Kinderen & corona
Nieuw onderzoek bevestigt: kinderen zijn maar zelden besmettelijk
Er zijn ‘geen aanwijzingen dat kinderen een belangrijke rol spelen’ bij de corona-epidemie. Kinderen kunnen weliswaar besmet raken met het virus en er ziek van worden, maar dat overkomt ze veel minder vaak dan volwassenen. Ook gebeurt het maar hoogst zelden dat kinderen het virus doorgeven aan leeftijdsgenoten of volwassenen.
Dat blijkt uit de eerste tussenresultaten van een onderzoek naar de verspreiding van het virus bij kinderen, in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.
Na analyse van honderden geregistreerde besmettingen en detailonderzoek van 54 gezinnen met een Covid-patiënt in huis, wist het team slechts vijftien gevallen aan te wijzen waarbij tieners of kinderen anderen lijken te hebben aangestoken. In vijf gevallen gaat het daarbij om oudere tieners van tegen de 20, die al werkzaam zijn als zorgmedewerker; in nog eens vijf gevallen is het onzeker of het kind wel de bron is.
Dat bevestigt het beeld uit andere, internationale onderzoeken, namelijk dat Covid vooral een ziekte is die rondgaat onder volwassenen en ouderen. Zo is van alle ruim 58.000 in België geregistreerde Covid-gevallen minder dan 2 procent jonger dan 20.
De besmettelijkheid van kinderen is een hete aardappel, omdat scholen vooral tijdens grieppandemieën een beruchte aanjager zijn van nieuwe besmettingen. Enige onrust ontstond er dan ook toen Duits onderzoek vorige maand uitwees dat besmette kinderen net zoveel virusdeeltjes aanmaken als volwassenen. Maar ook daarbij ging het maar om weinig kinderen.
Infectie van ouder op kind
Het Nederlandse gezondheidsinstituut RIVM deed twee deelonderzoeken. Bij het ene keek men onder meer naar gevallen van ziekteoverdracht in dezelfde postcode, een stevige aanwijzing dat de besmetting binnen een gezin moet hebben plaatsgevonden. Daaronder zaten 23 patiënten onder de 20. Van hen lijken er maar twee besmet te zijn geraakt door leeftijdsgenoten; de rest moet het virus hebben gekregen van hun ouders of een andere volwassene.
Bij het andere deelonderzoek testte het RIVM-team 54 gezinnen met een besmet gezinslid in hun midden. ‘In die gezinnen vonden we niet één geval van een kind van onder de 12 dat iemand had besmet,’ vertelt onderzoeksleider Susan van den Hof desgevraagd. Bij de wat oudere kinderen troffen de wetenschappers vier gevallen waarbij ze besmetting door het kind ‘niet helemaal konden uitsluiten’, aldus Van den Hof.
Van alle minderjarigen uit de coronagezinnen testte ongeveer een kwart positief op het virus. Maar ze hadden beduidend minder klachten dan de volwassenen, en meldden bovendien minder luchtwegklachten, zoals keelpijn, hoesten en kortademigheid. ‘Hoe ouder kinderen worden, hoe meer hun ziektebeeld lijkt op dat van ouderen,’ zegt Van den Hof.
Scholen waren dicht
Het onderzoek bij de coronagezinnen is nog in volle gang. De komende tijd hopen de onderzoekers nog eens vijftig gezinnen te werven met een positief getest kind in de gelederen, om beter te kunnen zeggen hoe vaak kinderen het virus overdragen op volwassenen.
Een nadeel van het huidige gezinsonderzoek is immers dat de scholen tijdens de studie dicht waren. Daardoor hadden de kinderen wellicht minder contact met leeftijdsgenoten dan normaal. Gezinnen zijn voor infectieziekteonderzoek de ideale proeftuin, omdat gezinsleden intensief met elkaar omgaan en vaak ziektekiemen aan elkaar doorgeven.
Saillant detail: in de databanken met Covid-patiënten vonden de wetenschappers ook twee baby’s die het virus hadden opgelopen. Te oordelen aan de leeftijd van hun vermoedelijke besmetters, zouden het wel eens de grootouders kunnen zijn die de baby’s aanstaken, schrijven de wetenschappers.
(VK)