Niccolò Ammaniti - Anna
Een jongetje aan het sterfbed van zijn moeder. Wanneer zij haar laatste doodsreutel heeft uitgestoten, waadt hij tussen de opgestapelde lijken in het ziekenhuis richting uitgang, om terecht te komen in een wereld die afgezet is met rood-witte plastic linten. De prelude van ‘Anna’ (Lebowski) is een echo van de openingsshots van Danny Boyles zombiefilm ‘28 Days Later’, maar waar bij Boyle de vijand hordes angstaanjagende en supersnelle zombies met bloeddoorlopen ogen zijn, is het gevaar in Niccolò Ammaniti’s roman veel dreigender. Er valt immers onmogelijk aan te ontsnappen: een virus spookt rond en velt iedereen die de volwassenheid bereikt.
Sicilië is in 2020 – de niet eens zo verre toekomst – verworden tot een heet en stoffig postapocalyptisch landschap. Alle volwassenen zijn uitgeroeid, enkel kinderen blijven over – tot ze hun puberteit bereiken. Voor het directe gevaar zorgen de andere kinderen op het eiland, want dat kinderen wreed kunnen zijn, weten we al sinds ‘Lord of the Flies’ van Golding. En wanneer chaos heerst, is het ieder voor zich.
Het meisje Anna, dat haar naam aan Ammaniti’s roman schenkt, moet na de dood van haar moeder voor haar broertje Astor zorgen. Wanneer ze na één van haar zoektochten naar voedsel een leeg huis aantreft, start haar queeste naar Astor, naar volwassenheid en naar een beter leven. Het lijkt een directe verwijzing naar Paul Austers dystopische roman ‘In the Country of Last Things’, waarin het hoofdpersonage – niet toevallig ook een Anna – in een postapocalyptische stad op zoek gaat naar haar broer. Zo ontspint zich in een verwoest en verlaten Italiaans landschap een coming of age-verhaal – de grimmige wereld vol gevaar, met volwassenen die niet meer dan een herinnering zijn. Ook de obligate love interest en de verkenning van het binnenbroekse ontbreken niet, in de charmante vorm van de bedwelmende Pietro.
‘Anna’ is een extreem spannend, plotgedreven boek, en dat bedoelen we niet louter als een compliment. Want net als bij de bloedstollende postapocalyptische actiefilm ‘Mad Max: Fury Road’ – waar Ammaniti meer dan één idee uit putte – stellen we ons de vraag: waar gáát het eigenlijk over? Het antwoord is onmiskenbaar: hoop. Want hoewel de kinderen zich in een uitzichtloze situatie lijken te bevinden, is er toch de extreme wil om te leven. Iedereen klampt zich érgens aan vast, hopend op beterschap, in welke vorm dan ook. Maar die boodschap wordt té zijdelings meegegeven, ze verzinkt in het niets naast de groots uitgesponnen avonturen. Maar laat dat geen al te groot bezwaar zijn: ‘Mad Max’ is genomineerd voor de Oscar voor Beste Film en ‘Anna’ zal ongetwijfeld ook haar publiek vinden. (jvb)