Peter Verhelst - Nieuwe sterrenbeelden
Verslag van acht weken worstelen met Peter Verhelst. Eerste week. 'Nieuwe sterrenbeelden' (Prometheus), de eerste dichtbundel van Verhelst sinds het vijf jaar oude 'Alaska', de tweede sinds hij in 1997 het genre afzwoer, is een kolos: honderdvijfentwintig bladzijden. Fuck!
Op de kaft het getormenteerde paar Francesca da Rimini en Paolo Malatesta, al tijden een verstrengeld symbool voor de onmogelijke liefde. 'Welkom in de 21ste eeuw' heet het elders. Hm, dat belooft.
Tweede week. Sign o' the times: Verhelst opent met de teloorgang van onze planeet ('we zijn de heetste herfstdag ooit'). 't Is gedroomde materie voor iemand die schept vanuit de vernietiging, die de zinloosheid als bron van alles ervaart. Het nakende einde bevrijdt, aan de einder flakkert een vorm van hoop op. Continenten slaan op drift, mensen marcheren naar de zon. 'Set the Controls for the Heart of the Sun' van Pink Floyd galmt door mijn kop, en even denk ik aan 'Bres' van Leonard Nolens. Later ontwerpt de auteur een eigen kosmos om in op te gaan: hij bouwt bergen, delft putten, zoekt dekking. In 'Redding' trotseert hij de natuurwetten door zijn zoon te posteren op een brugleuning - rauwe kwetsbaarheid als antidotum.
Derde week. Ik beland op de achterbank van een auto, waar twee lijven zich gejaagd ontkleden tot alleen nog monden overblijven. Heeft de dichter een nieuw lief? Lang huldigde Verhelst het Bijbelse principe noli me tangere - raak me niet aan. Daardoor stond zijn werk stijf van onvervuld verlangen, maar hier wordt de hunker al in de eerste minnedichten weggeflept. Drie gulzige, wellustige cycli 'Crash Stills' laten niets aan de verbeelding over. Hij spant cellofaan over vlees, zij spreidt de benen en hup: 'Almaar sneller ademt de vrouw, achterhoofd tegen de deur / In haar pupillen rijdt de man door een bos'. Platte porno, of ligt dat aan mij?
Vierde week. 'Overwoekerd? Ach, die Verhelst wil je gewoon een kloot aftrekken,' zegt een collega. 'Als het moet, laat hij je snuiven aan je eigen stront.' Frustratie houdt je scherp.
Vijfde week. Verhip: parels tussen het zwijnen. De daad toont de weg naar the morning after. Lichamen slapen, ontwaken, monsteren elkaar, soezen, spinnen, spreken in tongen, gaan na hoe het was: 'de eerste vingertop / en de eerste tepel die naar elkaar toe groeien'. Voor één keer slaan Verhelsts protagonisten elkaar niet de kop in. Lekker subversief - cynici zullen er een kluif aan hebben.
Zesde week. Verhelst wil schrijven als een schilder, uitbeelden als een choreograaf. Zijn stijl is even zinnelijk als zijn taferelen: lezend zie je het woord vlees worden. Geen spek voor ieders bek, al zijn de vormexperimenten wel voorbij. Allemaal echte gedichten, traag te nuttigen.
Zevende week. De geliefden botsen op een muur: hoe ze het ook draaien of keren, ze blijven vraagtekens voor elkaar. Vijf bloedmooie gebroken sonnetten lamenteren hoe het leven de liefde doodt: 'Het besmeurt ons, het bevuilt wat jij en ik / Droomden te zijn, een Siamese tweeling, een nieuw sterrenbeeld'. En toch lijken die twee de begeerte te hebben behouden: 'we / gaan door alsof niets meer hoeft en niets / ertoe doet maar nooit / was de overgave zo totaal'. Fundamentalisme.
Achtste week. Moe. Nerveus. Lens. 'Verhelst, jij geile windbuil, jij gramstorige ziener.' 'Nieuwe sterrenbeelden', een walsende lawine, serveert je af aan de rand van de afgrond.
Springen op eigen risico.