Neil Young & The International Harvesters - A Treasure
Neil Young heeft er een spelletje van gemaakt om de afleveringen van zijn 'Archives'-reeks op de hoes te illustreren met een krantenknipsel dat de lading dekt. Op die van volume 1 - het massieve, achtdelige overzicht van de wonderjaren 1963-1972, toepasselijk 'Neil' genoemd - stond een artikel waarin één woord was uitgelicht: 'Canadianism'.
Door de journalist in kwestie destijds ongetwijfeld pejoratief bedoeld, door Young vele jaren later in dank aanvaard en gebruikt om de unieke en afwijkende stijl van zijn beginjaren te definiëren. Op de hoes van 'A Treasure' staat een artikel met als titel: 'Young satisfies avid fans' - 'Young bevredigt fervente fans'. Helemaal waar.
'A Treasure' is volume 9 in de 'Archives'-reeks en maakt deel uit van de subdivisie 'Performance Series'. Met andere woorden: het is een liveplaat. Geen weergave van één concert, zoals de eerder verschenen delen 'Live at the Canterbury House', 'Live at the Fillmore East' of 'Live at Massey Hall', maar een compilatie van de tour die Young in 1984 en '85 met The International Harvesters ondernam.
Ook de foto in de binnenhoes zegt veel: Neil Young en zes van beste countrymuzikanten ever - onder anderen de in juli vorig jaar overleden pedal steel-gitarist Ben Keith, fiddle-speler Rufus Thibodeaux, orgelman Spooner Oldham en pianowonder Hargus 'Pig' Robbins - in verschillende stadia van opgewektheid: van grijns tot schaterlach. Met een pint in de aanslag en op de achtergrond de schuur van de hoes van 'Harvest', Youngs meesterwerk uit 1972, waarmee The International Harvesters verder niets te maken hebben.
Maar 't is een mooie foto, die aangeeft dat 'A Treasure' naast ander en beter materiaal mag liggen dan wat Neil in de jaren tachtig uitbracht: middelmatige tot ronduit slechte platen als 'Re-ac-tor', 'Trans', 'Everybody's Rockin'', 'Old Ways', 'Landing on Water' en 'Life'. Haast niet te geloven dat The International Harvesters de groep is waarmee hij in '85 de pure country van 'Old Ways' opnam, een haast levenloze plaat vergeleken met de levensvreugde en het spelplezier dat van 'A Treasure' afspat.
De aftrap wordt gegeven en de toon gezet met 'Amber Jean', destijds geschreven voor zijn pasgeboren dochter, en één van de vijf nooit eerder verschenen songs op deze plaat. 'Amber Jean', een soortement 'Comes a Time' met suikerzoete pedal steel en twinkelende piano, is de pure lentezon in songvorm gegoten.
Op 'Harvest'-klassieker 'Are You Ready For the Country?' na - hier van nog een extra scheut swing voorzien - wordt er nauwelijks bekend werk geserveerd. Wel halfvergeten pareltjes, en onuitgegeven songs dus, stuff waarbij een beetje fan meteen denkt: 'Yesss, eindelijk.'
De op 'Old Ways' ondergestofte parels 'Bound for Glory' en 'Get Back to the Country' worden royaal in ere hersteld, uit 'Flying on the Ground Is Wrong' van Buffalo Springfield kan blijkbaar ook hoop gewrongen worden, en afsluiter 'Grey Riders' laat horen dat waar een Gibson Les Paul en een viool met elkaar in de clinch gaan er feestgedruis ontstaat.
Tussendoor - dat hadden die mannen in de hoes al aangekondigd - mag er ook gelachen worden. In het hilarische 'Motor City', onder andere, waarin Neils woorden 'There's too many Toyota's in this town!' op luid applaus onthaald worden.
'A Treasure' is vijfentwintig jaar na de geleverde inspanningen eindelijk de Neil Young-plaat die The International Harvesters verdienen. Dank je wel, Neil. Je bevredigde, fervente fan, (jub).