Neil Young - Sugar Mountain: Live at Canterbury House 1968
'My bullshit is worth other people's diamonds!' zo liet Lou Reed ons - stuntelende sukkels - ooit weten, en hij is één van de drie artiesten die zoiets wat ons betreft ook mógen zeggen. De tweede is Bob Dylan, bijvoorbeeld omdat die met zijn volkomen terecht de hemel ingeprezen 'Bootleg Series' gewoon bewijst dat zijn oude afleggertjes inderdaad vaak beter zijn dan andermans parels. En dan is er natuurlijk nog Neil Young, de derde van de Grote Drie.
Ook hij begon een tijdje geleden met het van opruimen van zijn (naar verluidt gigantische) privéarchieven, en ook dat resulteerde tot nog toe alleen maar in muziek die stukken beter was dan wat de concurrentie doorgaans te bieden heeft - zowel 'Live at the Fillmore East 1970' als 'Live at Massey Hall 1971' (de eerste twee releases in de 'Neil Young Archives Performances'-serie) waren uitstekend. Helaas is gloednieuwe nummer drie, 'Sugar Mountain: Live at Canterbury House 1968', de minste van de reeks, en alleen een aanrader voor diehard Neil-o-manen.
Die kunnen horen hoe de nog jonge, duidelijk nog wat onzekere Neil - het concert is opgenomen na zijn eerste succes met Buffalo Springfield, maar nog voor zijn eerste soloplaat - klonk toen hij zijn eigen songs voor het eerst live speelde, en vooral hoe hij toen véél en véél te lang tussen de nummers door zat te praten, te kletsen, te zwanzen, te emmeren, te keuvelen, te leuteren, te neuzelen, te kakelen, moppen te tappen, verhalen te vertellen, anekdotes op te halen en zijn gitaar te stemmen.
Resultaat: tíén (!) van de drieëntwintig tracks bestaan alleen maar uit Neils gebrabbel, dat voor één keer wel leuk of interessant is, maar na drie beluisteringen eerlijk gezegd toch vooral ferm op onze zenuwen begon te werken.
En de dertien tracks met muziek? Van het solo gebrachte Buffalo Springfield-materiaal staat hier onder andere een ietwat wankele maar mooie, breekbare versie van 'Out of My Mind' op, en uiteraard zult u van ons nooit één kwaad woord horen over prachtsongs genre 'The Loner', 'Birds' of 'Sugar Mountain'. Alleen: van elk van die nummers apart hebben we elders al bétere versies gehoord, en als geheel kunnen we u desgevraagd uit het blote hoofd meteen vijf sterkere liveplaten van de man opnoemen (*). Sorry Neil, maar in deze crisistijden moeten we zelfs voor onze grootste helden hard zijn: 'Live at Canterbury House' is géén essentiële Young-plaat.
(*) 'Live Rust', 'Weld', 'Unplugged', 'At the Fillmore East' en 'At Massey Hall': voilà!