Olaf Koens - Oorlog en kermis
Je kunt ‘Oorlog en kermis’ (Prometheus/Bert Bakker) lezen als een jongensboek waarin elke alinea geannexeerd wordt door rellerige opwinding, oorlog, avontuur en druggy Slavisch surrealisme, aan elkaar gelijmd met baldadig drinkplezier.
De kans is reëel dat je dan je eigen bestaan wilt verfrommelen en driftig besluit nooit meer kantoorpik tussen de andere lullen te zijn, om de volgende ochtend toch weer op die forenzentrein in te schepen – want ach ja. Je zult jaloers zijn op het Moskou-correspondentschap voor de Volkskrant en RTL Nieuws van Olaf Koens, net beëindigd (volgende halte: Israël) en – ondanks de wat schoolse dialoogjes – bepaald meeslepend te boek gesteld.
Toch: alleen maar Kuifje kijken doet ‘Oorlog en kermis’ oneer aan. Kijk ook naar wat Koens gezíén heeft. Maidan, waar Oekraïne een bivakmuts op kreeg. Het roetige cynisme van de daaropvolgende oorlog die geen oorlog genoemd mocht worden. De spaarkaart verbazing en ontzetting die Koens volstempelde tijdens zijn odyssee door het onmetelijke, dwarse Rusland. En altijd op de eerste rij, want: waar Koens verschijnt, daar gebéúrt wat.
Koens dribbelt tussen empathie en ironisch-Hollandse distantie, tussen grootogige nieuwsgierigheid en ‘Kijk eens hoe ik het als een ware field journalist nergens over Poetin heb’-pocherigheid. Maar wanneer hij slaapt tussen de stoffelijke overschotten van wie enkele uren tevoren nog op MH17 zat, is hij geen bezig Kuifje meer. Dan is er alleen nog de wonde. Koens moffelt die pagina’s weg in het hoofdstuk over de oorlog, begint het relaas zonder waarschuwing en houdt er snel en onaangekondigd mee op – en zo moest hij het doen, want alleen zo komt het aan zoals het hoort aan te komen: rauw, boosmakend.
Tussen de wreedheid en de agressie, de slapstick en de hemeltergend bittere realiteit, is het toch weer het particuliere detail dat je week maakt. Sophie Charlie Koens komt gezond blèrend ter wereld in Moskou. De vader mag de kraamkliniek niet binnen: ‘de rook van de vuren op het plein’ zit in zijn jas – hij is rechtstreeks komen aanvliegen van de herrie op Maidan. Ik heb me niet te bemoeien met het gezin Koens, maar ik gis dat de kleine Sophie trots is op haar papa.