Televisie★★★½☆
Op dag vijf van de Olympische Spelen zagen we een nieuw Belgisch godenkind
Mooie oogst voor Team Belgium op dag vijf van de Olympische Spelen in Tokio: brons voor Matthias Casse, goud voor Nina Derwael. En een nieuw godenkind voor wie de voornaam voortaan zal volstaan: Jutta Verkest - Jutta, dus.
Goed, officieel is dat goud van Derwael nog niet, maar na haar afsluitende brugoefening in de teamfinale van het turnen is het wel een veilige voorspelling geworden. ‘Perfect!’ wisten Inge Van Meensel en haar co-commentator Dirk Van Esser met hun opwinding geen blijf nog voor Derwael goed en wel was geland. Met haar score - 15.400 - houdt ze zondag, wanneer de individuele finale plaatsvindt, iedereen achter zich. Ook naast de mat huppelden de overige meisjes van blijdschap, ondanks hun achtste en laatste plaats, iets wat na één toestel al vaststond. De steken die de Belgische gymnastes - met uitzondering van Derwael - op de balk lieten vallen, waren nadien niet meer op te rapen.
De artistieke gymnastiek blijft een ingewikkeld beestje. Mooi en adembenemend voor kenner en leek, maar voor die laatste óók ondoorgrondelijk: een vooraf bepaalde moeilijksgraad bepaalt immers mee de punten die door een jury worden toegekend. Maar goed, de balkoefening was, ondanks z’n ongelukkige verloop voor de Belgen, al meteen heerlijk om volgen. Dat een drievoudige pirouette op de balk de wolf heet, is een mooi weetje. En een turnster die haar evenwicht dreigt te verliezen beoefent de wiebel, wat qua klank doet denken aan de in het voetbal gretig beoefende schwalbe, maar een stuk sympathieker klinkt.
‘Oh, oh’, jammerde Van Esser toen Verkest net iets te veel wiebels had geëtaleerd en de sfeer al vroeg een duik nam. Maar ik onthoud toch vooral de complimenten waarin hij en Van Meensel zich tot dan al hadden uitgeput: ‘wat een talent’, ‘wat een leuke meid’, ‘wat een zelfverzekerdheid’, ‘wat een naturel’ - het was me inderdaad wat. ‘Wat een knipoog’, varieerde ik er in gedachten mee op los, toen Verkest haar grondoefening als het stripmeisje Wiske afsloot. ‘Een lopende reclame voor het vrouwenturnen’, voorspelde Van Esser haar een grootse toekomst.
Leergeld voor een gebrek aan ervaring, dat waren de wiebels geweest. Dat het Belgische turnteam überhaupt in de finale was geraakt, was al onverwacht. Achtste en laatste, maar Verkest en Lisa Vaelen kon het ogenschijnlijk weinig schelen: lachend vielen ze elkaar om de hals, als konden ze vooral niet geloven dat ze daar stonden. Twee tieners, van 15 en 16 nog maar: het blijft iets om met gemengde gevoelens naar te kijken, maar afgaand op hun vrolijkheid gun ik hen het voordeel van de twijfel waarmee de turnsport toch omgeven is.
Hetzelfde positivisme - het mag wel eens - was me eerder op de dag ook overvallen tijdens de jacht van Matthias Casse op Olympisch judogoud. In de halve finale verloor hij van een Japanner na een licht toegekende waza-ari. ‘Je kunt het van alle kanten bekijken’, verviel Sporza-commentator Marc Willems niet in de extatische opwinding waarin voetbalcommentatoren bij de minste al dan niet ingebeelde strafschopfout vervallen. Toen Willems zich later in de ochtend klaarmaakte voor de kamp om het brons, nam hij even het woord ‘thuisvoordeel’ in de mond, maar daar stopte het. Ook in de studio bleef Dirk Van Tichelt niet zeuren, ook al vond ook hij het ‘heel licht gegeven’. En ook Casse zelf maakte er geen woorden aan vuil: ‘Ik heb het direct afgesloten. Als de scheidsrechter die beslissing neemt, ga ik niet discussiëren. Ik moet maar beter doen de volgende keer.’ Ik zie het Neymar hem niet nadoen. Fairplay en sport, soms gaat het nog samen.
Casse ging voor goud. Het werd brons, even goed als Van Tichelt vijf jaar geleden in Rio: ‘En hij is nog maar 24! Ik ben fan’, gaf hij de medaille de glans die ze verdient. Want, zo verklapte Van Tichelt een goed bewaard geheim, door een stilgehouden schouderblessure was Casse met een verstoorde voorbereiding naar Tokio afgereisd. Wat Kevin De Bruyne en andere Hazards niét vermochten - geblesseerd een medaille meepakken - lukte hem dus wel. Van Tichelt had gelijk: wij zijn ook fan.
De Belgische medailleteller staat nu, na ook het zilver van Wout van Aert, op twee. ‘Wat gaan we hier nóg meemaken?!’ geloofde Van Meensel haar ogen niet toen de Belgische gymnastes zich zondag plaatsten voor de finale. Wel, Inge, ik hoef het je niet te vertellen, maar doe het toch graag: goud voor Nina - van ‘Nina & Jutta’, vrij naar ‘Kim & Justine’. Afspraak zondag.