Op reis met Humo: Onze Man ging wildkamperen
Hoe overleef je zeven dagen in de wildernis met slechts één lucifer op zak? Op Discovery Channel proberen Les Stroud en zijn grootste concurrent Bear Grylls dergelijke hachelijke ondernemingen uit: hun tv-reeksen - 'Survivorman' en 'Man vs. Wild' zijn de bekendste - zijn gewijd aan de bushcraft: de kunst om te overleven in onherbergzame streken.
Stroud en Grylls zijn zonder twijfel échte mannen. Scouts met olifantenkloten die en passant handige tuin- en keukentips rondstrooien, mocht u van de zomer verdwaald raken op vakantie. De algehele uitdroging dreigt in de woestijn? Pers drinkbaar water uit kamelenstront! Een hongerdood lonkt in de Australische outback? Wring een waterslang de nek om, en smullen maar!
Maar: kennen wij zo'n gek die ons op survivaltocht wil meenemen voor Humo's Grote Reisverhalenreeks? Ja, zo'n gek kennen wij dus. Jan Stoop wil binnenkort een trektocht maken door de Canadese bossen. Denk aan 'Into the Wild', de filmhit van enige jaren geleden, waarin de jonge drop-out Chris McCandless de consumptiemaatschappij de rug toekeert en richting Alaska lift om in de wildernis te leven, in harmonie met de natuur.
Om te vermijden dat de trip van Jan ook zo'n bitter einde als dat van de film kent, oefent hij zijn survival skills alvast in eigen land. En wij mogen mee op zo'n minitrektocht in de Ardennen.
Eén probleempje: in België mag je enkel een tent opslaan op privéterrein, mét toestemming van de eigenaar. Op een ordinaire toeristencamping verblijven is uiteraard geen optie. En een derderangs overlevingsweekendje waarop de werknemers van pakweg Belfius óók kunnen intekenen, klinkt mogelijk nog minder spannend. U leest geen reportage in de fucking Libelle, nietwaar?
Nee, wij zullen het woeste woud intrekken, oog in oog staan met wilde everzwijnen, belaagd worden door bronstige edelherten, de natuur in al zijn grilligheid aan den lijve ondervinden. En in dat geval rest ons slechts één, compleet illegale en hoogst strafbare optie: wildkamperen.
Humo wast voor één keer zijn handen in onschuld, én in de Semois. En piste!
Beestenbos
Dag één. Lintbebouwing, uitgeregende zomernachten, een homoseksuele premier: België heeft het allemaal. Alleen naar afgelegen gebieden is het eindeloos speuren. Voordeel is wel: na een autorit van twee uur heb je 's lands verste uithoek al bereikt. Standplaats wordt: het bos van Herbeumont, diep in de Ardennen.
Onder wildkampeerders (stap een willekeurige kampeerwinkel binnen en er werken er gegarandeerd twee) geniet Herbeumont enige faam. Het zou de perfecte omgeving zijn voor een survivaltocht, en het laatste plekje wilde natuur in eigen land: relatief woest woud, veel wilde dieren - 'Attention - Chasse en cours' - en de autoriteiten slapen er.
Behalve die ene dag in 1998: tussen deze bomen hield Marc Dutroux zich schuil na zijn ontsnapping uit het gerechtsgebouw van Neufchâteau. Tot de boswachter (!) hem op z'n heroïsche strooptocht kon vatten.
Diezelfde boswachter wordt de volgende dagen ook ónze grootste bedreiging: wellicht brengen we eerder een nachtje in de cel door wegens wildkamperen, dan dat we hier effectief zullen verdwalen, want zelfs de grootste Belgische wildernis ligt vol geasfalteerde paadjes en kiezelwandelroutes voor uw oma en opa. Canada, it ain't.
Niettemin: een trektocht begint zodra je de voordeur achter je dichtslaat, in je hoofd. Zo vlammen we voorbij de afritten Vilvoorde Cargo, Zaventem, Tervuren - geen file richting Het Bos - en laten we alle pedante automobilisten en zuur kijkende Vlaamse kantoorklerken verdampen in onze uitlaatgassen.
Zij brengen de volgende drie dagen, o zo voorspelbaar, door aan hun bureau. Terwijl wij worden overgeleverd aan de wispelturigheid van Moeder Natuur. So long suckers, adventurers coming through!
De auto laten we achter op het marktplein van Herbeumont City, en we zetten te voet koers into the wild. Helaas, ik val meteen door de mand: een week geleden sloeg de twijfel toe en, nog veilig thuis, heb ik in allerijl wat kampeergerei bijeengesprokkeld. Resultaat: mijn rugzak weegt een ton. Terwijl echte trekkers wéken kunnen overleven met enkel een zaklamp, zakmes en kompas.
Gelukkig houdt Jan al na twee uur stappen halt, met licht medeleven in z'n stem: 'We zijn hier om te survivallen, niet om te wandelen, hè.' Intussen zijn we een bordje gepasseerd dat een 'Zone du silence' markeert. De bewoonde wereld ligt ver achter ons: we bevinden ons nu midden in everzwijnterritorium. Snaveltjes dicht. En oogjes wijd open.
Onze eerste opdracht: tent opslaan. Volgens het Grote Survivalhandboek kan een mens drie dagen zonder water, drie weken zonder voedsel en drie maanden zonder gezelschap, maar slechts drie úúr zonder beschutting. Tussen de bomen en de dichte takken valt de avond zeer snel, en binnen twee uur zal het al beginnen te schemeren.
undefined