Paul Buchanan - Mid Air
Elke keer als iemand beweert dat de jaren tachtig het decennium van de wansmaak waren, laat ik namen vallen als Talk Talk, U2, David Sylvian, en The Blue Nile. Dat laatste combo was altijd al een als collectieve inspanning vermomd éénmansgroepje, en nu, na een lange ziekte en een nog langere stilte, heeft spilfiguur Paul Buchanan een solo-cd uit.
Weg zijn de popsongs, de aanstekelijke hooks, de originele ritmes, de weidse arrangementen. ‘Mid Air’ is een cd als een toneelstuk van Samuel Beckett: sober, licht aliënerend, geen woord te veel.
Ze klinkt alsof Buchanan omstreeks drie uur ’s ochtends dringend een ei moest leggen, en het is drie uur ’s ochtends als je ze oplegt, ook al doe je dat om twee uur ’s middags. Een stem. Een piano. En heel af en toe een briesje violen. Meer niet. Het volstaat.
Buchanan vindt poëzie in alledaagse dingen. Zo heet één van deze songs ‘Buy a Motor Car’, en een andere ‘A Movie Magazine’. Banale titels voor bijzondere liedjes. Zeggen dat alle songs onderling inwisselbaar zijn, is meestal denigrerend bedoeld.
Maar in dit geval wil het gewoon zeggen ze allemaal even ingetogen mooi zijn. Geen uitschieters, geen uitglijders. ‘Mid Air’ is het bescheiden juweeltje van iemand die verkiest te fluisteren waar anderen roepen.