Op het slagveld van de prijzenoorlog: boeren vs. supermarkten
In Frankrijk en in België hebben boze boeren snelwegen en grote invalswegen geblokkeerd. Boeren houden amper de kop boven water met de lage prijzen die ze krijgen. In januari 2015 vertelden insiders hoe de supermarkten tewerk gaan om de boeren hun Laagste Prijzen op te dringen.
Een supermarkt is een stilleven van frisse groentekisten, keurige melkkartons en mals vlees sluimerend in de koeltoog. Maar achter die ogenschijnlijke vrede woedt de moordende prijzenoorlog tussen de verschillende supermarkten. Om lage prijzen te kunnen aanbieden aan de consument, moet je nog veel lagere prijzen betalen aan de producenten, aan de boeren die dat voedsel produceren. Humo werpt een licht achter de schermen: wie zijn die aankopers van de supermarkten en hoe gaan ze te werk bij het bedingen van die Laagste Prijs?
'Er zijn nog maar vijf grote slachthuisgroepen in ons land en die vijf directeurs zitten elke maandag te bibberen: dan komen de aankopers van de supermarkten langs'
U bent één van de 11 miljoen consumenten in België en uw verswaren zijn grotendeels afkomstig van enkele tienduizenden Belgische boeren. Tussen die grote groep consumenten en die kleine groep producenten staan vijf grote supermarktketens. Zij bepalen de prijs voor de consument, maar ook voor de boer. De consument krijgt goedkope voeding, de boer krijgt prijzen waaruit hij met moeite een inkomen puurt. ‘Soms moet de boer zelfs met verlies werken’: die aanklacht hoor je al járen van de twee boerenorganisaties, de Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat (ABS), die via de ene persmededeling na de andere laten weten dat de situatie van de boer-producent onleefbaar is geworden. De organisatie Werkgroep voor een Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw (Wervel) is in het najaar zelfs met een campagne gestart: Boer zkt. loon. De slagzin is: ‘Elke dag stoppen zes boeren in Vlaanderen omdat ze onder de kostprijs moeten leveren.’
Maar wie krijgt de boeren zo ver dat ze onder die omstandigheden werken? Dat zijn de aankopers van de supermarkten, een kleine groep mensen die onder de radar blijven. ‘Het is een wereld die afgeschermd is met taboes. Haast niemand zal over hen uit de biecht durven te klappen.’
Toch hebben wij een tiental betrokkenen kunnen spreken over het aankoopbeleid van de vijf grote ketens (Carrefour, Delhaize, Colruyt, Lidl en Aldi). Om de anonimiteit van die insiders te garanderen, worden geen namen genoemd en zijn hun uitspraken door elkaar verweven.
We beginnen alvast met de bestelling van drieduizend stuks rodekool.
Groenteleverancier 1 «Als de supermarkt tegen volgende week drieduizend stuks rodekool in de rekken wil, dan stuurt ze die bestelling uit en moeten de grossisten en de veilingen daar een prijs op zetten.»
Groenteleverancier 2 «De dag nadien hoor je of je prijs aanvaard is of niet. Als je te duur bent, zal je dat direct merken. Dan mag je maar een klein volume leveren, of helemaal niets. Dat is meteen ook een duidelijke les: zorg dat je de volgende keer je prijs laat zakken.»
Groenteleverancier 1 «Heb je de prijs één week te hoog gezet in hun ogen, dan komt er de volgende week soms geen order meer. Het is dus mogelijk dat je weken na elkaar vijfhonderd kisten groenten afzet, maar dat je de week daarop niks of maar vijftig kisten mag leveren. Dat is een kleine ramp: vind maar eens een afnemer voor die resterende kisten. Die versproducten zijn maar enkele dagen houdbaar, dus vaak krijg je slechts een deel verkocht en moet je de rest weggooien.»
Groenteleverancier 2 «En altijd willen ze dat je de adem van de concurrentie in je nek voelt. Geregeld krijgen wij te horen dat de groenteprijzen in Nederland ‘toch beter zijn’. Zo jagen die aankopers je op.»
Wie zijn die aankopers die door de supermarkt worden uitgestuurd?
Insider vlees «Per supermarktketen heb je meestal drie aankoopdirecteurs. Die beslissen over alles wat vers is. Met vijf grote ketens en telkens drie aankoopdirecteurs mag je zeggen dat de prijzen van de versproducten in België door hooguit vijftien mensen bepaald worden.
»Die directeurs hebben onder zich een kleine staf van aankopers tegen wie ze zeggen: dit jaar moeten wij 10 procent meer winst maken op vlees of groente. En die aankopers zullen daarvoor gáán. Hun eindejaarsbonus hangt ervan af.»
Groenteleverancier 2 «Het zijn zonder meer straffe onderhandelaars. Je moet week na week mensen onder druk kunnen zetten, anders ben je niet geschikt voor die job.»
Maandag bibberdag
Als het over vleesaankopen gaat, is maandag een belangrijke dag. De aankoopdirecteur geeft dan zijn bestellingen door: ‘Hij zegt hoeveel kotelet, rosbief en biefstuk er nodig is; de aankopers rekenen dat om in aantallen varkens en runderen, en verdelen die volumes. Het slachthuis dat de week tevoren een ‘zachte prijs’ hanteerde, krijgt alvast het grootste volume.’
Toch moet er wekelijks onderhandeld worden: de aankopers van de grote ketens rijden dus elke maandag langs de grote slachthuizen van België.
Insider vlees «Ze rijden de parking op met hun dikke auto en vallen met de deur in huis. Joviaal, nonchalant, luidruchtig – in één woord: overrompelend. Die aankopers komen elk op een verschillend tijdstip, maar ze hebben allemaal hetzelfde doel: voor hun keten de laagste prijs in de wacht slepen. Dat zijn honden die elke maandag komen vechten om het beste been.
»Er zijn nog maar vijf grote slachthuisgroepen in ons land en die vijf directeurs zitten elke maandag te bibberen. Hun zakencijfer is gebaseerd op hun omzet, en hun omzet is afhankelijk van die aankopers. Ze zijn kwetsbaar, want in hun slachthuis staat er veel op het spel: al die lonen van werknemers en veeboeren die van hen afhankelijk zijn.»
Insider «De aankopers zijn hard. Die trekken zich niks aan van de gevolgen van hun prijzen. Of de boer er iets aan overhoudt of net in de miserie geraakt: dat is hun probleem niet.»
Insider vlees «Doet één slachthuis bijvoorbeeld wat moeilijk over de prijs, dan haalt die aankoper zijn vlees wel bij een ander. Stel dat álle slachthuizen moeilijk doen: oké, dan gaan we naar het buitenland. Dat dreigement krijgen de slachthuizen dikwijls te horen, en soms wordt er effectief in Noord-Frankrijk, Italië of Brazilië gekocht.
»Het is the survival of the fittest. Tien jaar geleden waren er nog vijftien grote slachthuizen, nu zijn er nog vijf. En elke week worden die vijf tegen mekaar uitgespeeld.
»De aankopers weten hoe afhankelijk de boeren zijn. Zij weten dat die vastzitten aan hun stallen, serres, tractoren en veestapel. Grote investeringen, dus een boer kan niet zomaar van job veranderen. Hij moet volop produceren om alles af te betalen. En daarvan wordt geprofiteerd. Alle aankopers gaan tot op het randje en vragen een prijs die nog nét kan. Dat wil zeggen: zonder dat de boeren afhaken.»
Groenteleverancier 2 «Dat is nog hun enige kwetsbaarheid: dat een leverancier plots zou afhaken. Dat kán niet: daar hameren de supermarkten voortdurend op. De continuïteit moet gegarandeerd blijven. De logistieke rompslomp als ze ineens naar een andere grote leverancier zouden moeten uitkijken: dat is nog het enige wat hen ervan weerhoudt om compleet de dieperik in te gaan met hun prijzen.»
Schrik voor Albert Heijn
Opmerkelijk is dat de supermarkten zelfs hun eigen aankopers niet vertrouwen. Om te vermijden dat er enige verstandhouding zou ontstaan tussen de aankopers en de leveranciers, moeten ze regelmatig van afdeling veranderen. Bij sommige ketens om de twee jaar, bij andere zelfs om de zes maanden. Zo vermijdt de supermarkt dat er langdurige contacten zijn en dat een aankoper – uit sympathie – al eens minder krappe prijsafspraken zou maken.
Groenteleverancier 1 «Om de twee jaar krijg je dus aankopers die nieuw zijn, die bijvoorbeeld uit de zuivel komen en weinig afweten van groenten. Ze kunnen wel heel goed onderhandelen en kennen de prijzen door en door. Maar de landbouw zelf interesseert hen niet, de inkomenssituatie van de tuinder evenmin. Als dat product er maar ligt...
»Jaarlijks heb ik één keer overleg met m’n aankoper. Als ik dan zeg dat mijn producenten het moeilijk hebben, antwoordt hij dat zijn supermarkt het ook moeilijk heeft. Ze hebben mensen moeten ontslaan, hun aandeel op de beurs is gezakt, of ze moeten zo scherp zijn ‘door de komst van Albert Heijn’.
Groenteleverancier 3 «Om te lachen! Oud-minister-president Kris Peeters is destijds met de grote baas van Albert Heijn gaan klappen. Wat een komedie! Albert Heijn is zogezegd naar België gekomen om alle winkelketens dood te doen. Maar Albert Heijn is geen prijsvechter zoals Colruyt of Aldi. Albert Heijn komt ook geen lagere prijzen aan de Belgische boeren betalen, want de keten koopt 95 procent van zijn verswaren in Nederland. Ze zijn zo goedkoop omdat ze hun personeel weinig betalen, net zoals Aldi en Lidl. Je hebt supermarkten die teren op boerenslaven, en je hebt er die teren op loonslaven.
»Voor Delhaize kwam Albert Heijn zelfs als geroepen. Die keten wilde afslanken, maar nu konden ze die 2.500 ontslagen en die sluiting van veertien supermarkten op Albert Heijn steken. Ze vonden de perfecte zondebok, en de politiek en de media zijn gewoon gevolgd!»
Insider «De supermarkten zeggen inderdaad dat ze het lastig hebben en dat ze maar heel krappe winstmarges hebben. Maar zij maken wel elke dag winst, omdat er elke dag producten verkocht worden. Een boer werkt en investeert het grootste deel van het jaar en heeft maar één seizoen waarin hij zijn peren of tomaten kan leveren. Als hij dan – op het moment dat hij winst zou moeten maken – een slechte prijs krijgt, is zijn hele jaar verloren.»
Groenteleverancier 4 «Als je met iemand van de supermarkten discussieert, dan wijst die altijd naar de consument. Het zijn zij die zo min mogelijk willen uitgeven. Daar hebben ze een punt. Iedereen wil aan de kassa zo weinig mogelijk betalen.»
Boer betaalt folder
Kennelijk is veel gepermitteerd onder die druk-van-de-consument. Zo zijn er supermarkten die de boekhouding van groothandelaars opvragen om inzage in hun rekeningen te krijgen. Op die manier willen de winkelketens controleren of ze niet te veel betaald hebben voor hun groente of fruit.
Groenteleverancier 1 «Die inzage in de boekhouding is zelfs een vrij gangbare praktijk. Zij zijn noch de fiscus, noch de sociale inspectie, en toch eisen ze dat.»
Groenteleverancier 3 «Of ze dat recht hebben?! Probeer maar eens te weigeren. Dan riskeer je dat je nooit meer mag leveren. Je hebt geen keuze.»
En tegelijk zijn er de oneerlijke handelspraktijken waaraan de supermarkten zich schuldig maken. Leveranciers die moeten betalen om in de rekken te mogen liggen: het zogeheten ‘introductiegeld’. Of ‘de bonus’: een leverancier mag pas leveren als hij ermee instemt enkele procenten (tot 8 procent!) terug te betalen op wat hij jaarlijks omzet.
Groenteleverancier 3 «Ik was een jaar flink groente aan het leveren aan Carrefour. En de hele tijd zei die aankoper: ‘Pas op, je weet toch dat je op het einde van het jaar 8 procent moet teruggeven?’»
Een groothandelaar in groente zal die bonus doorrekenen aan zijn telers. En zo dragen de groentetelers een kost die eigenlijk niks met hun arbeid te maken heeft.
Insider vlees «Ook in de vleessector bestaan die bonussen. Eén supermarktgroep vraagt 4,5 procent. Dat brengt grote bedragen op voor de keten, die dat geld gebruikt om promotieacties te betalen. Om in de folder te kunnen uitpakken met een korting op rosbief of entrecôte. Wat erop neerkomt dat de prijzenoorlog gevoerd wordt op de rug van de boer.»
In 2011 werden – volgens het Algemeen Boerensyndicaat – de leveranciers van varkensvlees verplicht om een ‘bonus’ van 7 procent te betalen aan Delhaize. ‘Twee leveranciers weigerden en werden aan de deur gezet.’
Een tweede handelspraktijk die zeer intimiderend werkt, is het ‘straffen en van de schappen halen’ van leveranciers die onvoldoende volume kunnen leveren.
Insider vlees «Een slachthuis heeft soms niet genoeg dieren voor de aankoper. Die denkt natuurlijk dat het slachthuis beesten opzij houdt voor de concurrentie, die mogelijk een betere prijs geeft. Gevolg: als straf mag dat slachthuis de week daarop niks meer leveren. Dat is een vorm van afpersing, ja. Want het slachthuis zit ineens met een overschot aan vlees. Dat is vers en kan niet lang bewaard worden, dus de aankoper weet dat hij dat slachthuis daarmee kan raken.»
Ook de groenteleveranciers vertellen dat ze al gestraft zijn bij onvoldoende volume: ‘Je moet absoluut kunnen leveren wat ze vragen. Gebeurt dat niet, dan worden ze nerveus en gaan ze vaak onverhoeds naar een nieuwe leverancier. Alleen maar omdat je één week gehaperd hebt.’
Een werknemer van een zuivelfabriek getuigt dat Lidl op een dag de afname van kaas stopzette wegens onenigheid over prijs en volume. ‘Heel de fabriek stond op stelten, paniek op alle echelons. Het was a show of force van die supermarkt. Laten zien dat er met hen niet te spotten viel.’
Een derde dubieuze praktijk is dat de leveranciers moeten meebetalen aan promoacties.
Groenteleverancier 1 «We moeten dan 20 procent korting geven op de geleverde groente, plus een bijdrage voor de affiches en folders. Dat doen alle supermarkten, zeggen de aankopers. Maar Lidl en Aldi doen dat bijvoorbeeld niet.»
Onwettig?
Al die praktijken zijn geen losstaande feiten. Het is een algemeen verspreide en structurele aanpak van de grootdistributie om ‘een deel van haar kosten en risico’s door te schuiven naar een zwakkere partij’. Tot die vaststelling kwam Consumers International, een verbond van Europese ngo’s en consumentenorganisaties. Zij kwamen tot een lijst van elf ‘oneerlijke handelspraktijken’ die bij alle supermarktketens en in alle grote Europese lidstaten bleken voor te komen.
Dat onderzoek uit 2012 werd aan de Europese Commissie voorgelegd. In juli 2014 liet de Commissie weten dat zij ‘geen initiatief neemt tot afdwingende maatregelen die voor meer eerlijke handelspraktijken moeten zorgen. Voorlopig is het aan de lidstaten en de sector zelf om deze zaken recht te trekken.’
Gert Engelen (ngo Vredeseilanden) «Het zijn met andere woorden oneerlijke, maar geen onwettelijke praktijken – om de eenvoudige reden dat de Europese en nationale wetgevingen te ontoereikend zijn om die handelspraktijken te sanctioneren. The Centre for European Policy Studies (CEPS, een Europese denktank, red.) heeft de wetgevingen van de belangrijkste EU-landen doorgelicht en het resultaat was beschamend. In slechts vier landen zijn de handelsrechtbanken in staat om een deel van die wanpraktijken aan te pakken. In vijf landen kan er een klein beetje gedaan worden, en in tien landen – waaronder België – kan er niks tegen gedaan worden.»
Zout op de patatten
We vroegen Comeos, de Federatie voor Handel en Diensten, om een reactie op die oneerlijke handelspraktijken van de supermarktaankopers, maar de organisatie zegt ‘daar totaal geen weet van te hebben’. En zelfs áls aankopers druk uitoefenen op de leveranciers, dan komt dat volgens Comeos ‘door de druk van de consument’. Het is de consument die op zoek gaat naar de laagste prijs en bijgevolg doet de supermarkt dat ook. Comeos beseft dat de ketens vaak onder vuur liggen bij de boeren, maar zegt dat ze ‘al té gemakkelijk geviseerd worden’.
Peter Vandenberghe (woord-voerder Comeos) «Wij zijn voorstanders van verantwoord en duurzaam ondernemen en hebben er dus geen belang bij dat boeren stoppen of uit de markt geprijsd worden. Om in de terminologie te blijven: iedereen moet het zout op zijn patatten kunnen verdienen, anders kun je geen zaken blijven doen.»
Wel geeft hij toe dat de winkelketens mondiaal ‘competitief onder druk staan’, en dat de Belgische producent daardoor niet altijd beschermd kan worden.
Vandenberghe «Als we een stuk vlees goedkoper kunnen aankopen in Nederland, lopen we niet zomaar naar ginder, maar vragen we onze Belgische leveranciers om tegen die prijs te gaan aanleunen.»
De winkelketens zeggen er zelfs ‘zorg voor te dragen dat de boeren beter beschermd worden’. Daarvoor is er het ketenoverleg: ‘Daarin zitten de winkelketens, de verwerkende industrie, de Boerenbond, de slachthuizen, de melkcoöperaties, enzovoort. Dat platform zorgt voor correcties als er knelpunten zijn.’
Comeos vindt de boeren wel tamelijk selectief in hun klagen: ‘Toen de melkprijzen heel laag stonden, blokkeerden ze de distributiecentra. Maar toen de melkprijzen stegen door de vraag in China, profiteerden de boeren: dát hoorde je dan veel minder.’
Uitverkoop in de veilingen
Boeren en supermarkten, ze kunnen voorlopig moeilijk door dezelfde schuifdeur. Dat de varkensboeren (van het ABS) op 18 december actie voerden, komt door de dramatisch lage prijzen. Bij sommige ketens krijgen ze voor een varken van 100 kilo nog amper 100 euro ‘terwijl dat varken ons wel 500 euro kost’. Ook in de kwetsbare tuinbouwsector is er rumoer. Tuinders die onder glas of in volle grond telen, hebben grote moeite om te overleven: de groenteprijzen zakten dit jaar met 8 procent, en in de voorbije tien jaar stopten 6.000 tuinbouwbedrijven ermee. Sommige telers vragen zich af of hun belangenorganisatie, de veiling, hen wel voldoende beschermt tegen de prijsoffensieven van de grootwarenhuizen.
Groenteleverancier 4 «Vroeger geloofde ik heilig in het nut van de veiling: het aanbod van de telers groeperen én hun belangen verdedigen in de vorm van een coöperatie. Nu slaat de twijfel toe. Heel wat telers hebben grote vragen bij de rol van de veilingen.»
Groenteleverancier 3 «De commerciële directeurs van de veilingen leunen te veel aan bij de supermarkten.»
Groenteleverancier 4 «De veiling laat ons in de steek. Soms worden wij verplicht om tegen prijzen te leveren die onder de productieprijs liggen, en onze belangenvereniging dwingt ons om dat te aanvaarden! Ben je het daar niet mee eens, dan sommen ze alle collega-telers op die wél willen leveren tegen die lage prijs. In plaats van ons te verdedigen, gaan ze collega’s tegen mekaar uitspelen om toch maar die supermarkten ter wille te zijn.»
Groenteleverancier 3 «Zo krijg je schandalige toestanden die ons inkomen aantasten. De veiling laat je weten dat de supermarkten je sla zullen kopen tegen 45 cent per stuk, en nadat je een kwartaal geleverd hebt én betaald bent, zegt de veiling dat ze van de supermarkten maar 25 cent per sla hebben gekregen. En dan vorderen ze dat verschil terug. Alsof ze tegen jou zouden zeggen: je hebt drie maanden loon ontvangen, maar nu vragen we de helft terug. Om dat bedrag terug te vorderen, stuurt de veiling facturen voor allerlei zogezegde onkosten. En je kunt niet zeggen dat je die ‘facturen’ niet betaalt, want de veiling trekt dat gewoon af van de inkomsten van het volgende kwartaal. Dan zit je dus nog weken sla te leveren zonder daarvoor betaald te worden!»
Telers zeggen ook dat de veilingen minder tegen de macht van de supermarkten optornen omdat ze aan die winkels grote volumes kunnen leveren. En precies voor het leveren van die grote omzetten krijgen ze Europese landbouwsubsidies.
Groenteleverancier 3 «De subsidie op die omzet is 4,1 procent. Dat gaat dus om tientallen miljoenen euro’s. En zo krijg je omgekeerde belangen. Wat de telers als prijs krijgen, is ondergeschikt. Als ze maar kunnen omzetten aan de supermarkten, dát telt.»
Er zijn telers die de situatie zo beu zijn dat ze uit hun veiling stappen, en rechtstreeks met de supermarkten gaan onderhandelen. Dat wordt hun niet in dank afgenomen: ‘Het wordt financieel heel moeilijk gemaakt om eruit te stappen. En wie toch ‘wegloopt’, wordt gestraft. Die gaan ze ondermijnen, door onder zijn prijzen te gaan.’
Philippe Appeltans van het Verbond van Belgische Tuinbouwveilingen (VBT) kan niet begrijpen dat telers uit een veiling willen stappen: ‘Dan ben je toch onbeschermd?! Als zo’n winkelketen plots geen groente meer wil, sta je daar. In een veiling ben je beschermd. Er zijn meer afnemers en er is een betere omkadering. Binnen Europa zijn we zelfs een voorbeeld, omdat we onze telers zo goed verdedigen.’
Appeltans weerlegt ook dat telers tegen elkaar uitgespeeld worden en dat er wordt ingezet op het binnenrijven van Europese subsidies: ‘Integendeel, wij kloppen nog altijd op tafel bij de supermarkten. Wij gaan niet plat op onze buik voor de grote ketens.’
Things to come
De telers en leveranciers van groente en fruit hebben nochtans reden tot klagen. Zij ervaren dat de macht van de winkelketens groot is, zeker in tijden van een groot aanbod.
Groenteleverancier 2 «Als er overaanbod is, laten ze hun macht nog sterker voelen. Deze zomer was dat het geval: heel wat groenten zoals tomaten en paprika’s waren enorm goed gelukt. Dan hoeft er maar een mankement te zijn in enkele kistjes, en ze sturen heel die stapel paletten retour. De kosten van dat transport, plus het afladen en alles opnieuw controleren, zijn voor de groothandelaar. Als hij er niet in slaagt om die herkeurde partij verder te verkopen, dan heeft hij geen inkomsten en wordt de boer ook niet betaald.»
Insider groente «Soms meldt de supermarkt dat zij de afgekeurde zending zelf heeft weggegooid. En dan moet jij de rekening van die ‘afvalverwerking’ betalen. Terwijl het best mogelijk is dat zij die ‘afgekeurde’ groente toch verkocht hebben, daar heb je geen zicht op.»
Insider «Al die praktijken bewijzen maar één ding. Voedsel is meer dan groente, fruit of vlees. Voedsel is macht. Je kunt met voedsel álles doen. Je kunt met z’n lage prijzen de consumenten zoet houden, je kunt met diezelfde lage prijzen boeren kapotmaken en kleine winkels failliet doen gaan. Je kunt er ook – zoals Poetin – politieke tegenstanders mee raken door een handelsboycot in te voeren. Voedsel is een enorm machtsmiddel.
»Om te beseffen hoe ver die macht kan gaan, moet je maar naar Frankrijk kijken. Het overgrote deel van de vissersboten aan de Franse kust is opgekocht door Les Mousquetaires, de groep boven de grote supermarktketen Intermarché. Omdat die vissers geen stevige handelscoöperaties en geen sterke regionale veilingen hadden, en ze ook nog eens getroffen werden door de oliecrisis, heeft Les Mousquetaires van de situatie kunnen profiteren. In 2007 was hun voorstel: wij bekostigen jullie boot en brandstof; jullie leveren vis tegen onze voorwaarden. Die vissers werken nu als loonslaven voor die keten. Daar krijg ik het koud van. Hier is dat amper doorgedrongen, maar geloof me: dat zijn the things to come. Dat elke supermarktketen een stuk versmarkt in zijn geheel probeert in te lijven. Waar dat stopt? Op het ogenblik dat elke visser, veehouder en groenteboer de loonslaaf is van een supermarktketen. Ligt de politiek daarvan wakker? Ik denk het niet. De politiek denkt: goedkope marchandise in de supermarkt, dat is toch goed voor de mensen?»