ReportageOp tekenjacht
Opgepast voor tekenbeten: ‘Dit beest glijdt niet van je lijf na een keertje douchen’
Juni is traditioneel de maand waarop het aantal tekenbeten in ons land wordt gemeld. Zo’n tekenbeet is lang niet altijd onschuldig: het kan onder meer de ziekte van Lyme en zelfs hersenvliesontsteking veroorzaken. Wij gingen met de Nederlandse bioloog Arnold van Vliet op tekenjacht.
Als een soort vissersnet sleept Arnold van Vliet (46) een witte katoenen doek over de bodem van het bos. Na een kleine minuut draait de bioloog het doek om en kan het tellen beginnen. De ‘oogst’ bestaat uit meer dan twintig teken in verschillende soorten en maten. ‘De kleine exemplaren ter grootte van een zandkorrel zijn larfjes, die zijn net uit het ei gekropen. Zelfs een larf kan zijn zaagtanden al in je huid zetten om zich met bloed te voeden. Hij draagt in 2 procent van de gevallen de borrelia-bacterie bij zich. Deze bacterie veroorzaakt de ziekte van Lyme, dus ook van zo'n mini-teek kun je ziek worden.’
Een wandeling door het bos aan de rand van Ede hoort ontspannend te zijn, maar niet in het kielzog van Arnold van Vliet en zijn tekendoek. De constatering dat er op een paar vierkante meter bosgrond minimaal twintig van deze spinachtige beestjes zitten te wachten totdat ze een prooi (dier of mens) kunnen bespringen om bloed te zuigen, is tamelijk onheilspellend. En dat ze vaak onzichtbaar klein zijn, is ook een eyeopener en belangrijk om te weten bij het controleren van je ledematen.
Oké, die twintig teken zaten niet op het officiële bospad. En gelukkig hebben we onze sokken over onze broekspijpen getrokken (strenge voorwaarde van Van Vliet), toch is duidelijk dat de teek zeker in deze tijd van het jaar zijn hoogtepunt beleeft. ‘Jaarlijks worden er in Nederland 1,5 miljoen mensen gebeten door teken. Vooral in de maanden juni en juli. Uit het laatste grote onderzoek bleek dat er in Nederland 27.000 mensen Lyme hebben opgelopen na zo'n beet. In 1994 telden ze 6.000 ziektegevallen, in 23 jaar tijd is er dus sprake van een verviervoudiging,’ aldus de man die sinds 1996 is verbonden aan Wageningen University en is gespecialiseerd in voor de mens vervelende beestjes als de teek, de mug en de eikenprocessierups.
Satellietbeelden
Van Vliets uitgebreide kennis over de teek (tien jaar lang ging hij samen met vrijwilligers elke maand op verschillende locaties op tekenjacht) is een belangrijke input voor de app die Wageningen University samen met Universiteit Twente en HAS Den Bosch ontwikkelde. ‘Door deze vangsten te combineren met onder meer weerdata en satellietbeelden, hebben onze onderzoekers een zogeheten tekenverwachtingsmodel gemaakt. Dit model is vanaf vandaag onderdeel van de al bestaande Nature Today-app. Dagelijks wordt zo voor elke vierkante kilometer in Nederland een actuele teken-alert gemaakt. De verwachting geeft aan of het aantal teken minimaal, gering, middelmatig, hoog of zeer hoog is.’
Dat de teek zich hier steeds beter thuisvoelt, heeft volgens Van Vliet voornamelijk met klimaatverandering te maken. ‘Mildere winters, een vroeg voorjaar en meer voedsel zorgen voor minder sterfte onder muizen en vogels, de grootste dragers van de borrelia-bacterie en gewilde gastheer van de teek. Zodra de temperatuur hoger is dan vijf graden, kunnen ze al actief worden.’
Het is overigens niet zo dat de bioloog mensen ontraadt om nog wandelingen in de natuur te maken. ‘Nee, helemaal niet. Daar moeten we gewoon van blijven genieten. Wel is het zaak onszelf aan te leren na afloop een uitgebreide lichaamscontrole uit te voeren. Een keertje douchen werkt bijvoorbeeld niet, dit beestje glijdt niet van je lijf. Je moet hem er echt uittrekken. Hoe sneller je dat doet, hoe minder snel je ziek wordt. Dat geldt ook voor onze huisdieren. Op onze app is ook een teken-alert geïnstalleerd. Je kunt aangeven dat je later op de dag een tekenchecknotificatie wilt krijgen. Een soort reminder als je in het bos, in de duinen of in het park bent geweest. Of als je in de tuin hebt gewerkt, want een derde van de beten wordt daar opgelopen.’
Tussen de billen
De bijtgrage kruipers houden zich het liefst op in de liezen, knieholtes, oksels, achter de oren of tussen de billen. Twintig procent van de teken is besmet met de borrelia-bacterie, de verspreider van Lyme. Maar dat is nog niet alles. Ze kunnen ook het nog zeldzame virus tekenencefalitis (TBE) overbrengen. Van Vliet: ‘TBE is een virus dat zelfs kan leiden tot hersenvliesontsteking, het eerste verschijnsel is koorts. Dit virus komt vooral in Oost-Europa voor en in Centraal-Azië. In Nederland hebben sinds 2016 een paar mensen TBE opgelopen.’
Superteek
Dan hebben we ook nog de superteek (hyalommateek), een engerd die drie keer zo groot kan worden als de normale variant en nog engere ziektes kan overbrengen. ‘Dit exemplaar kan de Krim-Congokoorts bij zich dragen. Een virale ziekte vergelijkbaar met ebola. Hieraan kun je overlijden, dus het is zaak dat we de superteek zo lang mogelijk ‘buiten de deur’ houden.’
Of dat lukt is zeer de vraag. Vorig jaar werden zeker al twee volwassen superteken in Nederland ontdekt en ook in Duitsland zijn ze gespot, zeer waarschijnlijk zijn ze meegereisd met trekvogels uit Afrika. Van Vliet: ‘Des te meer reden om jezelf goed te checken als je buiten bent geweest.’ Deze teken waren overigens niet besmet met het Krim-Congovirus.
(AD)