WK VeldrijdenPaul Herygers
Paul Herygers: ‘Na mijn scheiding ben ik op de dool geweest. Ik stond op de rand: verder afglijden kon niet meer’
Zondag staat ons volgens Paul Herygers (60) het mooiste uur van de winter te wachten. Hij zegt het in die unieke variant van het Kempische dialect dat zijn commentaar bij het veldrijden ondertussen zo onmisbaar maakt als het dekentje waarmee we ons inbakeren, terwijl we ons vergapen aan de weergaloze duels tussen Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Ook zondag, tijdens het WK in Hoogerheide, krijgen we opnieuw een strijd op leven en dood. ‘Die mannen koersen niet meer voor het geld, het gaat alleen nog om de eer.’
Om me de beste biefstuk van de Kempen te laten proeven, troont Herygers me mee naar een brasserie in Retie. Onderweg rijd ik in Lille, het geboortedorp van Herygers én van Wout van Aert – voorbij het monument voor Jean-Pierre Monseré, dat exact op de plaats staat waar de toenmalige wereldkampioen wielrennen op 15 maart 1971 verongelukte. Een gebeurtenis die Herygers zijn leven lang is bijgebleven.
PAUL HERYGERS «Ik was 9 jaar en volgde de wedstrijd met mijn vader. We hoorden dat er iets gebeurd was en zijn de massa gevolgd. We baanden ons een weg door een veld, tot de plek waar Monseré lag. De volgende dag stond zijn foto groot in de krant. Ik zie het beeld nog zo voor mij: hoe hij breed op de weg ligt, een straaltje bloed uit zijn neus. Niemand mocht van ons moeder aan die krant komen. Bij ons thuis was Jempi Monseré heilig.»
Zodra we zitten, opent Herygers het gesprek met een brede glimlach, en vertelt hij wat hem onlangs is overkomen.
HERYGERS «Mijn vriendin had een verrassingsfeestje georganiseerd voor mijn 60ste verjaardag, in Café Den Perenboom in Lichtaart. En weet je wie daar plots kwam binnengewandeld? De Wout!»
HUMO Wout van Aert? De beste renner van de wereld?
HERYGERS «De enige echte! Hij woont er natuurlijk niet ver vandaan, maar je moet het toch maar doen. Mijn beste kameraad Jef was het aan de deur gaan vragen. Ik zei: ‘Jef, wat heb je nu gedaan! Wout heeft net nog publiekelijk gevraagd of de fans alstublieft zijn deur niet meer willen platlopen.’ Maar kijk, Wout heeft meteen toegestemd. ‘Zoiets kan ik niet weigeren,’ zei hij. Schoon, hè? Het voelt alsof ik iets unieks heb meegemaakt. Het is eigenlijk niet te geloven hoe populair hij is geworden.
»In het begin was dat nochtans niet het geval: hij had het moeilijk met alle aandacht. Ik herinner mij nog onze allereerste ontmoeting, hij was nog een snotneus. Ze hadden ons samengebracht voor een dubbelinterview, en de fotograaf haalde het in zijn hoofd om te vragen: ‘Paul, kun jij achter Wout staan en je hand op zijn schouder leggen?’ Waarop Wout zich meteen omdraaide en streng zei: ‘Waarom moet die hand op mijn schouder?’ De meeste jonge gastjes zouden zich niet durven te verroeren. Maar dat was buiten Wout gerekend. Ik wist meteen: die jongen wordt een grote.»
HUMO Zoals die keer dat je had verklaard dat Mathieu van der Poel de nieuwe Sven Nys zou worden.
HERYGERS «Ja, toen was hij kwaad. Via Roger, zijn schoonvader, hoorde ik dan: ‘Pol, de Wout is er niet mee opgezet als je zulke dingen zegt.’ Maar Wout is niet rancuneus. Hij geeft iedereen een tweede en zelfs een derde kans. In Café Den Peerenboom heb ik het met mijn eigen ogen gezien: hij gedraagt zich als een normale mens, ook al is hij God. Misschien zijn ze allemaal zo. In de Tour zag ik hoe Tadej Pogacar doodgewoon op een vangrail zat te wachten op zijn liefje, die bij de vrouwen koerst. De echte groten hebben geen streken.»
HUMO De wielersupporter verwijt Remco Evenepoel weleens dat hij kapsones heeft.
HERYGERS (knikt) «Er was onlangs dat voorval met die wielertoerist in Spanje, die te lang in zijn wiel bleef hangen, waarop Evenepoel hem met veel misbaar wegjoeg. Mij was hetzelfde lot beschoren, vorig jaar in Tirreno-Adriatico. Ik volgde de wedstrijd als motard voor de televisie. Remco moest lossen, en hij wilde niet dat wij hem filmden. ‘Kutmotor!’ riep hij. Maar wij mógen dat in beeld brengen, het is deel van de wedstrijd. Al ben ik zeker dat het goed komt: Remco is aan het veranderen, hij wordt rustiger.
»Weet je wat me trouwens ook opvalt? Wout maakt altijd tijd voor zijn jeugdvrienden uit Lille. Hij ziet die mannen graag.»
HUMO Eén van hen vertelde hoe ze tijdens de lockdown met met z’n allen bij hem thuis zaten, en hoe Wout om twintig voor twaalf, net voor de avondklok inging, voorstelde nog snel een laatste fles wijn te kraken. Alsof hij dat moment zo lang mogelijk wilde rekken.
HERYGERS «Hij vergeet niet waar hij vandaan komt. Om precies te zijn: de Broekzijstraat in Lille, vlak bij waar ikzelf ben geboren. Dat iemand van bij ons de beste renner ter wereld is geworden, is moeilijk te vatten. Stel je voor: Woutje, dat tengere jongetje uit Lille, wordt de grootste coureur van het spel! Tijdens de Tour rolt hij in zijn eentje het hele peloton op. En in de winter gaat het feest gewoon door, want dan klopt hij Van der Poel in het veld.»
HUMO Waarom crossen die twee eigenlijk nog?
HERYGERS «Omdat het hen gelukkig maakt. Ze koesteren een grote liefde voor de cross. Voor het geld doen ze het niet meer.»
HUMO Ook al krijgen ze telkens een startpremie van 15.000 à 20.000 euro?
HERYGERS «Of je nu 100 miljoen euro hebt, of niks: je kunt maar één filet pur tegelijk eten. Volgende zondag, op het WK in Hoogerheide, koersen ze alleen voor de eer. De honger is groot: vorig jaar hebben ze de titel cadeau gedaan aan Tom Pidcock, omdat ze niet naar de Verenigde Staten wilden afreizen. Nu denken ze: het is opnieuw aan ons. Je kunt niet genoeg regenboogtruien hebben. Als je die mag aantrekken, voel je je héél bijzonder.»
HUMO Ze vechten telkens een verbeten strijd uit: het lijkt alsof ze rijden tot ze doodvallen. In Diegem wist ik niet of ze het zouden overleven.
HERYGERS «Ze móéten zo diep gaan: het is dat of lossen. Het was in de eindejaarsperiode bijna elke dag cross: dat is telkens één uur lang racen met een hartslag van 200. In mijn ogen is dat véél zwaarder dan een etappekoers, waar je elke dag 200 kilometer in de wielen kunt zitten.
»Ik denk niet dat Wout zelf had verwacht dat hij al zo vroeg in het seizoen zo goed zou zijn. Bij Mathieu ging het met ups en downs.»
HUMO Komt het goed met de rug van Van der Poel?
HERYGERS «Ja, daar maak ik me geen zorgen over. Na een mindere cross duwden ze meteen een microfoon onder zijn neus. ‘Ik heb pijn aan mijn rug,’ zei hij dan. Tja, je moet íéts zeggen. En daarna kun je niet meer terug. Ik denk dat het niet zo erg is als men liet uitschijnen. Tenslotte heeft hij toch nog sterke crossen gereden.»
HUMO Zoals in Gavere, waar hij overtuigend won.
HERYGERS «Voilà. Ik ken geen enkele rugpatiënt die in Gavere heeft gewonnen. Van Aert is dus allesbehalve zegezeker op het WK. Als je het over Van der Poel hebt, moet je héél voorzichtig zijn.»
HUMO Waarom?
HERYGERS «Omdat hij overgetalenteerd is. In zijn eerste cross van het jaar, in Hulst, moest hij vertrekken vanaf de vierde startrij. En toch: makkelijk gewonnen. Er was geen ruimte om in te halen, maar hij reed na enkele meters al op kop. Hoe doet hij het?
»Twee weken geleden, in Benidorm, heeft Van der Poel bewezen dat hij opnieuw een hoog niveau haalt. Hij kan zeker wereldkampioen worden.
»Eén ding begrijp ik niet. Waarom zijn ze er vorig jaar in de Giro niet in geslaagd om Mathieu te temmen? Ik reed er als motard en zag alles vanaf de eerste rij gebeuren. Elke dag viel Mathieu aan, hij wist echt van geen ophouden: hij reed de Ronde van Italië alsof het een kermiskoers was. En dan kwam de Tour en was het vat leeg.»
HUMO Wil hij zich zo graag tonen aan het publiek?
HERYGERS «Waarschijnlijk, maar hij moet die drang toch onder controle zien te krijgen. Mathieu is 28 jaar, te oud om nog te experimenteren. Ze zouden in de ploeg moeten zeggen: ‘Blijf vandaag eens een dagje rustig in de wielen zitten.’ Als hij wat meer doseert, zou hij nóg straffere stoten kunnen laten zien. Een rit in de Giro uit handen geven omdat je woekert met je krachten, dat is toch zonde? Bij Van Aert zie je dat niet snel gebeuren: hij koerst berekender, en haalt eruit wat erin zit.»
HUMO Ga je akkoord met Rik Van Looy, die vindt dat Van Aert niet voor een kopman zoals Vingegaard moet rijden en enkel aan zichzelf hoort te denken?
HERYGERS «Ja, ik volg Rik. Maar wat wij denken, is achterhaald. In het moderne wielrennen gaat het er anders aan toe.
»Naar Primoz Roglic durf ik wél te wijzen. Op het WK in Imola kreeg Van Aert een uitgelezen kans om wereldkampioen te worden. Primoz had toen alles moeten geven voor Wout. Zo kon hij eindelijk iets terugdoen voor Wouts hulp in de Tour.»
HUMO Maar hij heeft het niet gedaan.
HERYGERS «Nee. Anders wordt Wout wereldkampioen, en niet Julian Alaphilippe. Nu is het de vraag of zo’n enorme kans zich ooit nog aandient.»
Het wiel van Janneke
HUMO Vergelijk de persoonlijkheden van Van Aert en Van der Poel eens.
HERYGERS «Wout is veel meer dan alleen maar een renner. Tijdens de Tour ben ik chauffeur en rijd ik de gasten rond voor ‘Vive le vélo’. Dit jaar, met de proloog in Kopenhagen, waren dat Van Aerts vrouw Sarah en zijn zoontje Georges. Je zou denken: Wout is volledig gefocust op de gele trui. Maar plots stond hij voor mijn neus: ‘Paul, je bent vandaag verantwoordelijk voor de belangrijkste mensen in mijn leven, ik zou je willen vragen om geen risico’s te nemen.’ Hij wilde me wijzen op de chaos bij zo’n Tourstart. Dat je daar op zo’n moment nog aan denkt, ik zie het niet veel renners doen. Ik heb veel respect voor de mens Wout van Aert. Zijn familie is heilig voor hem.»
HUMO Ook Van der Poel is een familieman, met een stabiele relatie.
HERYGERS «Hij heeft altijd een goeie thuis gehad, en nu ook een geweldige vriendin: Roxanne. Van mij kunnen ze alleen leren hoe het níét moet. Ik ben gescheiden, en daarna is het nog misgelopen. Gelukkig is er nu mijn vriendin Sophie: mijn oogappel. Ze is wat jonger dan ik. Ik zit al in het rusthuis, en zij soigneert mij (lacht).
»Weet je, Mathieu doet het op zijn manier: hij is vooral gefocust op de koers. Hij zal de populariteit van Van Aert in deze regio nooit evenaren, daarom is hij misschien iets geremder. Maar hij is een lieverdje, altijd goedlachs. Ook hij wordt hier met open armen ontvangen, hoor. En het gaat hem voor de wind: hij heeft al twee keer de Ronde van Vlaanderen gewonnen, en zoveel meer. De sponsor is content. Beter wordt het niet: hij kan niet nog meer auto’s kopen dan hij er nu al heeft (lacht).»
HUMO Ze blijven altijd vriendelijk voor elkaar. Ik herinner me één dispuut, na Gent-Wevelgem in 2020, toen Van Aert vond dat Van der Poel in zijn wiel was blijven zitten, waardoor hij niet won.
HERYGERS «Het is mij ook eens overkomen. Mijn vader was nogal een ambetanterik. Vlak voor een koers zat hij me te jennen aan tafel: ‘Straks wint Janneke Vervecken, voor de twintigste keer dit jaar. En jij niet.’ Hij bleef maar doorgaan, maar ik zweeg en at verder. In mijn hoofd begon het wel te spelen: ik mag Vervecken niet laten winnen vandaag. Wel, uiteindelijk kwamen Vervecken en ik als 18de en 19de over de meet, omdat ik aan zijn wiel was blijven hangen. Waarom had ik mij laten vangen door m’n vader? Ik heb die dag geleerd dat het tot niks leidt. Ook Wout en Mathieu hebben dat toen beseft. Daarom is het bij die ene keer gebleven, denk ik. Soms wordt die rivaliteit ook in de hand gewerkt door hun entourage, hè.»
De preut af
HUMO Je vader is ook profrenner geweest.
HERYGERS (knikt) «Ik kom uit een echte koersfamilie. Mijn oudste broer, onze Gust, heeft bij IJsboerke gereden. En mijn vader bij Groene Leeuw. Hij was wat kleiner dan ik, maar wel heel snel, met nogal dikke poten.
»Thuis was hij was heel streng. We waren met zes kinderen. Mijn moeder bleef thuis, vader ging koersen. Het was een hard leven, niks kwam vanzelf. Mijn vader is na zijn wielercarrière diamantslijper geworden, maar op het einde kreeg hij slechte stenen, waardoor er nóg minder geld binnenkwam. Ik, Polleke, de jongste van het nest, koerste ook, maar een tube kostte vroeger al 1.000 frank. Mijn vader stond te vloeken als ik lekreed.
»Mijn ouders zijn jong overleden. Ons moeder is gestorven toen ik 22 was, twee dagen voor mijn huwelijk, door een banaal fietsaccident. Mijn vader is overleden op mijn 29ste, net voor ik prof werd.»
HUMO Vooral het overlijden van je moeder heeft er diep ingehakt.
HERYGERS «Zij verzorgde mij met veel liefde, ze was een echte coureursmoeder. Als ik dan toch eens mocht uitgaan en laat thuiskwam, stond ze nog met een geschild appeltje aan mijn bed, zodat ik wat vitaminen binnenkreeg. Het gemis was groot, maar ik sloeg me erdoor. Ik trouwde en vervolgens zou ik beroepsrenner worden en geld verdienen. Althans, dat was het plan. Maar trainen deed ik niet graag, en zo belandde ik om den brode als arbeider in de steenfabriek van Westmalle, zes jaar lang.»
HUMO Als jonge renner was je de lokale vedette die barstte van het talent, maar je was ook lui, zo zegt men.
HERYGERS «Ja, ik was soms lui. Maar tegelijk ook niet: ik had een stuk grond gekregen, en daar bouwde ik een huis op. Ik spendeerde meer tijd op die werf dan op mijn fiets. Uiteindelijk is het me na zes jaar wroeten toch nog gelukt om prof te worden.»
HUMO ‘Werkman wordt wereldkampioen,’ kopten de kranten na je wereldtitel veldrijden in Koksijde in 1994. Het schouderklopje dat je gaf aan Groenendaal, het van de fiets springen vlak voor de finish: het waren uitingen van opgekropte frustratie.
HERYGERS (knikt) «Ik was tekortgeschoten, had gefaald. Ik had veel eerder beroepsrenner moeten worden, maar het lukte niet. Ik stond als arbeider in een steenbakkerij, hè. Die dag kwam het allemaal samen, en met die capriolen wilde ik zeggen: ‘Zie je wel, ik kan het.’»
HUMO Wat moet ik me bij dat werk in de steenbakkerij voorstellen?
HERYGERS «Lawaai! Stof! Elke dag keihard werken. In het begin moest ik de stenen van de lopende band pakken en stapelen, zodat ze de oven in konden. Nadien werd ik operator aan een machine: levensgevaarlijk! Ik heb meegemaakt hoe bij collega’s een arm werd afgerukt.»
HUMO Slavenarbeid, heb je het ooit genoemd.
HERYGERS «Daar leek het soms op. Gelukkig ben ik altijd blijven crossen, voor het plezier. Ik won ook nog geregeld, en als mountainbiker werd ik drie keer kampioen van België. Ik had goeie trainingsmaten, zoals Janneke Vervecken, die mij stonden op te wachten als mijn shift erop zat. Dan gingen we samen nog stevig trainen. Soms wel vijf uur lang, met lichten op de koersfiets. Janneke heeft me door die moeilijke periode geholpen.»
HUMO Werd je aanvaard door de rest van het peloton toen je alsnog prof werd?
HERYGERS «Aanvaard? Ik reed er los door! Helemaal in het begin werd ik nog gedubbeld, maar na een maand streed ik al mee vooraan. Op het BK ging het tussen mij en Danny De Bie. Hij zei meteen: ‘Polle, ik geef je 400.000 frank als ik mag winnen.’ Pas op, dat was mijn jaarwedde in de fabriek! Ik heb geweigerd. ‘We gaan ervoor sprinten,’ zei ik. Hij was veel sneller dan ik: Danny won massasprints op de weg. Stel dat het was foutgelopen, dan moest ik misschien terug naar de steenbakkerij. Maar ik klopte hem, en mijn startgeld werd opgetrokken van 6.000 frank naar 40.000 frank. Die dag heb ik me definitief uit de fabriek geknald.
»Helaas heb ik mijn vorm niet lang kunnen aanhouden: na vijf jaar was het op. Michel Wuyts zou zeggen: ‘Het schaap is de preut af.’ De combinatie van jarenlang werken en koersen in het weekend had me genekt.»
HUMO Met De Bie stond er wel een rekening open.
HERYGERS «Ja, hij had me verhinderd om al vroeger een profcontract te tekenen. Hij wilde me niet in zijn ploeg, ik zou een te grote concurrent geweest zijn.
»Toegegeven, ik was nogal ne vieze: als renner daagde ik iedereen uit. Nochtans ben ik heel zachtaardig van inborst. Ik zou vandaag door het vuur gaan voor al die mannen met wie ik vroeger in de clinch heb gelegen. Is dat omdat ik spijt heb van wat ik destijds heb gezegd? Waarschijnlijk wel.»
HUMO In die vijf jaar als prof groeide je wel uit tot een onwaarschijnlijke vedette.
HERYGERS «Ik was een showman. Net als Roland Liboton, mijn grote idool. Ik heb nog altijd posters van Roland, en koop zijn oude wielertruien: ik ben zot van hem.»
Ruzie met Michel
HUMO Ook al was je ooit een grote vedette, je hebt je nooit te goed gevoeld voor iets.
HERYGERS «Na mijn carrière ben ik zelfs teruggekeerd naar de steenfabriek, en daarna ben ik als postbode gaan werken. Maar elke dag om vijf uur opstaan was te zwaar. Gelukkig mocht ik na verloop van tijd beginnen als co-commentator. Ik doe dat héél graag.
»In de week draai ik wel de knop om, dan ben ik met andere dingen bezig. Ik doe niks liever dan huizen verbouwen. En in het weekend kruip ik dan in de commentaarcabine. Vroeger met Michel Wuyts, tegenwoordig met Ruben Van Gucht. Het klikt goed. Ik heb een nieuwe kompaan, maar het voelt niet aan als vreemdgaan.»
HUMO Je voelt dat Wuyts erg afziet van het feit dat hij geen commentaar meer mag geven voor de VRT.
HERYGERS «Dat vind ik jammer voor hem, maar ik mag me daar niet door laten beïnvloeden: ik ben nu met Ruben op pad. Al moet niemand het in zijn hoofd halen om iets slechts te zeggen over Michel. Dat zou ik niet laten gebeuren.»
HUMO Toen ik hem belde over jullie jaren in de commentaarcabine, werd hij sentimenteel.
HERYGERS «Michel was mijn leermeester: hij heeft me van mijn fiets geplukt. Ik stak veel van hem op. Tijdens elk gesprek zei hij wel een woord waarvan ik dacht: geen idee wat dat betekent. Een ‘nanoseconde’ bijvoorbeeld: nooit van gehoord. Ik absorbeerde alles en probeerde mijn vocabulaire uit te breiden.
»Sommige mensen zeiden: ‘Wuyts laat u niet uitspreken.’ Daar was ik het niet mee eens. Hij heeft me er vooral voor behoed om dingen te zeggen waar ik later spijt van zou krijgen. Michel voelde alles perfect aan.
»Toen ik nog renner was, zijn we nochtans eens gebotst. Hij had na de cross in Gavere, waar ik tiende was geëindigd, in zijn analyse gezegd: ‘Een teleurstellende prestatie van de wereldkampioen.’ Nochtans had ik mijn best gedaan, en de stront uit mijn gat gereden. Ik diende hem van repliek: ‘Voor hem is het makkelijk. Hij is maar een schoolmeester, hij moet alleen schrijven.’ De volgende cross stapte hij op me af, trok aan de pluk borsthaar die boven mijn truitje uitstak, en zei: ‘Paul, dat was er een beetje over.’ Ik had tranen in de ogen van de pijn. ‘Als je aan de boterhammekes van mijn gezin komt, dan word ik vals,’ heb ik nog geantwoord. Want door zijn commentaar zette hij mijn mindere prestatie in de verf en riskeerde ik startgeld te verliezen.
»Als ik nu mijn commentaar van die begindagen terughoor, denk ik: ik was nogal ne platten. Ik sprak Kempisch, nog veel grover dan Tom Boonen. Die past zijn taal niet aan als hij commentaar geeft, ik probeer er rekening mee te houden. Maar wat ik zeg, komt er spontaan uit: ik schrijf vooraf niks op.»
Frieten en Kitty
HUMO Kunnen we het nog even hebben over je opmerkelijke passage in ‘Winteruur’? Je bracht er een aandoenlijke ode aan Kitty, je overleden jack russell en beste vriend in donkere dagen.
HERYGERS «Ik ben fan van Wim Helsen, en was vereerd dat hij me uitnodigde. Ik nam de tekst van ‘Rocky’ mee, een erg toepasselijk liedje van Buurman. Want het is amper te beschrijven wat Kitty voor mij heeft betekend. Ik heb met haar op een oud bed onder de blote hemel geslapen. Ik was pas gescheiden, en had in Lille een boerderijtje gekocht. Het dak was versleten, dus dat was er al afgehaald. Lagen we daar, op dat bed. Ik zat in een slechte periode, was op de dool. Ik woog nog 65 kilo en stond op de rand. Verder afglijden kon niet meer. We hebben samen frieten gegeten – ja, die hond at frieten – en naar de sterren gekeken. Kitty heeft me uit dat diepe dal getrokken.»
HUMO Wat deed Kitty dan precies met jou?
HERYGERS «Ik was alleen: gestopt met koersen én gescheiden. Ik had geen huis, niemand meer om me heen. Behalve Kitty. Omdat ik voor haar moest zorgen, hervond ik mijn verantwoordelijkheidszin. Nadien kwam mijn dochter Femke weer bij mij wonen. Zij maakte het eten, ook al was ze nog maar 10 jaar. En dan moest ze nog elke dag naar het station fietsen, om dan met de bus naar school in Westmalle te gaan. Dat kind wist zich toen al geweldig te redden, en dat doet ze nog steeds.»
HUMO ‘Een coureur denkt maar één ding,’ zei je ooit, als reden waarom je haar liever niet met een renner zag.
HERYGERS «Ik had mezelf voor ogen toen ik dat zei. Ik was destijds egoïstisch en niet 100 procent trouw: een renner denkt vooral aan zichzelf. Ik heb haar daarvoor willen behoeden, maar ze heeft het nu zelf ervaren: ze heeft een paar keer een relatie gehad met een coureur.
»Femke en ik praten nog heel veel over Kitty. In ‘Winteruur’ slaagde ik er niet in om mijn tekst verder te lezen. Ik kreeg het moeilijk, maar Wim Helsen heeft me gered.»
HUMO Je vertelde zo goudeerlijk over Kitty en jezelf, dat raakte veel mensen.
HERYGERS (kijkt verlegen weg) «Denk je? Je kunt niet geloven wat een hond kan betekenen voor een mens.
»Ik heb een opvolger: Ruben Van Gucht neemt zijn hond Mowgli mee naar de cross, en heeft dan een tasje bij met z’n dekentje en z’n speeltjes. Terwijl we commentaar zitten te geven, ligt die hond aan onze voeten. Zalig.»
Asielzoeker in de tuin
HUMO Terug naar het WK. Wat voor een wedstrijd verwacht je?
HERYGERS «Het wordt een fantastische strijd: Mathieu en Wout zullen koersen tot het hun zwart voor de ogen wordt.»
HUMO Naar welke wedstrijden kijk je nog uit?
HERYGERS «De vrouwen, met vooral de Nederlandse toppers. Puck Pieterse zal het halen, denk ik. Over de Belgische deelneemsters moeten we stil zijn. Bij de mannen kunnen we bij de beloften goud winnen met Thibau Nys.»
HUMO Is het WK voor jou het hoogtepunt van het jaar?
HERYGERS «Zeker. Al verkies ik een WK ver van huis. Nu zal het over de koppen lopen worden. Ik zal blij zijn als ik in de commentaarcabine zit, op mijn eilandje.»
HUMO Als motard voor televisie reis je alle continenten af. Trek je graag de wereld in?
HERYGERS «Ja, alleen is de wereld soms wat beangstigend. In Rio, voor de Olympische Spelen, wilde iedereen naar Copacabana. Maar dat was daar een open riool! En op het strand werden drugs aangeboden alsof het appelsienen of bananen waren. Brazilië was een shock: zoveel auto’s, zoveel mensen, de armoede in de favela’s. Ik was daar een week van onder de voet toen ik weer thuis was. Dan besef je: we leven in een harde wereld.
»Ook bij ons, trouwens. Ik maakte het onlangs zelf mee. Achter mijn huis staat een gesloten aanhangwagentje, om dingen te verhuizen. Toen ik dat ’s morgens openmaakte, schrok ik me een bult: er had zich een zwarte jongen in geïnstalleerd. ‘Nu laat je me schrikken,’ zei ik. Ik heb in het Engels tegen hem gepraat, wat hij min of meer verstond.»
HUMO Was hij een verdwaalde asielzoeker?
HERYGERS «Ik denk het. Ik woon niet zo ver van het station, wellicht was hij de weg kwijt. Ik heb nog gezegd: ‘Je mag dit niet doen, het is geen oplossing.’ Ik heb hem een som geld gegeven en gevraagd niet meer terug te komen. Want dan zou ik hem in huis willen nemen: ik kan zulk leed niet aanzien. Er waren mensen die me zeiden dat ik hem had moeten wegjagen. Komaan! Een verdwaalde hond geven we eten, maar een mens zouden we wegjagen? Dan vraag ik me af: komt het nog goed met de wereld?»
HUMO Gelukkig brengt veldrijden troost.
HERYGERS (knikt) «Het is mooi om zien hoeveel mensen blij worden van zo’n uur cross. Dat is toch iets om naar uit te kijken tijdens de donkere winterdagen. Dan ga je ’s morgens naar de bakker voor een lekkere taart, en zit je ’s middags vol verwachting klaar in je zetel. Want met die twee vedetten weet je nooit hoe het zal aflopen.»
HUMO Hoe lang hoop je nog door te gaan?
HERYGERS «Ik heb drie keer de kans gehad om ploegleider te worden, maar ben er nooit op ingegaan. Ik heb het ooit aan Michel voorgelegd: ‘Ik heb een mooi aanbod, wat moet ik doen?’ Gedurende een halfuur heeft hij niks gezegd. Ik dacht: godverdomme, wat heb ik nu weer verkeerd gezegd? Tot hij ineens zei: ‘Blijf maar bij ons, Paul.’ (lacht) Ik ben altijd trouw gebleven aan de VRT. Ik hoop dat ik zeker tot mijn 65ste mag blijven. Dat zou ik erg appreciëren.»
HUMO Wij ook, Paul.
WK Veldrijden (H)
Eén, zondag 5 februari, 12.45
Lees ook:
De jeugd die van Remco Evenepoel een wereldkampioen maakte: ‘Ik heb nooit zo’n obsessioneel en maniakaal kind gezien’
Billy Toulouse, de zoon van actrice Ann Ceurvels: ‘Ik wist me geen raad met mijn emoties, dus vroeg ik mama om me te vermoorden’