Olympische taekwondoka's Jaouad Achab en Raheleh Asemani: 'Ik draag met fierheid de Belgische vlag'
In theorie leidt de weg van de voet (tae) en de vuist (kwon), tot de ontwikkeling van lichaam en geest (do). In de praktijk trokken de Marokkaan Jaouad Achab (23) en de Iraanse Raheleh Asemani (27) te voet op pad, vochten met de vuist voor een beter leven en trekken nu als Belgen naar Rio. Vergeet het voetbal. België, dat is taekwondo. Fight!
De sport waarin België de grootste kans maakt op nog een gouden medaille na die van Greg Van Avermaet, is even nobel als onbekend. Jaouad Achab, wereldkampioen in de gewichtsklasse -68 kilogram, legt in perfect Frans en al even perfect Nederlands uit wat taekwondo precies is.
Jaouad Achab «Op de Spelen dragen wij een elektronisch pantser. We dragen ook sokken en handschoenen met elektronische sensoren. Je scoort punten door met je handen en voeten het borstpantser van je tegenstander te raken. Voeg je een draaibeweging aan je trap of stoot toe, dan krijg je meer punten. Raak je met de voet het hoofd van de tegenstrever, dan levert dat nog meer punten op. Knock-out bestaat ook. En gooit de coach de handdoek op de mat, is het helemaal over. Een taekwondowedstrijd duurt niet lang – drie ronden van twee minuten – en is daardoor spectaculair en makkelijk te volgen.
»De bakermat van taekwondo ligt in Zuid-Korea, maar ook in landen als Afghanistan en Iran maakt onze sport deel uit van de nationale cultuur. Ze is goedkoop om te beoefenen, op training gebruik je uiteraard geen elektronica en volstaat een gewoon pak. Ze manifesteert zich vooral in de steden en is een metafoor voor vechten voor je eigen leven.»
Jaouad Achab is de vaandeldrager van een zeer talentvolle generatie taekwondoka’s. Ons land gaat met drie medaillekandidaten naar Rio: wereld- en Europees kampioen Achab vecht er in een iets hogere gewichtsklasse dan hij gewoon is (-68 kg), maar zijn snelheid en explosiviteit compenseren zijn lagere gewicht. Daarnaast zijn er de voormalige vluchtelinge Raheleh Asemani (-57 kg) en Si Mohamed Ketbi (-58 kilogram), een Brussels ketje van amper 18 jaar. Ze brengen een aantal sparringpartners mee, getalenteerde collega’s die zich door de moordende concurrentie in ons land niet wisten te plaatsen. Eén daarvan is Mourad Laachraoui, de huidige Europees kampioen -54 kilogram en broer van zelfmoordterrorist Najim Laachraoui, die zich op 22 maart opblies op de luchthaven van Zaventem. Laachraoui spart in Rio met zijn maatje Ketbi. Aan De Volkskrant zei hij: ‘Als Ketbi nu een medaille wint, is die ook een beetje van mij.’
Leve Laurence
Het antwoord op de vraag waarom dat talent nu precies ontluikt, luistert naar de naam Laurence Rase. Rase, in 2006 Europees kampioene bij de zwaargewichten, creëerde tijdens haar actieve carrière een eigen, professionele cel in wat voor de rest een compleet verwaarloosde en amateuristisch gerunde sporttak was. Ze bond een coach aan zich, een diëtiste, een kinesist, een psycholoog en een physical coach.
Alles wat ze toen op microniveau creëerde, wilde Rase later op macroniveau organiseren om haar sport een boost te geven. In 2010 kreeg ze carte blanche van de Vlaamse Taekwondo Bond, werd topsportcoördinator, liet prompt een audit uitvoeren en besloot de kennis en het talent die er waren te centraliseren in de topsportschool in het Antwerpse Wilrijk. Samen met haar voormalige sparringpartner Karim Dighou schuimde ze vervolgens de Belgische taekwondoclubs af, ging naar kleine wedstrijden en organiseerde ‘talent days’. De Brusselse toppers Si Mohamed Ketbi en Mourad Laachraoui bleven in de hoofdstad, maar Rase en Dighou konden veel opkomend talent overhalen naar Wilrijk te verhuizen. Hetzij op internaat, hetzij op een appartement in de buurt. Jaouad Achab en Raheleh Asemani staan symbool voor de hernieuwde aanpak. De eerste werd gevonden in Brussel. De tweede kwam zomaar uit de lucht gevallen.
HUMO Jaouad, jij werd aanvankelijk niet als een groot talent beschouwd.
Achab «Niet echt, nee (lacht). Laurence en Karim benaderden mij in 2012. Ik was toen nog aangesloten bij een kleine Brusselse club en had net de Belgian Open gewonnen, toch een belangrijk toernooi. Ze wilden mij naar de topsportschool in Wilrijk halen om te sparren met Salaheddine Bensaleh, één van hun toptalenten. Als trainingspartner, dus, maar de passie waarmee ze over hun plannen spraken, overtuigde me om toch de stap te zetten.»
HUMO In Wilrijk dachten sommigen aanvankelijk dat jij illegaal in ons land verbleef.
Achab «Terwijl dat niet zo was. Ik had een Marokkaans paspoort en woonde bij mijn vader in Brussel.»
HUMO Hoe ben je in België terechtgekomen?
Achab «Waar zal ik beginnen? Mijn leven was tot hier toe een rollercoaster. Tot mijn 17de woonde ik in de havenstad Tanger, in een gezin met weinig financiële armslag maar des te meer warmte en liefde. Mijn moeder hield vroeger al van gevechtssporten, maar had de middelen niet om een sport te beoefenen. Ze leidde mijn broer en zus wel naar de lokale taekwondoclub. Zelf was ik nog te jong, maar ik oefende al op trappen en stoten met mijn moeder op het tapijt. Ik speelde intussen voetbal, schopte het uiteindelijk tot de nationale U17-ploeg van Tanger, maar droomde maar van twee dingen: taekwondo en de Olympische Spelen. Dat is geen achteraf verzonnen cliché dat goed bekt in een interview. Neen: ik droomde écht van niks anders dan de Spelen. Toen ik eenmaal naar de taekwondoclub kon, bleek al snel dat ik aanleg had, maar topsport staat in Marokko ver van het Olympische ideaal af. Ik wist dat ik, om echt door te breken, naar Europa zou moeten.»
HUMO Daarin stond je vast niet alleen: in Tanger is de Europese droom haast tastbaar.
Achab «En of. Als je in Tanger woont, kun je Europa zien liggen: alleen de Straat van Gibraltar scheidt onze stad van Spanje en de westerse wereld. Het is dan ook een knooppunt van Afrikaanse migratieroutes: vluchtelingen van over het hele Afrikaanse continent proberen er verwoed de grens met Spanje over te steken. Vanuit mijn slaapkamer zag ik hoe vluchtelingen zich op de grond wierpen en zich vastklampten aan het chassis van vrachtwagens die per boot de overtocht maakten naar Europa. Op straat hoorde ik vluchtelingen plannen smeden om ’s nachts te infiltreren in de boten en vrachtwagens. Ik kénde die kerels, speelde voetbal met hen op de kade en had altijd medelijden toen ik ’s avonds naar huis ging en in bed kroop, terwijl zij op straat bleven slapen.»
undefined
undefined
'Ik richt me voor de wedstrijd tot God en kamp daarna zonder hoofddoek. Ik zie het probleem niet'
HUMO Je bent uiteindelijk ook per boot in België gearriveerd, maar in andere omstandigheden dan die van vluchtelingen.
Achab «Mijn vader is buschauffeur, en reed indertijd al van Tanger naar Brussel en terug. Altijd datzelfde traject. In de hoop op een beter leven ging hij op een bepaald moment in Brussel wonen. Dat was een hartverscheurend moment thuis. Mijn moeder brak in stukken van verdriet, maar ze beet op haar tanden. Op die manier kon ik als 17-jarige ook naar België komen, in het kader van een gezinshereniging. Weer brak mijn moeder, en weer beet ze op de tanden.
»Ik zal die overtocht nooit vergeten. Ik besefte toen al: ik ga niet naar België om gewoon te leven. Ik ga naar België om te slagen.»
HUMO Terwijl je bij aankomst in Brussel vooral slaag gekrégen hebt.
Achab «Het was niet makkelijk. Ik sprak geen woord Frans en had ook moeite om een school te vinden. Overal werd ik zonder duidelijke reden afgewezen, terwijl ik in Tanger meedraaide op ASO-niveau. Eén school liet me wel toe, een beroepsschool. Daar werd ik plots vier jaar terug in de tijd geworpen, naar een klas 12-jarigen die automechanica studeerden. Pfff. Er is veel gebeurd op die school, ja. Dingen die mij gehard hebben. Ook het straatleven. ‘Hé smex, wat doe jij hier?’ Dat kreeg ik te horen van jonge Marokkanen op de pleintjes. ‘Smex’ is straattaal voor ‘loser’. ‘Ik ben hier om te vechten,’ antwoordde ik in het Arabisch. Iedereen lachte mij uit: ‘Geloof jij nu echt dat je nog in Marokko bent, bâtard?’ Nog zo’n woord. Die gasten zijn nu werkloos, denk ik. Ha!»
HUMO Klopt het dat je in die tijd wilde gaan testen bij RSC Anderlecht?
Achab «Mensen die me hadden zien voetballen op straat, raadden me aan om een test af te leggen bij Anderlecht. Ik ben technisch onderlegd en speel een beetje in de stijl van Mbark Boussoufa, maar ik lig niet wakker van het geld in de voetbalwereld. Ik heb nooit aangeklopt bij Anderlecht.»
HUMO Jouw shortcut naar een beter leven was taekwondo.
Achab «In Wilrijk ging de wereld voor me open. Al zag ik het aanvankelijk helemaal niet zitten: ik sprak nog maar net Frans, of ik moest Nederlands beginnen te leren. Dagelijks nam ik de trein en tram van Brussel naar Wilrijk en terug, om ’s avonds laat thuis te komen en aan mijn huiswerk te beginnen. Uiteindelijk ben ik naar Antwerpen verhuisd om nog intenser te kunnen trainen. Mijn vader moeten achterlaten in Brussel, dat was nog een moeilijk moment. Maar ik had een droom: Rio. En ik zou niet afgeven.»
HUMO De droom kwam dichterbij toen je de Belgische nationaliteit verkreeg.
Achab «Laurence is ook juriste, zij heeft me daarin begeleid. Toen ik het verlossende telefoontje kreeg, barstte ik in tranen uit: ‘Laurence, dit is de mooiste dag van mijn leven.’ Meteen begon ik nog harder te trainen. Wat begon als sparren in Wilrijk, is geëindigd met een wereldtitel in het Russische Tsjeljabinsk. Schoon verhaal, hè (lacht).»
De Koran en Enrique
HUMO Je mentale discipline is ongezien. Je leerde in geen tijd Frans en Nederlands praten, doorstond de moeilijke tijd in Brussel en vocht je in Wilrijk van underdog naar voortrekker.
Achab «Ik zei het al: ik wil slagen in het leven, en daar heb ik alles voor over. Het heeft geen zin om te klagen. Werken, dat moet een mens doen. Leven voor zijn doel. Al de rest is bijzaak. In Wilrijk heb ik mijn kans gegrepen, ik wist dat dit pad me naar de Spelen kon leiden. En het lukte.»
HUMO Haal je die mentale kracht ook uit religie? Je bent moslim en leest vaak in de Koran.
Achab «Ja. Van een tegenstrever lig ik nooit wakker, want ik heb God aan mijn zijde. Soms bid ik kort voor de wedstrijd, en dan kom ik gesterkt de mat op.»
HUMO Je pompt jezelf niet op met harde beats voor iedere wedstrijd?
Achab «Neen. Als ik niet in de Koran lees, dan luister ik naar Enrique Iglesias.»
HUMO Je meent het.
Achab «Sommigen luisteren naar rap of zo, ze laten zich opnaaien en staan vol adrenaline op de mat. Ik niet. Ik bid of luister naar Enrique. Die muziek ontspant me, en dat is in mijn geval beter.»
HUMO Is je gezin nu helemaal herenigd in België?
Achab «Ja. Toen mijn moeder ook naar Brussel verhuisde, was de cirkel rond. Ze gaan niet mee naar Brazilië, dat kost te veel geld, maar hun steun is onvoorwaardelijk. De dag van de wedstrijd zitten ze ongetwijfeld klaar voor het scherm.»
undefined
'De Spelen zijn geslaagd als ik goud win. Goud en niks anders'
HUMO Je hebt de Belgische nationaliteit, maar voel je je ook Belg?
Achab «Ik ga niet ontkennen dat dat een moeilijke vraag is. Tot mijn 17 jaar, het grootste deel van mijn leven, heb ik in Marokko gewoond. Ik voel me dus Marokkaan en heb nog veel vrienden in Tanger. Voor mijn oude makkers ben ik een held. Maar zonder de kansen die ik in België gekregen heb, had ik nooit naar de Spelen gekund. Wij hebben als familie een nieuw leven gekregen, en daar zijn we België oprecht dankbaar voor. Ik voel me Marokkaan en Belg tegelijk en zal in Rio met fierheid de Belgische vlag dragen.»
HUMO Ken je het volkslied al uit het hoofd?
Achab «Ik ken het ritme, maar de tekst nog niet.»
HUMO Wanneer zijn de Spelen geslaagd?
Achab «Als ik goud win. Goud en niks anders.»
Postbode Raheleh
Dat credo weerklinkt bij alle Belgische taekwondoka’s in Rio: het is alles of niets. Ook bij het Iraanse meisje dat in 2013 naar Laurence Rase belde met de vraag of ze in Wilrijk mocht komen meetrainen: Raheleh Asemani.
Dankzij Google leerde de Vlaamse Taekwondo Bond wie dat meisje was, dat naar eigen zeggen in Antwerpen op bezoek was bij haar tante. Een snelle search leerde dat ze de vicewinnares was van de Asian Games in 2010, in het Chinese Guangzhou. Asemani was meteen welkom in Wilrijk, waar ze als een bezetene begon te trainen. Toen iemand haar na enkele weken vroeg of ze zich niet in de problemen werkte door weg te blijven uit Iran en zonder papieren in België te verblijven, antwoordde ze: ‘Ik ga niet meer terug. Ik blijf hier.’
Raheleh Asemani «Het is in Iran niet evident jezelf te ontplooien als vrouw, ook niet op sportief vlak. Ik deed het niet slecht in taekwondo, zat zelfs in de nationale ploeg, maar deelnemen aan grote internationale toernooien lukte maar zelden: altijd was er wel gedoe met mijn reisvisum, of was het simpelweg niet toegelaten het land te verlaten. Dus trok ik naar België, om mijn tante te bezoeken en dan verder te reizen naar Duitsland. Daar wilde ik verder bouwen op mijn Iraanse diploma Lichamelijke Opvoeding. Maar het is anders gelopen.»
HUMO Je bleef in Wilrijk en diende samen met Laurence Rase een dossier in om erkend te worden als politiek vluchteling.
Asemani «Wilrijk was een openbaring: ik kon me ontplooien als taekwondoka en werd omringd door atleten die allemaal trainden om Rio te halen. Zo begon ook mijn eigen Olympische droom te rijpen. In Iran was ik alle zelfvertrouwen kwijt en ging ik telkens zonder enige ambitie naar toernooien, maar Karim Dighou schaafde aan mijn gebreken en maakte van mij een winnaar. Ik besliste haast automatisch om niet meer naar Iran terug te keren en een leven op te bouwen in België. Uren heb ik gebeld met mijn vader in Iran, met tranen in de ogen. Maar hij begreep mijn keuze.»
HUMO In afwachting van je erkenning als vluchteling heb je de banden met Iran zelf doorgeknipt, toch? Je kreeg een licentie van de Vlaamse Taekwondo Bond en vocht in de finale van de Dutch Open – zonder hoofddoek – tegen de Israëlische Bat-El Gatterer. Dat viel niet in goede aarde.
Asemani «Iraanse atleten worden om politieke redenen gedwongen nooit met Israël in competitie te gaan. Ook dat maakt topsport daar zo complex.»
HUMO Karim, je coach, heeft je net voor die kamp tot drie keer toe gewaarschuwd voor de gevolgen.
Asemani «Dat weet ik, maar ik ben een atlete. En atleten moeten zich toch niet laten boycotten door de politiek? Ik heb absoluut geen spijt van die wedstrijd, al heb ik er achteraf dan moeilijkheden mee gekregen. Er was ook steun, ook van Iraanse atleten, maar die steun werd niet openlijk uitgesproken. Ik ben nog altijd gelovig, maar niet volgens de voorgeschreven regels of boeken. Ik richt me voor de wedstrijd tot God en kamp daarna zonder hoofddoek. Ik zie het probleem niet.»
undefined
HUMO Die wedstrijd heeft je dossier wel in een stroomversnelling gebracht. Je werd erkend als politiek vluchtelinge en diende een verzoek in om Belg te worden.
Asemani «Er was toen nog geen sprake van een vluchtelingenploeg op de Olympische Spelen. Mijn enige kans om Rio te halen, was snel Belg worden en hopen dat ik me tijdig kon kwalificeren.»
HUMO Er werd bemiddeld met CD&V-politica Nahima Lanjri, voorzitster van de commissie Naturalisaties, maar de termijn bleek te lang.
Asemani «Mijn hart brak, echt waar. Zonder Belgisch paspoort kon ik nooit naar Rio, dus wat voor zin had het nog? Ik verloor alle motivatie en heb zes weken gewoon níét getraind. Ik werd postbode in de plaats, ging voor Bpost rondjes rijden in Ekeren. En ondertussen maar blijven bellen met mijn ouders, uren aan een stuk. Mijn vader bleef maar op me inpraten: ‘Jij gaat naar de Spelen, punt.’»
HUMO In oktober 2015 gaf Thomas Bach, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, vluchtelingen de kans om deel te nemen.
Asemani «Laurence belde me toen: ‘Raheleh, je kan naar de Spelen!’ Vreemd genoeg bleef ik kalm, want ik wilde geen nieuwe ontgoocheling oplopen. ‘Ben je wel zeker?’ En er rees inderdaad een probleem: op de Spelen zijn maar 16 sporters per gewichtsklasse toegelaten en er gelden quota per continent. Ik moest dus startrecht afdwingen op het Europese kwalificatietoernooi in Istanboel. Maar dat was niet simpel.»
HUMO Buiten het zicht van de camera’s werd intens gelobbyd om je aan de start te krijgen in Istanboel. De buitenwereld weet niet wat voor strijd jij er hebt opzitten. En altijd hing je lot aan een zijden draadje. Laurence Rase kon via de internationale taekwondofederatie startrecht afdwingen.
Asemani «Drie weken voor het toernooi kreeg ik groen licht. Ik zat al anderhalve maand op de fiets als postbode, en moest me op bijzonder korte tijd weten klaar te stomen voor een wedstrijd waar mijn hele carrière van afhing. Ik heb me kapot getraind, maar kwam met veel vertrouwen op de mat.»
HUMO En je won.
Asemani «Dat was werkelijk ongelofelijk. Niks kon me nog tegenhouden. De kwalificatie voor Rio was misschien wel het mooiste moment in mijn leven.»
HUMO Daarna ging alles voor de wind: je kreeg de Belgische nationaliteit en won in mei van dit jaar brons op het Europees Kampioenschap.
Asemani «Ik heb die bronzen medaille opgestuurd naar mijn ouders in Iran. Mijn vader kijkt er elke dag naar. Hij en mijn moeder verlangen nog harder naar Rio dan ik. Ze willen ook meekomen, maar dat lukt natuurlijk niet. Misschien zie ik hen na de Spelen, dan kunnen ze mij bezoeken in België.»
HUMO Intussen probeerde de hele wereldpers je te spreken te krijgen. Er kwamen aanvragen uit Australië en Brazilië om je te komen volgen in Wilrijk.
Asemani «Het is ongelofelijk hoe iedereen op mijn verhaal sprong, maar het steekt ook wel een beetje. Iedereen die me wil spreken, wil het alleen over vluchtelingen hebben. Ik ben dat moe. Mijn situatie is anders dan die van de Syrische vluchtelingen: ik was al een topsporter in Iran, nu ben ik dat in België. En ik ben mateloos fier op mijn deelname aan de Spelen. Ik heb de Nederlandstalige tekst van het volkslied al opgevraagd (lacht).»
HUMO Wat is je ambitie in Rio?
Asemani «Ik heb al gedroomd dat ik op het podium stond. Het wakker worden was hard, moet ik zeggen. Ik ga alles geven wat ik in me heb, hopelijk volstaat dat voor een medaille. Het kan echt wel.»