Paolo Nutini - Sunny Side Up
Er zijn er die zeggen dat Eric Clapton blues speelt. Er zijn er die vinden dat Jamie Cullum jazz maakt. Men zou kunnen denken dat Paolo Nutini een soulzanger is. Niet, dus. Met 'Sunny Side Up' levert Nutini - een Schot met (verre) Italiaanse roots - niettemin een vermakelijke opvolger af voor zijn debuutplaat 'These Streets'.
Die katapulteerde de knaap in 2006 overnight naar het sterrendom - al zal zijn mooie snoetje daar toen ongetwijfeld óók toe bijgedragen hebben.
Aan de zelfgeschreven liedjes op 'Sunny Side Up' is te horen wie Nutini's helden zijn: Otis Redding, Sam Cooke en andere sixties-soulhelden. Dat hij zijn platen op het legendarische Atlantic-label mag uitbrengen, is dan ook een jongensdroom die is uitgekomen: samen met Motown zette Atlantic in de jaren vijftig en zestig de soulmuziek op de kaart.
'Sunny Side Up' opent guitig met de schetterende reggae '10/10' - Bob Marley vingerknipt goedkeurend mee vanuit rastaman heaven. Meteen onze favoriet, maar ook een ongewone opener voor de soulliedjes en die ene jumpblues à la Louis Jordan & The Tympany Five ('Pencil Full of Lead') die erop volgen.
Opmerkelijk hoeveel patina er al op de stem van de 22-jarige knaap zit en hoe hij daarmee Redding (het opvallends in 'No Other Way') en Cooke ('High Hopes') naar de kroon steekt. Maar het zijn de liedjes die afwijken van dat voorspelbare soulpatroon die 'Sunny Side Up' zijn aantrekkingskracht verlenen: het peinzende 'Growing Up Beside You', dat wordt gekleurd door de trekzak van Phil Cunningham, of het door de aanwezigheid van de fluit heel erg folky aandoende en bijgevolg vreemd getitelde 'Chamber Music'.
Stem, schallend koper, strijkers, alle andere instrumenten, songs, productie (door Nutini zelf, geassisteerd door Ethan Johns): 't zit allemaal lekker, en geen radiozender die er deze zomer omheen zal kunnen, maar beklijven? Dát is alleen originals gegeven.