Nick Lowe - At My Age
Schoonzonen van Johnny Cash, deel 2: Nick Lowe is getrouwd geweest met Carlene Cash, stiefdochter van. En geloof het of niet, dat is niet zijn voornaamste verwezenlijking.
Als jonge snaak vond Lowe begin jaren zeventig met zijn groepje Brinsley Schwarz de pubrock uit, een genre dat onvrijwillig de punkrock baarde, en van dát genre bepaalde hij als belangrijkste producer dan weer grotendeels de sound. Hij zat achter de knoppen bij The Damned, Elvis Costello (kent u '(What's So Funny 'bout) Peace, Love and Understanding' nog? Geschreven door Lowe!), Dr. Feelgood, Graham Parker en The Pretenders. Tussendoor trok hij op tournee met Dave Edmunds en Rockpile. In 1978 nam hij dan zijn eerste soloplaat op, 'Jesus of Cool', een titel die hij sindsdien met veel bravoure draagt - ook weer op zijn nieuwste, 'At My Age'.
undefined
Wat Nick Lowe nu al een handvol platen lang presenteert, heeft minder met pubrock, pop of rock te maken dan met country. Niet de country van viool, pedal steel en banjo, maar de country van simpele songs van drie minuten (slechts één nummer op deze plaat duurt langer) over met veel plezier gebroken harten, veel te lange nachten zonder doel, en het leven zoals het is.
Van de laatste tien jaar blijft voorganger 'The Convincer' uit 2001 zijn beste, scherpste en veelzijdigste plaat (dat is 'At My Age' zeker niet, daarvoor is de productie, grotendeels in handen van Lowe zelf, veel te rechtlijnig en vlak). Maar alleen al 'I Trained Her to Love Me' ('I trained her to love me, now excuse me, I've got work to do / And I'm gonna work on another after this' - at his age, jawel!) en 'Hope for Us All' maken die zes lange jaren het wachten waard. Tel daarbij dat hij bij een uitgekauwde titel als 'Rome Wasn't Built in a Day' een geweldig kort verhaal én een prachtsong weet te verzinnen, en dat hij ons de nacht instuurt met de woorden 'If you ever get the feeling I don't love you, feel again', en we houden een plaat over die alléén maar geen vier sterren krijgt omdat we weten dat Lowe nóg beter kan.
