnieuw de cijfers voorleggen van voor zijn val. Remco is back.
– Wat was het zwaarst? De terugval in je revalidatie in december vorig jaar of jouw comeback in de koers die niet over rozen ging?
REMCO EVENEPOEL «Dat is een moeilijke vraag, omdat beide situaties ergens wel te vergelijken zijn, maar ook weer niet. Je weet nooit hoe je je na een val gaat voelen. Die terugval in december voelde ik ergens wel een beetje aankomen omdat ik pijn had op training, dus ik vermoedde dat er iets scheelde (hij dacht dat de pijn bij zijn revalidatie hoorde, alleen was de blessure nog niet voldoende geheeld en daardoor moest hij opnieuw acht weken van de fiets. Pas op 8 februari kreeg hij groen licht om te trainen, red.).
»En dan kom ik terug, train ik goed, maar kende ik enorme vormdippen tijdens het seizoen. Dat begreep ik niet, dat voelde ik niet aankomen, niet in de Giro, niet in de Ronde van België, niet op de Spelen. Op training liep het wel goed, maar in competitie kwam het er niet uit en dat was frustrerend. Mentaal is die mindere periode in het seizoen iets lastiger geweest om te beleven.
»Nu goed, binnen de ploeg beschouwen we dat niet als een ‘mindere periode’, maar eerder... Hoe moet ik het zeggen: als een deel van het proces, als een onzekere periode waarin we niet wisten hoe alles zou verlopen. Nu zet ik wel enorme stappen voorwaarts. Die ‘mindere periode’ waar ik door moest, was gewoon een teken, een signaal dat het allemaal moest gebeuren. Ik moest door dat proces om opnieuw mijn oude niveau te halen. Ik moest geduldig zijn en wist dat ik op een bepaalde dag wel weer de oude zou worden.»
– Geduld lijkt me niet jouw sterkste kant.
EVENEPOEL «Ik geef toe dat het moeilijk was. Daar ga ik niet over liegen. Het doet me enorm veel deugd dat het nu wel lukt. Ook voor mijn familie en vriendin Oumi. We hebben samen veel meegemaakt. Er was die val en dan moest ik hard werken om terug te keren. Vervolgens was er die ‘setback’ in mijn revalidatie en begon ik weer van nul. Dan volgde mijn comeback, maar die gaf niet wat ik ervan verwachtte. Het was een zware periode, het woog mentaal, op mezelf en op mijn omgeving. Het was zeker niet altijd makkelijk om met mij samen te leven in die periode. Gelukkig heb ik nu het gevoel dat ik stilaan weer de oude ben. De lijn van de voorbije weken wil ik graag doortrekken naar de rest van het seizoen.»
– Vandaag rij je het EK. Ik breng je even terug naar je eerste EK, in 2018 in Tsjechië, bij de junioren, waar het sprookje begon. Je won de tijd- en wegrit. Toen ging het precies allemaal vanzelf. Heb je nu geleerd dat niets vanzelfsprekend is?
EVENEPOEL «Vanzelf ging het ook niet echt. (lacht) Dat is veel gezegd. Ook al start je als topfavoriet op een EK, of eender welke andere koers eigenlijk, dan nog moet je wel hard trappen. Na dat EK kwam alles in een stroomversnelling terecht. Plots kwamen de aanbiedingen van profploegen, begonnen de gesprekken te lopen, maar al vrij snel besliste ik om te kiezen voor QuickStep. Dat was de juiste keuze en dat vind ik nog altijd. Het EK was een heel belangrijk kantelpunt in mijn jonge jaren. Dat is raar om te zeggen, want uiteindelijk is dat nog maar drie jaar geleden.»
– Enkele weken later volgt de dubbelslag op het WK. Je breekt door bij het grote publiek. Het begin van de Remco-mania?
EVENEPOEL «Eigenlijk wel, zonder dat ik dat zelf echt wilde. Ik reed gewoon mijn wedstrijd zoals al mijn andere koersen dat seizoen, maar op een WK wordt alles onder een vergrootglas gelegd. Plots werden die koersen ook live uitgezonden, zag een breed publiek me bezig, werden er pagina’s vol geschreven. Sindsdien kwam alles in een stroomversnelling terecht, was ik niet langer anoniem.»
– Twee jaar geleden werd je Europees kampioen tijdrijden in Alkmaar. Dit jaar rijd je zowel de weg- als tijdrit op het EK in Trentino. Zijn beide wedstrijden even belangrijk?
EVENEPOEL «Ze zijn allebei even belangrijk. Vandaag voel ik dat ik opnieuw beroep kan doen op mijn ‘betere tijdritbenen’. (lacht) Dus ik focus eerst op de tijdrit, daarna op de wegrit die echt zwaar zal worden (met bijna 3.800 hoogtemeters). In beide koersen start ik met veel motivatie en dan zien we wel wat het resultaat wordt. Ik wil goed presteren.
»Ik ga niet zeggen dat ik het EK ga winnen. In wedstrijden van heel hoog niveau kon ik me nog niet bewijzen. Mijn cijfers zijn goed, ik kan nu dingen die ik in het begin van het seizoen niet kon. Dat geeft me vertrouwen, maar ik roep niet dat ik de favoriet ben.»
– Dat lijkt me Filippo Ganna in de tijdrit. Hij heeft enorme stappen gezet.
EVENEPOEL «Klopt, hij is geëvolueerd tot de beste tijdrijder ter wereld en is dé topfavoriet, zeker ook omdat het parcours niet zo lastig is. Hij koerst in eigen land, dus dan weet je dat hij met extra motivatie aan de start komt. Nu goed, een wedstrijd moet altijd gereden worden en in een tijdrit kun je alleen maar op jezelf focussen. Dat ga ik doen, en er het beste van maken.»
– Ganna is 25, jij bent 21. Normaal moet jij nog veel progressie maken.
EVENEPOEL «Dat kan zeker, maar het is altijd moeilijk om vooruit te blikken. Ik vermoed dat er mogelijkheden zijn om mijn cadans in power om te zetten. Als ik bijvoorbeeld kies voor een iets groter voorblad, kan ik meer ‘meters maken’. Maar dan moet ik eerst dat blad goed rond kunnen draaien en daartoe moet ik me nog verder ontwikkelen.»
– Vergeten wij soms dat je nog maar 21 bent?
EVENEPOEL «Soms wel. Ik fiets nog maar van mijn 17de, pas in april 2022 zit ik vijf jaar op de fiets. Dat is niet veel in wielerjaren en mag je zeker niet vergeten. Ik heb in korte tijd al veel stappen gezet en ik hoop nog veel progressie te maken.»
– Word jij soms zenuwachtig als je anderen ziet? Pogacar won al twee keer de Tour en wordt eind september 23, hij is anderhalf jaar ouder dan jij. Egan Bernal is 24 en won al de Giro en Tour. Maak je soms de vergelijking met hen?
EVENEPOEL «Zoals ik al zei, ik koers nog niet zo lang en het is zeker niet slim om je met anderen te vergelijken. Ik mag niet naar andere renners en hun prestaties kijken. Ik mag mezelf bij wijze van spreken niet opjutten of zenuwachtig maken om dat zo snel mogelijk te realiseren. Dat is geen goede manier van werken. Ik bekijk het jaar per jaar, doel per doel. Precies zoals ik het na de Spelen heb aangepakt, met een andere mindset. Voelen wat de benen zeggen, koers per koers. Iedere keer een analyse maken en dan de stappen richting verdere toekomst bekijken en zetten.»
– Egan Bernal gaf na zijn Giro-overwinning toe dat hij na zijn Tour-zege in 2019 door een stevige dip ging. Hij had het moeilijk met de verwachtingen, de druk, was zijn koersplezier een beetje kwijt. Besef jij na dit moeilijk jaar meer dan ooit wat stress is?
EVENEPOEL «Absoluut. Dat heb ik zeker ervaren. En natuurlijk houd ik in de gaten wat andere toppers doen, hoe ze evolueren, welke vorm ze te pakken hebben en hoe ze bepaalde zaken aanpakken. Daar kan ik dingen uit leren, of bepaalde conclusies uit trekken, maar dat mag je ook niet te veel doen, want soms werkt het meer in je na- dan in je voordeel. Uiteindelijk focus je beter op jezelf, want dat is het enige wat je in de hand hebt.»
– Nog even terug naar het EK. Is er voldoende tijd tussen beide disciplines om te recupereren?
EVENEPOEL «Toch wel, er zijn twee dagen tussen de wedstrijden en de tijdrit telt slechts 22,4 km. Dat valt mee. De wegwedstrijd wordt zwaar en er staan veel toppers aan de start. Enfin, ik zag toch dat Pogacar meedoet. De rest van het deelnemersveld moet ik nog eens bekijken (lacht), maar er doen alleszins jongens mee die meer kans maken op de Europese trui.»
-----
Wielerwetten tarten: de steile opgang van Remco Evenepoel
Remco Evenepoel koerst in augustus 2017 zijn eerste wedstrijden bij de junioren. Hij wint er meteen een paar, ondanks zijn toen nog stevige voetbalkuiten en brede schouders. In 2018 ontwikkelt hij zich verder en stormt hij door de juniorencategorie. Hij wint vaak met minuten voorsprong en kroont zich dat jaar onder meer tot Belgisch, Europees en wereldkampioen. De beloftencategorie slaat hij over.
In 2019, zijn debuutjaar bij de profs, betaalt hij amper leergeld. Hij blijft doorgaan op z’n elan en wordt onder meer Europees kampioen tegen de klok, verovert een zilveren medaille op het WK tijdrijden en wint de Clásica San Sebastián.
Bevestigen, Dat is het grote doel in z’n tweede jaar bij de profs. We zijn op dat moment nog altijd maar 2020. Alweer tart Evenepoel alle wielerwetten en wint hij de eerste twee rittenkoersen (Ronde van San Juan en de Ronde van de Algarve) waarin hij start. Helaas kan ook hij in maart de coronacrisis niet negeren. Bij de hervatting van de competitie, in augustus 2020, wint hij meteen de twee rittenkoersen (Ronde van Burgos en Ronde van Polen) waar hij van de partij is. Scoren aan 100 procent noemen ze dat, om het met voetbaltermen te illustreren.
Na z’n valpartij in de Ronde van Lombardije 2020 hervat hij de competitie in de Giro in mei van dit jaar, die hij door een valpartij niet uitrijdt. Hij wint vervolgens de tijdrit en het eindklassement in de Baloise Belgium Tour. Op het BK finisht hij als derde, in de tijdrit van de Olympische Spelen eindigt hij als negende. Vervolgens wint hij in augustus twee etappes en de Ronde van Denemarken, de Druivenkoers en de Brussels Cycling Classic.
(DM)