'O, wat ben ik een slet!' Humo's grote jongerenenquête: na de cijfers, de praktijk
Gewapend met de resultaten van Humo’s Grote Jongerenenquête zoeken we drie fijne exemplaren van onze jeugd op: hordeloopster Axelle Dauwens (24) liep laatst een paar overtuigende rondjes in ‘De slimste mens’. Willem Lenaerts (17) is niet alleen zoon van, maar timmert ook aan zijn eigen weg met z’n band Petit Raymond. Julie Van den Steen mocht na haar studies meteen aanschuiven in Peter Van de Veires ochtendshow.
'Willen vrouwen écht eerst een goed gesprek en zo?'
Lees ook: Humo's Grote Jongerenenquête: Seks, liefde en relaties
Voor de gelegenheid onderwerpt het trio zich gewillig aan een make-over: witte hemdjes worden aan- en uitgetrokken, terwijl Axelle en Julie roodgestifte lippen krijgen. Julie zal de hare stijf op elkaar houden als het gaat over haar nieuwe lief, de VIER-presentator Steven Van Herreweghe. (Wij noteren dat ze bij de 9 procent jongeren hoort die al seks heeft gehad met een partner van meer dan tien jaar ouder, en daar laten we het bij.) Ook Willem maakt voor het eerst kennis met de geneugten van lippenstift. Voor hem is het een dag van wel meer eerste keren: hij zal zich ook voor het eerst het hemd van het lijf laten rukken door twee vrouwen, die maar liefst een jaar of zes ouder zijn dan hij. Het sprongetje naar die andere eerste keer is snel gemaakt.
HUMO Anders dan weleens wordt beweerd, blijft de gemiddelde leeftijd waarop jongeren zich geen maagd meer noemen, vrij stabiel: 16,6 jaar. Vijf jaar geleden was het nog 16,8.
Willem Lenaerts «Ik heb het nog niet gedaan, maar ik heb totaal niet de indruk dat ik er laat mee ben – in mijn vriendenkring hebben er wel meer het nog niet gedaan. Mij maakt het niet zoveel uit wanneer het gebeurt.»
Julie Van den Steen «Ik was 14, hij was 15. Ik weet het nog goed: we gingen samen naar ‘South Park’ kijken op zijn zolderkamer. Plots deed hij mijn broek uit. Eén minuut en twee stoten later was het al voorbij (lacht). Het was zo vreselijk dat ik het daarna een tijd niet meer heb gedaan, tot ik een volgend lief had, met wie ik zes jaar samen ben gebleven. De eerste keer met hem zag ik er wat tegen op, maar gelukkig ontdekte ik al snel dat seks ook z’n leuke kanten heeft.»
HUMO Wel jammer van die eerste keer.
Van den Steen «Ja. Plus: ik kan tot op vandaag niet meer naar ‘South Park’ kijken. Ik word ronduit lastig als het opstaat.
»Met mijn ouders heb ik het nooit over seks gehad. Alles wat ik erover wist, was ik te weten gekomen van vriendinnen en van mijn gekke nonkel. Op mijn 14de ben ik wel de pil gaan vragen aan mijn mama. Haar eerste reactie was er eentje van grote shock, maar uiteindelijk mocht het toch – liever dat dan een zwangere dochter. Maar een woordje uitleg kreeg ik niet. Als ik later ooit een dochter heb, dan wil ik dat toch anders aanpakken.»
HUMO Een opvallend cijfer: 10 procent zegt te willen wachten tot ze getrouwd zijn. Axelle Dauwens «Dat is zever.»
Lenaerts «Die moeten dat zeggen van hun ouders, denk ik. Alhoewel: een klasgenote van mij is protestants en die is dat toch ernstig aan het overwegen.»
Dauwens «En wat als de seks op je eerste huwelijksnacht niet meevalt? Dan ben je wel serieus gesjareld.
»Ik was 18, toen ik het voor het eerst deed. Niet dat het zo’n speciaal moment was, maar het was wel wat ik ervan had verwacht.»
Van den Steen «Pas op je 18de? O, wat ben ik een slet!»
Dauwens «Maar nee! Op mijn 14de was ik nog een kind.»
Van den Steen «Ik was vroegrijp, da’s waar. ‘Rap rijp, rap rot,’ zou mijn moeder zeggen (lacht).»
HUMO Jongeren tellen gemiddeld drie partners. Bij de oudste groep – die van 23 en 24 jaar – zijn het er vier. Betrekkelijk weinig, niet?
Van den Steen «Ik tel er vijf, de jongen van ‘South Park’ meegerekend. Is dat veel? Ik heb vriendinnen die er al véél meer hebben gehad.»
Dauwens «Toch gek: vrouwen beantwoorden die vraag best met een cijfer dat niet al te hoog ligt, terwijl het bij mannen nog altijd niet op kan. Aan hen wordt die vraag zelfs niet gesteld, denk ik.»
HUMO Voor 71 procent van de vrouwen moeten seks en liefde altijd samengaan, terwijl maar 53 procent van de mannen er zo over denkt.
Van den Steen «Ik ben het eens met die vrouwen. Niet dat mijn vriendinnen de grootste sletten van Gent zijn, maar ik ken er toch een paar die graag doen wat ze willen.»
Lenaerts (voorzichtig polsend) «En wat willen ze dan?»
Van den Steen «Ik bedoel dat ze onenightstands hebben. Ik heb nog nooit van mijn leven een onenightstand gehad en heb niet het gevoel dat ik iets mis. Een paar jaar geleden stapte er in de Charlatan een gast op me af die me wilde kussen. Ik ben keihard in z’n gezicht beginnen te lachen. Gewoon muilen met een wildvreemde? Het zegt me niks. Laat staan dat ik bij zo iemand zou blijven slapen. Wat doe je dan de dag erna? Dan moet je in dezelfde kleren naar huis en ziet iedereen dat je een walk of shame aan het doen bent. Nee, geef mij maar mijn eigen bed. Op dat vlak ben ik een seut. Of dat gevoel geven mijn vriendinnen me toch.»
'Ik was 14, hij was 15. Plots deed hij mijn broek uit. Eén minuut en twee stoten later was het al voorbij' Julie Van den Steen
Lenaerts «Als ik uitga, durf ik weleens te kussen met iemand voor wie ik geen gevoelens heb. Als je daar allebei plezier in hebt, dan zie ik niet in waarom niet. Maar ik heb er ook al weleens spijt van gehad, de dag erna. Je kent dat wel: te veel gedronken.»
Van den Steen «Amai, zo jong en al zo rock-’n-roll?»
Lenaerts «Bijlange niet!»
Homo’s zijn chill
HUMO Alvast een waarschuwing voor straks, Willem: met veilig vrijen gaat het de verkeerde kant uit. In 2015 vrijt 53 procent altijd veilig, terwijl dat in 2010 nog 63 procent was. 70 procent vindt dat ze nu goed opletten voor de gevaren van aids, vijf jaar geleden was dat 77 procent.
Van den Steen «Vreemd. Tegenwoordig is het geen taboe meer om aan je nieuwe vriend of vriendin te zeggen: ‘Ik wil dat je je eerst laat testen en dan pas kunnen we zonder condoom vrijen.’ Vrienden van mij gaan er zelfs samen voor naar de dokter. In het begin vond ik dat raar, maar eigenlijk is het wel logisch. Het is gewoon ook aangenamer om het zonder condoom te doen.
»Zelf heb ik er altijd erg op gelet, maar ik ben over het algemeen nogal bang voor ziektes. Ik zit constant allerlei aandoeningen te googelen. Je wil niet weten wat je dan allemaal te zien krijgt! Ooit zat ik in één of andere geforceerde biologieles over seksualiteit en kreeg ik een link doorgestuurd naar iets wat een blue waffle heet. Googel dat alsjeblieft nooit! Het beeld van die geïnfecteerde foef raak ik nooit meer kwijt (lacht).»
Lenaerts «De aidsperiode lijkt me wat gepasseerd. Al ben ik niet eens zeker of ik ze ooit bewust heb meegemaakt.»
Van den Steen «Het is meer een chronische ziekte geworden. Vroeger moest iemand met hiv een cocktail van aidsremmers nemen, terwijl je nu met twee pillen het virus onder controle kan houden. Voor alle duidelijkheid: ik héb geen aids, hè. Ik weet dat nu toevallig, omdat ik onlangs iets moest maken over Wereldaidsdag.»
HUMO Een nieuwe trend: 24 procent van de seksueel ervarenen heeft al eens virtuele seks gehad.
Van den Steen «Dat snap ik niet. Waarom zou je ooit je kleren uitspelen voor een camera?»
Dauwens «Op elke middelbare school is er wel een meisje van wie er een seksfilmpje de ronde doet. Hoe kan je nu zo stom zijn? En wat héb je daaraan? Dat zijn al twee goeie redenen om het niet te doen. Wat ik ook raar vind: het zijn altijd de meisjes van wie je het absoluut niet verwacht.»
HUMO 5 procent heeft al seks gehad met meerdere partners tegelijk.
Dauwens «Ook niet mijn ding. Ik ben op dat vlak nogal conservatief.»
Van den Steen «Ik ken een koppel dat, na acht jaar samen, eens zin had in iets nieuws. Ze zijn op zoek gegaan in de vriendenkring en één meisje bleek dat zowaar te zien zitten. Wat later zaten we met z’n allen op café, dat koppel en dat meisje incluis. Iedereen wist wat er was gebeurd, maar niemand zei iets. Echt awkward.»
Dauwens «Stomme vraag misschien, maar is een trio altijd met twee vrouwen? Of heeft een vrouw ook weleens zin in twee mannen? Dat lijkt me wat te veel van het goede.»
Van den Steen «Ik vraag me vooral af hoe dat allemaal in z’n werk gaat. Aan welke kant moet jij je dan bezighouden? (lacht)»
HUMO Ook noemenswaardig is dat 13 procent van de mannen het een probleem zou vinden als er homo’s in hun vriendenkring zaten. Bij de jongste groep is dat zelfs 16 procent. Willem, vanwaar die homofobe neiging bij je mannelijke leeftijdgenoten?
Lenaerts «Geen idee. Ik heb geen homo’s in mijn vriendenkring – of toch niet dat ik weet – maar ik kan me niet voorstellen dat iemand er een probleem van zou maken.»
Van den Steen «Mijn heterovrienden doen allemaal of ze homo’s heel chill vinden, maar als we samen naar een film zitten te kijken en twee mannen beginnen te kussen, dan kijken ze toch snel weg. Ze doen het wel lachend, maar toch: al lachend zegt een zot de waarheid.»
HUMO De opmerkelijke cijfers blijven komen: 23 procent van de vrouwen zegt al eens seks te hebben gehad tegen haar zin. Bij de mannen is dat slechts 6 procent.
Van den Steen «Ik heb, na die ‘South Park’-ervaring, nog nooit met iemand seks gehad van wie ik dacht: ‘Bah, hier heb ik geen zin in.’ Het punt is dat je moet praten en kunnen zeggen tegen elkaar wat je graag hebt.»
Dauwens «Dat cijfer lijkt me erg hoog. Maar wat is tegen je zin? Ik kan me wel voorstellen dat het ‘vanavond niet, schat’-cliché opgaat bij koppels die al lang samen zijn. En het klopt ook wel dat vrouwen dan misschien makkelijker toegeven, uit vrees dat hij het anders op een ander gaat zoeken.»
Van den Steen «Da’s waar.»
HUMO Ik lees het vooral zo: als één van de twee geen zin heeft, dan drukt de man nog vaak z’n willetje door.
Van den Steen «Het heeft vooral met een andere mindset te maken. Voor mannen is seks een goeie manier om na een drukke werkdag even stoom af te laten, terwijl een vrouw na zo’n drukke dag net helemaal géén zin heeft in seks. Wij willen toch altijd dat het plaatje compleet is. Niet gewoon snel even in bed duiken na het avondeten als de kinderen in bed liggen. Nee, wij willen eerst een goed gesprek en zo.»
Lenaerts «Echt?»
Als het kriebelt
HUMO Genoeg over seks, laten we het eens over jullie relaties hebben. Het hebben van een vaste relatie staat nog altijd hoog op het verlanglijstje: 63 procent vindt een vaste relatie belangrijk. Bij de 23- en 24-jarigen loopt dat zelfs op tot 74 procent.
Lenaerts «Ik heb nog nooit een vaste relatie gehad. Waarschijnlijk omdat ik nog nooit iemand ben tegengekomen op wie ik echt zot was.»
Van den Steen «Zo schattig!»
Lenaerts «Ik heb er ook geen behoefte aan.»
Van den Steen «Ja, maar jij bent een vent.»
Dauwens «En pas 17.»
Van den Steen «Toen ik 17 was, was ik daar wel al mee bezig. Ik ben van mijn 15de tot mijn 21ste samen geweest met een jongen. Op die leeftijd is het onmogelijk om samen te groeien, heb ik gemerkt. Hij ging voor ingenieur studeren, terwijl ik voor de journalistiek koos. Daar deed hij wat lacherig over: ‘Julie is van haar hobby haar studie aan het maken. Later zal ze wel voor een échte job gaan.’ Na een tijd is onze relatie afgesprongen. In mijn vriendengroep gebeurt zoiets vaak in golven: in bepaalde periodes springt het gelijktijdig af tussen veel koppels. Alsof iedereen tegelijk tot het besef komt: ‘Is dit het nu? Wil ik niet nog wat profiteren van het leven?’ Meestal gebeurt dat na een relatie van zo’n jaar of twee, drie. De seven-year itch is nu de three-year itch geworden.»
Lenaerts «Op mijn leeftijd houden ze het niet zo lang vol. Weinig van mijn vrienden hebben al een vast lief.»
Van den Steen «Jullie mannen gaan ook nog lang mee, hè. Terwijl ik me op mijn 23ste nog zeven jaar geef om aan kinderen te beginnen. Dat komt ook omdat ik met Peter samenwerk: zijn oudste dochter is 22, een jaar jonger dan ik – hij was pas 22 toen hij vader werd. Dat zet je aan het denken. Plus: ik heb een paar vriendinnen met ouders die dokter zijn. Ze zitten me voortdurend te waarschuwen: ‘Als je nog zo lang wacht met kinderen, dan stijgt je kans op een gehandicapt kind met zoveel procent.’ Om bang van te worden.»
Lenaerts «Gewoon niet meer naar die dokters luisteren: opgelost.»
Van den Steen «Een vriendin van me heeft zelfs een punt achter haar relatie gezet, omdat haar vriend haar niet met zekerheid kon zeggen of ze in de komende drie jaar aan kinderen konden beginnen. Zij is 27 en hij 24.»
HUMO Is het dan je missie om moeder te worden?
Van den Steen «Nee, totaal niet. Maar de mogelijkheid moet er zijn. Er moet over gepraat kunnen worden.
»Ik besef dat die 30 als grens me vooral is ingepraat door de maatschappij. Als vrouw word je constant ingepeperd dat je een beperkte houdbaarheid hebt. Mannen niet. Die worden mooier met de jaren, terwijl bij ons alles gaat hangen.»
Dauwens «Voor mij ligt die grens niet noodzakelijk op 30. Ik wil best wachten tot ik 32 ben. Ik zie mezelf in elk geval pas na mijn carrière moeder worden. En ik ben echt niet van plan om na mijn 34ste nog in de atletiek te zitten.»
HUMO Gemiddeld willen jongeren nog altijd 1,9 kinderen.
Dauwens «Ik wil er ook één of twee, afhankelijk van de financiële situatie. Vier is gekkenwerk. Betaal dan maar eens een reisje naar het buitenland.»
Lenaerts «Ik wil er graag twee of drie. Wij zijn thuis ook met drie, vandaar.»
Van den Steen «Ja, maar jij moet ze niet baren. Twee lijkt me leuk. En dan liefst eerst een jongen en dan een meisje. Ik heb altijd een grote broer gewild. Dan had die mij kunnen beschermen en waarschuwen voor de gevaren van het leven. Pure projectie van mijn eigen verlangens, dus.»
Het kan niet op!
HUMO Waar staat een vaste relatie op jullie wensenlijstje?
Van den Steen «Op één staat mijn eigen geluk, op twee een vaste relatie. Dat is misschien egoïstisch, maar als je zelf niet gelukkig bent, dan kan je ook niet gelukkig zijn met een ander.»
undefined
undefined
'Ik wil heel graag ooit vader worden. Voor mij komt een kind vóór een vaste relatie'
Lenaerts «Voor mij komt een kind toch vóór een vaste relatie. Ik wil heel graag ooit vader worden. Zelfs als dat niet binnen een vaste relatie is, zou ik dat niet heel erg vinden.»
HUMO Waarom zijn jonge vrouwen zo erg gefocust op een vaste relatie?
Dauwens «Geen idee, maar het lijkt me behoorlijk ongezond. Ik merk bij veel vriendinnen dat ze per se iemand willen om samen iets op te bouwen. Vooral rond hun 25ste lijken singlevrouwen te panikeren. Alsof ze dan plots allemaal op zoek gaan naar zekerheid in deze onzekere tijden.»
Van den Steen «Dat herken ik. Je hebt een rots, een houvast nodig.»
Dauwens «En tegelijk leven we in een tijd waarin niets zo belangrijk is als vrijheid. Niemand wil afwijken van zijn eigen ambities. Ik ben zelf ook zo: ik zou niet stoppen met lopen om meer thuis te zijn voor een partner. Ik heb een tijdje een relatie gehad, maar om de paar maanden begon ik me af te vragen of het dat nu wel was. Ik zag me over tien jaar niet meer bij hem zijn, dus heb ik het uitgemaakt. Nu ben ik al twee jaar single en ik vind dat absoluut geen falen.»
Van den Steen «Ik geloof ook niet meer dat je nu nog veertig of vijftig jaar samen blijft. In vergelijking met vijf jaar geleden ben ik een pak veranderd. Hoe kan ik dan zeggen wie ik over veertig jaar zal zijn?»
HUMO Terwijl 74 procent van de jongeren wél gelooft dat ze voor de rest van hun leven trouw kunnen blijven aan één partner.
Dauwens «Ik denk niet dat mensen nog gemaakt zijn om tot hun pensioen samen te blijven. Al zie ik rondom mij wel dat er weer meer getrouwd wordt.»
Van den Steen «Ja. Samenwonen, trouwen, kinderen maken: het kan niet op! Trouwen hoeft voor mij niet. Dan geef ik liever bij het begin van elke maand een groot feest voor al mijn vrienden en jaag ik dat geld er zo wel door. (Tegen Humo) Heeft trouwen eigenlijk financiële voordelen? Dat lijkt me de enige goeie reden.»
Dauwens «Ik vind het altijd raar als ik op Facebook zie dat meisjes bij wie ik in de lagere school heb gezeten, net een kind hebben gekregen. En dan heb ik het niet over een ongelukske, hè.»
undefined
'God weet wie er achter die foto op Tinder zit. Op café zie je tenminste meteen wat voor vlees je in de kuip hebt' Axelle Dauwens
Van den Steen «Dat vind ik ook choquerend. Ik kan me niet voorstellen dat ik nu al een kind zou hebben. Ik ben zelf nog maar net geboren. (Tegen Willem) En jij zéker.»
Lenaerts «Da’s allemaal nog ver van mijn bed.»
Dauwens «Misschien willen de jongeren van vandaag het wel allemáál. Da’s het yolo-gevoel – hoe stom dat woord ook is: je leeft maar één keer en je wil alles meemaken. Een kind als je jong bent, en wil je op je 40ste plots iets anders, dan doe je dat gewoon óók.»
Vlees in de kuip
HUMO Iets nieuws: 15 procent van de ondervraagden met een partner heeft die online ontmoet. Bij de mannen is dat zelfs 21 procent.
Lenaerts «Online daten? Dat is voor mij de laatste fase, als al de rest is mislukt.»
Dauwens «Vroeger waren dat de hopeloze gevallen: wie op een datingsite zat, was de afgrond al voorbij. Maar intussen kennen we allemaal wel koppels die elkaar via Tinder hebben leren kennen. Ik zie het mezelf toch niet doen.»
Van den Steen «Ik héb het gedaan, toen ik datingproefkonijn was in het programma van Bart Peeters en Siska Schoeters. Ik had me voorbereid op de ergste gevallen, maar ik schrok ervan hoeveel normale gasten er op Tinder zitten. En toch wordt er nog altijd lacherig over gedaan.»
HUMO Willem, wat zou jij het meest zien zitten: een leuk meisje aanspreken op café of via Tinder aan een date raken?
Lenaerts (resoluut) «Aanspreken op café.»
Van den Steen «Echt? Ik zou eerder voor Tinder gaan. Als iemand mij aanspreekt op café, dan denk ik meteen: ‘Wat voor een louche type is dat?’»
Lenaerts «Oei, dan heb je helemaal het verkeerde idee over mij.»
Dauwens «Als een mooie vent me zou aanspreken op Tinder, dan is mijn eerste gedachte toch ook: ‘Daar zal wel iets aan schelen.’ Op café zie je tenminste meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. God weet wie er achter die foto op Tinder zit.»
Lenaerts «Kan ik dan niet gewoon iemand leren kennen via vrienden?»
Van den Steen «Mja, maar die vijver is snel leeg. Je bent snel rond, zeker als je wat ouder wordt.»
HUMO Volgens trendwatchers bestaat er iets als het Tinderella-syndroom. Daarmee bedoelen ze dat we het betere flirtwerk verleren door te veel online te daten.
Van den Steen «Klopt helemaal. We worden allemaal contactgestoord, omdat we constant op onze iPhone of laptop zitten te tokkelen.»
Lenaerts «Wel jammer dat mijn generatie het echte flirten niet meer leert.»
Dauwens (hoofdschuddend) «’t Is gepasseerd, jong.»
Van den Steen «Niet mee inzitten, Willem: er bestaan flirtcursussen. Die heb ik ook uitgeprobeerd bij ‘Bart & Siska’. Om goed te flirten moet je in de ander z’n intieme bubbel zien te raken, bijvoorbeeld door te spiegelen wat die ander doet. Gaat zij door haar haar, dan doe jij dat ook. Lacht zij, dan lach je ook. Ik heb het uitgetest op straat en het werkt.»
Lenaerts «Heeft die ander dan niet door dat je haar staat te kopiëren?»
Van den Steen «Je moet haar niet létterlijk nadoen, hè. Eigenlijk kan ik dat zelf niet goed, flirten. Behalve met drie glazen wijn op (lacht).»
undefined
'Tegenwoordig is het geen taboe meer om aan je nieuwe vriend of vriendin te zeggen: 'Ik wil dat je je eerst laat testen'' Julie Van den Steen
Negen zwarten en één blanke
HUMO Ook het aantal vrienden hebben we bevraagd.
Van den Steen «Sinds ik werk, tel ik er minder. En niet alleen omdat ik nu minder tijd heb, maar ook omdat sommige vrienden raar hebben gereageerd op mijn job. Nadat ik was afgestudeerd, kon ik meteen aan de slag. Daarop besliste mijn vroegere school om mij zo’n beetje als uithangbord te gebruiken: ‘Julie heeft het gemaakt!’ Ik mocht spreken op de proclamatie: een hele eer, maar ik werd er wel scheef door bekeken. Plots ging het van: ‘Julie heeft die job alleen maar gekregen omdat ze het goed kan uitleggen en een schoon snoetje heeft. Niet omdat ze talent heeft.’ Voor mij houdt het dan op. Echte vrienden zeggen zoiets niet. Plus: voor mij was het ook heftig om zo op de radio gesmeten te worden naast Peter Van de Veire. Ik had toen net heel veel nood aan mijn vrienden en die bleken bij bosjes te sneuvelen. Het is een cliché, maar je merkt pas wie je echte vrienden zijn als je het moeilijk hebt. Maak ik de eindbalans op, dan kan ik mijn goeie vrienden op twee handen tellen.»
HUMO Mannen zeggen gemiddeld veertien vriendinnen te hebben, terwijl vrouwen maar zeven vrienden hebben. Die rekening klopt dus niet.
Van den Steen «Vrouwen noemen iemand minder snel vriend, daar ligt het aan.»
Lenaerts «Ja, wij zijn daar losser in: ‘Ik ken haar, dus dat is een vriendin.’ Wij denken ook nooit: ‘Wat denkt een ander over mij?’ Terwijl vrouwen daar voortdurend mee bezig zijn.»
Dauwens «Mijn vriendenkring is met de jaren vervrouwelijkt. Ik heb communicatie gestudeerd: daar zit het vol met vrouwen.»
Van den Steen «Bij mij ging het net omgekeerd. Zeker sinds ik op de radio kom. Daar steekt de vrouwelijke jaloezie voor iets tussen, denk ik.»
Lenaerts «Jaloezie: nog zoiets dat wij mannen niet kennen (lacht).»
HUMO In 2010 zei de helft van de ondervraagden geen enkele vriend van niet-Belgische origine te hebben. Nu zijn het er toch al vijf bij de mannen en drie bij de vrouwen. Van den Steen «Ik mis kleur in mijn leven, maar ik doe dat niet bewust. Ik héb gewoon geen allochtone vrienden.»
Lenaerts «Ik ook niet. Ik zit op school in Kontich en daar zitten amper leerlingen van een andere origine. Waar zou ik ze moeten tegenkomen?»
Dauwens «Ik kom ze wel tegen – in de atletiek zit veel kleur – maar bij mijn goeie vrienden tel ik maar één gekleurde vriendin. Ze heeft een zwarte moeder en een blanke vader, maar is geboren en getogen in Lokeren. Een blanke, maar met een mooi kleurtje, zeg maar.»
Van den Steen «Mijn mama is blank, maar geboren in Congo. Tot vandaag spreekt ze met een Frans accent én een West-Vlaamse tongval – na Congo ging ze in Brugge wonen. Met ons gezin hebben we altijd in Dendermonde gewoond en daar staan sommigen nog altijd afkerig tegenover haar: ‘Die is van Congo.’ Het klinkt absurd, maar tot vandaag moet ik mijn mama soms nog verdedigen. Dat heeft met de enggeestige dorpsmentaliteit te maken.»
Dauwens «Van een echte kleurenmix is er ook bij jongeren nog geen sprake. Ik woon in Gent en daar blijft iedereen toch vooral binnen z’n eigen groep: blank met blank, Noord-Afrikaan met Noord-Afrikaan, zwart met zwart. Negen zwarten en één blanke: dat zie je nu eens nooit.
»In de atletiek gebeurt dat ook: de gekleurde atletes kruipen samen en de blanke meisje doen hetzelfde. De interesses liggen anders: andere muziek, andere films. Of ze gaan acht uur bij de kapper zitten om hun haar te laten vlechten. Ze doen gewoon andere dingen. Daar moet je de verklaring zoeken, want niemand kijkt nog op van een ander kleurtje. Dat stadium zijn we al voorbij. Nu alleen de mix nog.»
Natte handdoek
HUMO Loskomen van thuis is nog altijd moeilijk: 79 procent woont nog bij één of beide ouders. 11 procent zit op kot en gaat in het weekend naar huis.
Lenaerts «Ik woon nog thuis, maar het plan is om volgend jaar op kot te gaan en niet meer terug te keren.»
Dauwens «Ik heb sinds vier maanden een eigen appartement. Daarvoor heb ik altijd op kot en op internaat gezeten. Sinds het derde middelbaar ben ik dus al vrij zelfstandig.»
Van den Steen «Ik heb ook heel lang op kot gezeten. Het laatste jaar ging ik in het weekend zelfs niet meer naar huis. Mijn was deed ik in de wasserette. Sinds dit jaar woon ik op een appartement in Gent en ben ik ook financieel onafhankelijk. Nu pas voel ik hoe fucking duur het leven is. Meer dan eens moet ik op het eind van de maand naar mijn papa bellen. Ik heb nog altijd niet onder de knie hoeveel van mijn loon ik opzij moet zetten en hoeveel ik mag gebruiken voor eigen plezier. Ook de combinatie van werk en leven vind ik lastig. Ik merk dat ik niet meer aan koken toe kom.»
Dauwens «Dat ken ik: ’s avonds thuiskomen en merken dat je niks in huis hebt. Je naar de winkel haasten op een uur dat iederéén naar de winkel gaat. In die winkel staan en geen idee hebben van wat je wil maken. Of dan sta ik in de Colruyt en merk ik dat ze alleen maar van die enorme family size-verpakkingen hebben: ‘Euh, hebben jullie misschien ook iets voor iemand alléén?’
»En alles is zo duur. Altijd komt er nog wel een extra kost bij kijken: de tv-rekening, de autokeuring. Als de rekening op het einde van de maand niet klopt, dan durven mijn ouders me nog wel iets toeschuiven. Ik ben onafhankelijk, maar met een lekker zacht vangnet.»
HUMO Jullie wonen niet bij je ouders in de buurt, terwijl 34 procent van de jongeren dat wel van plan is.
Lenaerts «Beangstigend vind ik dat. En ook de schuld van de ouders: ze laten hun kinderen niet los.»
Van den Steen «Met je vriend in de straat van je schoonouders gaan wonen: dat is toch een straf!»
Dauwens «Mijn ouders wonen op een halfuur rijden van Gent. Dat lijkt me het minimum. Ze springen niet al te vaak binnen, maar dan nog gaat het van: ‘Amai, echt proper ligt dat hier niet.’ Of: ‘Die natte handdoek moet je ophangen.’»
Lenaerts «Met dat soort commentaar leef ik dus élke dag.»
HUMO De verklaring moeten we wellicht zoeken in de volgende cijfers: 81 procent kan het goed vinden met moeder, 70 procent met vader.
Van den Steen «De relatie met mijn ouders is goed, net omdát ik niet meer in hun buurt woon. Onze relatie is hechter geworden door weg te gaan.»
Dauwens «Als de band met een ouder niet goed zit, dan is dat vaak bij een scheiding. Mijn ouders zijn ook gescheiden, maar bij ons is er geen sprake van trubbels. Sinds mijn 10de heb ik al een stiefpapa. Hij is een verrijking voor mijn leven. Bij alle drie mijn ouders kan ik voor andere dingen terecht: gaat het over school of studie, dan ga ik naar mijn stiefpapa. Wil ik het hebben over sport of cultuur, dan stap ik naar mijn papa. En met mijn mama ga ik shoppen, maar ze brengt me ook veel bij en steunt me in alles wat ik doe.»
HUMO 4 procent van de vrouwen beweert nochtans een slechte relatie te hebben met hun moeder.
Van den Steen «Moeders en dochters: dat blijft iets raars. Mijn mama durft weleens te zeggen dat ik te dik ben in een jurkje. Dan blaf ik gewoon terug. We lijken erg op elkaar, daar ligt het aan. Plus: vrouwen zijn sowieso kattiger voor elkaar dan mannen.»
HUMO Dan hebben jullie je prima weten in te houden tijdens dit interview. Bedankt!