'Our Planet' op Netflix
Omdat ze bij Netflix niet van half werk houden, deed de streamingreus voor zijn eerste met veel tromgeroffel aangekondigde original natuurdocuserie een beroep op de makers van BBC-mijlpalen als ‘Planet Earth’ en ‘Blue Planet’, inclusief de grootvaderlijke vertelstem van de onverslijtbare Sir David Attenborough (93).
Net als zijn illustere voorgangers oogt het in ultra-HD opgenomen ‘Our Planet’ dan ook ronduit glorieus, en de productie moest duidelijk niet op een cent kijken. Maar wat ook opvalt, is hoe voorspelbaar en weinig origineel deze reeks is. In gesloten formatie jagende wolven en wilde honden, op elkaar inbeukende nijlpaarden en door een school verse ansjovis klievende pijlstormvogels: we hadden het allemaal al eens eerder en zeker niet minder fraai gekadreerd gezien.
Het voornaamste verschil met de BBC-reeksen is de nadrukkelijk ecologische boodschap van ‘Our Planet’. Dat de serie met hulp van het WWF tot stand kwam, zal daar wel voor
iets tussenzitten. De cijfers die Attenborough af en toe op bezorgde toon meegaf, waren alvast onthutsend: alleen al om haaievinnensoep te maken, worden jaarlijks honderd miljoen haaien gedood en wekelijks leggen honderd orangoetans het loodje omdat hun leefgebied door ontbossing inkrimpt. Op Borneo heeft 27 miljoen hectare regenwoud plaats moeten maken voor oliepalmplantages, en op de Filipijnen is liefst 90 procent van het oerwoud verdwenen. En al hebben we die intussen óók al meer dan ons lief is gezien, de beelden van verblekende koraalriffen en gletsjers van wolkenkrabberformaat die in het poolgebied afbreken en in zee storten, knijpen toch telkens weer je maag dicht.
‘Our Planet’ wil echter geen doemverhaal brengen: de reeks toont ook hoe weerbaar de natuur is, onder andere in Tsjernobyl, een spookstad die twintigduizend jaar onbewoonbaar werd verklaard, maar al na tien jaar door vegetatie werd ingenomen en vandaag in een levendig – zij het flink radioactief – natuurgebied is veranderd. Voor de orang-oetan en de blauwvintonijn ziet het er benard uit, maar de populatie van ooit bedreigde soorten als de Siberische tijger en de bultrug stijgt weer dankzij tijdig opgestarte conservatieprogramma’s. Er is nog niks verloren, vat Attenborough het ergens samen, maar de toekomst van alle leven op aarde zal bepaald worden door wat we de komende twintig jaar doen.
Hij mag dan verpakt zitten in een serie die meer op veilig speelt en ook iets gezinsvriendelijker is dan wij hadden gehoopt, het blijft wel een belangrijke en urgente boodschap.