Delegatieleider van team belgiumolav spahl
‘Om Olympisch atleet te worden, moet je alle dingen laten die het leven zo leuk maken’
Met 122 zijn ze, de Belgische atleten die het over vijf dagen moeten waarmaken in Tokio. Aan het hoofd van Team Belgium staat Olav Spahl (46), een Duitser die zelf op aardig niveau heeft gezwommen. De delegatieleider gidst ons door de selectie en wikt en weegt de kansen op Olympisch goud. ‘Vroeger wentelden de Belgen zich graag in de rol van underdog. De nieuwe generatie wil de beste zijn en durft die ambitie ook uit te spreken.’
HUMO In Rio behaalden 19 Belgische atleten de top 8, een zogeheten Olympisch diploma. Wat is deze editie de doelstelling?
OLAV SPAHL «Het motto was altijd: ‘In ’20 mogen het er 20 zijn.’ Maar intussen zijn we alweer een jaartje verder, dus laat ons mikken op 21 Olympische diploma’s. Dat lijkt me realistisch, als je kijkt naar de voorspellingen van statistiekbureaus. Nu, binnen die top 8-plaatsen is natuurlijk nog veel mogelijk: in sommige disciplines mogen we veel hoger mikken.»
HUMO In hoeveel disciplines komen onze atleten uit?
SPAHL «Het zullen een 25-tal verschillende sporten zijn. Met 122 atleten tellen we nu trouwens de grootste Belgische delegatie sinds de Spelen van 1952 in Helsinki – in Rio hadden we maar 106 atleten – dus dat belooft.»
HUMO Kent u die 122 atleten allemaal persoonlijk? En weet u hoe het parcours van pakweg het 3x3-basketbalteam eruitzag?
SPAHL «3x3 basketbal is nu net een nieuwe discipline, waarmee ik tot nog toe niet zoveel in contact ben gekomen. Maar goed: met de meeste atleten heb ik wel degelijk een persoonlijk, zij het oppervlakkig contact. Het is de taak van mijn collega’s, de high performance managers, om alles op het terrein te volgen.
»Laten we wel wezen: mijn directe invloed op de atleten is beperkt. In mijn functie gaat het veeleer om prestaties faciliteren, een kader scheppen waarin de atleten optimaal kunnen gedijen. Het is mijn taak om in de atleten te geloven, en hen financieel dan wel moreel te steunen – maar toch vooral financieel (lacht).»
HUMO Zijn er atleten die u vrienden zou noemen?
SPAHL «Nog niet. In Duitsland, mijn geboorteland, waar ik vroeger altijd heb gewerkt, misschien wel. In België komt dat nog wel.»
HUMO De Spelen zijn met een jaar uitgesteld. Hoe groot was de impact op het Belgische team?
SPAHL «Er zijn atleten die het zeer moeilijk hadden met het uitstel en daarom gestopt zijn, zoals zwemmer Pieter Timmers, turnster Senna Deriks en judoka Dirk Van Tichelt. Zo’n beslissing is begrijpelijk: voor oudere atleten is een extra jaar een niet te onderschatten investering. Maar over het algemeen heeft Team Belgium het uitstel zeer goed verwerkt, vind ik. Er is extra getraind, aan blessures gewerkt, sommigen maakten hun studies af... In de periode dat clubsporten niet mochten doorgaan en fitnesscentra achter slot en grendel zaten, bleven onze faciliteiten geopend. En niet te vergeten: er hebben zich nieuwe talenten geopenbaard. Kijk maar naar gewichthefster Nina Sterckx of kajakker Gabriel De Coster: zij waren er in 2020 nog niet bij geweest. Wat dat betreft, mogen we ons in de handen wrijven.»
HUMO Wat vond u de knapste Belgische sportprestatie van het afgelopen jaar?
SPAHL «Goh, er zijn er te veel om op te noemen! Maar laat mij kiezen voor wintersport, en een prestatie die onterecht onder de radar is gebleven: de zilveren medaille die Hanne Desmet behaalde op het WK shorttrack. Dat vond ik ongemeen indrukwekkend.»
HUMO Voor welke discipline gaat u het liefst voor de tv zitten?
SPAHL «Dat maakt niet uit. Écht niet, ik kijk naar alles. Zelfs naar de kwalificatiewedstrijden: boksen, skateboarden, basketbal, hockey, zwemmen, atletiek... Liefst nog het één na het ander: ik verslind het allemaal.»
HUMO Dat is diplomatisch. Maar er moet toch een discipline zijn die boven alles uw voorkeur heeft?
SPAHL «Ach ja, de sport van mijn hart blijft natuurlijk zwemmen. Vroeger heb ik zelf nog op topniveau gezwommen.
»Maar dat gezegd zijnde: ik hou ook van de sporten die voor het eerst hun intrede doen op de Olympische Spelen. Ik kan enorm geboeid zitten te staren naar het skateboarden of het 3x3 basket.»
HUMO De sporten van de jeugd.
SPAHL «Absoluut. Want ook die vernieuwing is typisch Olympisch. Tijdens de eerste moderne zomerspelen van 1896 stonden er toch ook andere sporten op het programma dan tijdens de Spelen in het oude Griekenland? Judo – al lang niet meer weg te denken – is pas geïntroduceerd in Tokio 1964. Beachvolleybal: Sydney 2000. De Olympische Spelen zijn altijd in beweging.»
HUMO Bij welke disciplines mag ik nu al Belgische medaillewinst noteren?
SPAHL (lacht) «Voor geen enkele, vrees ik: op 24 juli beginnen we gewoon op nul.»
HUMO Kom, kom.
SPAHL «Je kunt natuurlijk kijken naar de prestaties van de afgelopen jaren. Het zou iets te nederig zijn om te zeggen: ‘Weet je wat, voor judo mikken we alleen maar op de top 8.’ Iedereen weet dat daar méér in zit. Maar verder laat ik zulke uitspraken liever over aan de atleten zelf. Dat dóén zij ook, hun ambities uitspreken. De Red Lions zijn wereldkampioen: dan is een olympische medaille een logisch doel. Nafi Thiam zal niet tevreden zijn met een tiende plaats, net zomin als Remco Evenepoel en Wout van Aert in het wielrennen, of Nina Derwael in het turnen. De Belgen wentelden zich vroeger graag in de rol van underdog, maar de nieuwe generatie niet: zij willen gewoon de bésten zijn.»
HUMO Hoe kijkt men in uw vaderland Duitsland naar Belgische topsport?
SPAHL «Om eerlijk te zijn: Duitsers weten vaak niet welke atleten precies Belg zijn. Als iemand Nederlands spreekt, rekenen ze die bij de Nederlanders, als iemand Frans spreekt, zal-ie wel uit Frankrijk komen. Maar goed, de Belgische successen in het hockey en het judo zijn bijvoorbeeld wél alom bekend. En daar zullen alleen maar successen bij komen.»
HUMO Iets anders: wat vond u van de beslissing van de UEFA om de regenboogvlag uit de voetbalstadia te bannen tijdens het EK?
SPAHL (twijfelt) «Ik ben van mening dat we sport en politiek niet moeten mengen. Wat niet wil zeggen dat ik geen duidelijke mening heb over het Hongaarse beleid: dat kan absoluut niet door de beugel. Maar goed. Zal een stadion in regenboogkleuren het grote verschil maken? En welke onderwerpen moet je dan nog allemaal aankaarten? Nee, daar zijn toch betere gelegenheden voor.»
HUMO Zou het Internationaal Olympisch Comité anders hebben gereageerd? Naar mijn aanvoelen druist dit in tegen de Olympische gedachte van inclusiviteit.
SPAHL «De Olympische waarden zijn duidelijk: uitmuntendheid, respect en vriendschap. Die moeten overal en absoluut gelden. Maar verder moet je de sporters gewoon laten sporten.»
HUMO Vindt u de coronasituatie in Japan op dit moment verontrustend?
SPAHL «Niet echt. Zeker niet in vergelijking met België: de Japanse horeca was nooit volledig gesloten, er was geen verplichting om thuis te werken, er was geen avondklok... Ook de cijfers bleven zelfs op het slechtste moment beter dan ze in België ooit zijn geweest. Maar – en hiermee kom ik terug op respect en vriendschap – we moeten wél begrip hebben voor de bezorgdheid van de Japanse bevolking: opeens stromen er duizenden buitenlanders binnen, met alle virussen en mutaties van dien. Wij zullen alles doen om het toernooi zo veilig mogelijk te laten verlopen.»
HUMO Nog even: waarom koos u destijds eigenlijk voor het zwemmen?
SPAHL «Dat heb ik niet gedaan, de sport heeft mij gekozen (lacht). Ik had mijn dijbeen gebroken bij een ongeluk, waardoor ik niet kon lopen, en de dokters zeiden: ‘Ga dan zwemmen.’ Dat ben ik blijven doen, met steeds meer ambitie: het was een accident de parcours dat me uiteindelijk op een mooi pad heeft gebracht.»
HUMO Vindt u het spijtig dat u zelf nooit aan de Spelen hebt deelgenomen?
SPAHL (knikt) «Hoe ouder ik word, des te spijtiger ik het vind. Maar tegelijk besef ik steeds meer wat er nodig was geweest om de absolute top te bereiken. Veel atleten moeten al op jonge leeftijd hun thuis verlaten, hebben door de vele trainingen geen tijd voor familie en vrienden, mogen nooit gaan feesten... Net de dingen die het leven fris maken als je 16, 17 jaar bent. (Wuift weg) Maar ik heb geen spijt. Ik heb vele andere mooie dingen beleefd. En ik sta nu toch maar mooi in Tokio, hè?»