jonge leeuwenCharlotte coenen (31), dochter van journalist Mark Coenen
‘Na zijn column over mijn auto-immuunziekte dacht ik: moeten de mensen dit wel allemaal weten?’
‘Alle mannen zijn onnozelaars’. Zo luidt de met kennis van zaken gekozen titel van het nieuwe boek van Mark Coenen (63): journalist, columnist en voormalig nethoofd van Canvas, Radio Donna en Studio Brussel. Zijn dochter Charlotte, juridisch adviseur bij de politieke partij Vooruit en gezegend met dezelfde droge humor als haar vader, laat weten de uitspraak te kunnen bevestigen noch ontkennen. ‘Ik ben allang blij dat hij zijn erotische thriller niet heeft uitgegeven.’
CHARLOTTE COENEN «Eerlijk is eerlijk: ik had ‘Alle mannen zijn onnozelaars’ nog niet gelezen. Ik ben er pas vandaag in begonnen, ter voorbereiding van dit interview. En ik moet zeggen: ik vind het fantastisch.
»Papa heeft altijd gezegd dat hij een boek wilde schrijven. Ik vind het ontroerend dat hij twee jaar geleden, op zijn 61ste, heeft gedebuteerd. Er zit ook een duidelijke lijn in zijn boeken: eerst ‘Italië voor idioten’, nu ‘Alle mannen zijn onnozelaars’. Waarmee hij het twee keer over zichzelf heeft, natuurlijk: híj is de idioot en de onnozelaar. Zelfspot en humor zijn hem niet vreemd.
»Eigenlijk is dit zijn derde boek. Voor zijn 60ste verjaardag heb ik, samen met mijn stiefmama, al zijn columns gebundeld. We hebben dat boek laten drukken voor familie en vrienden, maar het is niet officieel uitgegeven. Hij heeft ook ooit – en ik ben zó blij dat er uiteindelijk niets van gekomen is – een erotische thriller geschreven. Daar was ik niet zo gelukkig mee: zulke dingen wil je niet per se van je vader lezen (lacht).»
HUMO ‘Alle mannen zijn onnozelaars’ is het levensverhaal van je vader. Hij omschrijft het zelf als ‘een soort van wordingsgeschiedenis tot man’.
COENEN «Ik vond het bij momenten heel aangrijpend. Hij schrijft bijvoorbeeld over zijn moeilijke relatie met mijn opa. Dat is emotioneel om te lezen, want ik had net een heel goeie band met mijn grootouders. Ik ben geboren in een voor onze familie zware periode: de zus van mijn papa heeft zelfmoord gepleegd in 1988, ik ben geboren in 1989. Bovendien was ik de eerste kleindochter. Mijn grootouders zijn altijd extra zacht voor mij geweest. Opa kwam me elke middag van de kleuterschool halen, zodat ik kon rusten. Ze drukten mijn ouders op het hart om voorzichtig te zijn met mij, want ‘Charlotte is een gevoelig kind’.»
HUMO Herken je jezelf in je vader?
COENEN «O ja. We zijn allebei introverten die goed alleen kunnen zijn. We kunnen de hele dag in de zetel liggen scrollen. We zijn geïnteresseerd in alles. Geef ons een onderwerp en we gaan graven, ik zelfs nog iets obsessiever. Als ik zonnecrème nodig heb, eindig ik met een bestelling in Japan omdat de filters daar beter blijken te zijn. Ik heb ook zijn bourgondische karakter geërfd. We eten en drinken héél graag, we kunnen moeilijk maat houden. We doen allebei aan intermittent fasting, of, zoals hij dat noemt: het ‘fret den helft’-dieet. Dat doe ik ook: ik sla het ontbijt over, om de rest van de dag meer te kunnen eten (lacht).»
HUMO Heb je dingen ontdekt die je nog niet over hem wist?
COENEN «Weinig. Papa is een open boek, een beetje een hippie: bij hem is alles bespreekbaar. Soms iets té. Als het over seks gaat, bijvoorbeeld. Hij praat daar ongegeneerd over. Dat is cringe: sommige dingen hoef je écht niet over je ouders te weten.
»Bijzonder om te lezen vond ik hoe hij degene was die de kerk in het midden probeerde te houden in het moeilijke huwelijk van zijn ouders. Mijn ouders zijn ook gescheiden, en het was geen makkelijke break-up. Ik zat dus ook in die positie.
»Het was ook speciaal om te lezen over het moment waarop ik geboren werd. Dan besef je: hij had ook een leven vóór mijn komst. Je weet dat natuurlijk wel, maar je staat er nooit echt bij stil.»
HUMO Hij heeft het in dat stuk over de ‘Charlotte-ravage’, zoals zijn toenmalige baas Jan Schoukens de periode na je geboorte noemde. Blijkbaar miste hij toen weleens een afspraak.
COENEN «Ik snap dat. Ik ben 31, ik zit midden in de babyboom van mijn vriendengroep. Een kind zet je hele leven op zijn kop. Naar het schijnt was ik een slechte slaper en liep hij geregeld een hele nacht met mij op zijn arm.
»We hebben altijd een sterke band gehad. Er zijn veel grappige foto’s van ons twee. Zelfs een hele oude waarop we samen de Humo aan het lezen zijn.»
HUMO Hij schrijft: ‘Ik was gewend aan tijd voor mezelf en die werd dramatisch ingekort, al leer je snel dat je ook fruitpap kunt geven terwijl je de krant aan het lezen bent.’
COENEN (lacht) «Hélemaal ons vader. Hij heeft een geweldig talent om aanwezig te zijn zonder aanwezig te zijn. Hij is de wat brommende vaderfiguur achter de laptop: hij heeft het wel half gehoord, maar hij weet ook alles wat er op zijn scherm is gebeurd.»
HUMO Heb je hem als kind ooit níét weten werken?
COENEN «Nee, hij heeft altijd hard gewerkt. Net als mijn mama (Rit Van Caeckenberghe, regisseur en redacteur bij VRT, red.). Ik was een sleutelkind: ik kwam na school vaak alleen thuis. Maar het had ook voordelen. Toen ik een jaar of 12 was, werd hij nethoofd van Radio Donna. Ik mocht mee backstage bij de Donna Zomershows, waar ook Milk Inc. rondliep: fantastisch! Toen dat niet meer cool was, ging hij naar Studio Brussel en mocht ik mee naar Rock Werchter.
»Hij werkt nog steeds hard. Als we op vakantie gaan, lopen zijn columns meestal gewoon door. Ik moet dan uitkijken wat ik zeg, of het staat de week erna in de krant.»
HUMO Vind je dat niet vervelend?
COENEN «Ach, nee. Papa is altijd respectvol en grappig. En ik ben zelf ook een open boek, ik heb niets te verbergen. Ik ben maar één keer geschrokken, en dat was toen hij een column – een heel mooie – had gewijd aan mijn auto-immuunziekte. Die is nu onder controle, maar ik heb er een tijdlang veel last van gehad. Na die column heb ik even gedacht: moeten andere mensen dit wel allemaal weten?»
BIJ DE PSYCHOLOOG
HUMO Je had het net over de zelfmoord van je tante. Je vader zegt dat haar overlijden een grote impact had op zijn verhouding met jullie. Hij vindt zichzelf bezorgder dan andere vaders.
COENEN «Ik heb hem nooit als een overbezorgde vader ervaren. Het is wel zo dat hij de lat voor ons bewust lager legde. In het middelbaar had ik een lui gat, maar tijdens mijn rechtenstudie ben ik nogal perfectionistisch geworden. Hij temperde dat. Als ik hem belde voor een examen en zei dat het niet zou lukken, zei hij: ‘Geeft niks, da’s niet erg.’ Hij verweet zijn vader dat hij te veel druk had gelegd op zijn zus. Ze wilde verpleegster worden, maar dat was niet goed genoeg, dus is ze iets anders gaan doen. Die druk wilde hij ons niet opleggen.
»Door wat met papa’s zus is gebeurd, zijn wij allemaal heel doordrongen van het belang van mentaal welzijn. Als het op fysieke gezondheid aankomt, vindt iedereen het normaal om genoeg te bewegen en gezond te eten. Maar naar de psycholoog gaan om je ook mentaal goed te voelen, dat is voor velen nog taboe. Gelukkig merk ik bij mijn generatie een grote verandering. Al mijn vrienden hebben een psycholoog. Ik ook, trouwens. Ze is fantastisch. Ik moet haar alleen wat minder aanraden bij anderen, want het wordt stilaan moeilijk om een afspraak te maken.»
HUMO Enkele weken geleden deelde Statistiek Vlaanderen verontrustende cijfers: bijna de helft van de Vlamingen voelt zich minder gelukkig dan voor de coronacrisis.
COENEN «Dat is héél erg. Depressie is een dodelijke ziekte: zelfmoord is één van de meest voorkomende doodsoorzaken in Vlaanderen. Zeggen dat ‘je je maar wat moet vermannen’, dat gaat er bij mij niet in. Dat zeg je tegen iemand met kanker toch ook niet?»
HUMO Een aangrijpende passage in ‘Alle mannen zijn onnozelaars’ is die over je broertje Daan, die levenloos ter wereld kwam na 21 weken zwangerschap.
COENEN «Ik was 16 toen dat gebeurde. Ik weet het nog heel goed, het was Rock Werchter. Ik bleef bij papa slapen, want hij woonde op fietsafstand van de wei. Ik kwam thuis rond een uur of drie, het licht was nog aan. Papa zat verweesd aan de tafel. Hij had op me gewacht om te vertellen wat er was gebeurd.
»Het was een enorme klap. We hadden, als nieuw samengesteld gezin, een moeilijke start gekend. De komst van Jules, mijn halfbroer, had dat veranderd. Hij was onze lijm, hij heeft ons dichter bij elkaar gebracht. We hadden heel erg uitgekeken naar de komst van de nieuwe baby. Ik ook. Mijn ‘volle’ broer Kasper is zeven jaar jonger. Ik ben lang enig kind geweest, en ik vond dat echt niet leuk. Hoe meer broers en zussen erbij kwamen, hoe liever ik het had.»
HUMO Het jaar nadien werd je halfzus Billie geboren.
COENEN «Ik was zó blij om een zusje te krijgen. Maar het was dubbel. Als Daan niet was gestorven, was Billie er niet geweest. Dat is een complex gegeven.
»Daan is nog heel aanwezig in ons gezin. Zijn kaartje staat prominent op de kast naast een schilderij van papa’s zus. In onze familie worden de doden levend gehouden. Ze krijgen een grote, positieve plaats.»
HUMO Dat is een mooie manier om met verdriet om te gaan.
COENEN «Als je over je verdriet zwijgt, wordt het alleen maar erger. Praat erover met de buitenwereld, en er valt een last van je schouders. Papa is daar heel sterk in.»
HUMO Hij beschrijft hoe hij liedjes uitkoos voor Daans begrafenis. ‘Als je gelukkig bent, zing je mee met de muziek; als je verdriet hebt, versta je de teksten.’
COENEN «Mooi, hè. Muziek is voor hem heel belangrijk. Hij zoekt altijd het juiste liedje bij gebeurtenissen.»
MIGRANT IN HUIS
HUMO Iets helemaal anders: je had het daarnet over je ‘lui gat’ in de middelbare school.
COENEN (lacht) «Laat ons zeggen dat studeren voor mij geen prioriteit was. Ook dat heb ik van mijn vader. Hij heeft het vijfde middelbaar gedubbeld, ik ben er altijd nét in geslaagd om de helft van de punten te halen. Het grappige is dat één van mijn leerkrachten van toen nu mijn schoonmoeder is. Zij gaf Frans, net toen ik mijn techniek aan het perfectioneren was om in de klas achter mijn bles een dutje te doen.»
HUMO Herkende ze jou nog?
COENEN «Meteen (lacht). En hoewel ik een eerste indruk had nagelaten die niet geheel positief was, is het goed gekomen. Mijn schoonmoeder is een fantastische vrouw, we kunnen het erg goed met elkaar vinden.
»Ik heb de klik gemaakt in het zesde middelbaar. We moesten onze studievoorkeuren doorgeven: ik schreef geneeskunde op, rechten en handelswetenschappen. Waarop de klastitularis zei: ‘Misschien moet je eens nadenken over een richting op de hogeschool.’ Ik was in mijn gat gebeten: ze dachten dat ik het niet kon. Ik heb mij volle petrol op de eindexamens gesmeten en ben met de hoogste punten van de klas afgestudeerd. Die lijn heb ik doorgetrokken in het hoger onderwijs. Ik ben een zodanige streber geworden dat mijn echtgenoot – we studeerden samen – me er nog altijd mee uitlacht.»
HUMO Je beide ouders werkten bij de VRT. Heb je overwogen om die richting uit te gaan?
COENEN «Ik heb getwijfeld om journalistiek te studeren, maar papa raadde me aan om eerst te specialiseren. En ik dacht: met rechten kan ik meer geld verdienen. Zo oppervlakkig was ik wel (lacht).
»Na rechten heb ik nog een jaar politieke en sociale wetenschappen gevolgd in Gent, en daar merkte ik hoe hard mijn brein al gevormd was als jurist. In pol en soc ging het vaak over ‘enerzijds, anderzijds’ en dan dacht ik: beslis nu toch gewoon, wat wordt het?»
HUMO Er is geen filosoof aan jou verloren gegaan?
COENEN «Pas op, Alain de Botton is mijn favoriete auteur: in zijn boeken kan ik blíjven lezen. Het filosofische zegt me dus wel iets, maar er moet wel een rationele redenering bij zijn. Ik kan lang over iets nadenken, maar op het einde wil ik een beslissing.»
HUMO Je bent getrouwd op 1 juni 2019. ‘Helemáál gelukkig zijn kan natuurlijk nooit, maar dit heeft er toch veel van weg’, schrijft je vader daarover.
COENEN «Mijn man en ik kennen elkaar al zowat ons hele leven. Hij woonde op een paar honderd meter van mijn ouderlijke huis, en we zaten samen in de kleuterschool. Maar we leerden elkaar pas echt goed kennen tijdens onze studies in Antwerpen. Het gekke is: we waren gewoon vrienden. Ik heb nog tegen vriendinnen gezegd dat ik hem zo apprecieerde net omdat hij nooit aanstalten maakte. Tot die ene zatte avond, intussen elf jaar geleden. Hij zegt dat hij nog steeds niet weet wat hem bezielde. Wat, als ik daar nu over nadenk, eigenlijk best beledigend is (lacht).
»Onze start was niet vanzelfsprekend. Na een maand vertrok ik op Erasmus. Toen ik terugkwam, deed hij stage in Londen. En toen hij terug was, ging ik op stage naar India. We woonden amper zes maanden weer in hetzelfde land toen ik in Straatsburg ben gaan wonen en werken. De eerste jaren hebben we elkaar amper gezien.»
HUMO Was dat niet vervelend?
COENEN «Eigenlijk was het best aangenaam: we waren allebei nogal individualistisch ingesteld en konden volop ons eigen ding doen. Maar op het einde waren we het beu. Na Straatsburg gingen we samenwonen. Nog geen half jaar later kreeg hij een aanbieding om voor een jaar in Londen te gaan werken. Toen hebben we gezegd: ‘Het is genoeg geweest, deze keer gaan we samen.’ Het was fantastisch. Alleen ben ik, wegens de bourgondische genen van mijn vader, 10 kilo dikker teruggekomen.»
HUMO Uit Londen?
COENEN «O ja. Er bestaan nogal wat vooroordelen over de Britse keuken, maar geloof me, ze is fantastisch. We woonden dan ook nog eens op amper 10 minuten van het restaurant van Yotam Ottolenghi. Héérlijk.»
HUMO Hebben jullie getwijfeld om daar te blijven?
COENEN «Hadden we kunnen kiezen, dan waren we gebleven. Maar het was een tijdelijk contract, en het leven is daar peperduur. We betaalden meer voor een éénkamerappartementje dan we nu afbetalen voor ons huis in Antwerpen. We zitten hier ook goed, dit is de op één na leukste stad ter wereld.»
HUMO Jij hebt je na je studies toegelegd op de vluchtelingenproblematiek.
COENEN «Ik heb twee zomers bij Atlas gewerkt, het Agentschap voor Migratie in Antwerpen, waar ik mensen inschreef voor cursussen Nederlands. Dat wekte mijn interesse.
»Ik heb stage gedaan bij de Internationale Organisatie voor Migratie in Brussel en bij UNHCR (de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, red.) in Straatsburg. Na Londen ging ik aan de slag bij Nansen, een kleine ngo. Ik deed het graag, maar het was zwaar. We brachten geregeld bezoeken aan gesloten centra. Dat is het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Al die wanhopige verhalen. Ik lag daar nachten van wakker, ik blééf die gezichten voor me zien. Ik heb daar genoeg menselijke miserie gezien voor een heel leven.»
HUMO Intussen werk je voor Vooruit.
COENEN «Ik ben begonnen in september, net in de week waarin er plots een regeerakkoord was en we in de federale regering belandden. Net in de week ook waarin de tweede lockdown begon. Ik ben vier dagen naar kantoor kunnen gaan, daarna moesten we allemaal weer thuis werken. En dat zal wellicht nog zo zijn tot september.»
HUMO Je bent adviseur voor migratie, een heikel onderwerp.
COENEN «Ik werk onder meer voor Ben Segers, de migratiespecialist van Vooruit. Dat is een cadeau: hij heeft ontzettend veel dossierkennis.
»Migratie is erg boeiend. Het is een verhaal van alle tijden: we zijn ooit allemaal vanuit Ethiopië gemigreerd. Tegelijk is het een moeilijk en polariserend thema. Europa worstelt er enorm mee.»
HUMO Zodanig zelfs dat de Europese Unie aan de grens tussen Turkije en Griekenland experimenteert met een geluidskanon om migranten op afstand te houden.
COENEN «Zelfs Theo Francken vroeg zich af of het niet menselijker kan. Dat Griekenland naar zulke maatregelen grijpt, bewijst het falen van het migratiebeleid. De crisis is gewoon niet goed gemanaged. We kunnen daar niet trots op zijn, het moet beter. Slechter is moeilijk, denk ik.»
HUMO Hoe kan het beter?
COENEN «In 2015 wilden bijna drie miljoen mensen naar Europa komen terwijl we niet voorbereid waren: dat is een crisis. Nu zijn de cijfers gedaald, dus moeten we uit die crisismodus raken en naar humaan management gaan.»
HUMO De coronacrisis heeft handenvol geld gekost, en die rekening gaan we allemaal mee betalen. Zit het gevaar er niet in dat mensen daardoor negatiever zullen staan tegenover vluchtelingen? Dat ze een ‘eigen volk eerst’-houding aannemen?
COENEN «Dat denk ik niet. Corona heeft net aangetoond dat er grotere dingen zijn dan migratie, zaken die veel meer impact hebben op de mensen die in België wonen. Dat is goed. Het heeft een deel van de polarisatie en de polemiek weggenomen.»
HUMO Je schoonmoeder is schepen voor CD&V in Hove. Leidt dat soms tot politieke discussies?
COENEN «Nee, ze heeft grotendeels dezelfde standpunten. Het is mooi om te zien hoe ze zich inzet voor haar gemeente. Mijn schoonfamilie bestaat uit doeners, ze steken graag de handen uit de mouwen. Wij, de Coenens, zijn eerder denkers.»
HUMO Met jouw diploma’s had je ongetwijfeld voor een veel beter betaalde job kunnen kiezen.
COENEN «Toen ik voor die ngo werkte, moesten mijn man en ik daar vaak om lachen. Hij werkte als advocaat in mooie kantoren. Wij voelden ons de koning te rijk toen we, in ons kantoortje zonder ramen, eindelijk een koffiezetapparaat kregen.
»Geld is voor mij nooit een drijfveer geweest. Het is natuurlijk een luxe om dat te kunnen zeggen, dat besef ik heel goed. Ik ben in een comfortabel nest opgegroeid. Maar een groter huis of dure schoenen kunnen me echt niet schelen. Het gaat mij vooral om de voldoening die ik uit mijn werk haal. Iemand kunnen bijstaan en helpen: het klinkt melig, maar dát is waar het voor mij om draait.»
HUMO Je vader vertelde in Humo over Saba, de Afghaanse jongen over wie hij zich al jaren ontfermt.
COENEN «Ze doen geregeld dingen samen. De eerste keer dat Saba bij ons langskwam, woonde hij hier al anderhalf jaar, en hij had nog nooit een Vlaams gezin gesproken. Dan kún je niet integreren, hè.»
JUICHEN VOOR KAMALA
HUMO Vrouwenrechten is ook een thema dat je aan het hart lijkt te liggen. Na de eedaflegging van de Amerikaanse vicepresident Kamala Harris schreef je een vlammend opiniestuk voor De Morgen: ‘Ik hoop dat, als ik ooit een kleindochter heb, voor geen enkele vrouw nog het woord ‘eerste’ moet staan,’ zei je.
COENEN «Die mindset heb ik van mijn oma, mijn grote voorbeeld. Ze is 93, woont nog alleen thuis en begint iedere dag met het uitpluizen van De Standaard. Zij was het enige meisje van het gezin en veruit de verstandigste, maar in die tijd was het voor meisjes niet gebruikelijk om te gaan studeren. Ze heeft dat altijd erg gevonden.
»Ik was bij haar op de dag dat Kamala Harris de eed aflegde. Ik hoorde iedereen juichen over ‘de eerste vrouwelijke vicepresident’ en ik dacht: dat is nu eigenlijk toch te zot voor woorden? Er is al veel veranderd, en er wordt vaak gezegd dat ik ‘maar eens moet stoppen met zagen’ want ‘het is toch allemaal in orde’. Maar daar denk ik anders over.»
HUMO Heb jij je als jonge vrouw ooit benadeeld gevoeld?
COENEN «Nee, daar moet ik eerlijk in zijn. Ik ben geprivilegieerd: ik ben blank en heb kunnen studeren. Ik herinner me wel nog hoe ik een gesprek opving over sollicitantes. Eén van hen werd een topkandidate genoemd, maar ze was zwanger. ‘Dus haar nemen we niet aan.’ Dat is toch even slikken. Mocht het ouderschapsverlof voor mannen en vrouwen worden gelijkgetrokken, zouden werkgevers minder aarzelen om een vrouw aan te nemen.»
HUMO Je vader schrijft daar ook over. ‘Het gelijkstellen van ouderschapsverlof en gratis kinderopvang zouden twee bijzonder emanciperende maatregelen zijn. Ik ben daar grote voorstander van, zeker omdat ik eindelijk zelf bijna uit de kinderen ben.’
COENEN (lacht) «Typisch. Ons vader heeft natuurlijk eeuwig in de pampers gezeten, ik scheel 17 jaar met mijn jongste zus. Hij had véél verlof kunnen krijgen.»
HUMO Uitgesproken meningen zitten bij jullie in de familie. Je achterachtergroottante belandde ervoor op de brandstapel.
COENEN «Marie Coenen! Zot, hè. Blijkbaar had ze, na foltering weliswaar, bekend dat ze seks had gehad met de duivel. De positieve noot daaraan is: we denken vaak dat het almaar slechter gaat met de samenleving, maar op bepaalde vlakken wordt het dus echt wel beter.
»Mijn vader zegt dat hij ‘statutair contrair’ is, en zo zijn we allemáál. Tot eeuwen terug, blijkbaar.»
HUMO Je vader schopt inderdaad al eens graag tegen de schenen van politici, met Theo Francken en Bart De Wever op kop. Vind je dat niet vervelend, nu je zelf in de politiek werkt?
COENEN «Nee, het is zijn mening. En je moet niet proberen om hem het zwijgen op te leggen, dat lukt toch niet. Dat bewonder ik ook aan hem.
»Mijn opa was ook zo. Had hij nog geweten dat ik voor de rooien ging werken, hij had zich vast verslikt.»
HUMO Hij was geen fan van de socialisten?
COENEN «Hij was vooral een zeer christelijk man. Op het eind van zijn leven was hij actief bij Sant’Egidio, een christelijke lekengemeenschap die zich inzet voor minderbedeelden. Na zijn dood bleek dat hij twee of drie migrantengezinnen financieel ondersteunde. Dat engagement zat er bij hem ook in.»
HUMO Heb je ambitie om politiek op de voorgrond te treden?
COENEN «Nee, ik zit goed achter de schermen. Ik ben niet bang van hard werk, maar in de politiek wordt echt waanzínnig hard gewerkt. Ben slaapt volgens mij nooit, Conner (Rousseau, voorzitter van Vooruit, red.) nog minder. Vorige week was er een digitale meeting voor de ministers. Ze was ingepland om 20 uur, dan werd ze verschoven naar 21 uur, dan naar 22 uur, 23 uur. Dat is standaard, daar kijkt niemand van op. En intussen moeten ze zoveel bagger slikken. Neem het van mij aan: de beste manier om je vertrouwen in de politiek te herwinnen, is door erin te gaan werken.»
HUMO Tot slot: wat zijn je plannen voor de zomer?
COENEN «De verhuizing rondkrijgen. We zijn aan het verbouwen, maar de werken zullen niet op tijd klaar zijn, dus gaan we bij mijn schoonouders wonen. Vakantie zal voor eind augustus zijn. Tegen dan is mijn man wellicht ook gevaccineerd – ik heb door mijn auto-immuunziekte mijn prik al gekregen. Dan gaan we reizen. Hópelijk – maar ik heb er wel vertrouwen in. We zijn het snelst vaccinerende land van Europa. Wij Belgen kunnen goed op onszelf vitten, maar eigenlijk zijn we keigoed bezig. Laten we dat toch maar eens benadrukken.»