'Op de man af': hoe Saartje Vandendriessche de mannen een pandoering gaf
Geen mens die zou geloven dat Saartje Vandendriessche (42) enkele jaren geleden nog onder een fnuikende futloosheid gebukt ging: in haar nieuwe programma ‘Op de man af’ strijdt de actrice-turned-omroepster-turned-presentatrice-turned-Duracellkonijn tegen zeven bonkige BV’s – mannen! – die haar een sportieve uitdaging voorleggen waarin ze vooral zélf hopen te zegevieren. Of ze daar ook in slagen, ziet u vanaf volgende week elke woensdag op Eén. ‘Een man is maar sterk zolang een vrouw niet durft.’
'Noem me alsjeblieft niet de vrouwelijke Tom Waes'
In de eerste aflevering proberen Saartje Vandendriessche en Rik Verheye zich in vier weken klaar te stomen voor het WK Bangerstox, wat nog het best omschreven kan worden als: de botsauto’s, maar dan in het echt. ‘Dat is zelfmoord!’ hoor je Vandendriessche gillen – even later zie je haar op het circuit met een rotvaart tegen een muur knallen.
SAARTJE VANDENDRIESSCHE «Ik heb tijdens de voorbereidingen wel vaker gedacht: ‘Jezus, als dat maar goed afloopt!’ Maar ik wil niet klagen of zagen: anders had ik dat programma niet moeten bedenken. Je zal me wél veel horen vloeken (lacht).
»Vrouwen hebben een fysieke achterstand op mannen, maar ik wilde er niet van uitgaan dat vrouwen daarom ook minder stérk zijn. In ‘Op de man af’ wil ik onderzoeken of vrouwen op andere manieren kunnen winnen van een man. Kan je het verschil in kracht en uithoudingsvermogen compenseren met techniek en strategie, of door te focussen op het mentale aspect. Mannen proberen te kloppen op hun domein leek mij een fijn uitgangspunt voor een programma.»
HUMO Vind je het belangrijk om je te bewijzen tegenover een man?
VANDENDRIESSCHE «Nee. Ik hoef niets meer te bewijzen: dat hebben de feministes ons al voorgedaan. Ik heb een grote fascinatie voor vrouwen die het pad geëffend hebben. Neem nu de Amerikaanse marathonactiviste Kathrine Switzer, die in 1967, toen vrouwen nog niet mochten deelnemen aan de marathon van Boston, een statement heeft gemaakt door die tóch uit te lopen. Om de organisatoren te misleiden had ze zich ingeschreven als ‘K. Switzer’. De allereerste vrouw die een marathon heeft gelopen! Bijzonder inspirerend.
»Ik ben opgegroeid tussen twee broers, ik móést wel competitief zijn. Als we gingen zwemmen, keken we wie de meeste baantjes onder water kon trekken. Of we probeerden elkaar zoveel mogelijk pijn te doen, door op elkaars knokkels te slaan of elkaars tepels om te draaien (lacht). Als ik kon winnen van mijn broers, was ik de rest van het jaar supergelukkig. Mijn broers vonden dat heel erg: mannen verliezen niet graag van een vrouw. En dat heb ik in ‘Op de man af’ opnieuw gemerkt.»
HUMO In je vrije tijd beklim je de Mont Ventoux en leg je halve triatlons af: geloofde je dat je een kans maakte tegen die zeven mannen?
VANDENDRIESSCHE «Ik ben een duursporter: lopen, fietsen en zwemmen kan ik probleemloos aan. Een beetje ontbering schrikt mij ook niet af. Maar de meeste mannen hebben een tactische keuze gemaakt en me een andere soort uitdaging voorgelegd.
»Ik wist nooit vooraf tegen welke man ik het zou opnemen, en in welke discipline dat zou zijn. Van de meeste sporten had ik nog nooit gehoord. Louis Talpe koos bijvoorbeeld voor crashed ice: een schaatswedstrijd waarbij je met een hoge snelheid van een berg afdaalt en over een rotspartij moet springen. Dat was de allereerste uitdaging en al meteen zo’n extreme sport! Plots werd ik bang. Die angst werd zo allesoverheersend, dat hij ook een deel van het programma is geworden. Je ziet me vaak breken in ‘Op de man af’. Vreselijk, ik zie dat als een teken van zwakte: ‘Ik heb weer gefaald! Ik beantwoord aan het cliché van de huilende vrouw!’»
HUMO Louis Talpe daarentegen kent geen angst?
VANDENDRIESSCHE «Hij was er toch ook niet helemaal gerust in. Mathias Vergels had ook iets gekozen waarvan hij terecht dacht dat het mij angst zou inboezemen: de hoogste klimmuur ter wereld beklimmen – 165 meter, recht omhoog. Alleen had Mathias er geen rekening mee gehouden dat angst ook hém stokken in de wielen kon steken (lacht).
»Ik had mijn redactie beloofd dat ik niet op het nippertje ergens voor terug zou krabbelen. Ze wisten wél dat ik niet uit een vliegtuig wilde springen. Had Dieter Coppens toch wel voor formatiespringen gekozen! Trainen om van 4.000 meter hoogte naar beneden te springen en ondertussen figuren te maken met de wereldkampioenen formatiespringen: toen heb ik echt afgezien.
»Na twee namiddagen training bij het leger moest ik uit een zeppelin springen, van 400 meter hoogte. ‘Ga in de deuropening staan en: GO!’ Vreselijk! Uiteindelijk ben ik toch in die deuropening gaan staan, maar hoe ik er dan uitspring, zal je op tv moeten zien (lacht).»
HUMO Tijdens je voorbereidingen werd je bijgestaan door Olympisch kampioene Hanna Mariën en sportpsychologe Els Snauwaert.
VANDENDRIESSCHE «En er was ook altijd een expert om mij en m’n tegenstander wegwijs te maken in de sport die we zouden beoefenen.
»Ik had een fysieke en mentale coach om mijn achterstand te proberen overbruggen. Iedereen legde fysieke en psychologische testen af, waardoor we konden achterhalen wat de zwakke plekken van de mannen waren. Die waren voor elke man verschillend. Maarten Vangramberen, die me had uitgedaagd voor een obstacle run van 32 kilometer met meer dan tweehonderd obstakels, had bijvoorbeeld géén zwakke punten. Zo’n alfaman wil je natuurlijk het hardst kloppen (lacht).
»Die obstacle run vond plaats in Engeland. Tijdens de busreis ernaartoe was Maarten zelfgemaakte bananencake aan het eten: koolhydraten opstapelen voor een betere uithouding, weet je wel. We moesten om zes uur opstaan, maar hij was al anderhalf uur vroeger uit de veren, om nog wat koolhydraten in te slaan en te berekenen wanneer hij welke gel zou eten. Vrouwen zouden dat volgens mij niet doen. Die zouden denken: ‘Ik wil wel meedoen aan die wedstrijd, maar we gaan ons vooral amuseren!’ Intimiderend vond ik het niet: ik heb hem al lachend een freak genoemd.
»Ik fiets heel vaak met mannen, en één van de eerste vragen die ik krijg, is altijd: ‘Hoeveel kilometers heb jij dit jaar al afgelegd?’ I don’t know and I don’t care: ik hou dat niet bij. Maar mannen hebben hun eer hoog te houden.»
tot het uiterste
HUMO Uit Rik Verheyes profiel bleek dat hij een vetpercentage van 26,9 heeft, is dat veel?
VANDENDRIESSCHE «Voor een man wel, ja. Het vetpercentage van sportvrouwen schommelt rond de 11 procent. Het mijne bedraagt 23,5: een redelijk goeie score voor een vrouw.
»Jan Van Looverens spiermassa in zijn benen bleek overeen te komen met die van een professionele wielrenner. Gelukkig had hij voor kajakken gekozen. Een echte macho: ‘Hier, voel maar eens aan mijn armen! Hiermee ga ik je kloppen!’»
undefined
undefined
'De angst werd zo allesoverheersend dat hij een deel van het programma werd.'
HUMO Met hem ben je naar Groenland getrokken voor het nationaal kampioenschap traditionele kajak.
VANDENDRIESSCHE «Om te kajakken heb je veel spierkracht nodig, maar gelukkig waren er ook twee technische proeven: harpoeneren, vanuit de kajak een harpoen in de roos proberen te gooien, en eskimoteren, zo vaak mogelijk met je kajak kopje-onder gaan en boven water komen. Beide vaardigheden komen uit de traditionele walvisjacht.»
HUMO Aangezien je telkens een mannenwereld binnen-stapte, was je in elke aflevering de underdog. Kreeg je af te rekenen met vooroordelen?
VANDENDRIESSCHE «Nee, alle mannen waren heel open en de coaches lieten me vol trots hun wereld zien. Ze hebben me ook nooit een voorkeursbehandeling gegeven: dat wilde ik niet.
»Door Siegfried De Doncker kwam ik terecht op de Eurojack, het EK Lumberjack games in Tsjechië. Voor die houthakkerswedstrijd werden we gecoacht door twee broers, die me vroegen of ik al ooit een elektrische zaag had vastgenomen. Niet dus, en ik kreeg dat ding ook niet meteen aan de praat. Toen ik die zaag wel in gang kreeg, sprongen ze prompt twee meter achteruit (lacht).»
HUMO Zou er een omgekeerde versie van het programma gemaakt kunnen worden?
VANDENDRIESSCHE «Ja, maar vind maar eens een man die dat durft. Een man is maar sterk zolang een vrouw niet durft, hè.»
HUMO Welke proeven waren fysiek en mentaal het zwaarst?
VANDENDRIESSCHE «De obstacle run en het klimmen waren fysiek het zwaarst, en die proeven liepen ook door elkaar. Ik ging twee uur klimmen in de klimzaal, om daarna met verzuurde armen te gaan lopen. Het was zelfs zo erg dat ik niet meer kon schakelen in de wagen! Frustrerend: ‘Kan mijn lichaam nu echt niet méér aan?’»
HUMO Is dat nog wel gezond?
VANDENDRIESSCHE «Ja, hoor. Als ik er wat bleekjes begon uit te zien, nam ik na een wedstrijd een week platte rust.
»Mentaal waren álle wedstrijden zwaar. Je bent vier weken aan een traject bezig met mensen die veel tijd en energie in je stoppen: je wilt hen niet teleurstellen. En ik wilde natuurlijk ook wínnen, anders had ik alleen bewezen dat vrouwen het zwakke geslacht zijn (lacht).
»Vier weken is erg kort om een discipline onder de knie te proberen krijgen, maar het kan wel: de grootste vijand zit tussen je oren. Hanna Mariën liet me tot het uiterste gaan, ver voorbij mijn pijngrens: ‘Ik wil dat je na dit parcours overgeeft van de inspanning!’ Els Snauwaert werkt elke dag met topatleten: zij is er steeds in geslaagd om me mentaal gezond te houden. We hebben een jaar samengewerkt: ik ben haar er heel dankbaar voor dat ze me altijd kon motiveren en m’n zelfvertrouwen heeft doen groeien.»
HUMO Wat was haar beste tip?
VANDENDRIESSCHE «Dat je je gedachten kan afleiden van pijn of angst door bijvoorbeeld in je hoofd rekensommen te maken. Of je kiest vooraf slagzinnen die je erdoor kunnen sleuren: ‘Pijn doet winnen!’ – dat soort dingen.
»Zolang je zelf gelooft dat het je zal lukken, is er niets aan de hand. Maar zodra twijfel de kop opsteekt, begint de motor te sputteren. Els leerde me dat je je niet mag blindstaren op het einddoel, maar dat je beter focust op subdoelen. Zo kom je stap voor stap verder in het parcours dat je voor jezelf hebt uitgestippeld. Toen ik de afgewerkte afleveringen zag, dacht ik met open mond: ‘Heb ik dit écht gedaan?’»
niet goed genoeg
HUMO ‘Op de man af’ is je eerste eigen programma: overheerst blijheid of ben je toch vooral zenuwachtig?
VANDENDRIESSCHE «Ik voel gezonde spanning: een eerste eigen idee, meteen in primetime! Ik heb er twee jaar aan gewerkt, en al die tijd heb ik naar dit moment toegeleefd.»
HUMO Had je dit programma vier jaar geleden kunnen maken, toen je je nog futloos voelde?
VANDENDRIESSCHE «Ja, omdat ik met die vermoeidheid had leren leven. Ik bleef werken en sporten, maar het stoorde me wel dat die vermoeidheid me begon te beperken: ik begon te schrappen in mijn sociale leven.
»Die vermoeidheid was erin geslopen na de geboorte van mijn dochtertje (Mille, nu 8 jaar, red.), hoewel ik genoeg sliep en bewoog en gezond at. Mensen onderschatten het belang van levensenergie, maar als je die niet hebt, blijf je moedeloos op de sofa liggen. Ik heb altijd alles uit het leven willen halen, moe zijn leek me vooral tijdverspilling.
»De meeste mensen weten dat ze aandacht moeten besteden aan voeding, sport en slaap, maar ze zien vaak het mentale aspect over het hoofd. Je kan veel energie verliezen door te piekeren, door met mensen om te gaan die je leegzuigen, of door stress. Maar dat kan je aanpakken.»
HUMO Je vond die mentale energie terug door meditatie en mindfulness. Daardoor durfde je zelfs het idee voor ‘Op de man af’ voor te stellen bij de VRT.
VANDENDRIESSCHE (knikt) «Ik werkte aan een format over succes, en zo was ik bij een workshop van succesgoeroe Anthony Robbins in Londen terechtgekomen. Hij wees op herkenbare denkpatronen die veel vrouwen hebben: ‘Ik ben niet goed genoeg’ of ‘Ik ben niet geliefd genoeg’. Ik dacht ook vaak zo: ik werkte eerst hard aan een idee, om vervolgens te denken: ‘Tja, ze zullen het toch niet goed vinden.’ En dan borg ik het weer op.
»Dat programma over succes is er niet gekomen, maar zo is de ‘1000 zonnen’-rubriek ‘Nooit meer moe’ wel ontstaan, en ook ‘Op de man af’. Ik stond met knikkende knieën bij de VRT-bazen, en kijk nu!
»Ik ben van een generatie die lief en braaf is: we hebben niet meegekregen dat we op tafel moeten durven te kloppen. Dat is me nog maar eens duidelijk geworden toen ik het met collega’s over de #MeToo-kwestie had. Iemand zei: ‘Waarom zeggen jullie niet gewoon: ‘Zeg gast, doe eens normaal!’?’ (Tikt met haar vinger op tafel) Nú kunnen vrouwen dat zeggen, maar als je vroeger zoiets meemaakte, lachte je dat gewoon weg. Zeker als pakweg 20-jarige.»
HUMO Heb je onaangename dingen ervaren?
VANDENDRIESSCHE «Zoals elke vrouw, zeker? Ik kan niet zo meteen een concreet voorbeeld geven, maar ik herinner me zeker nog het gevoel dat je iets weglacht wat je eigenlijk niet grappig vindt, en daardoor met een onbehaaglijk gevoel achterblijft. Je denkt ook dat het er nu eenmaal bij hoort, en dat is het erge.»
HUMO Je vindt het dus goed dat er aandacht voor is?
VANDENDRIESSCHE «Weet je wat ik goed vind? (Haalt de krant erbij) Dat de genderkloof in de sport steeds meer gedicht wordt. België laat in allerlei disciplines eindelijk van zich spreken, hoofdzakelijk dankzij vrouwen. De Belgian Cats (basketbalploeg, red.), de Red Panthers (hockeyploeg, red.), wielrenster Ann-Sophie Duyck...»
undefined
'De sterke vrouw wordt eindelijk naar voren geschoven zonder dat ze als 'manwijf' bestempeld wordt'
HUMO Als ze nu ook evenveel zouden verdienen als hun mannelijke collega’s zou het helemáál mooi zijn.
VANDENDRIESSCHE «Heb je Imke Courtois in ‘Die huis’ gezien? Mijn mond viel open toen ze zei dat ze tijdens haar carrière bij wijze van spreken zelf nog moest bijleggen om te kunnen voetballen!
»Ook interessant: vroeger werden stoere programma’s vaak niet aan vrouwen opgehangen, maar nu zie je dat de tijdgeest er rijp voor is. ‘Wonder Woman’ redt de mensheid! In reclame zie je niet alleen gepolijste vrouwen, maar ook vrouwen die hun spieren laten zien. De sterke vrouw wordt eindelijk naar voren geschoven zonder als ‘manwijf’ bestempeld te worden.
»Ik hoop met ‘Op de man af’ te kunnen tonen dat we er niet van moeten uitgaan dat vrouwen niets te betekenen hebben in allerlei mannenwerelden. Ik hou ervan om die barrières plat te walsen.»
meer respect
HUMO Geef je dat ook mee aan je dochter?
VANDENDRIESSCHE «Zeker. Ik ben redelijk klassiek opgevoed, hoewel mijn moeder dat blijft ontkennen. Terwijl mijn broers met mijn vader hout gingen klieven, moest ik strijken. Daar heb ik me altijd tegen verzet, omdat ik het oneerlijk vond.
»Ik heb Mille altijd gestimuleerd om niet automatisch voor roze speelgoed te kiezen en om ook met de blokken te spelen. Maar helaas: ze houdt erg van roze en prinsessen en jezelf mooi maken (lacht). Ze weet dat ik daar niet goed mee om kan. Als ik haar vroeg wat ze in de kleuterklas had gedaan, antwoordde ze: ‘Ik heb met de poppen, euh, blókken gespeeld!’ Ik laat ook niet toe dat ze (met zaagstemmetje) ‘Ik kan dat niet’ zegt. Dat vind ik flauw.
»Als kind wilde ik met de bal spelen of fietsen: als mijn vriendinnen met de poppen gingen wandelen, sleurde ik weleens een pop uit hun buggy. Ik speelde met Lego en Playmobil van m’n broers, of we hielden kussengevechten die escaleerden in elkaar bewust pijn doen (lacht).
»In de lagere school zat ik met 5 andere meisjes in een klas van 25 leerlingen. Ik was dus altijd door jongens omringd, en dat laat zich soms nog voelen: ik kan bijvoorbeeld maar twee minuten over mijn dochter praten, daarna wil ik het over andere dingen hebben. In het middelbaar ben ik naar een meisjesschool gegaan: ik wist niet waar ik het had. Mijn klasgenoten hadden het over wat ze de volgende dag zouden aantrekken. Ik ging elke middagpauze trefbal spelen en begreep niet waarom daar maar twee andere meisjes voor kwamen opdagen.»
HUMO Is dat een voordeel in de media, waar vooral mannen de dienst uitmaken?
VANDENDRIESSCHE «Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik m’n mannetje heb moeten staan, want in mijn vak werken evenveel vrouwen als mannen. En dat was twaalf jaar geleden, toen ik pas in de media begon, ook al zo. Bekwáme vrouwen, ook. Ik heb wel meer respect voor vrouwen die hun vak kennen, dan voor mannen: ik ben ervan overtuigd dat vrouwen zich meer moeten bewijzen.
»Ik ben niet met tv-werk begonnen omdat ik toen al een programma als ‘Op de man af’ wilde maken, ik wilde acteren. Maar m’n televisiewerk liep goed en ik kreeg er veel waardering voor. Als omroepster vielen de aanbiedingen om te acteren ook weg: het hokjesdenken zat er nog in. Daarna kwam ‘Vlaanderen vakantieland’ en heb ik me daarin vastgebeten. Blijven bijleren is altijd meer mijn doel geweest dan een eigen programma te willen.»
HUMO En kijk nu: je bent bijna de vrouwelijke Tom Waes!
VANDENDRIESSCHE «Noem me alsjeblieft niet zo: wat ik doe, is helemaal anders. Ik ben een grote fan van Tom Waes, maar hij is hors catégorie. Ik heb vaak met open mond naar ‘Tomtesterom’ zitten kijken: dat hij dat allemaal gedurfd heeft!»
trollen op twitter
HUMO Ik las dat je schriftjes bijhoudt met citaten uit de literatuur, het theater en van tv. Wat is het laatste citaat dat je hebt neergeschreven?
VANDENDRIESSCHE (haalt schriftje) «‘Het wegredeneren van je eigen schuld, ook bij klimaatopwarming.’ (Gaat enkele pagina’s terug) Hier, dit vind ik ook een goeie, over de verzuring van de maatschappij: ‘Scheldwoorden zijn helaas geen argumenten. Jouw betoog getuigt alleen maar van jouw intellectuele armoede.’»
HUMO Krijg jij vaak verzuurde reacties?
VANDENDRIESSCHE «Ja, maar je leert daarmee om te gaan. Ik tik nooit mijn naam in op sociale media: je leest toch alleen maar bullshit. Twee jaar geleden werd ik doodverklaard op Twitter, en er zijn nog steeds een paar internettrollen die het leuk vinden om daarop terug te komen. Zulke mensen vinden zichzelf belangrijk omdat ze om het even wat kunnen schrijven, zonder erbij stil te staan welk effect hun woorden kunnen hebben. Vaak gaat het dan nog om oppervlakkigheden. Ook daarop worden vrouwen harder aangepakt dan mannen: Mia Doornaert hoeft nog maar op het scherm te komen, of het gaat meteen over haar outfit of haar lipstick. Luister liever naar de interessante dingen die ze te zeggen heeft! Of er werd geschreeuwd dat Hillary Clinton een oud wijf was, terwijl Trump nog ouder is! (Klopt op tafel) Dat een oudere vrouw Amerika zou leiden, dat kon blijkbaar niet.»
undefined
'Als kind probeerden mijn broers en ik elkaar zoveel mogelijk pijn te doen door op elkaars knokkels te slaan of elkaars tepels om te draaien.'
HUMO Ben jij bang dat je over een aantal jaar aan de kant geschoven zal worden?
VANDENDRIESSCHE «Nee. Mijn interesses reiken verder dan tv, en mijn leven zal niet stoppen wanneer ik van het scherm verdwijn. Ik weet wel dat het moeilijk is om als vrouw voor televisie te blijven werken. Ik ben in een onbewaakt moment eens nagegaan wie er al van het scherm verdwenen is sinds ik voor tv begon te werken. Ik kwam toch aan een stuk of twintig collega’s: Elke Vanelderen, Hanne Troonbeeckx, Ann Van Elsen, Roos Van Acker, Martine Prenen...
»Niet dat zij niets meer omhanden hebben: Martine Prenen heeft tienduizend exemplaren verkocht van haar boek over de menopauze. Er zijn er weinig die dat kunnen zeggen. Onlangs kwam ik Pascale Naessens tegen: ze zei me dat stoppen met tv de beste keuze van haar leven was, omdat ze daardoor haar eigen zin kon doen. En nu zit ze in Japan! Of Goedele Liekens, die in Groot-Brittannië shows maakt voor de BBC! Heeft íémand in Vlaanderen haar dat al voorgedaan? Allemaal mooie voorbeelden van hoe je kan blijven evolueren.»
HUMO Op Instagram schreef je bij een foto: ‘You can’t win unless you learn how to lose.’ Is dat een goeie omschrijving voor ‘Op de man af’?
VANDENDRIESSCHE (knikt) «Kunnen omgaan met falen is heel belangrijk. Sometimes you lose, sometimes you win. Ik zou daar zelfs van willen maken: sometimes you lose, sometimes you léárn. Het gaat erom de weerbaarheid en de kracht te vinden om er telkens opnieuw te staan en niet in je verlies te blijven hangen.
»Maar ’t is echt niet makkelijk, hoor, winnen van een man. Een vriendin van me is een goeie triatlete, ze kan kilometers lang in een heel hoog tempo fietsen: als zij mannen voorbijfietst, voelt ze hen wat later in haar wiel hangen en hoort ze hen keihard hijgen omdat ze een tandje moeten bijsteken. Waarop zij nog een versnelling hoger schakelt (lacht). Mannen die niet meekunnen, maar toch niet willen opgeven: grappig. Misschien zullen mannen het ooit niet meer erg vinden om te verliezen van een vrouw.»