Orhan Pamuk Beeld Bradley Secker/Panos Pictures Pa
Orhan PamukBeeld Bradley Secker/Panos Pictures Pa

‘De nachten van de pest’nobelprijswinnaar orhan pamuk

Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk: ‘Dat ik een bodyguard nodig heb, is een kleine prijs voor mijn overtuigingen’

Hoewel Orhan Pamuk (70) zich de meest gelezen Turkse schrijver aller tijden mag noemen, wordt hij in zijn vaderland opgejaagd en verguisd. Sinds hij zich ontpopte als een uitgesproken tegenstander van president Erdogan onderneemt diens regime krampachtige pogingen om de Nobelprijswinnaar te muilkorven. Maar ook in ‘De nachten van de pest’, vanaf deze week in de boekhandel, laat Pamuk zich de mond niet snoeren: ‘Mijn levenswerk is om een luis in de pels van Erdogan te zijn.’

Christophe Ono‑dit‑Biot

De nieuwste roman van de Turkse Nobelprijswinnaar, een klepper van maar liefst 848 bladzijden, sleurt de lezer mee op een zinsbegoochelende roetsjbaanrit langs tal van literaire genres: ‘De nachten van de pest’ is tegelijk een aangrijpend liefdesverhaal, een bijzonder gedetailleerde historische roman, een spannende detective met sappige moorden en sluwe spionnen, én een subtiele maar vlijmscherpe politieke aanklacht.

Alsof dat nog niet genoeg is, katapulteert Pamuk ons naar Mingher, een fictief eiland in de Middellandse Zee waar anno 1901 een virus uitbreekt dat – jawel – een verwoestende pandemie dreigt te veroorzaken. Niet bijster origineel? Wat als we u vertellen dat Orhan Pamuk de intrige van zijn monumentale roman vijf jaar geleden heeft bedacht, in een quarantaine- en lockdownvrije wereld waarin het woord ‘corona’ slechts associaties opriep met een middelmatig Mexicaans pilsbier?

ORHAN PAMUK «Mag ik voorspellen wat uw eerste vraag zal zijn?»

– Ga uw gang.

PAMUK «‘Meneer Pamuk, hebt u die pandemie écht al die jaren geleden bedacht, toen u begon te schrijven aan ‘De nachten van de pest’? Of zag u corona over de wereld razen, en dacht u: goh, daar valt nog wel snel iets mee aan te vangen in mijn nieuwe boek?’»

– We vroegen ons inderdaad af of er een glazen bol op uw schrijftafel staat.

PAMUK (grinnikt) «Het lijkt onwaarschijnlijk, dat weet ik, maar de virusuitbraak op Mingher en de pandemie die daaruit ontstaat, zijn het vertrekpunt van mijn verhaal. Vijf jaar geleden was dat dus het allereerste wat ik op papier heb gezet. ‘Waar ben je nu weer mee bezig,’ zeiden mijn vrienden, ‘zoiets kan ons toch nooit overkomen?’ (lachje

– U hebt niet alleen de coronapandemie voorspeld, maar ook een hele rist gevolgen: hygiënevoorschriften, quarantaines en lockdowns, maatschappelijke conflicten, samenzweringstheorieën…

PAMUK «Ik vrees dat ik de complotdenkers zal moeten teleurstellen: ik heb helemaal niets voorspeld. Ik ben al mijn hele leven gefascineerd door ziektes die het potentieel hebben om grote delen van de wereldbevolking uit te roeien, zoals de pest. Niet zozeer vanwege het medische aspect – ik lees weleens een wetenschappelijke paper, verder gaat het niet – maar omdat pandemieën ontzettend boeiende maatschappelijke vragen oproepen: hoe gaat een overheid ermee om? Hoeveel beperkingen laten de mensen zich gewillig opleggen vóór de bom barst? Hoelang duurt het voor een schijnbaar vreedzame multiculturele beschaving barsten begint te vertonen, omdat de verschillende bevolkingsgroepen elkaar ervan beschuldigen de oorzaak te zijn van alle ellende?

»Het verschil tussen ‘De nachten van de pest’ en de vele meesterwerken die over dat onderwerp zijn geschreven – denk aan ‘A Journal of the Plague Year’ van Daniel Defoe, ‘La peste’ van Albert Camus en ‘I promessi sposi’ van Alessandro Manzoni – is dat die doorgaans gaan over pandemieën die werkelijk hebben plaatsgevonden. Ik schreef over een fictieve virusuitbraak, dus kon ik mijn fantasie de vrije teugel laten. Tenminste, dat dacht ik toch.»

– Uw vooruitziendheid was dus een gelukstreffer?

PAMUK «Integendeel. Verdomme, dacht ik toen corona uitbrak, de werkelijkheid haalt mijn fictie in! Ik heb tientallen bladzijden – máánden werk – gewoon in de vuilnisbak moeten kieperen. Als er één ding is waarvan ik niet beschuldigd wil worden, dan is het wel dat mijn romans een flauwe imitatie zijn van de werkelijkheid: dan kan ik net zo goed een simpel dagboek bijhouden. In mijn ogen gaat goede literatuur niet over wat is gebeurd, maar over wat zou kúnnen gebeuren.

»Het is trouwens niet de eerste keer dat zoiets me overkomt. In ‘Sneeuw’, dat ik ruim twintig jaar geleden schreef, was een belangrijke rol weggelegd voor Osama bin Laden, hét gezicht van de politiek geïnspireerde islam. Net toen ik de laatste hand wilde leggen aan mijn roman, boorden die twee vliegtuigen zich in het World Trade Center (op 11 september 2001, red.): het héle boek was rijp voor de prullenmand, ik ben van nul herbegonnen.

»Mijn lezers mogen niet de indruk krijgen dat ik mijn romans in vijf minuutjes bij elkaar schrijf om mee te kunnen surfen op de golven van de actualiteit. Dat is niet mijn manier van werken: ik lever een manuscript pas in als ik er zelf tevreden over ben. Desnoods sleutel ik nog maandenlang aan de kleinste details, tot alles goed zit. Tot grote wanhoop van mijn uitgever, wiens geduld ik elke keer opnieuw danig op de proef stel (lacht).»

– Erg actueel zijn de spanningen op het eiland Mingher tussen de Griekse christenen en hun islamitische medebewoners. Wanneer de pandemie uitbreekt, duurt het niet lang voor de eerste complottheorieën de ronde doen: het virus is een uitvinding van de christenen om zichzelf te verrijken en de moslims arm te houden.

PAMUK «Ook op dat vlak heb ik niets ‘voorspeld’: samenzweringstheorieën zijn van alle tijden. Wanneer er iets onverklaarbaars gebeurt, gaan mensen op zoek naar uitleg. Dat zit nu eenmaal in onze natuur. Het jammere is dat de makkelijkste – en dus ook de minst juiste – verklaringen doorgaans de grootste aanhang krijgen. Zelfs mijn bankdirecteur, die ik altijd als een intelligente man heb beschouwd, kwam onlangs met zo’n nonsensverhaaltje aanzetten: het coronavirus is gefabriceerd in een lab, beweerde hij, en de Chinezen gebruiken het als wapen om de Amerikaanse economie te treffen. Tja, wat breng je daartegen in? Als iemand zóver heen is dat hij zulke onzin gelooft, maken redelijke argumenten geen schijn van kans meer.»

– De moslims komen er niet zo goed uit in ‘De nachten van de pest’: zij zijn de gretigste aanhangers en verspreiders van complottheorieën.

PAMUK «Het is niet mijn bedoeling om een bevolkingsgroep met de vinger te wijzen, maar het is nu eenmaal een feit dat moslims het doorgaans moeilijker hebben met vrijheidsbeperkende maatregelen, vooral op het vlak van gezondheid en geneeskunde. De islamitische cultuur legt sterk de nadruk op predestinatie: het geloof dat je levensloop, en dus ook het einde ervan, bij je geboorte wordt vastgelegd door Allah. Elke poging om daar iets aan te veranderen – door anderhalve meter afstand te houden, of in quarantaine te gaan – wordt beschouwd als een inbreuk op de goddelijke wetten.

»Mingher mag dan wel fictief zijn, maar de context waarin het verhaal zich afspeelt, is dat niet: het eiland maakt deel uit van het Ottomaanse Rijk, dat tussen 1876 en 1909 werd bestuurd door Abdülhamid II – de Rode Sultan, zoals hij wordt genoemd, omdat er zoveel bloed aan zijn handen kleeft. In het begin van de 20ste eeuw waren de Ottomaanse artsen vooral christenen, omdat die meestal een betere opleiding hadden genoten. Maar uiteraard hadden moslimmannen het er moeilijk mee dat hun vrouwen en dochters werden onderzocht door andersgelovige mannen, waardoor medische zorg vaak werd uitgesteld, of zelfs helemaal níét verstrekt. Dat fenomeen bestaat vandaag nog steeds, en dat vind ik betreurenswaardig.»

Roekeloze Tarzan

– Recep Tayyip Erdogan, uw president, noemt Abdülhamid II één van zijn grote voorbeelden. In uw roman krijgt de sultan er flink van langs: u zet hem neer als een bloeddorstige tiran die de basis heeft gelegd voor de politieke islam en de terroristische aanslagen die daaruit zijn voortgevloeid.

PAMUK (lachje) «Ik wil u vriendelijk verzoeken om Erdogan niet ‘mijn’ president te noemen. Die man zit nu al bijna twintig jaar achter me aan, sinds ik in 2005 in een Zwitserse krant heb durven te beweren dat wat hij ‘de Armeense kwestie’ noemt, in werkelijkheid een brutale genocide was (tijdens en na de Eerste Wereldoorlog werden in Turkije ongeveer een miljoen Armenen en 30.000 Koerden omgebracht door het leger, red.). Nu heb ik opnieuw een rechtszaak aan mijn been: bij monde van Kamil, één van de personages in ‘De nachten van de pest’, zou ik Atatürk hebben beledigd, de stichter van de republiek Turkije. Als toemaatje werd ik ook nog eens gedagvaard voor – hou je vast – ‘een gebrek aan respect voor de nationale vlag’. (Lachje) Komaan, zeg. Wat gaan ze nog allemaal uitvinden?»

'Erdogan vermoordt zijn bevolking niet fysiek, zoals sultan Abdülhamid deed, maar mentaal en ideologisch.' Beeld Bradley Secker/Panos Pictures Panos
'Erdogan vermoordt zijn bevolking niet fysiek, zoals sultan Abdülhamid deed, maar mentaal en ideologisch.'Beeld Bradley Secker/Panos Pictures Panos

– En hébt u Atatürk beledigd?

PAMUK «Maar nee, natuurlijk niet. En als ik dat wél zou hebben gedaan: wat dan nog? Van ‘De nachten van de pest’ zijn tot nog toe 250.000 exemplaren verkocht in Turkije. Dat is lang niet slecht, maar in een land met tachtig miljoen inwoners, waar de media bovendien worden gecontroleerd door de overheid, is mijn boek slechts een druppel op een gloeiende plaat. In feite beschouw ik Erdogans koppige pogingen om mij te muilkorven als een compliment: het bewijst dat hij mijn invloed op de publieke opinie schromelijk overschat (lacht).»

– U kunt erom lachen, maar u riskeert wel voor drie jaar achter de tralies te belanden.

PAMUK «Nee, die dreiging is afgewend – voorlopig toch, want in Turkije weet je nooit. Tot mijn grote verbazing werd de aanklacht in eerste aanleg zelfs onontvankelijk verklaard, maar een paar overijverige bureaucraten van het regime zijn onmiddellijk in beroep gegaan. Mijn advocaat zei dat ik twee keuzes had: ‘Ofwel maak je van deze zaak een splinterbom, ofwel laat je mij het nodige doen om alles netjes onder het tapijt te vegen.’ Ik heb voor het tapijt gekozen.»

– U bent geplooid voor het gezag van president Erdogan?

PAMUK «Zo ziet híj het ongetwijfeld. Ik bekijk de zaak liever anders: ik doe er alles aan om uit de gevangenis te blijven, zodat ik mijn levenswerk – een luis in de pels van president Erdogan zijn – kan voortzetten. Als ik in de cel zit, zoals zoveel landgenoten die kritiek hebben geleverd op het regime, kan ik mijn stem niet laten horen.

»Ik zou héél graag, zoals veel westerse collega-schrijvers, van de daken schreeuwen: ‘Ik ben een schrijver, en niemand kan me het recht ontzeggen om te schrijven wat ik wil!’ Maar dat kán ik niet, omdat het land waarvan ik een onderdaan ben, geen democratische rechtsstaat is. Alles wat ik zeg en schrijf, is dus zorgvuldig gedoseerd en afgewogen. Ja, ik wil een kritische stem blijven, maar ik hoed me ervoor als een roekeloze Tarzan door het woud van de vrije meningsuiting te slingeren: dan geef ik Erdogan alle munitie in handen om me de gevangenis in te draaien. Ik weiger een pion te zijn in het belachelijke schaakpartijtje dat Turkije al decennialang speelt met Europa.»

– Hoe bedoelt u?

PAMUK «Het is elke keer hetzelfde liedje: de president gaat de autoritaire toer op, de Europese Unie protesteert luidkeels omdat fundamentele mensenrechten worden geschonden, Erdogan negeert dat protest vrolijk en gebruikt het zelfs om zijn binnenlandse positie te verstevigen – ‘Kijk eens, beste Turken, hoe onversaagd ik de dictatuur van het machtige Europa durf te trotseren!’ En wat is er op het einde van de rit veranderd? Helemaal niets.

»Eigenlijk weet ik niet wie van de twee ik de ergste vind: Abdülhamid II of Erdogan. De sultan was een beschaafd man, een intellectueel met een verfijnde smaak en een grote passie voor cultuur, maar onder dat dunne vernislaagje schuilde een meedogenloze massamoordenaar. Hoewel ik de Armeense genocide geenszins wil minimaliseren, is wat Erdogan doet misschien wel vele malen gevaarlijker: iedereen die het waagt om kritiek te uiten op zijn beleid, belandt achter de tralies. Hij vermoordt zijn bevolking niet fysiek, zoals de sultan deed, maar mentaal en ideologisch.»

– Speelt ‘De nachten van de pest’ zich daarom af op een fictief eiland, en niet in het echte Turkije?

PAMUK «Deels wel, ja. Al is dat niet de voornaamste reden: een eiland is een uiterst geschikte literaire setting om gevoelens van isolatie en vervreemding op te roepen, en dat was precies wat ik nodig had in een roman over de maatschappelijke gevolgen van een pandemie. De interessantste verhalen ontstaan wanneer mensen van de wereld zijn afgesneden en op zichzelf zijn aangewezen – of de oorzaak nu een virus is, een sneeuwstorm of een vliegtuigcrash. Het is geen toeval dat het allerbeste relaas van een epidemie, ‘A Journal of the Plague Year’, van de hand is van de auteur van ‘Robinson Crusoe’: Daniel Defoe had als kind de pest meegemaakt en wist dus het één en ander over isolatie en eenzaamheid.»

– U wordt vervolgd in eigen land, sommige van uw boeken mogen in Turkije niet meer worden verkocht, en uw interviews worden gecensureerd in de Turkse media. Voelt u zich als een Robinson Crusoe die eenzaam staat te roepen op een eiland?

PAMUK «Nee, want ik ben niet alleen. Ondanks de jarenlange repressie en de bijbehorende gevangenisstraffen laten de dissidente stemmen in Turkije zich niet muilkorven. Dat stemt me hoopvol, hoe erg de situatie soms ook lijkt.»

Bodyguard

– Recente opiniepeilingen lijken erop te wijzen dat Erdogan de volgende parlements- en presidentsverkiezingen, in juni 2023, zal verliezen. Gloort er licht aan de horizon?

PAMUK (twijfelt) «Daar ben ik niet zo zeker van. Als Erdogan een verkiezingsnederlaag lijdt, is het nog maar de vraag of hij die ook zal toegeven. Dan is het maar een kleine stap naar een volstrekt autoritair regime waarin alle democratische principes overboord worden gegooid. Dat is momenteel de grootste vrees bij de Turken: wat als we volgend jaar ontwaken in een rasechte dictatuur? Zal Europa ons dan te hulp schieten, of zullen ze met Erdogan blijven samenwerken?»

– Wat denkt u?

PAMUK «Als je de recente geschiedenis bekijkt, is er maar één conclusie mogelijk: de Europese Unie zal altijd de voorkeur geven aan de oplossingen die voor haar het best werken. De migratiecrisis van de voorbije jaren is een goed voorbeeld: zolang Turkije miljoenen oorlogsvluchtelingen blijft opvangen uit Syrië en omstreken, en Europa zo voor een massale toestroom behoedt, mag Erdogan doen wat hij wil.»

– In de loop van de geschiedenis zijn heel wat autoritaire leiders van de macht verdreven door massale volksopstanden. Ziet u dat in Turkije gebeuren?

PAMUK «Voorlopig niet, maar je weet nooit. De situatie in Turkije is op dit moment dramatisch: de armoede is nog nooit zo groot geweest. Eenvoudige mensen kunnen op de markt zelfs geen tomaten meer kopen, omdat die nu dubbel zo duur zijn als een jaar geleden. Dat veroorzaakt natuurlijk een enorme onvrede. Erdogan misbruikt de staatsmedia om zijn onderdanen te indoctrineren en angst aan te jagen, hij perkt de vrijheid van meningsuiting op alle mogelijke manieren in, maar één ding kan hij niet controleren: de mensen práten nog steeds met elkaar, hè. Op straat, in de bazaars… Waar ik ook kom, overal voel ik de woede en de frustratie borrelen.

»Jammer genoeg slagen de oppositiepartijen er voorlopig niet in om een verenigd front te vormen tegen Erdogan. Integendeel zelfs, ze rollen vechtend over de straat. (Zucht) Zo komen we er natuurlijk niet. Je kunt over de president zeggen wat je wilt, maar hij is een erg listige politicus die alle kneepjes van het vak in de vingers heeft: wie hem wil verslaan, zal erg vroeg moeten opstaan. En dan nog is er geen enkele garantie dat Erdogan zonder slag of stoot zal vertrekken, want hij heeft het hele machtsapparaat in z’n binnenzak. Ga maar na wat er is gebeurd bij de gemeenteraadsverkiezingen in Istanbul, drie jaar geleden.»

– In 2019 leed de AKP, de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling van president Erdogan, daar een verpletterende nederlaag...

PAMUK «…en de uitslag werd ’s anderendaags ongeldig verklaard door de rechtbank, waardoor de mensen opnieuw naar het stemhokje moesten. In de aanloop naar de verkiezingen waren al verscheidene oppositiekandidaten opgepakt op verdenking van terrorisme, van wie de meesten intussen ook effectief werden veroordeeld. Nu, de tweede verkiezingsronde draaide uit op een nóg grotere nederlaag voor de AKP, en dat is uiteraard bemoedigend. Maar dat een regeringsleider de democratische principes anno 21ste eeuw zó onbeschaamd met de voeten kan treden, vind ik erg onrustwekkend.»

– U gaat nergens heen zonder een bodyguard aan uw zijde. Maakt u zich ook zorgen over uw eigen veiligheid?

PAMUK «Ja, maar daarover zul je me nooit horen klagen. Ik woon in een land waar geen scholen en hospitalen worden gebouwd, maar strafkampen en gevangenissen. Nergens in Europa zitten verhoudingsgewijs zoveel mensen in de cel als in Turkije. Velen van hen zijn van hun vrijheid beroofd omdat ze door het regime als dissidenten worden beschouwd: ze hebben, met andere woorden, de euvele moed gehad om hun mond open te doen. Ik ben natuurlijk enorm begaan met het lot van mijn vele geestesgenoten die zitten weg te kwijnen in de kerkers van Erdogan, maar tegelijkertijd prijs ik me gelukkig dat ik vrij kan rondlopen –voorlopig dan toch. Dat ik een bodyguard nodig heb om mijn veiligheid te garanderen, vind ik natuurlijk niet leuk, maar ik beschouw dat als een kleine prijs die ik moet betalen voor mijn overtuigingen. Ik ben intussen ook al gewend geraakt aan mijn bewaker, soms vergeet ik zelfs dat hij er is. En bovendien is hij best een sympathieke kerel (glimlacht).»

– Het allerlaatste woord in ‘De nachten van de pest’ is ‘vrijheid’. Mogen we daarin een boodschap ontwaren voor president Erdogan?

PAMUK «U mag ontwaren wat u wilt. (Monkelt) Ik heb de eerste vraag van dit interview gesteld, dus als u het me toestaat, ga ik uw laatste nu ook een beetje anders formuleren. Goed?»

– Opnieuw: ga uw gang.

PAMUK «‘Meneer Pamuk, waarom weigert u te bevestigen dat ‘De nachten van de pest’ een rechtstreekse aanklacht is tegen het huidige Turkse regime, en dat bepaalde personages ondubbelzinnige allegorieën zijn – met name literaire alter ego’s van Atatürk en Erdogan?’»

– En dan antwoordt u?

PAMUK «Dat er helemaal níéts allegorisch is aan mijn boek. Wie meent Atatürk of Erdogan te herkennen in mijn teksten: prima, doe gerust. Zie je het niet zo? Dan heb je het net zo goed bij het rechte eind. Ik heb niet de pretentie om mijn lezers voor te schrijven wat ze moeten denken. Behalve dan als het gaat over dat ene woord, helemaal op het einde: ‘vrijheid’. Daarmee stuur ik een niet mis te verstane boodschap naar het verleden, het heden én de toekomst: wij, de mensen, willen bovenal vrij zijn. In ons dagelijkse leven, in onze meningen, in onze overtuigingen. En die vrijheid zúllen we ook krijgen. Vroeg of laat.»

© Le Point

Orhan Pamuk, ‘De nachten van de pest’, De Bezige Bij

Reageren op een artikel, uw mening ventileren of een verhelderend inzicht delen met de wereld

Ga naar Open Venster

Op alle artikelen, foto's en video's op humo.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar redactie@humo.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234