Nouvelle Vague - Bande à part
Op 'Nouvelle Vague' uit 2004 kleedden Marc Collin en Olivier Libaux hun favoriete new wave- en (post)punksongs uit tot op het spierwitte vel, pasten ze een iets te krappe bossa-zwembroek of een hippe loungebadmuts aan, en lieten ze in het gezelschap van dromerige vrouwenstemmen langs het strand flaneren: de troosteloosheid uit de vroege jaren tachtig en de zweterige feel van de bossa nova zaten elkaar als gegoten.
Op 'Bande à part' treffen we Collin en Libaux opnieuw op de stranden van Rio, maar ze maken eveneens een omweg langs de townships van Kingston en de vuile straten van Parijs - met wisselend succes.
Melanie Pain neemt revanche voor die twee lauwe tracks die ze moest inzingen op 'NV' ('Teenage Kicks' en 'This Is Not a Love Song') met 'The Killing Moon' van Echo & The Bunnymen (een snikhete nacht in een boomhut), en met het fijne 'Dance With Me' van Lords of the New Church - meteen haar moment de gloire. Toch hebben Collin en Libaux haar opnieuw twee missers toegeschoven: het origineel van 'Ever Fallen in Love' door de Buzzcocks is stukken beter, en ook Peter Hook en zijn makkers van New Order mogen op hun twee oren slapen: op de elektronische versie van 'Blue Monday' valt niet af te dingen.
Over het slappe 'Dancing With Myself' door Phoebe Killdeer zwijgen we in alle talen, want zij transformeert even verderop het spooky 'Human Fly' van The Cramps (eindelijk begrepen wat Lux Interior in het origineel zong: 'I'm a reborn maggot who's in germ warfare', cool!) in een olijk zoemende tseetseevlieg, recht uit een tropisch moeras. Killdeer is ook te horen op de meer dan geslaagde cover van 'Bela Lugosi's Dead' van Bauhaus, waarin een verstikt kerkorgel en gemoffelde percussie de sfeer van een mistig kerkhof oproepen. De twee tracks waarop de Antiliaanse Parijzenaar Gerald Toto zingt, zijn wél top: in 'Don't Go' van Yazoo misten we nergens de nerveuze synthriedels van Vince Clarke; bij 'Heart of Glass' van Blondie dachten wij maar aan drie dingen: sea, sex and sun.
En dan moest het beste nog komen: in 'Let Me Go' (van Heaven 17) blaast Silja - net als in 'I Melt With You' op de vorige NV-plaat - een warme zomerbries in onze nek, en daardoor voelt 'Fade to Grey' van Visage door de bloedmooie Marina Celeste als een ijskoude douche na een dag in de zon: als wij onder de koptelefoon onze ogen dichtdoen, horen wij een graatmagere en zwartharige straatmuzikante - ze lijkt een beetje op VV van The Kills - met haar accordeon het einde der tijden aankondigen in een vuil metrostation; pendelaars razen voorbij piekerend over hun hypotheek, hun bouwplannen en hun buitenechtelijke kinderen. In de afsluiter 'Waves' (het origineel is van Blancmange) zingt Marina ons een krop in de keel, geholpen door de accordeon en de zoete akoestische gitaar van Libaut en Collin.
'Bande à part' lijdt helaas een beetje aan sequelitis: 't is allemaal wat minder dan de instantklassieker 'Nouvelle Vague', waarvan de erfenis (Nouvelle Vague zónder Camille Dalmais? Bad, bad, bad!) toch te zwaar doorweegt. Maar met de skiptoets in de aanslag? Aardige plaat voor de lange natte zomer van 2006.